31
NL
Maaien zonder grasvangkorf:
Maaitips:
M
Instelling maaihoogtes:
Maaien op een helling:
Maaien met de grasvangbak:
De maaihoogte kan van 2,0 tot 6,5 cm in 1,5 cm-stappen
(4 standen) ingesteld worden.
v Wielen
4
met de hand eruit schroeven en op de gewenste
maaihoogte weer vastschroeven; controleer of ze stevig zitten.
Alle 4 de wielen
4
moeten altijd op dezelfde maaihoogte vast-
geschroefd zitten (zie schaalverdeling
z
S
aan de achterkant van
de wielopname).
Om te voorkomen dat de maaier op een helling
A naar de zijkant wegglijdt, moeten de voorwielen
vooraf worden vastgezet.
De maximale hellingshoek van 20° mag niet overschreden
worden.
1. Beide rode loopwielarreteringen
K
90° draaien (groef in
rijrichting).
2. Voorwielen
4
rechtuit zetten tot de arretering
K
vastklikt.
De wielen zijn rechtuit vastgezet.
Na het maaien op de helling kunnen de voorwielen weer worden
ontgrendeld door de loopwielblokkering
K
90° te draaien.
Op hellingen moet de maaibaan dwars op de helling staan.
Zodra tijdens het maaien grasresten op het gazon blijven liggen,
moet de grasvangbak leeggemaakt worden.
GEVAAR! Gevaar voor lichamelijk letsel door naar
A buiten geslingerde vreemde voorwerpen!
V Beschermklep alleen bij uitgeschakelde motor
en stilstaand maaimes optillen.
1. Beschermklep
M
optillen en de grasvangbak
F
er aan
de greep uithalen.
2. Grasvangbak
F
leegmaken en weer achter in de
ophanghaken
L
aan de behuizing hangen.
Niet met de hand in de uitwerpopening grijpen.
Als de beschermklep
M
losgelaten wordt, valt deze automatisch
dicht en dekt de uitwerpopening af.
De beschermklep
M
is zo aangebracht dat ook met gesloten
beschermklep zonder grasvangbak gemaaid kan worden. Het
maaigoed wordt dan op het gazon gelegd.
Als grasresten in de uitwerpopening blijven hangen de maaier ca.
1 m terugtrekken zodat de grasresten er naar beneden uitvallen
kunnen.
M
L
F
4
z
S
K
4