15
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat
dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u
tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag en
vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het
apparaat zonder serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor
afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje
afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit
een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel
regelmatig met water en een beetje afwasmiddel
schoonmaken. Geen schuursponsjes gebruiken of
schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan
krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Attentie!
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten! Ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties
controleren.
Eventueel zout en/of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven
25 zorgen ervoor dat grove etensresten in
het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen.
Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een zeefcylinder, een
vlakke fijne zeef en – afhankelijk van het type apparaat
– tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten
controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder kunt u het
zeefsysteem eruit halen. Etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water schoonmaken.
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met de zeefcylinder
vastschroeven.