NL
19
2. MONT AGE
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Snijwonden wanneer het blad onverwacht draait of het
product onverwacht start.
v Wacht tot het blad stopt, verwijder de veiligheidssleutel en doe
handschoenen aan voordat u de montage uitvoert.
De onderste hendel aansluiten [ afb. A1 / A2 ]:
De hoogte van de hendel is in 3 stappen verstelbaar:
–
n
hoog
–
b
midden
–
−
laag
1. Draai de onderste hendel
1
zodanig dat het gat in de hendel op één lijn
ligt met het gat
n
,
b
of
−
van de hoogteafstelling.
2. Druk de schroeven
2
door de openingen.
3. Plaats de vleugelmoeren
3
op de schroeven
2
.
4. Draai de vleugelmoeren
3
vast.
11. Schakel de motor voorzichtig in overeenkomstig de instructies en met de
voeten uit de buurt van het blad / de bladen.
12. Kantel de machine niet wanneer u de motor inschakelt, tenzij dit noodzakelijk
is om de machine te starten. Kantel deze in dat geval niet meer dan absoluut
noodzakelijk en hef alleen het gedeelte uit de buurt van de operator.
13. Start de machine niet terwijl u voor de afvoeropening staat.
14. Plaats geen handen of voeten in de buurt van of onder draaiende delen. Blijf
altijd uit de buurt van de afvoeropening.
15. Vervoer de machine niet terwijl de spanningsbron is ingeschakeld.
16. Stop de machine en verwijder het uitschakelproduct. Controleer of alle bewe-
gende onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen
– wanneer u de machine achterlaat,
– voordat u verstoppingen verwijdert of de vulopening ontstopt,
– voordat u de machine controleert, schoonmaakt of er werkzaamheden aan
verricht,
– na het in aanraking komen met een vreemd voorwerp. Inspecteer de
machine op schade en voer reparaties uit alvorens ze opnieuw te starten
en te gebruiken;
als de machine overmatig begint te trillen (onmiddellijk controleren)
– inspecteren op beschadiging,
– beschadigde onderdelen vervangen of repareren,
– controleren op loszittende onderdelen en deze vastzetten.
Onderhoud en opslag
1. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven vast zijn aangedraaid om er zeker
van te zijn dat de machine veilig functioneert.
2. Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage of veroudering.
3. Let op bij machines met meerdere bladen, omdat het draaien van één blad
kan leiden tot het draaien van andere bladen.
4. Let op bij de afstelling van de machine, om te voor komen dat de vingers
bekneld raken tussen bewegende bladen en vaste onderdelen van
de machine.
5. Laat de machine altijd afkoelen voordat u deze opbergt.
6. Let op wanneer u service uitvoert aan de bladen, want de bladen kunnen
altijd bewegen, ook al is de spanningsbron uitgeschakeld.
7. Vervang veiligheidshalve versleten of kapotte onderdelen. Gebruik alleen
originele vervangende onderdelen en accessoires.
Extra veiligheidsaanwijzingen
Veilige omgang met accu’s
GEVAAR! Brandgevaar!
De op te laden accu moet zich tijdens het opladenop een niet-brandbaar,
hittebestendig en niet- geleidend oppervlak bevinden.
De aansluitcontacten mogen niet worden kortgesloten.
Houd bijtende, brandbare en licht ontvlambare voorwerpen uit de buurt
van de acculader en de accu.
Dek de acculader en de accu niet af tijdens het opladen.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de acculader direct bij rookvorming of brand.
Gebruik voor het opladen van de accu alleen de originele GARDENA acculader.
Het gebruik van andere acculaders kan leiden tot onherstelbare schades aan de
accu’s en zelfs brand veroorzaken.
Gebruik voor het GARDENA product waarin de accu zich bevindt, uitsluitend
originele accu’s van GARDENA.
Laad geen accu’s van externe fabrikanten. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Bij brand: blus de vlammen met zuurstofreducerende blusmaterialen.
GEVAAR! Explosiegevaar!
Bescherm de accu’s tegen hitte en vuur. Leg accu’s niet op radiatoren en
stel deze niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht.
Gebruik ze niet in explosieve atmosferen, bijv. in de buurt van ontvlam-
bare vloeistoffen, gassen of stofophopingen. Bij het gebruik van accu’s
kan vonkvorming ontstaan, waardoor stof of dampen vlam kunnen vat-
ten.
Controleer de wisselaccu vóór elk gebruik. Onderwerp de accu aan een visuele
controle vóór elk gebruik. Een accu die niet goed werkt, moet volgens de
voorschriften worden afgevoerd. Stuur deze niet per post op. Meer informatie
is verkrijgbaar bij uw plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf.
Gebruik de accu niet als stroombron voor andere pro ducten. Dan bestaat
verwondingsgevaar. Gebruik de accu uitsluitend voor daarvoor bestemde
GARDENA producten.
Laad de accu uitsluitend op bij omgevingstemperaturen tussen 0 °C en 40 °C
en gebruik deze ook uitsluitend binnen dit temperatuurbereik. Laat de accu na
langer gebruik afkoelen.
Controleer de oplaadkabel regelmatig op tekenen van beschadiging en veroude-
ring (poreusheid). Gebruik de kabel uitsluitend in onberispelijke toestand.
Bewaar en transporteer de accu in geen geval bij temperaturen boven 45 °C
of in direct zonlicht. De accu dient idealiter te worden bewaard bij temperaturen
lager dan 25 °C, om zelfontlading laag te houden.
Stel de accu niet bloot aan regen of vocht. Wanneer water in een accu binnen-
dringt, wordt het risico op een elektrische schok hoger.
Houd de accu schoon, vooral de ventilatiegleuf.
Wanneer de accu langere tijd niet wordt gebruikt (in de winter), dient u de accu
volledig op te laden om diepont lading te voorkomen.
Bewaar de accu niet in een product, om misbruik en ongevallen te voorkomen.
Bewaar de accu niet in ruimtes waarin elektrostatische ontlading ontstaat.
Elektrische veiligheid
GEVAAR! Hartstilstand!
Dit product genereert tijdens de werking een elektromagnetisch veld. Dit
veld kan onder bepaalde omstandigheden invloed hebben op de werkwij-
ze van actieve of passieve medische implantaten. Om het gevaar van
situaties die kunnen leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen uit te
sluiten, dienen personen met een medisch implantaat hun arts en de
fabrikant van het implantaat te raadplegen alvorens dit product te gebrui-
ken.
Controleer vóór gebruik de kabel op tekenen van beschadiging of ouderdom. Als
de kabel defect blijkt te zijn, brengt u het product naar een erkend servicecenter
en laat u de kabel vervangen.
Gebruik het product niet als de elektrische kabels beschadigd of versleten zijn.
Koppel het product onmiddellijk los van het stroomnet als de kabel van de lader
doorgesneden is of als de isolatie beschadigd is. Raak de elektrische kabel niet
aan totdat de kabel is losgekoppeld. Repareer een doorgesneden of beschadig-
de kabel niet. Vervang deze door een nieuwe kabel.
Draag het product niet aan de kabel.
Trek niet aan de kabel om stekkers los te koppelen.
Gebruik het product alleen met wisselspanning zoals aangegeven staat op het
typeplaatje op het product.
Onze apparaten zijn dubbel geïsoleerd conform EN60335. Sluit op geen enkel
onderdeel van het product een aarding aan.
Controleer de werkplek op verborgen kabels.
Gebruik de maaier niet voor vijveronderhoud of in de buurt van water.
Persoonlijke veiligheid
GEVAAR! Verstikkingsgevaar!
Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden ingeslikt. De polyzak
vormt een verstikkingsgevaar voor kleine kinderen. Houd kleine kinderen
tijdens de montage uit de buurt.
Gebruik de maaier niet in een explosieve atmosfeer.
Gebruik dit product nooit als u moe of ziek bent, of onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen verkeert.
Overbelast de maaier niet.
Gebruik handschoenen, draag antislipschoenen en draag oogbescherming.
Gebruik de maaier niet in natte omstandigheden.
Demonteer het product niet verder dan de staat waarin het geleverd werd.
Start de maaier alleen met rechtopstaande hendel.
Gebruik de starthendels niet afwisselend.
Bedien de hendels voorzichtig.
Veiligheidsschakelaar
De motor is beschermd met een veiligheidsschakelaar die geactiveerd wordt
wanneer het blad vastloopt of als de motor overbelast is. Leg het product stil en
koppel het los van het stroomnet wanneer dit voorvalt. De veiligheidsschakelaar
wordt pas gereset wanneer u de start / stop-hendel loslaat. Verwijder eventuele
obstructies en wacht vijf minuten tot de veiligheidsschakelaar gereset is voordat
u het product verder gebruikt.