23
6.1 Handmatige reiniging
Pas op! U kunt zich branden! Wacht met het
reinigen totdat de oven zodanig is afgekoeld
dat deze nog slechts handwarm is.
Gebruik voor het reinigen geen schurende of
agressieve middelen, geen polijstmiddelen en
geen schurende sponzen of krassende voor-
werpen.
Reinig het apparaat grondig vóór de eerste ingebruik-
neming en na ieder volgend gebruik. Zo voorkomt
u dat verontreinigingen inbranden. Laat u veront-
reinigingen meermaals inbranden, dan zijn deze
alleen nog met moeite te verwijderen.
Reinig de oven in warme toestand met een heet
sopje van afwasmiddel en laat voor het drogen de
ovendeur geopend. Krab ingebrande resten niet uit
de oven, maar week deze los met een vochtige
doek en afwasmiddel.
Vruchtensappen, die bij vruchtengebak op de
bodem van de oven druppelen kunnen het email
beschadigen. Verwijder deze resten zodra de oven
voldoende is afgekoeld.
Reinig de oven niet met ovensprays.
Reinig de toebehoren (bakplaten, grillrooster,
grillpan) indien mogelijk alleen met heet water of
met een sopje van afwasmiddel.
Reinig de bedieningsonderdelen, glazen opper-
vlakken en bedieningselementen met een
vochtige doek en een mild sopje van afwasmiddel.
Wrijf de onderdelen met een droge, zachte doek
na.
Gebruik voor het bedieningspaneel geen
reinigingsmiddel voor roestvrij staal en ook geen
sterk alkalische reinigingsmiddelen (bijv. oven-
sprays). Deze kunnen het paneel en de bedrukking
aantasten. Gebruik ook geen schurende sponzen.
Gebruik voor de glasplaat geen schurende
middelen of krassende sponzen. Gebruik een
gewone glasreiniger op een vochtige doek of
zeem. Spuit de glasreiniger niet op het bedienings-
paneel.
Reiniging van de ovensteen (extra
accessoires)
Verwijder na gebruik sterke verontreinigingen.
Keer de steen om. Zo wordt bij een volgend
gebruik een zelfreiniging van de vervuilde onder-
kant doorgevoerd.
Let op! Reinig de ovensteen niet met water en
schoonmaakmiddelen!
6. Reiniging