31
NL
Slang aansluiten:
Met de universele aansluiting
7
is de aansluiting mogelijk van
alle slangen uit de tabel hierboven.
1. Niet-benodigde nippels van de universele aansluiting
7
conform de slangverbinding weghalen.
2. Universele aansluiting
7
op de pomp schroeven.
3. Slang met de universele aansluiting
7
verbinden.
Wij raden aan 38 mm (1 1/2” )- en 25 mm (1” )-slangen ook met
een GARDENA schroefklem art.-nr 1591 te bevestigen.
Voor het afzuigen van grote oppervlakken raden wij 13 mm (1/2” )-
of 15 mm (5/8” )-slangen aan.
Alleen voor 13 mm (1/2” )-slang:
Opdat na het pompen de inhoud van de persslang niet weer
door de pomp wegloopt, kan de universele aansluiting
7
van
een GARDENA reguleerventiel art.-nr. 977 voorzien worden
die bij uw GARDENA-handelaar verkrijgbaar zijn.
4. Bediening
V Als de waterhoogte lager is dan 3,5 cm, moet de pomp
voor gebruik via de universele aansluiting
7
met water
gevuld worden.
Vlakafzuigen: Normaal gebruik:
v De 3 draaivoetjes
8
180° v De 3 draaivoetjes
8
180°
1 mm draaien. 5 mm draaien.
Vlakafzuigen tot 1 mm. Vlakafzuigen tot 5 mm.
De restwaterhoogte van ca. 1 mm wordt alleen bij het vlakafzui-
gen tijdens handmatig gebruik bereikt. Als de waterhoogte lager
dan 25 mm is, wordt het vlakafzuigen versneld als de pomp
2 tot 3 keer wordt uit- en ingeschakeld.
Als de waterstand de inschakelhoogte heeft overschreven schakelt
de vlotterschakelaar
5
de pomp automatisch aan en het water
wordt afgepompt.
Zodra de waterstand onder de uitschakelhoogte komt, schakelt
de vlotterschakelaar
5
de pomp automatisch uit.
1. Pomp stevig opstellen
– of –
de pomp met een door het gat in de draaggreep
2
bevestigd
touw in een bron of schacht laten zakken.
De vlotterschakelaar
5
moet zich in de automatische modus
vrij kunnen bewegen.
2. Netstekker van de aansluitkabel
1
in een stopcontact steken.
Vlakafzuigen / Normaal
gebruik:
Automatische modus:
7
8
1 2
5
3