25
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan
contact op met de Servicedienst. De contactgegevens
van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Geef aan
de Servicedienst typenummer (ENr. = 1) en het FD-
nummer (FD = 2) op. U vindt deze gegevens op het
typeplaatje 9J op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant.
Neem contact met ons op. U bent er dan van
verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt
uitgevoerd die gebruik maken van de originele
reserveonderdelen voor uw apparaat.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren
moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens
van watertoevoer en waterafvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria
overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s
resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen
aanhouden:
1 Bij aflevering controleren
2 Plaatsen
3 Aansluiten op de waterafvoer
4 Aansluiten op de watertoevoer
5 Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet
op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardingssysteem
van de elektrische huisinstallatie volgens
de elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten
overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje 9J van de afwasautomaat.
Als de elektrische aansluitkabel van het apparaat
beschadigd wordt, dan moet deze door
een speciale aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze alleen door
de Servicedienst vervangen worden.
Als de afwasmachine in een hoge kast moet
worden ingebouwd, dan moet deze volgens
de voorschriften bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat
mogen integreerbare of onderbouwapparaten
alleen onder een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt van een warmtebron
(radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die
warmte afgeven) installeren en niet onder
een kookplateau inbouwen.