3. Controleer het hele werkgebied zorgvuldig op
mogelijke gevaren (bijv. wegen, paden, elektrische
kabels, gevaarlijke bomen, enz.)
4. Houd alle omstanders en dieren uit de buurt van het
werkgebied (zet zo nodig het gebied af en plaats
waarschuwingsborden). Zorg voor een minimum
afstand van 2,5 x de stamhoogte; nooit minder dan
tien meter.
5. De operator is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaarlijke situaties voor andere mensen en hun
eigendommen.
Elektrische beveiliging
1. Aanbevolen wordt dat u een aardlekschakelaar
gebruikt met een uitschakelstroom van niet meer dan
30 mA. Zelfs met een aardlekschakelaar kan de
veiligheid niet 100% worden gegarandeerd en moet
men te allen tijde de veiligheidsrichtlijnen toepassen.
Controleer uw aardlekschakelaar telkens wanneer u
hem gebruikt.
2. Vóór elk gebruik inspecteert u het snoer op
beschadiging. Vervang het snoer als het beschadigd
of versleten is.
3. Gebruik het product niet als de elektrische snoeren
beschadigd of versleten zijn.
4. Als het snoer wordt doorgesneden of als de isolatie is
beschadigd, moet de netstroom onmiddellijk van de
kettingzaag worden afgehaald. Raak het elektriciteitssnoer
niet aan totdat de stroom is uitgeschakeld. Repareer een
doorgesneden of beschadigd snoer niet. Neem het
product mee naar een erkend reparatiecentrum en laat het
snoer vervangen.
5. Zorg er altijd voor dat het (verleng)snoer achter de
gebruiker blijft, waarbij het geen gevaar voor de
gebruiker of andere mensen mag opleveren. Zorg
ervoor dat het snoer niet kan worden beschadigd (door
hitte, scherpe voorwerpen, scherpe randen, olie, enz.)
6. Houd het snoer zo vast dat het tijdens het zagen niet
achter takken e.d. blijft haken.
7. Schakel de machine altijd bij de netstroom uit
voordat u een stekker, contact of verlengsnoer
verwijdert.
8. Schakel de machine uit, haal de stekker uit het
stopcontact en inspecteer het stroomsnoer op
beschadiging of slijtage voordat u het snoer oprolt.
Een beschadigd snoer mag niet gerepareerd
worden. Neem het product mee naar een erkend
reparatiecentrum en laat het snoer vervangen.
9. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het
product enige tijd onbeheerd achterlaat.
10.Wikkel het snoer altijd voorzichtig op. Het mag niet
geknikt worden.
11.Gebruik alleen de wisselstroomspanning die op het
productlabel staat aangegeven.
12.De kettingzaag is dubbel geïsoleerd volgens
EN60745 en EN60745-2-13. Onder geen beding
mag een aarde aan enig onderdeel van het product
worden verbonden.
Snoeren
1. Stroom- en verlengsnoeren zijn verkrijgbaar bij een
erkend reparatiecentrum.
2. Gebruik alleen goedgekeurde verlengsnoeren.
3. Verlengsnoeren en kabels mogen alleen worden
gebruikt als ze geschikt zijn voor gebruik
buitenshuis.
Gebruik alleen snoeren van 1,0 mm
2
, met max. 40 m lengte.
C. BESCHRIJVING VAN DE VEILIGHEIDSUITRUSTINGEN
SCHAKELAARVERGRENDELING
Op uw machine is een inrichting (fig.1a, 2a)
geïnstalleerd die, indien niet geactiveerd, verhindert
dat de schakelaar kan worden ingedrukt, om per
ongeluk starten van de machine te voorkomen.
KETTINGREM BIJ LOSLATEN VAN DE SCHAKELAAR
Uw machine is voorzien van een inrichting die de
ketting onmiddellijk blokkeert wanneer de
schakelaar wordt losgelaten; mocht deze beveiliging
niet goed werken dan mag u de machine niet
gebruiken en moet u hem direct naar een erkende
servicewerkplaats brengen.
HANDBESCHERMING VOOR/KETTINGREMHANDEL
De handbescherming voor (fig.1b, 2b) voorkomt (mits
u de machine op de juiste wijze vasthoudt) dat uw
linker hand in contact komt met de ketting. De
handbescherming voor fungeert bovendien als
kettingrem, een inrichting die werd ontwikkeld om de
ketting binnen enkele milliseconden te blokkeren in
geval van terugslag. De kettingrem wordt uitgeschakeld
door de handbescherming voor naar achteren te
trekken en te vergrendelen (fig.3a, 3b). De
kettingrem wordt geactiveerd wanneer de voorste
handbescherming naar voren wordt geduwd, zodat
de ketting stopt (fig.4a, 4b). De kettingrem kan
geactiveerd worden met de linkerpols door naar voren
te duwen, of
wanneer de pols in contact komt met de voorste
handbescherming door een terugslag. Wanneer de
machine gebruikt wordt met het kettingblad in
horizontale positie, bijvoorbeeld bij het omhakken van
een boom, dan biedt de kettingrem minder
bescherming. (fig.5)
OPMERKING: Wanneer de kettingrem is geactiveerd,
koppelt een veiligheidsschakelaar de stroom naar de
motor af.
Het loslaten van de kettingrem, terwijl de
schakelaar wordt vastgehouden, zal het product
starten.
KETTINGVANGER
Deze machine is uitgerust met een kettingvanger
(fig.6a, 6b) geplaatst onder het kettingwiel. Dit
mechanisme is bedoeld om de achterwaartse
kettingbeweging te stoppen wanneer de ketting
breekt of uit de groef loopt. Deze situaties kunt u
vermijden door ervoor te zorgen dat u de ketting op
de juiste wijze spant (Zie hoofdstuk "D. In elkaar
zetten/uit elkaar halen").
HANDBESCHERMING ACHTER
Deze dient ter bescherming (fig.7a, 7b) van de rechter
hand in geval breuk of aflopen van de ketting.
THERMISCHE STROOMONDERBREKING
De motor wordt beschermd door een Thermische
stroomonderbrekingsschakelaar (fig.1c, 2c) die
geactiveerd wordt wanneer de ketting vast komt te
zitten of wanneer de motor overbelast raakt.
Wanneer dit gebeurt, moet u stoppen en de stekker
uit het stopcontact halen. Haal dan eventuele
obstakels weg en wacht enkele minuten totdat het
product is afgekoeld. Reset door de Thermische
stroomonderbrekingsschakelaar in te drukken.
Het resetten van de Thermische
stroomonderbrekingsschakelaar terwijl de
kettingrem los staat en de schakelaar wordt
vastgehouden zal het product starten.
NEDERLANDS - 5