Inschakelen
Druk de schakelknop in en draai deze naar rechts
of links op de gewenste vermogensstand (1 - 12).
De ringverlichting achter de schakelknop en het
controlelampje in de display branden zolang de
kookzone is ingeschakeld.
Afhankelijk van het materiaal van de pan, de
hoeveelheid levensmiddelen in de pan en de
ingestelde vermogensstand is het mogelijk dat het
apparaat een geluid maakt. Dit is normaal. De
ventilator van de krachtige inductiespoel kan
tijdens het gebruik worden in- en uitgeschakeld.
Uitschakelen
Draai de schakelknop op 0.
De ringverlichting gaat uit.
Houd er rekening mee dat de inductiekookzone
geen warmte meer afgeeft als deze is uitgescha-
keld.
Controlelampje
Het controlelampje in de display brandt zolang de
kookzone is ingeschakeld.
Panherkenning
Het controlelampje in de display knippert en de
kookzone geeft geen warmte af als er een onge-
schikte pan (te klein, niet magnetisch) of geen pan
op de ingeschakelde kookzone wordt gezet.
Restwarmte-indicator
Een inductiekookzone wordt nooit zo heet als een
traditionele kookzone. Toch kan deze na langer
gebruik door het contact met de hete pannen-
bodem heet worden. Daarom is de kookplaat
voorzien van een restwarmte-indicator. Na het
uitschakelen knippert het controlelampje in de
display zolang de kookzone nog niet voldoende is
afgekoeld om deze zonder gevaar te kunnen
aanraken.
Inschakelen
Uitschakelen
3. Bediening
6
Controlelampje / panherkenning /
restwarmte-indicator