20
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat
dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart
u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het
apparaat zonder serviesgoed in het programma
met de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor
afwasautomaten geschikte afwas-/
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje
afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit
een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje
afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken
of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan
krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken
of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal
keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
ã=Waarschuwing
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten! Ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties H en P controleren.
Eventueel zout en/of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 1Z zorgen ervoor dat grove etensresten
in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen.
Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef,
een vlakke fijne zeef en een microzeef.
1 Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten
controleren.
2 Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het
zeefsysteem eruit halen.
3 Eventuele etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
4 Zevensysteem in omgekeerde volgorde weer
erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.