FR
F - Mode d’ emploi original 10
• Après avoir br anché le compr esseur sur le réseau,
remplis sez le réserv oir au maximum et vérifiez son
fonctionnemen t.
NL
17
F er m
o n d er s t eb o v en k er en en n i e t o p h ef f en
m e t h a k e n o f t o u w e n ( f i g . 5 - 6 ) .
Het luchtfilter plaatsen.
V erwijder de afdekking en plaats het geleverde
luchtfilter voordat u de compressor gebruikt
Opstarten
• Controleren of de netspanning overeenstemt
met die aangeduid op het plaatje elektrische
gegevens (fig. 10), het toegelaten
tolerantieveld moet binnen de 5% liggen.
• De schakelaar(3), aangebracht op het
bovenste deel, drukken in de “0” stand
volgens het type van drukregelaar
gemonteerd op het apparaat (fig.1 1).
• De stekker in het stopcontact steken (fig. 9) en
de compressor opstarten door de schakelaar
van de drukregelaa r in stand “I” te brengen.
De werkin g van de compressor is volledig
automatisch, geregeld door de drukregelaar
die hem stilzet wanneer de druk in de tank de
maximum waarde bereikt en die hem terug
doet starten als de druk naar het minimum
niveau zakt. Normalerwijze is het verschil in
druk onge veer 2 bar/29 psi tussen de
maximum en de minimum waarde. Bv - De
compressor stopt als hij 8 bar (1 16 psi) bereikt
(max. werkdruk) en start automatisch als de
druk in de tank gedaald is tot 6 bar (87 psi).
• Na de compressor aangesloten te hebben
door de stekker in het stopcontact te steken,
dient u de tank tot de maximum druk vol te
pompen en daarbij de juiste werking van de
compressor na te gaan.
D e k o p / c i l i n d e r/ o v e r b r e n g i n g s b u i s g r o e p
k a n h o g e t e m p e r a t u r e n b e r e i k e n , L e t o p
d a t a l s U i n d e n a b i j h e i d v a n d e z e
o n d e r d e l e n w e r k t , u z e n i e t a a n r a a k t o m
b r a n d w o n d e n t e v e r m i j d e n ( f i g . 1 2 - 1 3 ) .
Regeling van de werkdruk
Fig.14
Het is niet nodig steeds de maximum werkdruk te
gebruiken, meestal heeft het pneuma tische
gereedschap minder druk nodig.
Bij compressoren voorzien van een drukregelaar
is het nodig de werkdruk goed af te stellen. Met
behulp van de draaiknop(5) op het reduceerventiel
kan de werkdruk ingesteld worden.
• Door rechtsom te draaien wordt de druk
verhoogd.
• Door linksom te draaien wordt de druk
verlaagd.
De compressor heeft twee drukmeters en twee
punten waar eenlu chtslang kan worden
aangesloten:
• Linker drukmeter (7): meet de druk bij de linker
snelkoppeling (6). De druk bij deze linker
snelkoppeling kan worden geregeld met
behulp van de reduceerafsluiter(5).
• Rechter drukmeter(8): druk in de tank + druk
bij de rechter snelkoppeling (16).
T ips voor het nauw keurig afstellen van de
werkdruk.
• Draai het reduceer ventiel (5) volledig linksom
tot deze op zijn minimale instelling staat.
• Koppel het luchtge reedschap aan op de linker
koppeling (6)
• Activeer het luchtgereedschap kort zodat de
manometer (7) de werkelijke druk aangeeft.
• Draai de draaiknop (5) rechtsom. Het
ingestelde drukniveau wordt nu zichtbaar op
de manometer (7).
• Het luchtgereedschap is nu klaar voor gebruik.
Noot: wanneer er geen gereedschap is
aangesloten tijdens het afstellen van de werkdruk,
kan het voorkomen dat de manometer (7) niet
accuraat reageert op spanningsdalingen.
4. Onderhoud
Z o r g e r a l t i j d e e r s t vo o r d a t d e s t e k k e r u i t
h e t s t o p c o n t a c t i s v e r w i j d e r d , vo o r d a t u
m e t de o n de r ho u d sw e r k z a a mh e de n
be g in t.
De machines zijn ontworpen om gedurende lange
tijd proble emloos te functioneren met een
minimum aan onde rhoud. Door de machine
regelmatig te reinig en en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een lang e
levensduur van uw machine. Neem de volgende
maatregelen in acht tijdens onderhou d of
beëindiging van de werkzaamheden:
• De drukregelaar is uitgeschakeld (“0” stand)
• De stekker is uit het stopcontact verwijderd.
• De tank onluchten met behulp van de
aftapkraan (1 1), beide manometers moeten
“0” aange ven).
Storingen
In het geval de machine niet naar behoren
L ’ ensemble piston/ cylindr e / tuy au de trans -
mission peut at teindr e des tempér atur es
très élevée s ; si vous tr av aillez à pro ximité
de ce s pièce s, f aites at tention à ne pas les
toucher pour ne p as vous brûler.
| fig. E / F
Réglage de la pre ssion de s ervice
| fig. G
Il n’ e st pas néc essair e de toujours utilis er la pr ession
de servic e maximum, étant donné qu’ une pres sion
inférieur e suffit génér alement pour les outils à air
comprimé. Dans le c as des compr ess eurs équipés
d’un réduct eur de pres sion, il est néc essair e de régler
corr ectement la pr ession de servic e . Elle se règle au
moy en du bouton 8 sur la soupape de réduction de
pr ession.
• T ournez le bout on dans le sens des aiguille s d’une
montr e pour augment er la pr ession.
• T ournez le bout on en sens in vers e des aiguilles d’une
montr e pour diminuer la pr ession.
Le c ompress eur est équipé de deux
manomètre s et d’ une sor tie où l’ on peut
br ancher un fle xible :
• Manomètre de gauche 10 : indique la pres sion de la
sortie de gauche 9 . La pr ession de c et te s ortie de
gauche se règle a vec la v anne de réduction 8 .
• Manomètr e de droit e 7 : indique la pr ession dans le
réserv oir .
C onseils pour un réglage précis de la
pre ssion :
• T ournez le bout on r otatif 8 ver s la gauche, en posi-
tion minimum.
• Rac cor dez l’ outil pneumatique que v ous souhaitez
utiliser sur le r accor d r apide de gauche 9 .
• Activ ez brièvement l’ outil pour que le manomètr e 10
affiche le niv eau de pres sion eff ectif .
• T ournez le bout on r otatif 8 ver s la droit e jusqu’à ce
que le manomètr e 10 affiche le niv eau de pres sion
dont vous a vez be soin.
• V otre outil pneumatique e st maintenant prêt à l’ emploi.
R emarque : si v ous ne rac cor dez aucun outil lor s du
réglage de la pr ession, le manomètr e 10 risque de ne
pas réagir de f açon précise aux chute s de pr ession.
4. ENTR ET IEN
NL
17
F er m
o n d er s t eb o v en k er en en n i e t o p h ef f en
m e t h a k e n o f t o u w e n ( f i g . 5 - 6 ) .
Het luchtfilter plaatsen.
V erwijder de afdekking en plaats het geleverde
luchtfilter voordat u de compressor gebruikt
Opstarten
• Controleren of de netspanning overeenstemt
met die aangeduid op het plaatje elektrische
gegevens (fig. 10), het toegelaten
tolerantieveld moet binnen de 5% liggen.
• De schakelaar(3), aangebracht op het
bovenste deel, drukken in de “0” stand
volgens het type van drukregelaar
gemonteerd op het apparaat (fig.1 1).
• De stekker in het stopcontact steken (fig. 9) en
de compressor opstarten door de schakelaar
van de drukregelaa r in stand “I” te brengen.
De werkin g van de compressor is volledig
automatisch, geregeld door de drukregelaar
die hem stilzet wanneer de druk in de tank de
maximum waarde bereikt en die hem terug
doet starten als de druk naar het minimum
niveau zakt. Normalerwijze is het verschil in
druk onge veer 2 bar/29 psi tussen de
maximum en de minimum waarde. Bv - De
compressor stopt als hij 8 bar (1 16 psi) bereikt
(max. werkdruk) en start automatisch als de
druk in de tank gedaald is tot 6 bar (87 psi).
• Na de compressor aangesloten te hebben
door de stekker in het stopcontact te steken,
dient u de tank tot de maximum druk vol te
pompen en daarbij de juiste werking van de
compressor na te gaan.
D e k o p / c i l i n d e r/ o v e r b r e n g i n g s b u i s g r o e p
k a n h o g e t e m p e r a t u r e n b e r e i k e n , L e t o p
d a t a l s U i n d e n a b i j h e i d v a n d e z e
o n d e r d e l e n w e r k t , u z e n i e t a a n r a a k t o m
b r a n d w o n d e n t e v e r m i j d e n ( f i g . 1 2 - 1 3 ) .
Regeling van de werkdruk
Fig.14
Het is niet nodig steeds de maximum werkdruk te
gebruiken, meestal heeft het pneuma tische
gereedschap minder druk nodig.
Bij compressoren voorzien van een drukregelaar
is het nodig de werkdruk goed af te stellen. Met
behulp van de draaiknop(5) op het reduceerventiel
kan de werkdruk ingesteld worden.
• Door rechtsom te draaien wordt de druk
verhoogd.
• Door linksom te draaien wordt de druk
verlaagd.
De compressor heeft twee drukmeters en twee
punten waar eenlu chtslang kan worden
aangesloten:
• Linker drukmeter (7): meet de druk bij de linker
snelkoppeling (6). De druk bij deze linker
snelkoppeling kan worden geregeld met
behulp van de reduceerafsluiter(5).
• Rechter drukmeter(8): druk in de tank + druk
bij de rechter snelkoppeling (16).
T ips voor het nauw keurig afstellen van de
werkdruk.
• Draai het reduceer ventiel (5) volledig linksom
tot deze op zijn minimale instelling staat.
• Koppel het luchtge reedschap aan op de linker
koppeling (6)
• Activeer het luchtgereedschap kort zodat de
manometer (7) de werkelijke druk aangeeft.
• Draai de draaiknop (5) rechtsom. Het
ingestelde drukniveau wordt nu zichtbaar op
de manometer (7).
• Het luchtgereedschap is nu klaar voor gebruik.
Noot: wanneer er geen gereedschap is
aangesloten tijdens het afstellen van de werkdruk,
kan het voorkomen dat de manometer (7) niet
accuraat reageert op spanningsdalingen.
4. Onderhoud
Z o r g e r a l t i j d e e r s t vo o r d a t d e s t e k k e r u i t
h e t s t o p c o n t a c t i s v e r w i j d e r d , vo o r d a t u
m e t de o n de r ho u d sw e r k z a a mh e de n
be g in t.
De machines zijn ontworpen om gedurende lange
tijd proble emloos te functioneren met een
minimum aan onde rhoud. Door de machine
regelmatig te reinig en en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een lang e
levensduur van uw machine. Neem de volgende
maatregelen in acht tijdens onderhou d of
beëindiging van de werkzaamheden:
• De drukregelaar is uitgeschakeld (“0” stand)
• De stekker is uit het stopcontact verwijderd.
• De tank onluchten met behulp van de
aftapkraan (1 1), beide manometers moeten
“0” aange ven).
Storingen
In het geval de machine niet naar behoren
Assur ez-v ous que la prise de c our ant est
débr anchée lors des tr av aux d’ entr etien.
L ’ appareil a été c onçu pour f onctionner longtemp s av ec
un minimum d’ entre tien. Un netto yage régulier e t une
utilisation corr ecte c ontribuer ont à augmenter sa
longévité. A v ant tout entr etien ou en fin de servic e,
contrôle z les points suiv ants :
• L ’interrupt eur est en position « 0 » .
• La fiche d’ alimentation es t retirée de la prise de c ourant .
• Dépr essurise z to talement le rés ervoir à l’ aide du bouchon
de vidange 11 (les deux manomètr es indiquent 0 bar ).
Net t oy age
Nett oy ez régulièr ement le carter de la machine à
l’ aide d’un chif fon doux, de préfér ence après chaque
utilisation. Pour le s saletés tenac es, utilis ez un chiff on
doux imbibé d’ eau sav onneuse. N’ utilisez jamais de
solv ants tels que l’ es senc e , l’ alcool, l’ ammoniaque , etc.
Ce s pr oduits peuven t abîmer les pièc es en plastique .
Vidange du rés ervoir
La compr ession de l’ air entr aîne l’ entrée d’ eau dans le
réserv oir . Videz régulièr ement l’ eau du réservoir pour
éviter sa c orrosion :
• Réduisez d’ abor d la pre ssion dans le réserv oir jusqu’à
2 bar en viron en activ ant un outil pneumatique .
• T ournez ensuit e lent ement le bouchon de vidange 11
au bas du réserv oir .
• L ’ eau qui se trouv e dans le réservoir s ’écoule .
NL
16 F er m
Elektrische veiligheid
Aardingsvoorschriften
Deze compressor moet geaard worden, wanneer
hij in gebruik is, om de gebruiker te beschermen
tegen elektrische schokken. De compressor is
voorzien van een tweepolige kabel plus aarde. De
elektrische verbinding moet uitgevoerd worden
door een gekwalific eerd technicus. Wij raden aan
nooit de compressor te demonteren en ook geen
andere verbindingen in de drukregela ar te maken.
Reparaties moeten enkel uitgevoerd worden door
geautoriseerde assistentiediensten of door ander
gekwalificeerde centra.
N o o i t v e r g e t e n d a t d e d r a a d vo o r d e
a a r d i n g d e g r o e n e o f d e g e e l / g r o e n e i s .
N o o i t d e z e g r o e n e d r a a d v e r b i n d e n m e t
S pan n i n g s d r a g e n d e d el e n .
Alvorens de stekker van de voedingskabel te
vervangen, ervoor zorgen dat de aardingsdraad
verbonden is. Bij twijfel een gekwalificeerde
elektricien roepen en de aarding laten controleren.
A l l e r i s i c o ’ s o p e l e k t r i s c h e o n t l a d i n g e n
v e r m i j d e n . D e c o m p r e s s o r n o o i t
g e b r u i k e n m e t e e n b e s c h a d i g d e
e l e k t r i s c h e k a b e l o f v e r l e n g s n o e r .
R e g el ma t i g d e el e k t r i s c he k ab el s
c o n t r o l e r e n . D e c o m p r e s s o r n o o i t
g e b r u i k e n i n o f d i c h t b i j w a t e r o f i n d e
n a bi j h e i d v a n e e n ge v a a r l i jk e o m ge v i n g
w a ar e l e k t r i s c he o nt l a d i n g e n k u n ne n
v o or k o m e n .
Elektrische verbinding
Controleer altijd of de ingangsspanni ng van de
motor overeenkomt met de op het typeplaatje
aangegeven netspanning. De compressor wordt
geleverd voorzien van elektrische kabel en
tweepolige stekker + aarding. Het is belangrijk de
compressor aan te sluiten op een stopcontact
voorzien van aardi ng. (fig.9)
N o o i t d e a a r d e d r a a d g e b r u i k e n i n p l a a t s
v a n d e n e u t r a l e ( 0 - d r a a d ) . D e a a r d i n g
m o e t g e b e u r e n vo l g e n s d e a n t i -
o n g e v a l l e n r i c h t l i j n e n . D e s t e k k e r v a n d e
e l e k t r i s c h e k a b e l m a g n i e t g e b r u i k t
w o r d e n a l s s c h a k e l a a r , m a a r m o e t i n e e n
s t o p c o n t a c t g e s t o k e n w o r d e n d a t w e r k t
m e t e e n a a n g e p a s t e d i f f e r e n t i ë l e
s c h ak el a ar ( ma g ne t o t he r m i s c h ) .
V oeding
• De motor is uitgeru st met een
overbelastingsschakelaar (15). W anneer de
compressor overbelast, schakelt de
overbelastingsschakelaar de compressor
automatisch uit om deze te beschermen tegen
oververhitting. W anneer de
overbelastingsschakelaar inschakelt, schakel
de compressor dan uit met de AAN/UIT
schakelaar (8), totdat de compressor is
afgekoeld. Druk hierna op de
overbelastingsschakelaar (15) en herstart de
compressor .
3. Gebruik
A l l e e n vo o r d o e - h e t -z e l f d o e l e i n d e n .
NB.: De informatie in deze handleiding kan de
gebruiker helpen bij het bedienen van de
compressor en tijdens
onderhoudswerkzaamheden. Sommige
afbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van uw compresso r .
Installatie
Nadat de compressor uit de verpakking is
genomen (afb. 1) en gecontroleerd is dat het
product in goede staat is en dat er tijdens het
transport geen beschadigingen zijn ontstaan,
moeten de volgend e controles worde n uitgevoerd.
Indien dit nog niet is gedaan, moeten de rubberen
voetstukken en de wielen op de tank worden
aangebracht volgens de instructies in afb. 2.
Plaats de compressor op een vlakke ondergrond
met een maximale helling van 10° (afb. 3), in een
goed geventileerde omgeving, beschermd tegen
atmosferische invloeden en niet in een ruimte
waar gevaar voor explosie bestaat. Indien de
compressor is geplaatst op een vlakke, hellende
ondergrond dient u ervoor te zorgen dat de
compressor tijdens bedrijf niet kan bewegen.
Indien de compressor is opgesteld op een plank,
maak deze dan goed vast om er voor te zorgen
dat de plank en de compressor niet kunnen vallen.
V oor goed e ventila tie en koeling is het van belang
dat de compressor ten minste 100 cm van de
wand wordt geplaa tst (afb. 4).
L e t e r o p d a t d e c o m p r e s s o r o p d e j u i s t e
m a n i e r v e r vo e r d w o r d t , h e m n i e t
At tention : si la pr ession e st éle vée dans le
réserv oir , l’ eau peut jaillir avec une c er t aine
for ce . La pres sion ne peut pas dépasser
1 à 2 bar .
Net t oy age du filtre à air
Il est r ecommandé de démont er le filtre à air tout es
les 50 heur es de fonctionnement , et de net toy er
l’élément à l’ air comprimé. R emplacez le filtr e au
moins une fois p ar an si le compr esseur f onctionne
dans un en vironnemen t pr opr e, e t plus souvent si
l’ envir onnement est poussiér eux.