512294
37
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/38
Next page
*DJJHQDX
*HEUXLNVDDQZLM]LQJ
$IZDVDXWRPDDW
DI460
DI461
 
$%&


5HVHWVHF
















3
nl Inhoudsopgave
Gebruik volgens de voorschriften 4
Veiligheidsvoorschriften 4
Voordat u het apparaat in gebruik neemt 4
Bij aflevering 4
Bij de installatie 5
Dagelijks gebruik 5
Deurvergrendeling 5
Bij schade 6
Bij het afvoeren van het apparaat 6
Milieubescherming 7
Verpakking 7
Uw oude apparaat 7
Kennismaking met het apparaat 7
Bedieningspaneel 7
Binnenkant van het apparaat 7
Menuoverzicht 8
Taal instellen 8
Display 8
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout 9
Instellen 9
Tabel voor de waterhardheid 9
Gebruik van onthardingszout 9
Reinigingsproducte met zoutcomponente 10
Ontharding uitschakelen 10
Glansspoelmiddel 10
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen 11
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen 11
Serviesgoed 11
Ongeschikt servies 11
Schade aan glas en serviesgoed 11
Inruimen 12
Uitruimen 12
Kopjes en glazen 12
Pannen 12
Bestekkorf 13
Etagère 13
Omklapbare bordensteunen 13
Houder voor kleingoed 14
Messenrek 14
Verstellen van de korfhoogte 14
Afwasmiddel 15
Vul afwasmiddel 16
Gecombineerde reinigingsmiddelen 16
Programma-overzicht 18
Programmakeuze 18
Aanwijzingen voor testinstituten 18
Extra functies 19
Turbo 19
Halve belading 19
Hygiëne 19
IntensiefZone 19
Extra drogen 19
Energy Save 19
Apparaat bedienen 20
Programmagegevens 20
Aqua-Sensor 20
Zeoliet-droging 20
Inschakelen van het apparaat 20
Resttijdindicatie 21
Boordcomputer 21
Starttijd kiezen 21
Einde van het programma 21
Automatisch uitschakelen /
Binnenverlichting 22
Uitschakelen van het apparaat 22
Onderbreken van het programma 22
Afbreken van het programma 22
Wijzigen van het programma 23
Intensief drogen 23
Reinigen en onderhouden 23
Algemene toestand van de machine 23
Onthardingszout en glansspoelmiddel 23
Zeven 24
Sproeiarmen 24
Wat te doen bij storingen? 25
Storingsmelding in het indicatievenster 25
Afvoerpomp 25
Storingentabel 26
Servicedienst 32
4
Gebruik volgens de voorschriften
Plaatsen en aansluiten 32
Leveringsomvang 32
Veiligheidsvoorschriften 32
Aflevering 32
Technische gegevens 33
Plaatsing 33
Aansluiten op de waterafvoer 34
Aansluiten op de watertoevoer 34
Warmwateraansluiting 34
Elektrische aansluiting 35
Demontage 35
Transpor t 36
Bescherming tegen vorst
(Leegmaken van het apparaat) 36
Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor het
aangegeven doel: het afwassen
van huishoudelijk serviesgoed.
Veiligheidsvoorschriften
Kinderen vanaf 8 jaar en personen die
wegens hun beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke vaardigheden of hun
onervarenheid of onwetendheid niet in staat
zijn om het apparaat veilig te bedienen,
mogen het apparaat niet zonder toezicht of
aanwijzingen van een verantwoordelijke
persoon gebruiken.
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift nauwkeurig door. U
vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van
het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
het montagevoorschrift voor later gebruik of
voor een eventuele latere bezitter.
Bij aflevering
1 Controleer onmiddellijk of de verpakking
en de afwasautomaat tijdens het
transport beschadigd zijn. Een
beschadigd apparaat niet in gebruik
nemen maar contact opnemen met uw
leverancier.
2 Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende
voorschriften afvoeren.
3 Laat kinderen niet met de verpakking en
de onderdelen daarvan spelen. Kans
op stikken door vouwdozen en folie.
6
Veiligheidsvoorschriften
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen
door een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet
op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen. Kraan
dichtdraaien.
Als het bedieningspaneel is beschadigd
(scheuren, gaten, afgebroken toetsen),
mag het apparaat niet meer worden
gebruikt. Stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen. Kraan dichtdraaien, bel de
klantenservice.
Bij het afvoeren van het apparaat
1 Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
2 Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
ã=Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat tijdens
het in- en uitladen zo kort mogelijk
openen.
Messen en andere voorwerpen
met scherpe punten met de punten naar
beneden in de bestekkorf zetten of plat
in het messenrek* leggen.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan.
Let er bij vrijstaande apparaten op dat de
korven niet overladen zijn.
Als het apparaat niet in een nis staat
waardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen aan de zijkant
afgedekt worden (kans
op verwondingen). De afdekkingen zijn
als extra toebehoren tegen meerprijs
bij de Servicedienst of bij uw leverancier
verkrijgbaar.
* afhankelijk van het model
ã=Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte.
Kans op explosie.
ã=Waarschuwing
Risico van brandwonden!
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan
namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
ã=Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een
nauwkeurige beschrijving vindt u achter
in de omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel
en glansspoelmiddel houden. Deze
kunnen irritaties in mond, keel en ogen
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende
afwasautomaat houden, Het water in het
apparaat is geen drinkwater. Er kunnen
nog resten afwasmiddel in het apparaat
zijn achtergebleven.
Let op dat kinderen niet in de tab-
opvangschaal 1B grijpen. De vingertjes
kunnen in de sleuven beklemd raken.
Let er bij een op een hoge plaats
ingebouwd apparaat op dat er bij het
openen en sluiten van de deur geen
kinderen klem komen te zitten of bekneld
raken tussen de apparaatdeur en de
onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich opsluiten in het
apparaat (verstikkingsgevaar) of in een
andere gevaarlijke situatie terechtkomen.
Bij uitgediende apparaten daarom: Trek
daarom de stekker uit het stopcontact.
Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
7
Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het
oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen
en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt
met een gestandaardiseerd afkortingsteken
(bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren
van het apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder
„Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder
„Bij het afvoeren” in acht.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en
van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan
in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende posities
gewezen.
Bedieningspaneel
** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
*Afhankelijk vanhetmodel
Dit apparaat is gekenmerkt
in overeenstemming met de Europese
richtlijn 2002/96/EC afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment – WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor
de in de EU geldende terugname
en verwerking van oude apparaten.
( AAN/UIT-schakelaar
0 Programmatoetsen **
8 Cijferindicatie
@ Indicatie „Watertoevoer controleren”
H Indicatie zout bijvullen
P Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
X Indicatie Starttijdkeuze
` Starttijd kiezen
h Extra functies **
)"START-toets
)*Toets om de deur te openen
)2Display
1"Binnenverlichting *
1*Bovenste servieskorf
12Messenrek *
1:Bovenste sproeiarm
1BTab-opvangschaal
1JAanzuigopening
1RUitblaasopening (zeoliet-reservoir)
1ZOnderste sproeiarm
1bReservoir voor onthardingszout
1jZeven
9"Bestekkorf
9*Onderste servieskorf
92Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel
9:Afwasmiddelbakje
9BVergrendeling voor afwasmiddelbakje
9JTypeplaatje
8
Kennismaking met het apparaat
Menuoverzicht
De instellingen vindt u in de afzonderlijke
hoofdstukken.
Taal instellen
De taal op het display )2 is van p:‹‚ tot p:ƒ„
instelbaar. In de fabriek is de taal p:‹‚ (Deutsch)
ingesteld.
* Afhankelijk van het model
Om de taal te veranderen
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden en
de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie 8 :... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde p:‹‚ verschijnt.
Op het display )2 wordt „Deutsch” aangegeven.
6 Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde
met één cijfer verhoogd. Als de waarde p:ƒ„ is
bereikt, dan springt de indicatie weer op p:‹‚.
7 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
8 Deur sluiten.
Display
De display )2 toont het gekozen programma,
de resterende tijdsduur, het programmaverloop
(in woorden en als gekleurde voortgangsindicatie) en
de gekozen opties. Bovendien wordt bij een tekort aan
zout en/of glansspoelmiddel aangegeven hoeveel
spoelbeurten er nog mogelijk zijn en wordt bij
storingen de storing genoemd.
Wanneer de boordcomputer is ingeschakeld (zie het
desbetreffende hoofdstuk) wordt er nog meer
informatie vermeld en wordt het water- en
energieverbruik kort weergegeven.
Waterhardheid :‹‹ -:‹ˆ
š Intensief drogen š:‹‹ - š:
§ Glansspoelmiddel §:‹‹ - §:‹‡
Warmwater :‹‹ - :‹‚
Pieptoon Programma-einde :‹‹ - :‹„
p Taal p:‹‚ - p:ƒ„
˜ Automatische uitschakeling ˜:‹‹ - ˜:‹ƒ
Boordcomputer :‹‹ -:‹‚
Taal Instelling
Deutsch p:‹‚
English p:‹ƒ
Français p:‹„
Nederlands p:‹…
Italiano p:ܠ
 p
:‹‡
Español p:‹ˆ
Português p:‹‰
Svenska p:‹Š
Norsk p:‚‹
Suomi p:‚‚
Dansk p:‚ƒ
Türkçe p:‚„
 p:‚…
Polski p:‚†
Česky p:‚‡
Magyar p:‚ˆ
Hrvatski p:‚‰
Slovensko p:‚Š
Slovenský p:ƒ‹
 p:ƒ‚
Românк p:ƒƒ
q / Deutsch * p:ƒ„
9
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat
zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig.
Anders zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater is harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet
onthard worden. Dit gebeurt met behulp
van onthardingszout (regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid
zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is van :‹‹ tot :‹ˆ
instelbaar.
Bij de instelwaarde :‹‹ is geen onthardingszout
nodig.
1 Vraag de hardheidsgraad van het water. Informeer
bij het waterleidingbedrijf.
2 De instelwaarde vindt u in de tabel voor
de waterhardheid.
3 Deur openen.
4 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
5 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... brandt.
6 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
Om de instelling te wijzigen:
1 Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde
met één cijfer verhoogd. Als de waarde :‹ˆ is
bereikt, dan springt de indicatie weer op :‹‹
(uit).
2 START-toets )" indrukken.
De ingestelde waarde is in het geheugen
opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Tabel voor de waterhardheid
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat
zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld
en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
1 De schroefdop van het voorraadreservoir 1b
eraf draaien.
2 Het reservoir met water vullen (alleen nodig
bij het eerste gebruik).
3 Hierna onthardingszout bijvullen (geen
keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt
weg.
Men dient speciaal zout bij te vullen zodra de
zoutbijvulindicatie H op het bedieningspaneel
brandt, of wanneer dit wordt aangegeven in het
indicatievenster )2.
* afhankelijk van het model
¯¯
¯³
¯
¯´
¯
¯
¯±
¯Å
:DWHU
KDUGKHLGV
ZDDUGHG+
² ]DFKW
² ]DFKW
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² KDUG
² KDUG
² KDUG
PPROO
²
²
²
²
²
²
²
²
,QVWHOZDDUGH
RSâPDFKLQH
+DUGKHLGV
EHUHLN
10
Glansspoelmiddel
Gebruik van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Reinigingsproducte metzoutcomponente
Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot
een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke,
3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het
gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/ontharding
uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Wanneer bij gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen met zoutcomponenten een storing
optreedt in de zoutbijvulindicatie H op het
bedieningspaneel of in de tekst in het indicatievenster
)2 (Zoutvoorraad voldoende voor x spoelbeurten),
dan kunnen de indicaties uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder „Onthardingsinstallatie
instellen” is beschreven en de waarde op :‹‹
zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en
de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
ã=Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen.
Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Glansspoelmiddel
Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen P op het
bedieningspaneel brandt, dan is er nog
glansspoelmiddel voor 1 – 2 afwasbeurten aanwezig.
U moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos
gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik
alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten
met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot
een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke,
3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid
boven 21° dH is ook hier het gebruik
van glansspoelmiddel noodzakelijk.
1 Het voorraadreservoir 92 openen door het lipje
op het deksel in te drukken en op te tillen.
2 Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max.
markering in de vulopening gieten.
3 Deksel sluiten tot u een klik hoort.
4 Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om overmatige
schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt
te voorkomen.
11
Serviesgoed
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot
§:‹‡ instelbaar. Stel de hoeveelheid wasverzachter in
op §:‹† voor een bijzonder goed droogresultaat. In
de fabriek is niveau §:‹† ingesteld.
Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als
er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken
(hogere stand instellen) op het serviesgoed
achterblijven.
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... aangeeft.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde §:‹† verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde
met één cijfer verhoogd. Als de waarde §:‹‡
is bereikt, dan springt de indicatie weer op §:‹‹
(uit).
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uitschakelen
Wanneer bij gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen met
glansspoelmiddelcomponenten een storing optreedt
in de glansspoelmiddel-bijvulindicatie P op het
bedieningspaneel of in de tekst in het indicatievenster
)2 (Voorraad glansspoelmiddel voldoende voor x
spoelbeurten), dan kunnen de indicaties
uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder „Dosering
glansspoelmiddel instellen” is beschreven en
de waarde op §:‹‹ zetten.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel P
bijvullen uitgeschakeld.
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek
servies. De decoraties zijn niet bestand tegen
afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/
onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet,
smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan
verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas
(bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden
nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het glas.
chemische samenstelling van het afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat volgens
de fabrikant geschikt is voor de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat aangegeven
dat het het serviesgoed ontziet.
glas en bestek na afloop van het programma
zo snel mogelijk uit de afwasmachine halen.
12
Serviesgoed
Inruimen
1 Grove etensresten verwijderen. Afspoelen onder
stromend water is niet nodig.
2 Het serviesgoed zodanig inruimen dat
het stevig staat en niet kan omvallen;
alle soorten serviesgoed met de opening naar
beneden staan;
serviesgoed met een ronding of een holte
schuin staat zodat het water er vanaf kan
lopen;
het de twee sproeiarmen 1: en 1Z tijdens
het ronddraaien niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen.
Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste
servieskorf op het serviesgoed in de onderste
servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat
van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom
na afloop van het programma net zo lang in de
afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt
vastpakken.
Aanwijzing
Na het einde van het programma kunnen er in het
apparaat nog waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft
geen invloed op het drogen van het serviesgoed.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1*
Pannen
Onderste servieskorf 9*
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet
in de onderste korf worden ingeruimd. Door
de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter
afwasresultaat.
Tip
Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat
optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage.
U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres
vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
13
Serviesgoed
Gastronorm-inzetstuk *
Gastronorm-i nzetstuk
* afhankelijk van het model
Hiermee kunt u meerdere gastronormhouders,
schalen en soortgelijke grote, platte serviesdelen
schuin in de onderkorf plaatsen.
Desgewenst kunt u het inzetstuk verwijderen.
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar
beneden inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige
bestekdelen en messen in het messenrek leggen.
Etagère
Etagère *
De etagère en de ruimte daaronder kunt u gebruiken
voor kleine kopjes en glazen of voor groter bestek
zoals pollepels of voorsnijcouvert. De etagère kan
omhoog geklapt worden wanneer deze niet wordt
gebruikt.
* Afhankelijk van het model is een 3-voudige
hoogteverstelling mogelijk. Daartoe de etagère eerst
rechtop zetten en omhoog trekken, dan iets schuin
staand op de gewenste hoogte (1, 2 of 3) schuiven en
laten vastklikken.
Omklapbare bordensteunen
Omklapbare bordensteunen *
*Afhankelijk vanhetmodel
De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen,
schalen en glazen praktischer kunnen worden
ingeruimd.
&/,&.
14
Serviesgoed
Houder voor kleingoed *
Houder voor kleingoed
* Afhankelijk van het model
Hier kunnen lichte voorwerpen van kunststof zoals
bekers, deksels enz. vastgeklemd worden.
Messenrek *
Messenrek
* Afhankelijk van het model
Lange messen en andere lange voorwerpen kunnen
horizontaal ingeruimd worden.
Verstellen van de korfhoogte
De bovenste servieskorf 1* kan in de hoogte
op 3 standen versteld worden om in de bovenste
of onderste servieskorf meer plaats te creëren.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
1 De bovenste servieskorf 1* uittrekken.
2 Om de korf te laten zakken: de twee hendels
links en rechts aan de buitenkant van de korf
een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf
aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden
om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden
valt.
3 Om de korf op te tillen: de korf aan de zijkant
aan de bovenste rand vastpakken en naar boven
trekken.
4 Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem
weer in het apparaat schuift – aan beide zijden
op dezelfde hoogt ligt. Anders kan de deur
van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste
sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt
van de watertoevoer.
Bovenste korf Onderste korf
Stand 1 max. ø 22 cm 30 cm
Stand 2 max. ø 24,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 27 cm 25 cm
Bovenste korf Onderste korf
Stand 1 max. ø 24 cm 33 cm
Stand 2 max. ø 26,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 29 cm 28 cm
15
Afwasmiddel
Bovenste korf eruit halen
1 De bovenste servieskorf 1* uittrekken.
2 De korf aan de voorkant optillen en over
de voorste vergrendeling van de rails (1)
wegtrekken.
3 De korf weer laten zakken en naar voren eruit
halen.
Bovenste korf erin zetten
1 De rails helemaal uittrekken.
2 Zet de korf erin door de rails tussen de twee
boven elkaar liggende metalen knoppen (2) aan
de linkerkant en rechterkant van de korf
te geleiden.
3 De korf over de voorste vergrendeling (1)
van de rails tillen.
4 Hierna de korf laten zakken en in de achterste
vergrendeling (3) van de rails schuiven.
5 Klik nu de korf vast in de voorste
vergrendeling (1) en schuif hem helemaal naar
achteren.
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare
afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar
nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling
kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de
dosering individueel worden aangepast. Tabs bevatten
voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame
stoffen. Moderne, krachtige afwasmiddelen hebben
meestal een laag alkalische receptuur met fosfaat en
enzymen. Fosfaten binden de kalk in het water.
Enzymen breken zetmeel af en lossen eiwitten op.
Minder voorkomend zijn afwasmiddelen zonder
fosfaat. Deze hebben iets minder vermogen om kalk te
binden en vereisen een hogere dosering. Om
gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup) te
verwijderen worden meestal bleekmiddelen op basis
van zuurstof gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd de
aanwijzingen op de verpakking in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan
contact op te nemen met de fabrikant van het
afwasmiddel.
ã=Waarschuwing
Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
16
Afwasmiddel
Vul afwasmiddel
1 Als het afwasmiddelbakje 9: nog dicht is:
vergrendeling 9B bedienen om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge
afwasmiddelbakje 9: gieten (tablet plat
neerleggen, niet op zijn kant). Dosering:
ziedeaanwijzingen vandefabrikant
op de verpakking.
De indeling in het afwasmiddelbakje 9: biedt
hulp bij de juiste dosering van poedervormig
of vloeibaar afwasmiddel.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale
vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet
voldoende.
2 Deksel van het bakje omhoog schuiven tot
de sluiting hoorbaar vastklikt.
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het
programma, op het juiste tijdstip automatisch
open. Het poedervormige of vloeibare
afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld
en opgelost, het tablet valt in de tab-
opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt
u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan
is aangegeven.
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
online op onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt
een aantal producten aangeboden met extra functies.
Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak
ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen
(3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1,
enz.), ook nog extra componenten zoals
glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal.
Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren
alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal
21°dH). Boven deze grenswaarde moeten zout en
glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt
worden past het afwasprogramma zich automatisch
zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas-
en droogresultaat bereikt wordt.
ã=Waarschuwingen
Leg geen kleine voorwerpen om af te wassen
in de tab-opvangschaal 1B; hierdoor kan het
tablet niet gelijkmatig oplossen.
Als u na de start van het programma serviesgoed
wilt bijvullen, gebruik de tab-opvangschaal 1B
dan niet als handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al in liggen
waardoor u met het gedeeltelijk opgeloste tablet
in contact komt.
17
Afwasmiddel
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten bereikt
u door het gebruik van losse afwasmiddelen
in combinatie met (apart) gebruik
van onthardingszout en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen tabletten door
een verschillende manier van oplossen eventueel
niet de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes
achterblijven. Voor deze programma's is
een reinigingsmiddel in poedervorm beter
geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet bij alle
modellen) is de dosering van één tablet
voldoende. Bij gebruik van poedervormig
afwasmiddel kunt u nog wat extra afwasmiddel
op de binnenkant van de deur strooien.
Ook als de indicatie glansspoelmiddel en/of zout
bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma
bij gebruik van gecombineerd reinigingsmiddelen
zonder problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen met in water
oplosbaar beschermend omhulsel: het omhulsel
alleen met droge handen vastpakken. Het
afwasmiddelbakje moet vóór het vullen absoluut
droog zijn, anders kan het afwasmiddel eraan
vastplakken.
Als u van gecombineerde reinigingsmiddelen
op losse afwasmiddelen omschakelt, let er dan
op dat de wateronthardingsinstallatie en
de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste
waarde zijn ingesteld.
18
Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende
programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate
van vervuiling kunt u een passend programma
uitzoeken.
Aanwijzingen voor testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies voor
vergelijkingstests (bijv. volgens EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden voor het uitvoeren
van de tests, niet om de resultaten of de
verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan:
dishwasher@test-appliances.com
Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-Nr.) en het
productnummer (FD), die u op het typeplaatje 9J op
de deur van het apparaat vindt.
Soort serviesgoed Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
potten, pannen, niet gevoelig
serviesgoed en bestek
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeel-
of eiwithoudende
etensresten
¹
Auto 65° – 75°
alle Wordt naar mate
van de vervuiling met behulp
van het sensorsysteem
geoptimaliseerd.
Á
Auto 45° – 65°
gemengd serviesgoed
en bestek
licht opgedroogde,
in het huishouden
gebruikelijke
etensresten
â / à
Eco 50°
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen
Drogen
gevoelig serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevoelige
kunststoffen en glazen
weinig
aangekoekte verse
etensresten
É
Auto 35° – 45°
IntensiefZone
Turbo
Energy Save
Halve belading
Extra drogen
Wordt naar mate
van de vervuiling met behulp
van het sensorsysteem
geoptimaliseerd.
ñ / ð
Snel 45°
Extra drogen Reinigen 45°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
alle koud voorspoelen,
tussentijdse
reiniging
ù / ø
Voorspoelen
geen Voorspoelen
19
Extra functies
Extra functies
* Afhankelijk van het model
Instelbaar via de toetsen extra functies h.
¥
Turbo
Turbo *
In het turboprogramma wordt de looptijd van het
programma aanzienlijk verlaagd. Door intensiever
verwarmen stijgt hierbij het energieverbruik
met ca. 30%. De tijdverkorting vindt plaats
in de volgende programma’s:
Halve beladin g
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes,
borden), dan kunt u de Halve belading” bijschakelen.
Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het
afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan
zoals aanbevolen bij een volle belading
van de machine.
· Hygiëne *
Hygne
Tijdens het reinigingsproces wordt de temperatuur
verhoogd. Hierdoor wordt een verhoogde
hygiënestatus bereikt. Deze extra functie is ideaal
voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Ï IntensiefZone *
Intensie fZone
Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile
potten en pannen in de onderste servieskorf samen
met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf
afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf
wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater
iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Extra drogen
Door een verhoogde temperatuur tijdens het
glansspoelen en een verlengde droogfase kunnen
ook kunststof delen beter drogen. Het energieverbruik
is iets hoger.
ß
Energy Save
Energy Save *
Met de functie „Energy Save” kan het water-
en energieverbruik gereduceerd worden. Voor
optimale reinigings- en droogresultaten wordt
delooptijd verlengd.
Auto: tijdverkorting tot 25%
Eco: tijdverkorting tot 58%
20
Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt
u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking
op normale omstandigheden
en de instelwaarde van de waterhardheid :‹….
Verschillende factoren zoals de temperatuur van het
water en de druk in de waterleiding zijn
hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
Aqua-Sensor *
* Afhankelijk van het model
De Aqua-Sensor is een optisch meetsysteem (met
lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het
afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor
in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan „schoon
afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt
worden en het waterverbruik daardoor met 3–6 liter
verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het
afgepompt en door vers water vervangen. In
de automatische programma’s worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling
aangepast.
Zeoliet-droging
Het apparaat is voorzien van een zeoliet-reservoir.
Zeoliet is een mineraal dat vocht en warmte-energie
kan opslaan en weer af kan geven.
In de afwasfase wordt deze warmte-energie voor het
drogen van het mineraal en voor het verwarmen
van het afwaswater gebruikt.
Tijdens de droogfase wordt vocht uit de spoelruimte
in het mineraal opgeslagen en komt warmte-energie
vrij. Deze vrijgekomen warmte-energie wordt
met droge lucht in de spoelruimte uitgeblazen.
Hierdoor is een snelle en verbeterde droging mogelijk
waarmee u heel veel energie bespaart.
ã=Attentie
Zorg ervoor dat de aanzuigopening 1J niet is
afgedekt en dat er in de onderste servieskorf rechts
achter boven de uitblaasopening 1R geen
temperatuurgevoelige serviesdelen staan.
ã=Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
De uitblaasopening 1R niet aanraken.
De uitblaasopening wordt heet en bovendien leidt
elke verandering eraan tot een bezoek van de monteur
tegen betaling van de onkosten.
Inschakelen van het apparaat
1 Kraan helemaal opendraaien.
2 Deur openen.
3 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
De indicatie van het programma Eco 5
knippert. Dit programma blijft gekozen zolang er
geen andere programmatoets 0 wordt
ingedrukt. Op de cijferindicatie 8 knippert
de vermoedelijke programmaduur.
4 START-toets )" indrukken.
5 Deur sluiten.
Het programmaverloop start.
Aanwijzing
- voor een milieubesparend gebruik van de
afwasautomaat:
Om ecologische redenen is het programma Eco 50°
de standaardinstelling bij elke start van het apparaat.
Hierdoor spaart u de natuurlijke hulpbronnen en niet
op de laatste plaats uw portemonnee.
Het Eco 50° programma is een bijzonder
milieubesparend programma. Het is het
„standaardprogramma” conform de EU-
verordening1016/2010, dat de meest efficiënte
standaard reinigingscyclus is voor de reiniging van
normaal vervuild serviesgoed en het
gecombineerde energie- en waterverbruik voor de
reiniging van dit soort serviesgoed.
21
Apparaat bedienen
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma verschijnt
op de cijferindicatie 8 de resterende duur van het
programma.
De programmaduur wordt tijdens het programma
bepaald door de temperatuur van het water,
de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling
en kan (afhankelijk van het gekozen programma)
variëren.
Boordcomputer
U kunt de boordcomputer (aanvullende programma-
informatie) in- of uitschakelen. Ga als volgt te werk:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie 8 :... aangeeft.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde :‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Door de toets 3 in te drukken kunt
u de boordcomputer (extra programma-informatie)
uit- :‹‹ of inschakelen :‹‚.
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Starttijd kiezen
U kunt het programma tot 24 uur later (in stappen
van een uur) laten starten.
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Toets ` + indrukken tot de indicatie
starttijd X op ‹‚ knippert.
4 Toets ` + of net zo vaak indrukken tot
de aangegeven tijd aan uw wens voldoet.
5 START-toets )" indrukken, de gekozen starttijd
is geactiveerd.
6 Om de gekozen starttijd te wissen: de toets `
+ of – net zo vaak indrukken tot op de indicatie
starttijd kiezen X ‹‹ verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig
wijzigen.
7 Deur sluiten.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen wanneer op de
cijferindicatie 8 de waarde :‹‹ en in het
indicatievenster )2 Klaar verschijnt.
Bovendien wordt het einde van het programma door
een zoemtoon akoestisch aangegeven. Deze functie
kan als volgt gewijzigd worden:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde :‹ƒ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk
op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde :‹„ is bereikt, dan
springt de indicatie weer op :‹‹ (uit).
2 START-toets )" indrukken, de instelwaarde is
opgeslagen.
3 Deur sluiten.
22
Apparaat bedienen
Automatisch uitschakelen na afloop
van het programma of
binnenverlichting*
Automatisch uitschakelen / Binnenverlic hting
* afhankelijk van het model
Om energie te besparen kan de afwasautomaat 1 min.
of 120 min. na afloop van het programma automatisch
worden uitgeschakeld.
De instelling is van ˜:‹‹ tot ˜:‹ƒ kiesbaar.
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op
de cijferindicatie 8 de waarde ˜:… verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde
met één cijfer verhoogd. Als de waarde ˜:‹ƒ is
bereikt, dan springt de indicatie weer op ˜:‹‹.
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
3 Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-Stop).
4 Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat
halen.
Aanwijzing
Laat het apparaat na het einde van het programma
even afkoelen voordat u het opent. Zo voorkomt u dat
er stoom vrijkomt die op den duur schade aan uw
inbouwmeubelen kan veroorzaken.
Onderbreken van het programma
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het programma
blijft in het geheugen opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water of als het
apparaat al is opgewarmd de deur van het
apparaat geopend werd, de deur eerst
een paar minuten op een kier laten staan en dan
pas dichtdoen. Anders kan de deur van het
apparaat door expansie (overdruk) openspringen
of water uit het apparaat komen.
3 Om het programma voort te zetten de AAN/UIT-
schakelaar ( weer inschakelen.
4 Deur sluiten.
Afbreken vanhetprogramma
Afbreken van het programma (Reset)
1 Deur openen.
2 START-toets )" gedurende ca. 3 seconden
indrukken.
De cijferindicatie 8 toont: :‹‚, in het
indicatievenster )2 verschijnt: Programma is
afgebroken, Klaar over 1 minuut.
3 Deur sluiten.
Het programma is na ca. 1 minuut afgelopen. De
cijferindicatie 8 toont: :‹‹, in het
indicatievenster )2 verschijnt: Klaar.
4 Deur openen.
5 AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
6 Deur sluiten.
˜:‹‹ Het apparaat wordt niet
automatisch uitgeschakeld.
De binnenverlichting 1" brandt
als de deur geopend is,
onafhankelijk van de in- of
uitgeschakelde AAN-/UIT-
schakelaar (. Bij gesloten
deur is de belichting uit. Mocht
de deur langer dan 60 min. open
staan, dan schakelt de verlichting
automatisch uit. De
binnenverlichting 1" brandt
alleen bij instelwaarde ˜:‹‹.
˜:‹‚ Het apparaat schakelt na 1 min.
uit.
˜:‹ƒ Het apparaat schakelt na 120
min. uit.
23
Reinigen en onderhouden
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets )" kan het
programma niet gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door
het programma af te breken (Reset).
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur
verhoogd waardoor het droogresultaat wordt
verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd
worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde š:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Door indrukken van de toets 3 kunt u het
programma Intensief drogen in- š:‹‚.
of uitschakelen š:‹‹.
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat
dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart
u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het
apparaat zonder serviesgoed in het programma
met de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor
afwasautomaten geschikte afwas-/
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Om de deurafdichting altijd schoon en hygiënisch
te houden, moet deze regelmatig worden
gereinigd met een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel.
Bij lange standtijd de deur iets open laten staan
om te voorkomen dat er onaangename geuren
ontstaan.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit
een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje
afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken
of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan
krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken
of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal
keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
ã=Waarschuwing
Gezondheidsrisico
Nooit andere, bijv. chloorhoudende,
reinigingsmiddelen gebruiken!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
Men dient zout en/of glansspoelmiddel bij te
vullen zodra de bijvulindicaties H en P op het
bedieningspaneel branden, of wanneer dit wordt
aangegeven in indicatievenster )2.
24
Reinigen en onderhouden
Zeven
De zeven 1j zorgen ervoor dat grove etensresten
in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen.
Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef,
een vlakke fijne zeef en een microzeef.
1 Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten
controleren.
2 Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het
zeefsysteem eruit halen.
3 Eventuele etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
4 Zevensysteem in omgekeerde volgorde weer
erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen
de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen
1: en 1Z blokkeren.
1 Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren.
2 Bovenste sproeiarm 1: eraf schroeven.
3 De onderste sproeiarm 1Z naar boven eraf
trekken.
4 Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
5 Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
25
Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die in het
dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen
kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten
en bent u er zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u
eventuele oorzaken van de storingen en nuttige
aanwijzingen om deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen om
onbekende redenen stil blijven staan of niet starten,
dan dient u eerst de functie Programma afbreken
(reset) uit te voeren.
(Zie het hoofdstuk Apparaat bedienen)
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het
uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt
worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-
originele onderdelen kan aanzienlijke schade
en gevaar voor de gebruiker opleveren.
Storingsmelding in het
indicatievenster
Sommige storingen worden genoemd in het
indicatievenster )2, samen met mogelijke
oplossingen (bijv. Zeefsysteem vuil (E22) --> Zeven
reinigen)
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de
zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp
blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef.
In dit geval:
1 Het apparaat eerst losmaken van het
elektriciteitsnet.
2 De boven- 1* en onderzeef 9* verwijderen.
3 Zeven 1j eruit halen.
4 Water eruit scheppen, eventueel met behulp
van een spons.
5 De witte pompafdekking (zie afbeelding) met
behulp van een lepel opwippen. De afdekking aan
de beugel vastpakken en schuin naar binnen
optillen. Afdekking geheel verwijderen.
6 Schoepenrad controleren op vreemde
voorwerpen en deze eventueel verwijderen.
7 Afdekking weer op de oorspronkelijk positie
aanbrengen en omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
8 Zeven monteren.
9 Zeven weer aanbrengen.
26
Wat te doen bij storingen?
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer
controleren” @ brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken verleggen.
Kraan dicht. Kraan opendraaien.
Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min.
Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1j vuil of verstopt. Zeven reinigen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt of geknikt. Slang zonder knikken aanleggen, eventuele
resten verwijderen.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en eventueel
openen.
Afdekking van de afvoerpomp zit los. Afdekking goed vastmaken.
(zie Afvoerpomp)
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
of afdekking van de waterafvoerpomp
niet vastgeklikt.
Pomp reinigen en afdekking goed vastmaken.
(zie Afvoerpomp)
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen apparaatfout, netspanning en
elektrische installatie laten controleren.
Een andere foutcode verschijnt
op de cijferindicatie.
(:‹‚ tot :„‹)
Er is vermoedelijk een technische
storing opgetreden.
Apparaten uitschakelen met de AAN-/UIT-
schakelaar (. Na korte tijd het apparaat
opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de kraan
sluiten en de stekker uit het stopcontact
trekken.
Bel de klantenservice en vermeld de foutcode.
Display knippert Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Let erop dat er geen voorwerpen
(serviesgoed, geurdispenser) uitsteken uit de
korf en daardoor de deursluiting hinderen.
Bijvulindicatie voor zout H en/
of glansspoelmiddel P brandt.
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen.
Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten niet. Ander speciaal zout gebruiken.
Bijvulindicatie voor zout H en/
of glansspoelmiddel P brandt
niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
of Glansspoelmiddel).
Er is nog voldoende onthardingszout/
glansspoelmiddel aanwezig.
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Na afloop van het programma
blijft er water in het apparaat
staan.
Zeefsysteem of ruimte onder de zeef
1j is verstopt.
Zeven en ruimte eronder reinigen (zie
Afvoerpomp).
Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen of
een reset uitvoeren (zie Programma afbreken).
27
Wat te doen bij storingen?
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig glansspoelmiddel in
het voorraadbakje.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop).
Waterophoping in het serviesgoed en
bestek.
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk schuin
plaatsen.
Het gecombineerde afwasmiddel heeft
een slechte droogcapacitiet.
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik van
glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Intensief drogen voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen)
Het serviesgoed is te vroeg uitgeruimd
of het droogproces was nog niet
afgelopen.
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van het
programma verwijderen.
Het gebruikt eco-glansspoelmiddel
heeft een slecht droogvermogen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststofserviesgoed niet droog. Speciale eigenschappen van kunststof. Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt daardoor
slechter.
Bestek niet droog. Bestek niet goed geordend in de
bestekkorf.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
Bestek niet goed gesorteerd in de
besteklade.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk los
van elkaar plaatsen.
Binnenzijden van het apparaat nat
na het spoelen.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in het
reservoir noodzakelijk en gewenst. Het vocht
in de lucht condenseert tegen de binnenzijden
van de afwasautomaat, stroomt omlaag en
wordt weggepompt.
Storing Oorzaak Oplossing
28
Wat te doen bij storingen?
Etensresten op het serviesgoed. Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken. Aanraakpunten
vermijden.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd
ronddraaien.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Sproeiers van de sproeiarm reinigen,
(zie Reinigen en onderhouden).
Zeven 1j vuil. Zeven schoonmaken, (zie Reinigen en
onderhouden).
Zeef 1j onjuist aangebracht en/of
niet vastgezet.
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Te zwak afwasprogramma gekozen. Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen worden in
de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 1* rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Reinigingsmiddelresten Deksel van het reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed, daarom
gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag niet
worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje
wordt geblokkeerd door het tablet.
Het tablet moet dwars en niet op de korte kant
worden gelegd.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte programma.
Oplostijd van het reinigingsmiddel
wordt niet bereikt binnen het gekozen
korte programma.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Reinigende werking en oplosgedrag
nemen af bij langere opslagtijd, of het
reinigingsmiddel klontert sterk.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Watervlekken op kunststofdelen. Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk. Na het
afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Afwisbare of in water oplosbare
afzettingen in het reservoir of op
de deur.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel
zetten zich af. Deze aanslag laat zich
meestal niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Bij "witte afzetting" op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld op
een grenswaarde.
Onthardingsinstelling verhogen en eventueel
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Deksel van het zoutreservoir 1b niet
dichtgedraaid.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Alleen bij glazen: Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op serviesgoed,
reservoir of deur.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Storing Oorzaak Oplossing
29
Wat te doen bij storingen?
Witte, moeilijk verwijderbare
aanslag op serviesgoed, reservoir
of deur.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel
zetten zich af. Deze aanslag laat zich
meestal niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onjuiste waterhardheid ingesteld of
waterhardheid is hoger dan 50°dH
(8,9 mmol/l).
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/eco-
reinigingsmiddel onvoldoende
effectief.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
De reinigingsmiddeldosering verhogen of een
ander reinigingsmiddel gebruiken.
Een te zwak programma gekozen. Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Thee- of lippenstiftresten op het
serviesgoed.
Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Te weinig of ongeschikt afwasmiddel. Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Gekleurde (blauw, geel, bruin),
moeilijk of niet verwijderbare
aanslag in het apparaat of op
roestvrijstalen bestek.
Laagvorming door inhoudsstoffen van
groente (bijv. kool, selderie,
aardappels, noedels, …) of van het
leidingwater (bijv. mangaan).
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door mechanische
reiniging. Deze aanslag is niet schadelijk voor
de gezondheid.
Laagvorming door metalen
bestanddelen op zilveren of aluminium
serviesgoed.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door mechanische
reiniging.
Gekleurde (geel, oranje, bruin),
eenvoudig te verwijderen
afzettingen in de binnenruimte
(vooral op de bodem)
Laagvorming van de inhoudsstoffen
van voedselresten en van het
leidingwater (kalk), "zeepachtig"
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de ontharding
activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout)
Verkleuring op kunststofdelen. Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Verwijderbare vegen op glazen,
glaswerk met een metalen uiterlijk
en bestek.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen.
Geen glansspoelmiddel toegevoegd of
de instelling is te laag.
Glansspoelmiddel toevoegen en de dosering
controleren (advies: stand 4-5).
Reinigingsmiddelresten tijdens het
programmagedeelte Glansspoelen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed (deksel
gaat niet volledig open).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag niet
worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Storing Oorzaak Oplossing
30
Wat te doen bij storingen?
Beginnende of reeds aanwezige,
irreversibele (onherstelbare)
vertroebeling van het glas.
Glazen niet vaatwasmachinebestendig,
slechts vaatwasmachinegeschikt.
Vaatwasmachinebestendige glazen gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelbehandeling met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen op
de waterhardheid (eventueel 1 niveau lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten gebruiken.
Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende
roestbestendig. Messenlemmeten zijn
hier vaak sterker door getroffen.
Roestvast bestek gebruiken.
Bestek roest ook wanneer het samen
met roestige voorwerpen wordt
afgewassen (handgrepen van pannen,
beschadigde servieskorven enz.).
Geen roestende onderdelen afwassen.
Zoutgehalte in het afwaswater te hoog
doordat het deksel van het
zoutreservoir niet goed is vastgedraaid
of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien of
gemorst zout verwijderen.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie niet
in orde.
Zekering controleren.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het apparaat
en op het stopcontact. Controleren of het
stopcontact goed werkt.
De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
Deur sluiten.
Programma start automatisch. Einde van het programma niet
afgewacht.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
De deur kan niet alleen moeilijk
geopend worden.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
gebruiksaanwijzing, achteraan in de omslag)
De deur kan niet sluiten. Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door inbouwfout. Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd door
aangekoekte reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddelresten in het
reinigingsmiddelbakje of in het
tablettenbakje.
Sproeiarmen geblokkeerd door
serviesgoed, daarom wordt het
reinigingsmiddel niet weggespoeld.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij kunnen
draaien.
Afwasmiddelbakje was tijdens het
vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Apparaat blijft steken tijdens het
programma of het programma valt
stil.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten.
Geen serviesgoed of geurdispenser in
het tablettenbakje doen.
Bovenkorf drukt tegen de binnendeur
en verhindert een goede sluiting van de
deur.
Controleren of de achterwand wordt ingedrukt
door bijv. een stopcontact of een niet-
gedemonteerde slanghouder.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Klappende geluiden
van de vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen apparaatfout. Geen
invloed op de werking van het
apparaat.
Geen oplossing voorhanden.
Storing Oorzaak Oplossing
31
Wat te doen bij storingen?
Kloppend of ratelend geluid. Sproeiarm slaat tegen het serviesgoed,
serviesgoed niet goed ingeruimd.
Serviesgoed zodanig inruimen dat de
sproeiarmen niet tegen het serviesgoed slaan.
Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks contact met
het reservoir.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen bewegen tijdens
het spoelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
Abnormale schuimvorming. Handafwasmiddel in het reservoir voor
glansspoelmiddel.
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel direct
vullen met glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een doek.
Storing Oorzaak Oplossing
32
Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan
contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van
technici te vermijden. De contactgegevens van de
dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant
van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen. Vermeld bij een
telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr. = 1)
en het productnummer (FD = 2); deze nummers vindt
u op het typeplaatje 9J op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant.
Neem contact met ons op. U bent er dan van
verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt
uitgevoerd die gebruik maken van de originele
reserveonderdelen voor uw apparaat.
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren
moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens
van watertoevoer en waterafvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria
overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s
resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen
aanhouden:
1 Bij aflevering controleren
2 Plaatsen
3 Aansluiten op de waterafvoer
4 Toevoerslang
5 Elektrische aansluiting
Leveringsomvang
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
Afwasautomaat
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Garantie*
Montagemateriaal
Stoombeschermingsplaat*
Rubberlap*
Aansluitsnoer
* afhankelijk van het model
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder
„Bij de installatie” in acht.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig
gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn
kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
)'
(1U
33
Plaatsen en aansluiten
Technische gegevens
Gewicht:
max. 60 kg
Spanning:
220240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0–2,4 kW
Zekering:
10/16 A (UK 13A)
Stroomverbruik:
uitgeschakeld 0,5 W
niet uitgeschakeld 0,5 W
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar).
Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met behulp
van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let
erop dat het apparaat stevig staat.
Geïntegreerde en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat worden
opgesteld, moeten beveiligd worden tegen
kantelen, bijv. door vastschroeven aan de wand
of door inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen tussen
wanden van hout of kunststof in een rij
keukenmeubelen worden ingebouwd.
34
Plaatsen en aansluiten
Aansluiten op de waterafvoer
1 De noodzakelijke handelingen vindt u in het
montagevoorschrift. Eventueel een sifon
met aansluitnippel monteren.
2 Afvoerslang met behulp van de meegeleverde
onderdelen op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt,
ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat
een stop in de afvoer het wegstromen van het
water niet belemmert!
Aansluiten op de watertoevoer
1 Aansluiting volgens het montagevoorschrift.
De toevoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet geknikt,
platgedrukt of ineengestrengeld is.
2 Bij vervanging van het apparaat moet altijd
een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden
genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar).
Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluitin g
*Afhankelijk vanhetmodel
De afwasautomaat kan op koud of warm water tot max.
60 °C worden aangesloten.
De aansluiting op warm water wordt aanbevolen als dit
uit een energetisch gunstige warmwaterbereiding en
een geschikte installatie ter beschikking staat, bijv.
een zonneënergie-installatie met circulatieleiding.
Hiermee bespaart energie en tijd.
Met de instelling Warmwater :‹‚ kunt u uw apparaat
optimaal op het gebruik met warm water afstemmen.
Wij adviseren hierbij een watertemperatuur
(temperatuur van het instromende water) van minimaal
40 °C en maximaal 60 °C.
De aansluiting op warm water wordt niet aanbevolen
als het water uit een elektrische boiler ter beschikking
wordt gesteld.
Instelling Warmwater:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde :‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde :‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Door indrukken van de toets 3 kunt
u de instelling Warmwater uit- :‹‹ of
inschakelen :‹‚.
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
35
Plaatsen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz
aansluiten. Zie het typeplaatje 9J voor
de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het
apparaat bevinden en ook na het inbouwen
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan
moet er volgens de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening van minimaal 3 mm
aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen alleen
door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische aansluitkabel
mag alleen door de Servicedienst geleverd
worden.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen
een type met het teken geïnstalleerd worden.
Alleen deze voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het
functioneert alleen als het apparaat op de stroom
is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen
in acht.
1 Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen.
2 Kraan dichtdraaien.
3 Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
4 Bevestigingsschroeven van de meubeldelen
losdraaien.
5 De plint – indien aanwezig – demonteren.
6 Apparaat eruit halen en daarbij de slang
voorzichtig naar voren trekken.
36
Plaatsen en aansluiten
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen
vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen legen:
1 Kraan opendraaien.
2 Deur openen.
3 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
4 Programma met de hoogste temperatuur kiezen.
Op de cijferindicatie 8 verschijnt
de vermoedelijke duur van het programma.
5 START-toets )" indrukken.
6 Deur sluiten.
Programma start.
7 Na ca. 4 minuten de deur openen.
8 Toets )" indrukken tot de cijferindicatie :‹‚
aangeeft.
9 Deur sluiten.
10 Na ca. 1 minuut de deur openen.
Op de cijferindicatie :‹‹ verschijnt .
11 AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
12 Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken
en laten leeglopen.
Apparaat alleen rechtop vervoeren.
(Om te voorkomen dat resterend water in het
besturingsmechanisme terechtkomt wat tot
een verkeerd programmaverloop leidt.)
Bescherming tegen vorst
Bescherming tegen vorst (Leegmaken van het apparaat)
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte
staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het
apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHXUYHUJUHQGHOLQJâ
.LQGHUEHYHLOLJLQJDFWLYHUHQ
'HXURSHQHQELMJHDFWLYHHUGH
NLQGHUEHYHLOLJLQJ
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHDFWLYHUHQ
=RUJGDWGHGHXUYDQKHWDSSDUDDWDOWLMG
JRHGJHVORWHQLVDOVXKHWDSSDUDDWYHUODDW
$OOHHQ]RNXQWXXZNLQGHUHQWHJHQ
HYHQWXHOHJHYDUHQEHVFKHUPHQ
$WWHQWLH
%DNSODDWVSURHLNRSâ
*URWHEDNSODWHQRIâURRVWHUVHQâERUGHQPHWâHHQâGRRUVQHGHYDQâPHHUGDQFP
JRXUPHWERUGHQSDVWDERUGHQRQGHUERUGHQNXQWXâPHWâEHKXOSYDQâGH]HVSURHLNRSâ
UHLQLJHQ+LHUWRHGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIHUXLWKDOHQHQGHâVSURHLNRSâ]RDOVDIJHEHHOG
HULQâ]HWWHQ
âQLHWELMâDOOHPRGHOOHQ
'HâDIZDVDXWRPDDWDOWLMGPHWGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIRIâGHâEDNSODDWVSURHLNRSâJHEUXLNHQ
'HâEDNSODWHQ]RDOVDIJHEHHOGLQUXLPHQ]RGDWGHâVSURHLVWUDDODOOHGHOHQNDQEHUHLNHQ
PD[LPDDOEDNSODWHQHQâURRVWHUV
*
7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQâKHWDSSDUDDWKRHIWXâHULQâSULQFLSHQLHWELMâWHâEOLMYHQ
UHVSQDKHWJHEUXLNRPYHLOLJKHLGVUHGHQHQGHâNUDDQGLFKWWHâGUDDLHQ
$OOHHQELMâODQJHUHDIZH]LJKHLGELMYDOVXâHHQâSDDUZHNHQRSâYDNDQWLHJDDW
PRHWGHâNUDDQZRUGHQGLFKWJHGUDDLG
9RRUZDDUGHYRRUDDQVSUDDNRSâJDUDQWLHLVGDWKHWDSSDUDDWPHWâ$TXD6WRSâYDNNXQGLJ
HQâRYHUHHQNRPVWLJRQVLQVWDOODWLHYRRUVFKULIWLVRSJHVWHOGHQâDDQJHVORWHQ+LHUWRHEHKRRUW
RRNGHâYDNNXQGLJJHPRQWHHUGHYHUOHQJLQJYDQâGHâ$TXD6WRSâRULJLQHHOWRHEHKRUHQ
2Q]HJDUDQWLHKHIWJHHQEHWUHNNLQJRSâGHIHFWHWRHYRHUOHLGLQJHQRIâDUPDWXUHQ
WRWDDQGHâ$TXD6WRSDDQVOXLWLQJRSâGHâNUDDQ
'H]HDDQVSUDNHOLMNKHLGVJDUDQWLHJHOGWYRRUGHâOHYHQVGXXUYDQâKHWDSSDUDDW
$OVâGRRUHHQâIRXWLQâRQV$TXD6WRSV\VWHHPZDWHUVFKDGHZRUGWYHURRU]DDNW
YHUJRHGHQZLMGHâVFKDGHDDQSDUWLFXOLHUHJHEUXLNHUV
2PâKHWZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHPWHâJDUDQGHUHQPRHWKHWDSSDUDDWRSâKHW
HOHNWULFLWHLWVQHW]LMQDDQJHVORWHQ
$OVâDDQYXOOLQJRSâGHâJDUDQWLHDDQVSUDNHQWHJHQRYHUGHâYHUNRSHU
LQâGHâNRRSRYHUHHQNRPVWHQâDOVDDQYXOOLQJRSâRQ]HJDUDQWLHRSâKHWDSSDUDDW
ZRUGWXâVFKDGHORRVJHVWHOGDOVDDQRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQZRUGWYROGDDQ




$48$6723JDUDQWLH
YHUYDOWELMâDSSDUDWHQ]RQGHU$TXD6WRS
*DJJHQDX+DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH
'0QFKHQ
QO
1/
'HFRQWDFWJHJHYHQVLQDOOHODQGHQYLQGWXLQGHELMJHVORWHQ
OLMVWPHW6HUYLFHGLHQVWDGUHVVHQ
,QWHUQHWZZZJDJJHQDXFRP
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ
%


*9000824060*
9000824060 nl
(9301) 640TV
37


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Gaggenau DI460113 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Gaggenau DI460113 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,66 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Gaggenau DI460113

Gaggenau DI460113 User Manual - German - 36 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info