102
Energie besparen
▯ Het apparaat in een droge, goed te ventileren
ruimte plaatsen! Het apparaat niet direct in de
zon of in de buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
▯ Een nisdiepte van 560 mm aanhouden.
Een kleinere nisdiepte leidt tot een hoger
energieverbruik.
▯ Warme gerechten en dranken eerst laten
afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen.
▯ Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
▯ Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
▯ Een laag rijp of ijs in de diepvriesruimte
regelmatig laten ontdooien.
Een laag rijp of ijs vermindert de afgifte van
koude aan de diepvrieswaren en verhoogt het
energieverbruik.
▯ Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
▯ Om een verhoogd stroomverbruik te vermijden,
dient de achterkant van het apparaat af en toe
gereinigd te worden.
▯ De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen
in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Leg er zo nodig iets onder.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.