23
Storingen zelf verhelpen
De ervaring leert dat veel storingen die in het
dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen
kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten
en bent u er zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u
eventuele oorzaken van de storingen en nuttige
aanwijzingen om deze te verhelpen.
ã=Waarschuwing
Als op de cijferindicatie 8 een foutcode (“:‹‚
tot “:„‹), moet altijd eerst de stekker van het
apparaat uit het stopcontact getrokken
resp. de zekering uitgeschakeld worden en de kraan
worden dichtgedraaid.
Bepaalde storingen (zie de volgende beschrijving
van storingen) kunt u zelf verhelpen; bij alle andere
storingen a.u.b. de Servicedienst inschakelen en
de aangegeven storing “:XX aangeven.
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het
uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt
worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-
originele onderdelen kan aanzienlijke schade
en gevaar voor de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
Zekering van de huisinstallatie niet in orde.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De deur van het apparaat is niet goed dicht.
... bij het instellen
De instelling kan niet gewijzigd worden,
een programma start.
Verkeerde programmatoets ingedrukt.
Het programma afbreken (zie hoofdstuk
„Programma afbreken (Reset)”) en van voren
af aan beginnen.
Einde van het programma niet afgewacht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend
worden. *
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor de deactivering
bevindt zich achterin in de omslag.
*Afhankelijk vanhetmodel
De deur kan niet sluiten.
Het deurslot is omgesprongen. Om het slot terug
te zetten de deur met grote kracht sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet
gesloten worden.
Afwasmiddelbakje te vol of mechanisme door
vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten in het afwasmiddelbakje.
Afwasmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren” @ brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Watertoevoerslang geknikt.
Zeef aan de kraan verstopt.
1 Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken.
2 Kraan dichtdraaien.
3 Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
4 Stroom weer inschakelen.
5 Kraan opendraaien.
6 Apparaat inschakelen.