25
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang
met behulp van de meegeleverde onderdelen op de
kraan aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt,
platgedrukt of ineengestrengeld is. Bij vervanging van
het apparaat moet ook de watertoevoerslang voor de
aansluiting op de kraan vervangen worden. De oude
toevoerslang mag niet meer gebruikt worden.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10
bar).
Bij hogere druk een reduceerventiel aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag maximaal
een temperatuur van 60 °C hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact
op 230 volt wisselstroom aansluiten.
Zie het typeplaatje
32
voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van de
afwasautomaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar
zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een
deskundig monteur worden uitgevoerd.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een
type met het teken geïnstalleerd worden. Alleen
deze aardlekschakelaar voldoet aan de nu geldende
voorschriften.
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook hier van belang:
altijd eerst het apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien.
Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het werkblad eruit
draaien. De plint – indien aanwezig – demonteren.
Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig
naar voren trekken.
Transport
Het apparaat via de volgende stappen laten leeglopen:
kraan opendraaien.
Apparaat inschakelen.
Een willekeurig automatisch programma starten en
de deur van het apparaat sluiten.
Ca. 4 minuten wachten.
Hierna de deur openen, het programma afbreken en
de deur sluiten om af te pompen.
Wachten tot er 5 keer een signaal klinkt. Het
afpompen is nu beëindigd.
Apparaat uitschakelen.
Kraan dichtdraaien.
Losse onderdelen vóór het transport vastzetten.
Het apparaat alleen rechtop transporteren. Anders kan
er resterend water in de besturing van de machine
terechtkomen waardoor het apparaat niet meer
functioneert.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije ruimte staat (bijv.
in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat
helemaal laten leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten
leeglopen.