99
Ontdooien van de diepvriesruimte
De diepvriesruimte wordt niet automatisch ontdooid
omdat de diepvrieswaren niet mogen ontdooien.
Een laagje rijp in de diepvriesruimte vermindert de
koude-afgifte aan de diepvrieswaren waardoor het
stroomverbruik wordt verhoogd. Verwijder regelmatig
de laag rijp of ijs.
ã Attentie
Een laag rijp of ijs niet met een mes of een
scherp voorwerp afschrapen. U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden.
U gaat als volgt te werk:
Aanwijzing
Ca. 4 uur vóór het ontdooien het supervriessysteem
inschakelen, zodat de levensmiddelen een zeer
lage temperatuur bereiken en hierdoor langer bij
binnentemperatuur bewaard kunnen worden.
1. Diepvrieswaren eruit halen en op een koele plek
bewaren.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Stekker uit het stopcontact trekken resp. de
zekering uitschakelen of losdraaien.
4. Om het ontdooiproces te versnellen een pan
met heet water op een onderzetter in de
diepvriesruimte zetten.
5. Dooiwater met een spons of doekje afwissen.
6. De diepvriesruimte droogwrijven.
7. Apparaat weer inschakelen.
8. Diepvrieswaren weer in het apparaat leggen.
Schoonmaken van het apparaat
ã Attentie
▯ Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die
zand, chloride of zuren bevatten.
▯ Geen schurende of krassende sponsjes
gebruiken. Op de metalen oppervlakken kan
corrosie ontstaan.
▯ De legplateaus en voorraadvakken mogen
niet in de afwasautomaat gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen!
3. Levensmiddelen verwijderen en op een koele
plaats bewaren. De koude-accu (indien aanwezig)
op de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek
en lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het afwaswater mag niet in
de verlichting of via het afvoergat in het
verdampingsgedeelte terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten
en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer aanbrengen.