55
11. Batterij
11.1 Toestandsignaal
Als een bepaalde batterijspanning niet gehaald wordt, klinkt om de
15 seconden een pieptoon. Ingestelde programma’s worden niet uitge -
voerd. Handmatig openen van de waterdoorvoer is ook niet meer mogelijk,
een eenmaal geopend ventiel wordt echter weer gesloten.
11.2 Batterij vervangen
Als de batterijcapaciteit te laag is (de interval-pieptoon klinkt), moet de
batterij vervangen worden. Het apparaat behoeft hiertoe niet van de kraan
afgekoppeld te worden.
Belangrijk: Door het vervangen van de batterij worden de ingestelde
gegevens gewist. Ga als volgt te werk om de batterij te verwisselen:
1. Leg de batterij in het batterijvak 5.
2. Zet de draaiknop Run Time 3op Reset.
3. Stel de besproeiingsgegevens volgens paragraaf „Instellen van de
besproeiingsgegevens“, opnieuw in.
Als Run Time 3niet op de Reset-stand wordt gezet, worden 5 seconden
na het plaatsen van de nieuwe batterij de actuele instellingen van Run
Time 3en Frequency 25 sec. overgenomen. Dit wordt door een dub-
bele pieptoon bevestigd.
Aanwijzing: Het tijdstip van het verwisselen van de batterij geldt als start-
tijd. Om te zorgen dat het apparaat goed blijft werken wordt aangeraden
de batterij elk jaar voor het begin van het tuinierseizoen, op zijn langst na
1 jaar, te vernieuwen.
Belangrijk! Geef de opgebruikte batterijen af op het verkooppunt of lever
de batterij in bij het chemisch afval. De batterijen alleen leeg weggooien.