760864
54
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/56
Next page
Gebruiksaanwijzing
CX 482
De kookplaat beschikt over het volledige kookvlak over inductie.
2
nl
Inhoudsopgave
Gebruiksaanwijzing
8
Gebruik volgens de voorschriften 4
(
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 5
]
Oorzaken van schade 7
Overzicht 7
7
Milieubescherming 8
Energiespaartips 8
Milieuvriendelijk afvoeren 8
f
Koken met inductie 8
Voordelen bij koken met inductie 8
Pannen 8
*
Het apparaat leren kennen 10
Kookvlak 10
Het bedieningspaneel 10
Overzicht van de menu's 11
Kookzone-indicatie 12
Restwarmte-indicatie 12
1
Apparaat bedienen 13
Eerste gebruik 13
Kookplaat in- en uitschakelen 13
Kookzone instellen 13
Kookadvies 14
u
Dynamisch koken 17
Activeren 17
Deactiveren 17
ˆ
Professioneel koken 18
Activeren 18
Deactiveren 19
O
Tijdfuncties 19
Automatische kooktijd 19
Stopwatch-functie 20
De kookwekker 21
v
Booster-functie voor kookpannen 22
Activeren 22
Deactiveren 22
x
Booster-functie voor bak- en braadpannen 23
Advies voor het gebruik 23
Activeren 23
Deactiveren 23
z
Warmhoudfunctie 24
Activeren 24
Deactiveren 24
s
Transfer-functie 24
Activeren 24
Draadloze temperatuursensor 25
Voorbereiding en verzorging van de draadloze
temperatuursensor 25
De draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel 26
Reinigen 26
Batterij vervangen 27
Conformiteitsverklaring 27
Ü
Kooksensor-modus 28
Kookprocessen met gebruik van de kooksensor 28
Voordelen 29
Tips voor het koken met de kooksensor-modus 29
Kookpunt instellen 29
Zo stelt u in 30
Aanbevolen gerechten 31
Dynamisch koken voor één pan 35
Activeren 35
Deactiveren 35
Teppanyaki-modus 36
Geschikte pannen 36
Activeren 36
Deactiveren 36
A
Kinderslot 37
Activeren 37
Deactiveren 37
Automatisch kinderslot 37
Š
Pauzefunctie 37
Activeren 37
Deactiveren 37
b
Automatische veiligheidsuitschakeling 37
Q
Basisinstellingen 38
Naar de basisinstellingen 39
o
Home Connect 39
Verbinding met het thuisnetwerk 39
Home Connect instellingen 42
Software-update 44
Afstandsdiagnose 44
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging 45
Conformiteitsverklaring 45
3
nl
e
Ventilatieregeling 45
Instellen 46
Loskoppelen van het netwerk 47
Kap via het kookveld regelen 47
Instellingen Ventilatie-regeling 48
D
Reinigen 49
Kookplaat 49
Omlijsting van de kookplaat 49
{
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) 50
3
Wat te doen bij storingen? 53
Aanwijzingen en foutmeldingen 53
Tips 53
Demonstratiemodus 54
4
Servicedienst 55
Productnummer (E-nr.) en fabricagenummer (FD-Nr.) 55
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.gaggenau.com en in de online-shop:
www.gaggenau.com/zz/store
4
nl Gebruik volgens de voorschriften
m
8
Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschri ft en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt u
geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden. Gebruik
het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een veilige
manier te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met zich
meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij
15 aar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Let er bij het gebruik van de kooksensor-modus
op dat de gekozen kookzone overeenkomt met
de kookzone waarop de pan met de
kooksensor staat.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals
DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en dat
het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10
gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd
is. Is aan deze voorwaarden voldaan en worden
bovendien non-ferro pannen met non-ferro
handgrepen gebruikt, dan kan deze
inductiekookplaat - als het op de juiste manier
gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
m
(
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangri j ke veiligheidsvoorschri ft en
mWaarschuwing – Risico van brand!
Hete olie en vet ontvlammen erg makkelijk.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. De kookplaat uitschakelen: Vlammen
voorzichtig met een deksel, een
smoordeksel of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
Het kookvlak wordt heel heet. Geen
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
Kookplaten mogen niet worden
afgedekt.Dit kan leiden tot ongevallen, bijv.
door oververhitting, ontbranding of
ontploffend materiaal.
mWaarschuwing – Gevaar voor
verbranding!
De kookplaten en de aangrenzende
gebieden, vooral het kookplaatframe
(indien voorhanden), worden zeer heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Gevaar voor verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet. Zekering in de meterkast
uitschakelen. De technische servicedienst
informeren.
Gevaar voor verbranding!
Voorwerpen van metaal verhitten op de
kookplaat heel snel. Nooit metalen
voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels,
deksels of andere metaalhoudende
voorwerpen op de kookplaat leggen.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
mWaarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
6
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
mWaarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
De draadloze kooksensor is magnetisch.De
magnetische componenten kunnen schade
toebrengen aan elektronische implantaten,
zoals pacemakers en insulinepompen. Dragers
van elektronische implantaten dienen daarom
de kooksensor niet mee te nemen in hun
kleding en m.b.t. hun pacemaker of een
soortgelijk medisch apparaat een minimale
afstand van 10 cm in acht te nemen.
mWaarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant
over een ventilator. Bevindt zich onder de
kookplaat een lade, bewaar daar dan geen
kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en
geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen
worden en de ventilator beschadigen of de
koeling belemmeren.
Tussen de inhoud van de lade en de ventilator-
ingang moet een minimale afstand van 2 cm
worden aangehouden.
mWaarschuwing – Gevaar voor letsel!
De draadloze kooksensor is met een
batterij uitgerust die kan worden
beschadigd als hij aan hoge temperaturen
wordt blootgesteld. De sensor van de pan
nemen en uit de buurt van elke warmtebron
bewaren.
Gevaar voor letsel!
Wanneer de pan wordt verwijderd kan de
kooksensor zeer heet zijn. Bij het afnemen
keukenhandschoenen dragen of een
vaatdoek gebruiken.
Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Gevaar voor letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
7
Oorzaken van schade nl
]
Oorzaken van schade
Oorzaken van schade:
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
Pannen nooit leeg laten koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de
kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en kunststofvormen smelten vast
aan de hete kookzones. Het gebruik van keukenfolie
op de kookplaat wordt niet aangeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper
Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit
soort kookplaten
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als
werkvlak
Ruwe pannenbodems maken krassen op
de kookplaat
Controleer het kookgerei
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit
soort kookplaten
Slijtage door het kookgerei Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Defecten Suiker, sterk suikerhoudende gerechten Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper
8
nl Milieubescherming
7
Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Energiespaartips
Gebruik altijd een passend deksel voor uw pan.
Koken zonder deksel vraagt aanzienlijk meer
energie. Gebruik een glazen deksel. Zo kan u in de
pan kijken zonder het deksel te hoeven optillen.
Gebruik pannen met een effen bodem. Door niet-
egale bodems wordt het energieverbruik hoger.
Plaats de pan altijd binnen de begrenzingen van het
bruikbare kookvlak.
Gebruik voor kleine hoeveelheden kleine pannen.
Een te grote, weinig gevulde pan heeft veel energie
nodig.
Gebruik weinig water bij het koken. Dit spaart
energie en bij groenten blijven vitamines en
mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere
vermogensstand. Anders wordt er energie verspild.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
De draadloze kooksensor is voorzien van een batterij.
Zorg ervoor dat gebruikte batterij op een
milieuvriendelijke manier worden afgevoerd.
f
Koken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is fundamenteel anders dan
gebruikelijk, de warmte ontstaat direct in de pan. Dit
biedt vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
Energiebesparing.
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat
verhoogt of verlaagt de toevoer van warmte altijd
direct na de bediening. Als de pan wordt
verwijderd, onderbreekt de inductiekookplaat
onmiddellijk de warmtetoevoer zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
kookgerei van gietijzer
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Om vast te stellen of de pan voor inductie is geschikt,
dient u te controleren of de bodem van de pan door een
magneet wordt aangetrokken of kijk na in de gegevens
van de fabrikant.
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van de pan slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt
de warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment -
WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
9
Koken met inductie nl
Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Eigenschappen van de bodem van de pan
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van de bodem van de pan. Pannen van
materialen die de hitte gelijkmatig verdelen, bijv. pannen
met sandwichbodem van roestvrij staal, sparen tijd en
energie.
Gebruik het best pannen met een volkomen effen
bodem. Oneffen pannenbodems of bodems met ribbels
verminderen de warmtetoevoer.
Er staat geen pan of de afmetingen ervan zijn niet
geschikt
Plaats de pan altijd binnen de begrenzingen van het
bruikbare kookvlak. Wordt de pan niet correct geplaatst
of heeft de pan niet het geschikte materiaal of de
passende grootte, dan verschijnt naast de
kookplaatindicatie het symbool Õ. Verplaats de pan of
probeer het met een andere pan.
Wanneer u de actieve pan langer dan 30 seconden van
het kookvlak neemt, schakelt de kookplaat automatisch
uit.
Lege pan of pan met dunne bodem
Verhit geen lege pan en gebruik geen pan met een
dunne bodem. De kookplaat is met een intern
veiligheidssysteem uitgerust. Toch kan een lege pan zo
snel verhitten dat de functie automatische uitschakeling
geen tijd heeft om te reageren en een te hoge
temperatuur wordt bereikt. De bodem van de pan kan
smelten en de glasplaat beschadigen. Raak in geen
geval de pan aan en schakel de kookplaat uit. Als deze
na het afkoelen niet meer functioneert, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
Panherkenning
De kookplaat herkent automatisch positie, grootte en
vorm van de gebruikte pan, afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem van de pan. Geschikt is een pan met een
bodemdiameter van 90 tot 340 mm.
Aanwijzing: De kookplaatsindicaties kunnen van de
werkelijke grootte en vorm van de pan afwijken. Dit is
normaal en hindert de werking van de kookplaat niet.
Voor meer informatie, zie hoofdstuk ~ "Veelgestelde
vragen en antwoorden (FAQ)"
FP FP
FP
10
nl Het apparaat leren kennen
*
Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over het kookvlak, het
bedieningspaneel en de verschillende apparaatfuncties.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
Kookvlak
Het volledige kookvlak van de kookplaat beschikt over
inductie. Plaats de pan op een willekeurige plaats
binnen de begrenzingen van het bruikbare kookvlak. De
positie, grootte en vorm van de pan worden automatisch
herkend.
Aanwijzing: Op het kookvlak kunt u maximaal 5 pannen
tegelijk gebruiken.
Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel beschikt over sensorvelden en
het touch-display.
Sensorvelden
De sensorvelden zijn touch-velden. Raak het
betreffende symbool aan om een functie te kiezen. Op
het display verschijnen de beschikbare functies.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
Plaats nooit hete pannen op het touch-display. De
elektronica kan dan oververhit raken.
Kookplaat
1 Bruikbaar kookvlak
2 Bedieningspaneel
Sensorvelden
#Hoofdschakelaar
0Tijdmenu
ŠKookwekker
®Stopwatch
¯Kinderslot
HPauzefunctie
gKookplaat modus
ËDynamisch koken
¬Professioneel koken
ÊKlassiek koken
SVentilatie-regeling
tBasisinstellingen
ü#Kookzone
1.0 - 9.0 Vermogensstanden
ŽBooster-functie voor kookpannen
©Booster-functie voor pannen
£Warmhoud-functie
6Automatische kooktijd
iKookgerei modus
ÐDynamische regeling voor één pan
ÑKlassiek koken voor één pan
¨Kooksensor
ÈTeppanyaki
11
Het apparaat leren kennen nl
Touch-display
Op het touch-display heeft u een overzicht van de
pannen die op het kookvlak staan en van de
sensorvelden voor het activeren van de verschillende
functies.
Wordt er een pan op het kookvlak geplaatst, dan
verschijnt de kookzone-indicatie hiervoor op het display.
Overzicht van de menu's
De intuïtieve menustructuur van de kookplaat helpt u om
snel wegwijs te raken. Hier komt u meer te weten over
de belangrijkste menu's.
Hoofdaanzicht
In het hoofdaanzicht krijgt u een overzicht van de
indicaties van de pannen die op het kookvlak staan. Hier
worden de kookmodus, de vermogensstanden en
ingestelde timer-functies voor de ingeschakelde
kookzones weergegeven.
Functielijst
De functielijst biedt toegang tot enkele functies en
andere menu's.
In de functielijst worden de volgende opties
weergegeven:
¯ Kinderslot
H Pauze-functie
g Kookmodus
S Ventilatie-regeling
t Basisinstellingen
Info-menu
Via het Info-menu kunt u informatie opvragen over het
apparaat of de actuele actieve functies.
Om bij het Info-menu te komen, raakt u het symbool = op
de functielijst aan. De sensor geeft aan wanneer de
functie ter beschikking staat.
Aanwijzingen en verwijzingen
De aanwijzingen informeren u over een verandering van
de apparaatstatus of over de noodzaak van bevestiging
door een gebruiker.
Om naar het hoofdaanzicht terug te keren, het
symbool G aantippen.
Aanwijzing: De bovenste lijn van het display is oranje
verlicht.
De aanwijzingen maken u erop opmerkzaam dat u iets
moet doen.
Volg de aanwijzingen op het display op en raak het
symbool G aan om terug te keren naar het
hoofdaanzicht.
Aanwijzing: De bovenste lijn van het display is blauw
verlicht.
Menu Kookplaat-modus
De kookplaat beschikt over verschillende functies voor
het hele kookvlak.
Om bij het menu Kookplaat-modus te komen, het
sensorveld g in de functielijst aanraken.
Kookmodus Functie
¬ Professioneel
koken
Keuze van de vermogensstand,
afhankelijk van de plaats van de pan
op het kookvlak van rechts naar
links.
Ê Klassiek koken Keuze van de vermogensstand voor
de kookzone.
Ë Dynamisch koken Keuze van de vermogensstand,
afhankelijk van de plaats van de pan
op het kookvlak van voor naar ach-
ter.
12
nl Het apparaat leren kennen
Menu Kookgerei-modus
De kookplaat beschikt over verschillende functies voor
de kookzone.
Om bij het menu Kookgerei-modus te komen, op de
kookzone-indicatie tippen en vervolgens het sensorveld
i aanraken.
Kookzone-indicatie
Wanneer u een pan op het kookvlak plaatst, is op het
aanraakdisplay de indicatie van de betreffende
kookzone verlicht.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat beschikt over meerdere restwarmte-
indicaties f, die aangeven dat er nog hete kookzones
zijn. Afhankelijk van de intensiteit van de restwarmte
lichten een, twee of alle drie de indicatiegedeeltes op
f. Raak het kookvlak niet aan zolang deze indicaties
verlicht zijn of direct nadat ze zijn verdwenen.
Ook nadat de kookplaat uitgeschakeld is, zijn de
restwarmte-indicaties verlicht zolang het kookvlak nog
heet is.
Kookgerei-modus Functie
Ð Dynamisch koken
voor één pan
Hiermee kan een bepaalde vermo-
gensstand, afhankelijk van de plaats
van de pan worden geregeld, door
hem van voor naar achter op het
kookvlak te verplaatsen.
Ñ Klassiek koken voor
één pan
Hiermee kan de kookstand voor
elke pan in het bedieningspaneel
worden gekozen.
¨ Kooksensor Met de kooksensor die aan de bui-
tenkant van de pan is aangebracht,
kan de temperatuur automatisch
constant worden gehouden. De
kooksensor-modus is geschikt voor
gerechten die bij het koken of fritu-
ren in de pan veel water, olie of vet
nodig hebben.
ÈTeppanyaki Hiermee kan het teppanyaki-opper-
vlak in twee gebieden worden ver-
deeld. Zo kunt u op het ene deel
bakken en braden en op het andere
gerechten warmhouden, of in het
hele gebied bakken en braden met
dezelfde vermogensstand.
Kookzone herkend
De pan op het kookvlak is herkend.De
kookzone-indicatie is verlicht. Raak het
symbool # aan om de kookzone te kie-
zen.
Gekozen kookzone
De weergegeven kookzone is gekozen.
U kunt de vermogensstand instellen.
Ingeschakelde kookzone
De weergegeven kookzone is ingescha-
keld.Op het display is de ingestelde ver-
mogensstand verlicht.
Er staat geen pan op de kookzone
De pan is van de kookzone genomen. De
eerder gekozen vermogensstand is min-
der intensief verlicht.
Meer indicaties
De gekozen kookzone kan niet worden
ingesteld.
Tip voor meer informatie op de indicatie.
Mogelijke oorzaken:
Op het kookvlak kan gelijktijdig
worden gekookt met maximaal 5
gelijkmatig verdeelde pannen.
De pan is niet geschikt voor inductie-
koken.
Het maximale vermogen van het
apparaat is overschreden.






K
PLQ







K
PLQ

13
Apparaat bedienen nl
1
Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt.In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Eerste gebruik
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, verschijnt op het display het menu om de
keuze voor de eerste instellingen te maken. De
gewenste instellingen kiezen.
Na bevestiging van de instellingen verschijnt het
hoofdaanzicht.
Aanwijzing: U kunt de instellingen op elk moment
wijzigen.Voor informatie over de keuze van deze
instellingen, zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. De indicatie
boven de hoofdschakelaar is verlicht. Na een korte
inschakeltijd is de kookplaat bedrijfsklaar.
Uitschakelen: raak het symbool # aan. De tekst op het
display wordt gewist. Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer de
kookzones langer dan 30 seconden uitgeschakeld
zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende de
eerste 10 seconden na uitschakeling van de
kookplaat bewaard. Wordt de kookplaat binnen
deze tijd weer ingeschakeld, dan verschijnt in het
hoofdaanzicht de mogelijkheid om de vorige
instellingen te bevestigen. Voor informatie over
deze instelling, zie het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Kookzone instellen
In het instelgebied wordt de gewenste vermogensstand
gekozen.
Elke vermogensstand heeft een tussenstand die met .5
is aangeduid.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1De pan op het kookvlak plaatsen.
2Het symbool # van de kookzone op het touch-
display aanraken. In de kookzone-indicatie is het
instelgebied verlicht.
3In de volgende 4 seconden met uw vinger naar
boven strijken en de gewenste vermogensstand
kiezen.
Om de vermogensstand 9.0 te kiezen, direct op 9.0
tippen.
De kookstand is ingesteld.
Vermogensstand 1.0 = laagste stand
Vermogensstand 9.0 = hoogste stand
K
PLQ





14
nl Apparaat bedienen
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik
de gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
De kookzone-indicatie aanraken tot de
vermogensstand ó.ó in het instelgebied wordt
weergegeven. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Aanwijzing: Is er voor inschakeling van de kookplaat
een pan op het kookvlak geplaatst, dan wordt deze na
het aanraken van de hoofdschakelaar herkend en de
kookzone-indicatie verschijnt op het touch-display.
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
15
Apparaat bedienen nl
Aanbevolen gerechten
In de tabel ziet u welke kookstand voor elk gerecht
geschikt is. De bereidingstijd kan afhankelijk van de
grootte, het gewicht, de dikte en de kwaliteit van de
gerechten variëren.
Doorkookstand Tijd (min)
Smelten
Chocolade, couverture 1.0 - 1.5 -
Boter, honing, gelatine 1.0 - 2.0 -
Opwarmen of warmhouden
Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel 1.5 - 2.0 -
Melk11.5 - 2.5 -
Worstjes in water verwarmen13.0 - 4.0 -
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries 3.0 - 4.0 15 - 25
Goulash, diepvries 3.0 - 4.0 35 - 55
Gaar trekken, sudderen
Aardappelballetjes14.5 - 5.5 20 - 30
Vis14.0 - 5.0 10 - 15
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1.0 - 2.0 3 - 6
Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus 3.0 - 4.0 8 - 12
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water) 2.5 - 3.5 15 - 30
Rijstepap32.0 - 3.0 30 - 40
Aardappels in de schil 4.5 - 5.5 25 - 35
Gekookte aardappelen 4.5 - 5.5 15 - 30
Pasta16.0 - 7.0 6 - 10
Eenpansmaaltijd 3.5 - 4.5 120 - 180
Soep 3.5 - 4.5 15 - 60
Groente 2.5 - 3.5 10 - 20
Groente, diepvries 3.5 - 4.5 7 - 20
Eenpansgerecht in snelkookpan 4.5 - 5.5 -
Stoven
Rollade 4.0 - 5.0 50 - 65
Stoofvlees 4.0 - 5.0 60 - 100
Goulash3 3.0 - 4.0 50 - 60
1 Zonder deksel
2 Herhaaldelijk keren
3 Op stand 8.0 - 8.5 voorverwarmen
16
nl Apparaat bedienen
Stoven / braden met weinig olie1*
Schnitzel, ongepaneerd of gepaneerd 6.0 - 7.0 6 - 10
Schnitzel, diepvries 6.0 - 7.0 6 - 12
Koteletten, ongepaneerd of gepaneerd26.0 - 7.0 6 - 12
Steak (3 cm dik) 7.0 - 8.0 6 - 12
Gevogeltefilet (2 cm dik)25.0 - 6.0 10 - 20
Gevogeltefilet, diepvries25.0 - 6.0 10 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)24.5 - 5.5 20 - 30
Hamburgers (2 cm dik)26.0 - 7.0 10 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd 5.0 - 6.0 8 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd 6.0 - 7.0 8 - 20
Vis, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks 6.0 - 7.0 8 - 15
Garnalen en krab 7.0 - 8.0 4 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers 7.0 - 8.0 10 - 20
Pangerechten op Aziatische wijze (groente en stukjes vlees) 7.0 - 8.0 15 - 20
Pangerechten, diepvries 6.5 - 7.5 6 - 10
Pannenkoeken (na elkaar bakken) 6.5 - 7.5 -
Omelet (na elkaar bakken) 3.5 - 4.5 3 - 10
Spiegelei 5.0 - 6.0 3 - 6
Frituren1 (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets 8.0 - 9.0 -
Kroketten, diepvries 7.0 - 8.0 -
Vlees, bijv. stukken kip 6.0 - 7.0 -
Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6.0 - 7.0 -
Groente, paddenstoelen, gepaneerd, in bierdeeg of tempura 6.0 - 7.0 -
Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg 5.5 - 6.5 -
Doorkookstand Tijd (min)
1 Zonder deksel
2 Herhaaldelijk keren
3 Op stand 8.0 - 8.5 voorverwarmen
17
Dynamisch koken nl
u
Dynamisch koken
Dynamisch koken
Gebruik deze speciale functie vooral voor bereidingen
die het vaak wijzigen van de vermogensstanden
vereisen. Hiermee kunt u de vermogensstand tijdens de
bereiding snel en comfortabel aanpassen door de pan
gewoon naar voren of naar achteren te verschuiven.
Wordt deze functie geactiveerd, dan wordt het volledige
kookvlak een kookzone met drie verschillende
vermogensstanden. Afhankelijk van de positie van de
pan wordt de ene of de andere vooringestelde
vermogensstand geactiveerd. De aan elke pan
toegewezen vermogensstand verschijnt in de
desbetreffende kookzone-indicatie.
Vooraf ingestelde vermogensstanden:
Voorste gebied = vermogensstand ê.ó
Middelste gebied = vermogensstand î.ó
Achterste gebied = vermogensstand òó
U kunt de vooringestelde vermogensstanden wijzigen.
Voor het wijzigen van de vermogensstanden, zie
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Aanwijzingen
De boosterfunctie voor pannen en de
warmhoudfunctie zijn niet beschikbaar zolang de
modus Dynamisch koken is geactiveerd.
De verschillende modi van de pan en het instellen
van de bereidingstijd zijn niet beschikbaar zolang
de modus Dynamisch koken geactiveerd is.
Als u de pan op het kookvlak verplaatst, start de
kookplaat het automatisch zoeken en wordt de
vermogensstand van het bereik waarop de pan werd
herkend ingesteld.
Voor meer informatie over de grootte en plaatsing
van pannen, zie het hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
Activeren
1Raak het symbool g aan.
2Eerst het symbool Ë en vervolgens het symbool G
aanraken om de keuze te bevestigen. In het
hoofdaanzicht worden de drie vooraf ingestelde
vermogensstanden weergegeven.
De functie is geactiveerd.
Pan plaatsen
Als zich vóór het activeren van de functie een actieve
pan op de kookplaat bevindt, dan verschijnt de
kookplaatindicatie zonder vermogensstand. Om de
toegewezen vermogensstand te bevestigen op de
kookplaatindicatie drukken en vervolgens het
sensorveld G aanraken.
Wordt een nieuwe pan geplaatst, op de
kookplaatindicatie drukken en vervolgens het
sensorveld G aanraken.
Aanwijzing: Heeft de pan niet het geschikte formaat
voor deze functie, dan brandt aan de kookplaat het
symbool Õ.
Voor informatie het symbool Õ aanraken.
Om naar het hoofdaanzicht terug te keren, het
symbool G aantippen.
Vermogensstand wijzigen
De kookstanden kunnen tijdens het koken worden
gewijzigd. Op het bereik tippen waarvan de
vermogensstand moet worden gewijzigd om een andere
vermogensstand in het programmeerbereik te kiezen.
Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan
krijgen de vermogensstanden weer hun oorspronkelijke
instellingen.
Deactiveren
1Raak het symbool g aan.
2Een andere modus van de kookplaat kiezen en
vervolgens het symbool G aanraken om de keuze
te bevestigen. De voor de pan gebruikte
vermogensstanden blijven behouden.
De functie is gedeactiveerd.
18
nl Professioneel koken
ˆ
Professioneel koken
Professioneel koken
Gebruik deze speciale functie vooral voor bereidingen
die het vaak wijzigen van de vermogensstanden
vereisen. Hiermee kunt u de vermogensstand tijdens de
bereiding snel en comfortabel aanpassen door de pan
gewoon naar links of rechts te verschuiven.
Wordt deze functie geactiveerd, dan wordt het volledige
kookvlak een kookzone met drie verschillende
vermogensstanden. Afhankelijk van de positie van de
pan wordt de ene of de andere vooringestelde
vermogensstand geactiveerd. De aan elke pan
toegewezen vermogensstand verschijnt in de
desbetreffende kookzone-indicatie.
Vooraf ingestelde vermogensstanden:
Linkergebied = vermogensstand ò.î
Middelste gebied = vermogensstand ê.ó
Rechtergebied = vermogensstand î.ó
U kunt de vooringestelde vermogensstanden wijzigen.
Voor het wijzigen van de vermogensstanden, zie
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Aanwijzingen
Voor meer informatie over de grootte en plaatsing
van het kookgerei, zie hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
De kookgerei-modus, de boosterfunctie voor
pannen en het instellen van de bereidingstijd zijn
niet beschikbaar zolang deze functie geactiveerd is.
Activeren
1Raak het symbool g aan.
2Eerst het symbool ¬ aanraken en vervolgens met
symbool G de keuze bevestigen.
In het hoofdaanzicht worden de vooringestelde
vermogensstanden weergegeven.
De functie is geactiveerd.
Pan plaatsen
Als zich vóór het activeren van de functie een actieve
pan op de kookplaat bevindt, dan verschijnt de
kookplaatindicatie zonder vermogensstand. Om de
toegewezen vermogensstand te bevestigen op de
kookplaatindicatie drukken en vervolgens het
sensorveld G aanraken.
Wordt een nieuwe pan geplaatst, op de
kookplaatindicatie drukken en vervolgens het
sensorveld G aanraken.
Aanwijzing: Heeft de pan niet het geschikte formaat
voor deze functie, dan brandt aan de kookplaat het
symbool Õ.
Voor informatie het symbool Õ aanraken.
Om naar het hoofdaanzicht terug te keren, het
symbool G aantippen.
Bereiken combineren
De bereiken met de vooringestelde vermogensstanden
kunnen worden gecombineerd om een groter oppervlak
met dezelfde vermogensstand te verkrijgen.
Hiervoor op één van de verticale randen van het
middelste gebied drukken en met de vinger naar links of
rechts slepen tot het aangrenzende gebied overtrokken
is.
19
Tijdfuncties nl
De vermogensstand van het gecombineerde bereik is
dezelfde stand als deze van het bereik dat wordt
uitgebreid.
Om de gecombineerde gebieden opnieuw te scheiden,
op één van de verticale randen van het gebied drukken
en met de vinger naar rechts of links bewegen tot het
verborgen gebied opnieuw wordt weergegeven.
Vermogensstand wijzigen
De kookstanden kunnen tijdens het koken worden
gewijzigd. Op het bereik tippen waarvan de
vermogensstand moet worden gewijzigd om een andere
vermogensstand in het programmeerbereik te kiezen.
Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan
krijgen de vermogensstanden weer hun oorspronkelijke
instellingen.
Deactiveren
1Raak het symbool g aan.
2Een andere modus van de kookplaat kiezen en
vervolgens het symbool G aanraken om de keuze
te bevestigen. De voor de pan gebruikte
vermogensstanden blijven behouden.
De functie is gedeactiveerd.
O
Tijdfuncties
Tijdfuncti es
De kookplaat beschikt over drie timer-functies:
Automatische kooktijd
Stopwatch
Kookwekker
Automatische kooktijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
U kunt een tijdsduur tot 12 uur en 59 minuten instellen.
Zo stelt u in:
1De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2Op de gekozen vermogensstand tippen. In de
kookzone-indicatie is het symbool 6. verlicht.
3Raak het symbool 6 aan. In de kookzone-indicatie
is 00|00 verlicht.
4Vervolgens de gewenste bereidingstijd kiezen in
minuten en uren.











20
nl Tijdfuncties
5Raak het symbool ² aan om de gekozen tijd te
bevestigen. In de kookzone-indicatie verschijnt de
ingestelde tijdsduur.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Kooksensor-modus
Wordt er voor een kookzone een tijdsduur ingesteld en
is de kooksensor-modus geactiveerd, dan begint de
tijdsduur pas af te lopen zodra de gekozen
temperatuurstand bereikt is.
Tijd veranderen of wissen
Het symbool 6 kiezen.
Raak de ingestelde tijd en vervolgens het symbool ²
aan om de gekozen instelling te bevestigen.
Om de tijd te wissen, raakt u het symbool Ø aan.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een signaal.
De ingestelde tijdsduur staat op óó.óó en de
vermogensstand op ó.ó.
Op de tijdsindicatie tippen. De indicaties en het
geluidssignaal verdwijnen.
Stopwatch-functie
De stopwatch-functie geeft de tijd weer die sinds de
activering verstreken is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone
niet automatisch uit.
Activeren
Het sensorveld M aanraken en het symbool p
selecteren. Vevolgens het symbool ² aanraken om de
keuze te bevestigen. In de functiebalk brandt óó.óó en
het symbool p.
De stopwatch is geactiveerd. De tijd begint te lopen.
Stopwatch onderbreken
Eerst het symbool p en vervolgens het symbool H
aanraken, de stopwatch stopt en verschijnt opnieuw in
het hoofdaanzicht.
Om deze opnieuw te starten, eerst het symbool p en
vervolgens het symbool ² aanraken.
Deactiveren
Eerst het symbool p en vervolgens het symbool Ø
aanraken. De stopwatch stopt, de tijd wordt op óó.óó
ingesteld en verschijnt opnieuw in het hoofdzaanzicht
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Om het menu te wissen en naar het
hoofdaanzicht terug te keren, het symbool ' aanraken.
21
Tijdfuncties nl
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 9 uur, 59 minuten
en 59 seconden instellen.
U kunt hem activeren terwijl de kookplaat in- of
uitgeschakeld is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone
niet automatisch uit.
Zo stelt u in:
1Het sensorgebied M aanraken.
2Het symbool Š kiezen en met G de keuze
bevestigen. De indicatie óóEóó.óóÕ is verlicht.
3In de volgende 10 seconden met uw vinger naar
boven of beneden strijken en de tijdsduur instellen
in minuten, uren en seconden.
4Raak het symbool ² aan om de gekozen instelling
te bevestigen. In de functielijst zijn het symbool Š
en de ingestelde tijd verlicht.
De gekozen tijd begint af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak het symbool Š aan.
Raak de ingestelde tijd en het symbool ² aan om de
gekozen instelling te bevestigen.
Om de tijd te wissen, raakt u het symbool Ø aan.
Kookwekker stilzetten
Eerst het symbool Š en vervolgens het symbool H
aanraken, de wekker stopt en verschijnt opnieuw in het
hoofdaanzicht.
Om deze opnieuw te starten, eerst het symbool Š en
vervolgens het symbool ² aanraken.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een geluidssignaal. In de wekker-indicatie
knippert óó.óó.
Raak het symbool Š aan.De indicaties en het
geluidssignaal verdwijnen.
Wanneer u het symbool Š enkele seconden aanraakt,
wordt de stopwatch geactiveerd. Op het display
verschijnt de afgelopen tijd voor het symbool @.
Om op de kookwekker een nieuwe tijd in te stellen,
dient u op de tijdsindicatie te tippen.
Raakt u de tijdsindicatie enkele seconden aan, dan
verdwijnen de tijdsindicaties.
5HORMDYLVDGRU


22
nl Booster-functie voor kookpannen
v
Booster-functie voor kookpannen
Booster- f uncti e voor kookpannen
Met de booster-functie kunt u grote waterhoeveelheden
sneller verwarmen dan met vermogensstand 9.0.
Deze functie is beschikbaar wanneer het symbool Ž in
het instelgebied van de pan wordt weergegeven.
De boosterfunctie voor pannen is aan elke kant van het
kookvlak slechts beschikbaar voor één pan.
Kiest u een tweede kookzone aan dezelfde kant van het
kookvlak terwijl de booster-functie voor pannen is
geactiveerd, dan wordt de booster-functie voor pannen
gedeactiveerd. De kookzone wordt automatisch
ingesteld op kookstand 9.0.
Wanneer de booster-functie voor pannen in het midden
van het kookvlak geactiveerd is, kunnen voor andere
pannen die zich aan de rechter- en linkerkant van de
kookplaat bevinden instellingen worden uitgevoerd.
Activeren
De kookzone kiezen en met uw vinger naar boven
strijken tot de indicatie Ž verschijnt.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
De kookplaatindicatie aanraken en in het instelbereik
een willekeurige kookstand kiezen.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden schakelt
deze functie automatisch uit om elektronische
componenten binnenin de kookplaat beschermen.
De kookzone schakelt automatisch terug naar
vermogensstand 9.0.
23
Booster-functie voor bak- en braadpannen nl
x
Booster-functie voor bak- en
braadpannen
Booster- f uncti e voor bak- en braadpannen
Met de booster-functie voor pannen kan de pan sneller
worden verwarmd dan met vermogensstand 9.0.
Kies na deactivering van de functie de geschikte
vermogensstand voor uw gerechten.
Deze functie is beschikbaar wanneer het symbool © in
het instelgebied van de pan wordt weergegeven.
De booster-functie voor pannen is alleen beschikbaar
voor één pan per kookvlak.
Wanneer de booster-functie voor pannen geactiveerd is
en op dezelfde kant van het kookvlak instellingen voor
een andere kookzone worden gekozen, wordt de
booster-functie voor pannen gedeactiveerd en wordt
automatisch kookstand 9.0 ingesteld.
Wanneer de booster-functie is geactiveerd voor pannen
in het midden van het kookvlak, kunnen er instellingen
voor andere pannen die op de rechter- en linkerkant van
de kookplaat staan worden uitgevoerd.
Advies voor het gebruik
Gebrek altijd onverwarmde pannen.
Gebruik pannen met een volkomen vlakke bodem.
Gebruik geen pannen met een dunne bodem.
Verwarm nooit lege pannen, olie, boter of vet
zonder dat er toezicht bij is.
Leg geen deksel op de pan.
Voor informatie over het soort, de grootte en de
plaatsing van de pannen, zie hoofdstuk ~ "Koken
met inductie"
Activeren
Op de kookzone-indicatie tippen en het symbool © in
het instelgebied kiezen.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
De kookplaatindicatie aanraken en in het instelbereik
een willekeurige kookstand kiezen.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Na 30 seconden schakelt deze functie
automatisch uit.
De kookzone schakelt automatisch terug naar
vermogensstand 9.0.
24
nl Warmhoudfunctie
z
Warmhoudfunctie
Warmhoudfunctie
Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade
of boter en voor het warmhouden van gerechten.
Activeren
De gewenste kookplaat selecteren en vervolgens de
vermogensstand ò.î £ in het instelgebied instellen.
Deactiveren
De kookplaatindicatie aanraken en in het instelbereik
een willekeurige kookstand kiezen.
De functie is gedeactiveerd.
s
Transfer-functie
Transfer- functi e
Wanneer de pan op het kookvlak wordt verplaatst kunt u
met deze functie de ingestelde kook- of
temperatuurstand en de tijdsduur overbrengen.
Wanneer u de pan van het kookvlak neemt of verplaatst,
warmt de kookzone niet meer op. De instellingen van de
kookzone worden 30 seconden behouden.
Wanneer u de pan weer in dezelfde positie plaatst,
blijven de instellingen behouden.
Activeren
1De pan op het kookvlak plaatsen.
Bij de nieuwe kookzone verschijnt het symbool ˆ.
2Het symbool ˆ van de nieuwe kookzone aanraken
om de overdracht van de instellingen te bevestigen.
De vermogensstand is verlicht.
De instellingen zijn overgedragen op de nieuwe
kookzone.
25
Draadloze temperatuursensor nl
Draadloze temperatuursensor
Draadloze temperatuursensor
Voordat u voor het eerst gebruikmaakt van de
kooksensor-modus, moet er verbinding tussen de
draadloze temperatuursensor en de kookplaat zijn
gemaakt.
Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor
In deze paragraaf krijgt u de volgende informatie:
Siliconenpatch aanbrengen
Draadloze kooksensor aanbrengen
Reiniging
Batterij vervangen
U kunt de siliconenpatch en de temperatuursensor
achteraf aanschaffen in de vakhandel of via onze
technische servicedienst of officiële website. Geef
hiervoor steeds het juiste referentienummer op:
Siliconenpatch opplakken
Met behulp van de siliconenpatch wordt de kooksensor
vastgemaakt aan het kookgerei.
Wanneer u een pan voor het eerst gebruikt met de
kooksensor-modus, moet de siliconenpatch direct op
deze pan worden aangebracht. Hiervoor:
1De plaats waar de patch wordt opgeplakt dient vrij
van vet te zijn. De pan schoonmaken, goed drogen
en de plaats van de lijm inwrijven met bijv. spiritus.
2De beschermfolie van de siliconenpatch nemen.
Met behulp van het meegeleverde sjabloon de
siliconenpatch op de juiste plaats aan de
buitenkant van de pan lijmen.
3De siliconenpatch over het hele oppervlak
aandrukken, ook aan de binnenkant.
De lijm heeft een uur nodig om goed uit te harden. De
pan in deze tijd niet gebruiken of schoonmaken.
Aanwijzingen
De pan met de siliconenpatch niet gedurende
langere tijd in het zeepsop laten liggen.
Mocht de siliconenpatch loslaten, dan moet er
nieuwe worden gebruikt.
Draadloze temperatuursensor aanbrengen
De temperatuursensor zo op de siliconenpatch
aanbrengen dat hij zich perfect aanpast.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
voordat de kooksensor wordt aangebracht.
Vul de pan zodanig dat de inhoud de juiste hoogte
heeft om de siliconenpatch van de kooksensor af te
dekken.
Breng de kooksensor niet aan op een andere hete
pan, om oververhitting te voorkomen.
Neem de kooksensor na het koken van de pan.
Bewaar hem op een schone, veilige plaats en niet in
de buurt van warmtebronnen.
U kunt maximaal drie kooksensoren tegelijk
gebruiken.
00577921 Set met 5 siliconenpatches
CA060300 Temperatuursensor en set met 5 siliconenpat-
ches
26
nl Draadloze temperatuursensor
De draadloze temperatuursensor
verbinden met het bedieningspaneel
Om de draadloze temperatuursensor met het
bedieningspaneel te verbinden, handelt u als volgt:
1Raak het symbool t in het hoofdaanzicht aan.
2De optie Kooksensor-koppeling kiezen en
vervolgens om te bevestigen het symbool G
aanraken.
3Raak binnen de volgende 30 seconden kort het
symbool ¨ op de draadloze kooksensor aan.
Na enkele seconden verschijnt het resultaat van de
verbinding tussen de kooksensor en het
bedieningspaneel op het display.
Vervolgens het symbool G aanraken om de keuze
te bevestigen.
4Om een andere kooksensor aan te sluiten het
symbool G aanraken. Om naar de
basisinstellingen terug te keren, het symbool '
aanraken.
Zodra de kooksensor met het bedieningspaneel
verbonden is, is de kooksensormodus beschikbaar.
Aanwijzingen
Als gevolg van een storing van de kooksensor kan
er vanwege de volgende redenen sprake zijn van
een foutieve verbinding:
Bluetooth-communicatiefout.
Het symbool op de kooksensor is niet binnen 30
seconden ingedrukt.
De batterij van de kooksensor is bijna leeg.
De kooksensor resetten en de
verbindingsprocedure opnieuw uitvoeren.
Bij een foutieve verbinding vanwege een
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Is de verbinding nog steeds foutief, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
Draadloze temperatuursensor resetten
1Het symbool ¨ op de kooksensor 8-10 seconden
lang aanraken.
In deze tijd licht de LED-indicatie van de
kooksensor drie keer op. Als de LED voor de derde
keer oplicht, start het resetten. Op dit moment het
symbool niet meer aanraken.
Zodra de LED uitgaat, is de draadloze kooksensor
gereset.
2Verbindingsprocedure herhalen.
Reinigen
De draadloze temperatuursensor mag niet in de
vaatwasmachine worden gereinigd.
Temperatuursensor
Reinig de temperatuursensor met een vochtige doek.
Nooit in de vaatwasmachine reinigen. Nooit in water
dompelen of schoonmaken onder stromend water.
Haal de temperatuursensor na het koken van de pan.
Bewaar hem op een schone, veilige plaats, bijv. in de
verpakking, en niet in de buurt van warmtebronnen.
Siliconenpatch
Alvorens deze aan te brengen op de temperatuursensor
moet de sensor worden schoongemaakt en afgedroogd.
Geschikt voor de afwasmachine.
Aanwijzing: Het kookgerei met de siliconenpatch niet
gedurende langere tijd in het zeepsop laten liggen.
Venster van de temperatuursensor.
Het sensorvenster moet altijd schoon en droog zijn. Ga
hierbij als volgt te werk:
U dient regelmatig vuil en vetvlekken te verwijderen.
Gebruik voor het schoonmaken een zachte doek of
wattenstaafjes en een schoonmaakmiddel voor glas.
Aanwijzingen
Gebruik geen scherpe reinigingsmiddelen, zoals
schuursponzen en schuurborstels of
reinigingscrème.
Raak het sensorvenster niet aan met uw vingers.
Hierdoor kan het vuil worden of er kunnen krassen
ontstaan.
27
Draadloze temperatuursensor nl
Batterij vervangen
Licht de temperatuursensor niet op wanneer het
symbool is ingedrukt, dan is de batterij ontladen.
Batterij vervangen:
1De siliconenafdekking van het onderste deel van de
behuizing van de temperatuursensor trekken en
beide schroeven verwijderen met een
schroevendraaier.
2De afsluiting van de temperatuursensor openen. De
batterij uit het oderste deel van de behuizing nemen
en een nieuwe batterij inbrengen (let erop dat de
patterijpolen in de juiste richting wijzen).
Attentie!
Geen voorwerpen van metaal gebruiken om de
batterij te verwijderen. De aansluitpunten van de
batterij niet aanraken.
3De afsluiting van de temperatuursensor sluiten (de
uitsparingen voor de schroeven van de afsluiting
moeten corresponderen met de inkepingen van het
onderste deel van de behuizing). De schroeven met
een schroevendraaier aandraaien.
4De siliconenafdekking weer aanbrengen op het
onderste deel van de behuizing van de
temperatuursensor.
Aanwijzing: Uitsluitend hoogwaardige batterijen
gebruiken van het type CR2032, om een langere
levensduur te garanderen.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Gaggenau Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met de functie Draadloze temperatuursensor
voldoet aan de fundamentele vereisten en de overige
toepasselijke bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.gaggenau.com op de
productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
De logo's en het merk Bluetooth® zijn geregistreerde
handelsmerken en eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
Het gebruik van deze merken door Gaggenau
Hausgeräte GmbH staat onder licentie. Alle andere
merken en merknamen zijn eigendom van de
betreffende bedrijven.
28
nl Kooksensor-modus
Ü
Kooksensor-modus
Kooksensor- modus
De kooksensorprocessen staan garant voor eenvoudig
koken en uitstekende bereidingsreusltaten.
De draadloze kooksensor meet continu de temperatuur
van het kookgerei. Hierdoor wordt het kookvermogens
precies gereguleerd en steeds de juiste temperatuur
aangehouden, om overmatig opkoken tegen te gaan en
perfecte bereidingsresultaten te bereiken.
Is de gekozen temperatuur bereikt, dan kunt u het
gerecht toevoegen. De temperatuur wordt constant
gehouden zonder dat u de kookstand hoeft te
veranderen.
Indien er een draadloze kooksensor voorhanden is, is
de kooksensor-modus beschikbaar voor het gehele
kookoppervlak, .
De draadloze kooksensor leidt de informatie over de
temperatuur van het kookgerei verder naar het
bedieningspaneel.
De kookplaat beschikt over een draadloze kooksensor.
Indien nodig kan deze achteraf in de vakhandel via onze
technische servicedienst of in onze onlineshop worden
aangeschaft. U kunt maximaal drie kooksensoren
tegelijk gebruiken.
Aanwijzing: U kunt hem bestellen onder opgave van het
referentienummer CA060300.
Voor informatie over de kooksensor, zie hoofdstuk
~ "Draadloze temperatuursensor"
Kookprocessen met gebruik van de
kooksensor
Met de kooksensor-modus kan voor elk gerecht de
beste bereidingstijd worden gekozen.
In de tabel staan de verschillende beschikbare
kookprocessen:
Kookprocessen Temperatuur Kookgerei Geschikt voor
Warmhouden, opwarmen 70 °C Bijv. punch, goulash
Zachtjes laten koken in melk 85 °C Bijv. pannacotta, rijstepap
Zachtjes laten koken in water 90°C Bijv. rijst, quinoa
Koken 100 °C Bijv. pasta, gnocchi, groente
Koken met de snelkookpan 115 °C Bijv. huisbereide bouillon, peul-
vruchten
Frituren bij lage temperatuur * 160 °C Bijv. donuts, beignets
Frituren bij matige temperatuur * 170°C Bijv. gepaneerde vis, vleesballe-
tjes
Frituren bij hoge temperatuur * 180°C Bijv. frites, diepvries
*Olie verwarmen met deksel en frituren zonder deksel.
29
Kooksensor-modus nl
Voordelen
De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de ingestelde temperatuur aan te houden. Dit
bespaart energie.
De temperatuur wordt op hetzelfde niveau
gehouden. Op deze manier wordt voorkomen dat er
voedsel overkookt. Bovendien hoeft u de
temperatuurstand niet te wijzigen.
De kooksensor-modus meldt wanneer het water of
de olie de optimale temperatuur heeft bereikt om
het product toe te voegen (zie uitzonderingen voor
producten die meteen aan het begin worden
toegevoegd).
Aanwijzingen
Gebruik pannen met een egale en dikke
bodem.Gebruik geen pannen waarvan de bodem
dun of vervormd is.
Vul de pan zodanig dat de inhoud de juiste hoogte
bereikt om de siliconenpatch van de kooksensor af
te dekken.
Tijdens het koken de kooksensor niet van de pan
afnemen.
Neem de kooksensor na het koken van de pan.
Voorzichtig, de kooksensor kan heel heet zijn.
Tips voor het koken met de
kooksensor-modus
Warmhouden/Opwarmen: diepvriesproducten in
porties, bijv. spinazie. Het diepvriesproduct in de
pan doen. De aangegeven waterhoeveelheid
toevoegen.Sluit de vorm af met een deksel. De in de
tabel aanbevolen temperatuur kiezen.
Zachtjes laten koken: Dit kookproces is geschikt
voor de bereiding van levensmiddelen bij lage
temperaturen, voor het indikken van sauzen en
eenpansgerechten en voor het koken met melk.
Afhankelijk van het gewenste gerecht de in de tabel
geadviseerde temperatuur kiezen.
Koken: dit kookproces maakt het mogelijk om water
te koken met een gesloten deksel, zonder dat het
overkookt. Dankzij deze temperatuurcontrole kan er
efficiënt gekookt worden. De in de tabel
aanbevolen temperatuur kiezen.
Koken in de snelkookpan: de aanbevelingen van de
fabrikant in acht nemen. Na het geluidssignaal
verder bereiden gedurende de aanbevolen tijd. De
in de tabel aanbevolen temperatuur kiezen.
Frituren: Het wordt aanbevolen om de olie met
gesloten deksel te verwarmen.De deksel na het
geluidssignaal afnemen en het voedsel toevoegen.
Afhankelijk van het gewenste gerecht de daarvoor
aanbevolen temperatuur in de tabel kiezen.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de pan tijdens de bereiding altijd
afgedekt is, behalve bij de functie Frituren.
Klinkt er geen signaal, zorg er dan voor dat er een
deksel op de pan zit. Zit er wel een deksel op de
pan, dan is het maximale vermogen van het apparaat
misschien bereikt of is de instelling
Energiemanagement geactiveerd. De tijd die nodig
is voor het bereiken van de gekozen temperatuur
kan hierdoor worden beïnvloed. De
vermogensstanden van de andere vormen
uitschakelen of verlagen. Zie het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen"
Olie nooit warm maken wanneer er geen toezicht is.
Gebruik olie die geschikt is om te frituren. Gebruik
geen mengsel van verschillende frituurvetten, zoals
olie en reuzel, omdat er dan schuim van hete
vetmengsels kan ontstaan.
Bent u bijv. na het koken van aardappels niet
tevreden met het resultaat, gebruik de volgende
keer dan meer water. Houd daarbij echter de
aanbevolen temperatuur aan.
Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af van
hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau bevindt.
Kookt het water te sterk of te zwak, dan kunt u het
kookpunt instellen. Ga als volgt te werk:
Raak het sensorveld t aan en kies de
basisinstelling Kooksensor-kalibratie.
De basisinstelling is standaard ingesteld op 200-
400 m. Bevindt uw woonplaats zich tussen de 200
en 400 meter boven zeeniveau, dan hoeft het
kookpunt niet te worden ingesteld. Kies anders de
instelling die overeenkomt met de hoogte boven
zeeniveau van uw woonplaats.
Aanwijzing: De temperatuurstand 100 ºC is voldoende
om efficiënt te koken, ook als het water hierbij niet al te
erg kookt. Het kookpunt kan echter gewijzigd worden. Is
het bijv. wenselijk dat het water sterker kookt, dan kan
er een geringere hoogte worden gekozen.
30
nl Kooksensor-modus
Zo stelt u in
1De kooksensor aan de pan bevestigen, zie het
hoofdstuk
2De pan met voldoende vloeistof op het kookvlak
plaatsen en altijd een deksel erop leggen. Zie het
hoofdstuk ~ "Draadloze temperatuursensor
aanbrengen".
3Op de kookzone-indicatie van de pan tippen.
4Raak het symbool i aan.
5Strijk met uw vinger tot het symbool ¨ naar boven.
Vervolgens het symbool G aanraken om de keuze
te bevestigen.
6Het symbool ¨ op de draadloze kooksensor
aanraken, zoals aangegeven op het display.
7De temperatuurstand kiezen.
De kooksensor-modus is geactiveerd.
Het temperatuursymbool naast de kookzone
wordt steeds intensiever verlicht, tot de gekozen
temperatuur bereikt is. Hierna klinkt er een signaal
en verdwijnt het temperatuursymbool.
8De deksel na het geluidssignaal afnemen en het
voedsel toevoegen. Tijdens de bereiding de deksel
niet afnemen.
Tip: Moet de temperatuur preciezer worden ingesteld,
dan kan deze met 1 °C tot 5 °C verhoogd of verlaagd
worden. Hiervoor op de gekozen temperatuur tippen en
vervolgens het symbool % aanraken.
Vervolgens de gewenste temperatuur kiezen en met het
symbool G bevestigen, of het symbool ' aanraken om
af te breken en het menu te verlaten.
Deactiveren
1Op de temperatuurstand tippen.
2Op het symbool i tippen en een andere modus
voor het kookgerei kiezen in het instelgebied.
3Op het symbool G tippen om de keuze te
bevestigen.
De kooksensor-modus is gedeactiveerd.





31
Kooksensor-modus nl
Aanbevolen gerechten
De volgende tabel bevat een keur aan gerechten en is
op levensmiddelen gesorteerd. De temperatuur en
bereidingstijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid, de
toestand en de kwaliteit van de levensmiddelen.
Vlees Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Worstjes 190 °C 10 - 20
Koken
Vleesballetjes 1100 °C 20 - 30
Soepkip 1100 °C 60 - 90
Gekookt rundvlees in soep 1100 °C 60 - 90
Koken met de snelkookpan
Soepkip in de snelkookpan2115 °C 15 - 25
Gekookt rundvlees in soep in de snelkookpan 2115 °C 15 - 25
Frituren
Stukken kip frituren 3170 °C 10 - 15
Vleesballetjes frituren 3170 °C 10 - 15
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 Product aan het begin toevoegen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel bakken.
Vis Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Gestoofde vis 190 °C 15 - 20
Frituren
Vis in bierdeeg frituren 2170 °C 10 - 15
Gepaneerde vis frituren 2170 °C 10 - 15
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel bakken.
Eiergerechten Temperatuur Tijd (min.)
Koken
Gekookte eieren 1100 °C 5 - 10
1 Product aan het begin toevoegen.
32
nl Kooksensor-modus
Groente en peulvruchten Temperatuur Tijd (min.)
Koken
Broccoli 1100 °C 10 - 20
Bloemkool 1100 °C 10 - 20
Spinazie 1100 °C 5 - 10
Spruitjes 1100 °C 30 - 40
Groene bonen 1100 °C 15 - 30
Kikkererwten 2100 °C 60 - 90
Erwten 1100 °C 15 - 20
Linzen 2100 °C 45 - 60
Koken met de snelkookpan
Groente in de snelkookpan 2115 °C 3 - 6
Kikkererwten in de snelkookpan2115 °C 25 - 35
Witte bonen in de snelkookpan 2115 °C 25 - 35
Linzen in de snelkookpan 2115 °C 10 - 20
Frituren
Gepaneerde groente frituren 3170 °C 4 - 8
Groente in bierdeeg frituren 3170 °C 4 - 8
Gepaneerde paddenstoelen frituren 3170 °C 4 - 8
Paddenstoelen in bierdeeg frituren 3170 °C 4 - 8
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 Product aan het begin toevoegen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel frituren.
Aardappels Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Aardappelballetjes bereiden185 °C 30 - 40
Koken
Gnocchi 1100 °C 3 - 6
Aardappelen koken 2100 °C 30 - 45
Zoete aardappelen koken2100 °C 30 - 45
Koken met de snelkookpan
Aardappelen in de snelkookpan2115 °C 10 - 20
Zoete aardappelen in de snelkookpan2115 °C 10 - 20
Frituren
Aardappelen met kruidige saus3160 °C 8 - 12
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 Product aan het begin toevoegen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel frituren.
33
Kooksensor-modus nl
Deegwaren en graan Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Griesmeelpap385 °C 5 - 10
Parboiled rijst190 °C 25 - 35
Volkorenrijst290 °C 45 - 55
Exotische rijst (bijv. Basmati, Thai)290 °C 8 - 12
Wilde rijst290 °C 20 - 30
Quinoa190 °C 10 - 12
Polenta385 °C 3 - 8
Koken
Pasta van harde tarwe3100 °C 7 - 10
Verse pasta3100 °C 3 - 5
Volkorenpasta3100 °C 7 - 10
Pasta van harde tarwe, gevuld3100 °C 15 - 20
Verse pasta, gevuld3100 °C 5 - 8
Koken met de snelkookpan
Rijst in de snelkookpan2115 °C 6 - 8
Volkorenrijst in de snelkookpan2115 °C 12 - 18
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 Product aan het begin toevoegen.
3 Regelmatig roeren.
Soep Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Instant crèmesoepen290 °C 10 - 15
Koken
Huisbereide bouillon1100 °C 60 - 90
Instantsoepen2100 °C 5 - 10
Koken met de snelkookpan
Huisgemaakte bouillon in de snelkookpan1115 °C 20 - 30
1 Product aan het begin toevoegen.
2 Regelmatig roeren.
Dessert Temperatuur Tijd (min.)
Zachtjes laten koken
Rijstepap385 °C 40 - 50
Havermoutpap385 °C 10 - 15
Chocoladepudding385 °C 3 - 5
Koken
Compote1100 °C 15 - 25
Frituren
Berliner bollen frituren2160 °C 5 - 10
Donuts frituren2160 °C 5 - 10
Buñuelos frituren2160 °C 5 - 10
1 Product aan het begin toevoegen.
2 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel frituren.
3 Regelmatig roeren.
34
nl Kooksensor-modus
Diepvriesproducten Temperatuur Tijd (min.)
Warmhouden, opwarmen
Groente in roomsaus470 °C 15 - 20
Bouillon ontdooien270 °C 15 - 25
Koken
Groene bonen, diepvries 1 100 °C 15 - 30
Frituren
Frites frituren3180 °C 4 - 8
1 Warm maken en bereiden met deksel. Producten na het geluidssignaal toevoegen.
2 Product aan het begin toevoegen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel frituren.
4 Regelmatig roeren.
Diversen Temperatuur Tijd (min.)
Warmhouden, opwarmen
Goulashsoep opwarmen 170 °C 10 - 20
Glühwein opwarmen 170 °C 5 - 15
Zachtjes laten koken
Melk verhitten 185 °C 3 - 10
1 Product aan het begin toevoegen.
35
Dynamisch koken voor één pan nl
Dynamisch koken voor één pan
Dynamisch koken voor één pan
Bij deze functie worden vooraf ingestelde
vermogensstanden weergegeven, wanneer er een pan
op het kookvlak wordt geplaatst.
Hiermee kunt u de vermogensstand tijdens de bereiding
veranderen door de pan gewoon naar voren of naar
achteren te verplaatsen.
Vooraf ingestelde vermogensstanden: ò.ó, ð.ó, î.ó,
ì.ó en ê.ó.
Voor het wijzigen van de vooraf ingestelde
vermogensstanden, zie het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Aanwijzingen
Is deze functie niet beschikbaar in het instelgebied,
dan is de pan mogelijk te groot. Gebruik een
kleinere pan.
Wanneer deze bij het kiezen van de
vermogensstand niet wordt geactiveerd, heeft het
apparaat wellicht zijn maximale vermogen bereikt.
Zie de instelling Energiemanagement in het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Voor meer informatie over de grootte en plaatsing
van pannen, zie het hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
Activeren
De pan op het kookvlak plaatsen.
1Op de kookzone-indicatie van de pan tippen.
2Raak het symbool i aan.
3Strijk met uw vinger tot het symbool Ð naar
beneden. Vervolgens het symbool G aanraken om
de keuze te bevestigen.
De functie is geactiveerd.
4De pan over het kookvlak bewegen tot de gewenste
vermogensstand is ingesteld. In de kookzone-
indicatie wordt de gekozen vermogensstand
weergegeven.
Vermogensstand wijzigen
De kookstanden kunnen tijdens het koken worden
gewijzigd. Op het bereik tippen waarvan de
vermogensstand moet worden gewijzigd om een andere
vermogensstand in het programmeerbereik te kiezen.
Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan
krijgen de vermogensstanden weer hun oorspronkelijke
instellingen.
Deactiveren
1Op de vermogensstand tippen.
2Op het symbool i tippen en een andere modus
voor het kookgerei kiezen in het instelgebied.
3Op het symbool G tippen om de keuze te
bevestigen.
De functie is gedeactiveerd. De eerder gekozen
vermogensstand blijft bestaan.





36
nl Teppanyaki-modus
Teppanyaki-modus
Teppanyaki- modus
Met deze modus kunt u het oppervlak van de teppanyaki
in twee helften verdelen: in een heet gebied met een
toegewezen kookstand en een gebied zonder
toegewezen kookstand.
U kunt de vermogensstanden tijdens het koken wijzigen.
Aanwijzing: Is deze functie niet beschikbaar in het
instelgebied, dan is de pan wellicht te groot.Gebruik
dan een kleinere pan.
Geschikte pannen
Er zijn teppanyaki's die optimaal geschikt zijn voor deze
modus. Deze kunt u achteraf aanschaffen in de
vakhandel of via onze technische servicedienst of
officiële website. Geef steeds het juiste
referentienummer op:
GN232110 grillplaat-afmetingen 325 x 530 mm
CA051300 grillplaat-afmetingen 265 x 415 mm
Activeren
De pan horizontaal of verticaal op het kookvlak
plaatsen.
1Op de kookzone-indicatie tippen.
2Raak het symbool i aan.
3Strijk met uw vinger naar boven en kies het
betreffende symbool voor de teppanyaki-grill op het
kookvlak.
Aanwijzing: In overeenstemming met de grootte van
de teppanyaki-grill en zijn positie op het kookvlak
worden alleen de beschikbare symbolen
weergegeven.
Vervolgens het symbool G aanraken om de keuze
te bevestigen.
4In het instelgebied de gewenste kookstand kiezen.
Op het display wordt het overzicht van de teppanyaki-
grill weergegeven, met de gekozen vermogensstand
voor één kookzone of voor het hele gebied dat door de
pan in beslag wordt genomen. Bij de kookzone die geen
toegewezen vermogensstand heeft, verschijnt het
symbool voor restwarmte f.
De modus is geactiveerd.
Vermogensstand wijzigen
Het toegewezen gebied van de vermogensstand
aanraken en met uw vinger naar boven of naar beneden
strijken in de richting van de gewenste vermogensstand.
Aanwijzing: Wordt de positie van de teppanyaki
veranderd, kies dan de juiste optie voor de nieuwe
positie op het kookvlak.
Deactiveren
1Op de vermogensstand tippen.
2Op het symbool i tippen en een andere modus
voor het kookgerei kiezen in het instelgebied.
3Op het symbool G tippen om de keuze te
bevestigen.
De modus is gedeactiveerd.
Symbool Stand
ÈVerticale positie, twee kookzones heet
ÀVerticale positie, onderste kookzone heet
ÁVerticale positie, bovenste kookzone heet
ÉHorizontale positie, twee kookzones heet
ÂHorizontale positie, rechterkookzone heet
ÃHorizontale positie, linkerkookzone heet
37
Kinderslot nl
A
Kinderslot
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u de kookplaat blokkeren, om te
verhinderen dat het apparaat wordt ingeschakeld zonder
dat er toezicht bij is.
Aanwijzing: Wanneer er een kookzone is ingeschakeld
kunt u het kinderslot niet activeren.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Het symbool ¯ ca. 4 seconden lang aanraken. Het
symbool 1 is verlicht.
Het kinderslot is geactiveerd. De kookplaat is
geblokkeerd.
Deactiveren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Het symbool 1 ca. 4 seconden lang aanraken. Het
symbool ¯ is verlicht.
Het kinderslot is gedeactiveerd. De kookplaat is
gedeblokkeerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u het automatische kinderslot inschakelt.
Aanwijzing: Om het automatische kinderslot te
deactiveren, het symbool 1 ca. 4 seconden lang
aanraken.
Š
Pauzefunctie
Pauzefunctie
Zolang de pauzefunctie geactiveerd is, verschijnen de
gekozen instellingen op het touch-display. Er wordt
echter geen vermogensstand gebruikt en de ingestelde
bereidingstijden stoppen.
Is de wekker van de stopwatch geactiveerd, dan lopen
ze verder. Is de pauzefunctie geactiveerd, dan kan de
wekkertijd niet worden veranderd.
De blokkering heeft geen effect op de hoofdschakelaar.
U kunt de kookplaat op elk moment uitschakelen.
Activeren
Raak het symbool H aan. De kookplaat blijft gedurende
30 minuten geblokkeerd. Nu kan bijvoorbeeld het
oppervlak van het touchdisplay worden gereinigd
zonder dat de instellingen veranderen.
Aanwijzing: Het symbool H wordt in de functiebalk
weergegeven zodra het koken werd gestart.
Deactiveren
Na 30 minuten schakelt de kookplaat automatisch uit.
Om de functie vóór het verstrijken van de 30 minuten te
deactiveren, eerst het symbool I en vervolgens ter
bevestiging het symbool G aanraken.
Aanwijzing: Als u de pan op het kookvlak verschuift
zolang de functie is geactiveerd, kunnen alle
instellingen verloren gaan.
b
Automatische
veiligheidsuitschakeling
Automati sche veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookplaat langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone stopt hierbij met opwarmen. Op het
display verschijnt een aanwijzing.
Raak het symbool aan. De kookzone kan opnieuw
worden geprogrammeerd.
Het tijdstip waarop de automatische
veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd hangt af van
de ingestelde vermogensstand (na 1 tot 10 uur).
38
nl Basisinstellingen
Q
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Het apparaat heeft verschillende basisinstellingen. U
kunt deze instellingen aanpassen aan uw persoonlijke
behoeften.
--------
Instellingen Beschrijving en opties
Helderheid U kunt de helderheid van het touch-display veranderen.
[Startbeeldscherm U kunt bepalen of het merklogo bij het inschakelen van de kookplaat moet worden weer-
gegeven.
"Geluidssignalen U kunt bepalen welke geluidssignalen het apparaat moet afspelen.
kW Energiemanagement U kunt het totale vermogen van de kookplaat begrenzen en aanpassen aan de lokale
netaansluiting.
¬Professioneel koken - Vermo-
gensstanden
U kunt de vooraf ingestelde vermogensstanden van de kookgebieden wijzigen voor de
modus Professioneel koken.
ËDynamisch koken - Vermogens-
standen
U kunt de vooraf ingestelde vermogensstanden van de kookgebieden wijzigen voor de
modus Dynamisch koken.
ÐDynamisch koken voor één pan
- Vermogensstanden
U kunt voor een pan de vooraf ingestelde vermogensstanden van de kookgebieden wijzi-
gen voor de modus Dynamisch koken.
KAL Kooksensor-kalibratie Stel de hoogte boven zeeniveau in om het kookpunt aan te passen.
¨Kooksensor-koppeling Breng de verbinding tussen de draadloze kooksensor en de kookplaat tot stand.
rTemperatuurformat U kunt het temperatuurformat wijzigen.
ŒTaal U kunt de display-taal wijzigen.
âStartmodus Kies de kookmodus waarmee de kookplaat dient te starten.
äApparaatnummer en productie-
datum
U kunt informatie krijgen over uw apparaat.
ãAutomatisch terugzetten U kunt instellen hoelang uw apparaat de laatst gebruikte instellingen na het uitschakelen
onthoudt.
|Voorinstellingen U kunt alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
¯Kinderslot U kunt de kookplaat blokkeren met het kinderslot en voorkomen dat kinderen deze onbe-
voegd gebruiken.
}Regeling afzuigkap De ventilatie-regeling vanuit de kookplaat kan tot stand komen door het apparaat te ver-
binden met het thuisnetwerk of via een directe verbinding tussen ventilatie en kookplaat.
¯Thuisnetwerk De kookplaat kan automatisch (via WPS) of handmatig bij het thuisnetwerk worden aan-
gemeld.
39
Home Connect nl
Naar de basisinstellingen
Alle kookzones moeten gedeactiveerd zijn.
1Raak het symbool t aan. Op het display wordt het
menu Basisinstellingen weergegeven.
2De vooraf ingestelde instelling is Helderheid. Strijk
met uw vinger naar rechts of links om een andere
instelling te kiezen.
3Om de gekozen instelling te veranderen, op het
symbool % tippen.
4De gekozen instelling veranderen.
5Het symbool G aanraken om de keuze te
bevestigen.
De instellingen zijn opgeslagen.
Om af te breken en het menu te verlaten, het
symbool ' aanraken.
Menu Basisinstellingen verlaten
Om de basisinstellingen te verlaten het symbool # van
de hoofdschakelaar aanraken.
o
Home Connect
Home Connect
Dit apparaat is voorzien van WLAN, zodat er via een
mobiel eindapparaat instellingen naar het apparaat
kunnen worden gezonden.
Als het apparaat niet met het thuisnetwerk wordt
verbonden, functioneert het als een kookveld zonder
netwerkaansluiting. Het kookveld kan altijd via het
bedieningspaneel worden bediend.
De beschikbaarheid van de functie Home Connect is
afhankelijk van de beschikbaarheid van de Home
Connect diensten in uw land. De Home Connect
diensten zijn niet in elk land beschikbaar.Meer
informatie hierover vindt u op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
Kookvelden zijn niet bedoeld voor gebruik zonder
toezicht - het koken moet worden gecontroleerd.
Houd u aan de veiligheidsadviezen in deze
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat deze ook
worden nageleefd wanneer u het apparaat via de
Home Connect app bedient. Houd u ook aan de
aanwijzingen in de Home Connect
app.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
U kunt met de Home Connect app instellingen naar
uw apparaat zenden. Deze moeten vervolgens op
het apparaat worden bevestigd. Het is niet mogelijk
het apparaat te bedienen terwijl u onderweg bent.
De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is de bediening via de
Home Connect app niet mogelijk.
Verbinding met het thuisnetwerk
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
De apparaten dienen met hetzelfde netwerk verbonden
te zijn.
Configureren van de Home Connect App
Aanwijzing: U heeft een mobiel eindapparaat nodig dat
is voorizen van de actuele versie van het betreffende
besturingssysteem.
1Open op uw mobiele eindapparaat de App Store
(Apple-apparaten) of de Google Play Store
(Android-apparaten).
2Voer het zoekbegrip “Home Connect” in.
%ULOOR
+HOGHUKHLG
+HOGHUKHLG
40
nl Home Connect
3Kies de Home Connect App en installeer deze op
uw mobiele eindapparaat.
4Start de app en stel uw Home Connect toegang in.
De app leidt u daarbij door het aanmeldingsproces.
Noteer vervolgens uw e-mailadres en uw password.
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
Er is toegang tot de router nodig. Is dit niet het geval,
doorloop dan de stappen in „Handmatige aanmelding
bij het thuisnetwerk”.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Er wordt aangegeven wat de vereiste voorwaarden
zijn om verbinding met Home Connect te kunnen
maken. Ter bevestiging het symbool G aanraken.
4De optie Automatisch (WPS) kiezen en het
symbool G aanraken om de keuze te bevestigen.
5Binnen 2 minuten, zoals aangegeven op het display,
op de WPS-toets van de router tippen.
6Als de kookplaat met het thuisnetwerk is
verbonden, verschijnt er een melding. Met het
symbool G bevestigen.
7Vervolgens de Home Connect app in het mobiele
eindapparaat openen en verbinding maken volgens
de aanwijzingen op het display.
8Wanneer de verbinding met de app succesvol was,
verschijnt er een melding . Om te bevestigen het
symbool G aanraken.
Op het display verschijnt opnieuw het menu
Basisinstellingen met de gegevens over het type en de
sterkte van de thuisnetwerkverbinding. Het symbool '
aanraken om naar het hoofdaanzicht terug te keren of
de instelling Thuisnetwerk kiezen om bij de instellingen
voor Home Connect te komen.
In het hoofdaanzicht verschijnt het symbool Û.
Aanwijzing: Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, start u de assistent opnieuw of meldt
u het apparaat handmatig bij het thuisnetwerk aan.
7KXLVQHWZHUN
1LHWJHDFWLYHHUG
_
$FWLYHHUELQQHQGHPLQXWHQGH:36IXQFWLH
RSXZURXWHU
7KXLVQHWZHUN_1HWZHUNDDQPHOGLQJ

7KXLVQHWZHUN_1HWZHUNDDQPHOGLQJ
1HWZHUNDDQPHOGLQJVXFFHVYRO

7KXLVQHWZHUN_9HUELQGHQPHWDSS
9HUELQGLQJPHWDSSVXFFHVYRO
7KXLVQHWZHUN
:/$1PHW
41
Home Connect nl
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Er wordt aangegeven wat de vereiste voorwaarden
zijn om verbinding met Home Connect te kunnen
maken. Ter bevestiging het symbool G aanraken.
4De optie Handmatig kiezen en met het symbool G
bevestigen.
5Op het display verschijnt een bericht om de
netwerkinstellingen van het mobiele eindapparaat
te openen. Ter bevestiging het symbool G
aanraken.
6Binnen 5 minuten het mobiele apparaat aanmelden
met de SSID „HomeConnect“ en het wachtwoord
„HomeConnect“.
7Vervolgens de Home Connect app op het mobiele
apparaat openen.
8Als de kookplaat met het thuisnetwerk is
verbonden, verschijnt er een melding. Met het
symbool G bevestigen.
9Vervolgens de Home Connect app in het mobiele
eindapparaat openen en verbinding maken volgens
de aanwijzingen op het display.
10 Wanneer de verbinding met de app succesvol was,
verschijnt er een melding . Om te bevestigen het
symbool G aanraken.
Op het display verschijnt opnieuw het menu
Basisinstellingen met de gegevens over het type en de
sterkte van de thuisnetwerkverbinding. Het symbool '
aanraken om naar het hoofdaanzicht terug te keren of
de instelling Thuisnetwerk kiezen om bij de instellingen
voor Home Connect te komen.
In het hoofdaanzicht verschijnt het symbool Û.
Aanwijzing: Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, start u de assistent opnieuw of meldt
u het apparaat handmatig bij het thuisnetwerk aan.
7KXLVQHWZHUN
1LHWJHDFWLYHHUG
_
+DQGPDWLJHQHWZHUNDDQPHOGLQJ
0DDNELQQHQPLQXWHQYHUELQGLQJPHWKHW:/$1
QHWZHUN+RPH&RQQHFWRSXZPRELHOHDSSDUDDW
+HWZDFKWZRRUGLV+RPH&RQQHFW
2SHQYHUYROJHQVGHDSS

7KXLVQHWZHUN_1HWZHUNDDQPHOGLQJ
1HWZHUNDDQPHOGLQJVXFFHVYRO

7KXLVQHWZHUN_9HUELQGHQPHWDSS
9HUELQGLQJPHWDSSVXFFHVYRO
7KXLVQHWZHUN
:/$1PHW
42
nl Home Connect
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
Navigeer in de basisinstellingen van uw kookveld naar
de Home Connect instellingen om de netwerk- en
apparaatinformatie weer te geven.
Aanwijzing: De instelling Verbinding wordt alleen
weergegeven wanneer er nog geen verbinding met het
thuisnetwerk is. Alle andere instellingen worden alleen
weergegeven als er al verbinding is met het
thuisnetwerk.
WLAN-symbolen
De WLAN-indicatie in het hoofdbedieningspaneel
verandert afhankelijk van de toestand van de verbinding
en de beschikbaarheid van de Home Connect server.
Instellingen Beschrijving
ÖVerbinding De verbinding met het WLAN-netwerk kan worden in- en uitgeschakeld.
ÎVerbinden met app De verbinding kan met één of meerdere Home Connect accounts worden gemaakt.
}Instellingen via app U kunt instellen of het versturen van kookinstellingen mogelijk is.
Netwerkinstellingen wissen Alle netwerkinstellingen van het apparaat wissen
Symbool Beschrijving
ÛThuisnetwerk beschikbaar en instellingen in de
app geactiveerd
ÖThuisnetwerk beschikbaar en instellingen in de
app gedeactiveerd
îGeen verbinding met de Home Connect server
en instellingen in de app geactiveerd
ïGeen verbinding met de Home Connect server
en instellingen in de app gedeactiveerd
ÜGeen WLAN-verbinding beschikbaar en instellin-
gen in de app geactiveerd
ÝGeen WLAN-verbinding beschikbaar en instellin-
gen in de app gedeactiveerd
ÙOnderhoud op afstand uitgevoerd en WLAN-ver-
binding beschikbaar
ÚOnderhoud op afstand uitgevoerd en geen
WLAN-verbinding beschikbaar
43
Home Connect nl
WLAN deactiveren
Is WLAN geactiveerd, dan kan de Home Connect-
functie gebruikt worden.
Aanwijzing: Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max. 2 W nodig.
Om WLAN te deactiveren, gaat u als volgt te werk:
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3De optie Verbinding kiezen.
4De optie Niet verbonden kiezen.
WLAN is gedeactiveerd en op het bedieningspaneel
verdwijnt het symbool Û.
Verbinding met thuisnetwerk verbreken
U kunt de kookplaat op elk moment van het netwerk
loskoppelen.
Aanwijzing: Wanneer de kookplaat losgekoppeld is van
het netwerk kan hij niet via Home Connect worden
bediend.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Netwerkinstellingen wissen kiezen.
4Op het symbool G tippen om de keuze te
bevestigen.
Het apparaat heeft geen verbinding met het
thuisnetwerk meer en het symbool Û verdwijnt van het
bedieningspaneel.
Aanwijzing: De netwerkverbinding wordt ook gewist
wanneer het apparaat naar de fabrieksinstellingen wordt
teruggezet.
Verbinden met thuisnetwerk
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Verbinding kiezen.
4Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk „Handmatige
aanmelding bij het thuisnetwerk" of „Automatische
aanmelding bij het thuisnetwerk" op.
Met app verbinden
Wanneer de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd, kunt u hem verbinden met
uw kookplaat.
U kunt meerdere mobiele eindapparaten verbinden met
de kookplaat.
Aanwijzingen
Het apparaat moet verbonden zijn met het
thuisnetwerk.
De Home Connect app moet op het mobiele
apparaat geopend en geconfigureerd worden.
Wanneer er een directe verbinding met een
afzuigkap is, dient u de kookplaat eerst te
ontkoppelen van het thuisnetwerk en opnieuw
verbinding te maken.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Verbinden met app aanraken.
Er kan ook een andere Home Connect account met de
kookplaat worden verbonden. Raak hiervoor Verbinden
met app aan.
4Volg de aanwijzingen in de app op om het
verbindingsproces af te sluiten.
9HUELQGLQJ
9HUERQGHQ
1HWZHUNLQVWHOOLQJHQZLVVHQ
9HUELQGHQPHWDSS
44
nl Home Connect
Instellingen via app
U kunt met de Home Connect app op comfortabele
wijze toegang krijgen tot de basisinstellingen van de
kookplaat en instellingen voor de kookzones naar de
kookplaat zenden.
Aanwijzingen
De bediening direct op het apparaat heeft altijd
voorrang. Bij de bediening direct op het apparaat is
bediening via de Home Connect app niet mogelijk.
De overdracht van de instellingen is standaard
geactiveerd.
Als de overdracht van instellingen is gedeactiveerd,
worden alleen de bedrijfstoestanden van de
kookplaat in de Home Connect app weergegeven.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling Thuisnetwerk.
3Instellingen via app aanraken.
4Om de overdracht te activeren Ja aanraken; om de
overdracht te deactiveren Nee aanraken.
Kookinstellingen bevestigen
Zodra de instellingen naar een kookzone worden
overgebracht, verschijnt een bevestigingsmelding op
het touch-display van de kookplaat.
Software-update
Met de functie Software-update wordt de software van
de kookplaat geactualiseerd (bijvoorbeeld voor
optimalisatie, verhelping van fouten of
veiligheidsrelevante updates). Voorwaarde voor het
gebruik van de app is dat u geregistreerd bent als Home
Connect gebruiker en dat de app op het mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd en verbonden met de
Home Connect server.
Zodra er een software-update beschikbaar is, wordt u
hier via de Home Connect app over geïnformeerd. U
kunt de software-update starten via de app of de
kookplaat. Houd u hierbij aan de aanwijzingen op het
display.
Nadat het downloaden met succes is afgesloten kunt u,
wanneer er verbinding met het lokale netwerk is, de
installatie uitvoeren via de Home Connect app.
Na een succesvolle installatie zendt de Home Connect
app de betreffende informatie.
Aanwijzingen
Tijdens het downloaden kunt u de kookplaat blijven
gebruiken.
Afhankelijk van de persoonlijke instellingen in de
app kunnen software-updates ook automatisch
worden gedownload.
In geval van een veiligheidsrelevante update is het
raadzaam deze zo snel mogelijk te installeren.
Afstandsdiagnose
Bij storingen kan de servicedienst toegang tot uw
apparaat krijgen om een diagnose op afstand uit te
voeren.
Neem contact op met de servicedienst en zorg ervoor
dat uw apparaat met de Home Connect-server is
verbonden. Controleer of de dienst diagnose op afstand
in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing: Ga voor meer informatie naar Help &
Support op de Home Connect-website van uw land:
www.home-connect.com. Daar kunt u ook zien of de
dienst diagnose op afstand in uw land beschikbaar is.
,QVWHOOLQJHQYLDDSS
*HGHDFWLYHHUG
45
Ventilatieregeling nl
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
Eenduidige identificatie van het apparaat
(bestaande uit apparaatsleutels en het MAC addres
van de gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Gaggenau Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.gaggenau.com op de
productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
e
Ventilatieregeling
Ventilati eregeli ng
U kunt dit apparaat met een passende afzuigkap
verbinden en zo de functies van de kap regelen via de
kookplaat.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de apparaten
met elkaar te verbinden:
Home Connect
Wanneer beide apparaten geschikt zijn voor Home
Connect, is het mogelijk ze te verbinden via de Home
Connect app.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
Apparaten direct verbinden
Als het apparaat rechtstreeks met een afzuigkap wordt
verbonden, is er geen verbinding met het thuisnetwerk
meer mogelijk. Het apparaat functioneert als een
kookplaat zonder netwerkverbinding. De kookplaat kan
altijd via het bedieningspaneel worden bediend.
y
BE BG CZ DK DE EE IE EL
ES FR HR IT CY LV LT LU
HU MT NL AT PL PT RO SI€
SK FI SE UK NO CH TR
5 GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
46
nl Ventilatieregeling
Apparaten verbinden via het thuisnetwerk
Als de apparaten via het thuisnetwerk met elkaar
worden verbonden, dan kan zowel de afzuigregeling als
Home Connect voor de kookplaat worden gebruikt.
Aanwijzingen
Houd u aan de veiligheidsadviezen in de
gebruiksaanwijzing van de afzuigkap. Zorg ervoor
dat deze ook worden opgevolgd als u het apparaat
via de afzuigregeling van de kookplaat
bedient.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
De bediening op de afzuigkap heeft altijd voorrang.
Gedurende deze tijd is bediening via de
afzuigregeling van de kookplaat niet mogelijk.
Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max. 2 W nodig.
Instellen
Om de verbinding tussen kookplaat en afzuigkap in te
kunnen stellen, moet de kookplaat ingeschakeld zijn.
Directe verbinding
Zorg ervoor dat de afzuigkap uitgeschakeld is.
Lees hiervoor het hoofdstuk “Verbinding kookplaat” in
de gebruiksaanwijzing van uw afzuigkap.
Aanwijzing: Als u de kookplaat rechtstreeks met de
afzuigkap verbindt, is er geen verbinding met het
thuisnetwerk meer mogelijk en kunt u Home Connect
niet meer gebruiken.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling } Regeling afzuigkap.
3De optie Regeling afzuigkap kiezen en om te
bevestigen het symbool G aanraken.
4Binnen 2 minuten de verbinding met de afzuigkap
starten. Zie de bedieningshandleiding van de
afzuigkap.
Na beëindiging van de installatie wordt een bericht
opgevraagd dat het verbindingsproces weergeeft. Is er
verbinding gemaakt, dan verschijnt in het hoofdaanzicht
het symbool S voor de ventilatie-regeling vanuit de
kookplaat.
Dient de instelling te worden gewijzigd, kies dan
opnieuw de optie S Regeling afzuigkap en voer
vervolgens de gewenste verandering uit.
Verbinding via thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
Toegang tot de router is vereist. Anders volgt u de
stappen onder „Directe verbinding“.
Zorg er aan het begin voor dat de afzuigkap met
hetzelfde thuisnetwerk verbonden is.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling } Regeling afzuigkap.
3De optie Thuisnetwerk kiezen en ter bevestiging
het symbool G aanraken.
4Binnen 2 minuten op de WPS-knop op de router
drukken.
Als de kookplaat met het thuisnetwerk is
verbonden, verschijnt een melding.
5Binnen 2 minuten de verbinding met de afzuigkap
starten. Zie de bedieningshandleiding van de
afzuigkap.
Na beëindiging van de installatie wordt een bericht
opgevraagd dat het verbindingsproces weergeeft. Is er
verbinding gemaakt, dan verschijnt in het hoofdaanzicht
het symbool S voor de ventilatie-regeling vanuit de
kookplaat.
Aanwijzing: Er kan alleen verbinding worden gemaakt
wanneer beide apparaten met het thuisnetwerk zijn
verbonden en met het verbindingsproces bezig zijn. Als
de tijd voor de verbindingsprocedure bij één van beide
apparaten al is verstreken, start de verbinding dan
opnieuw.
47
Ventilatieregeling nl
Loskoppelen van het netwerk
De verbinding met het thuisnetwerk kan worden
opgeheven.
1Om de basisinstellingen te openen dient u het
symbool t in het hoofdaanzicht aan te raken.
2Strijk met uw vinger naar rechts of links en kies de
instelling } Regeling afzuigkap.
3 Uitschakelen Hood control kiezen en ter
bevestiging het symbool G aanraken.
De verbindingen zijn opgeheven.
Aanwijzing: Er kan op elk moment weer verbinding met
het thuisnetwerk worden gemaakt.
Kap via het kookveld regelen
In de basisinstellingen van de kookplaat kan de functie
van de afzuigkap afhankelijk van het in- en uitschakelen
van de kookplaat of van afzonderlijke kookzones worden
ingesteld.
Via het bedieningspaneel kunt u andere instellingen
uitvoeren.
Ventilator instellen
Activeren
1Raak het symbool H in het hoofdaanzicht aan.
2Kies in het instelgebied de ventilatorstand. De
volgende instellingen zijn mogelijk:
Afhankelijk van de gekozen instelling van de
ventilatie-regeling wordt daarnaast het volgende
weergegeven:
In het hoofdaanzicht verschijnt de gekozen stand naast
het symbool H.
Deactiveren
Ventilatiestand 0 kiezen.
Automatische modus instellen
Activeren
1Raak het symbool H in het hoofdaanzicht aan.
2De optie }Regeling afzuigkap kiezen.
3De optie <Automatisch kiezen.
Afhankelijk van de sensorinstelling van de afzuigkap
start de ventilator automatisch zodra er rook wordt
waargenomen. Voor meer informatie zie de
bedieningshandleiding van de afzuigkap.
Deactiveren
1Raak het symbool H in het hoofdaanzicht aan.
2Een andere ventilatiestand kiezen.
Verlichting van de kap instellen
Het licht van de kap kan via het bedieningsveld van de
kookplaat worden in- en uitgeschakeld.
1Raak het symbool H in het hoofdaanzicht aan.
2De optie ž Helderheid kiezen.
3Mate van helderheid kiezen.
Afhankelijk van de gekozen basisinstellingen gaat het
licht samen met de kookplaat aan of uit.
0 Ventilator uit
1, 2, 3 Ventilatiestanden.
Intensiteit: laag, gemiddeld, hoog
.Intensiefstand
<Automatische modus
žNaventilatie
U Functie Onbekend
48
nl Ventilatieregeling
Instellingen Ventilatie-regeling
U kunt de koolplaatgebaseerde kapbesturing altijd aan
uw behoeften aanpassen.
Aanwijzing: : De instellingen worden alleen
weergegeven als het apparaat met een afzuigkap is
verbonden.
--------
Instellingen Beschrijving
}Automatische regeling U kunt tijdens het inschakelen van de kookplaat de ventilatorstand voor het gebruik van
de afzuigkap kiezen.
žNaloop-functie De naloopfunctie ventileert na uitschakeling van de kookplaat gedurende een bepaalde
tijd.
žHelderheid U kunt het helderheidsniveau kiezen waarmee de lamp oplicht bij inschakeling van de
kookplaat.
¾Automatische uitschakeling U kunt kiezen of bij uitschakeling van de kookplaat ook de lamp van de afzuigkap moet
worden uitgeschakeld.
Uitschakelen Hood control De verbinding met het thuisnetwerk kan worden opgeheven.
Sommige van deze instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar
49
Reinigen nl
D
Reinigen
Reinigen
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
kopen via de klantenservice of in onze e-shop.
Kookplaat
Schoonmaken
Maak de kookplaat altijd schoon na het koken. Hierdoor
wordt voorkomen dat achtergebleven resten van
etenswaar inbranden. Maak de kookplaat pas schoon
wanneer de indicatie van de restwarmte verdwenen is.
Reinig de kookplaat met een vochtig schoonmaakdoekje
en droog hem vervolgens met een doek na, zodat er
geen kalkvlekken ontstaan.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn
voor dit soort kookplaten. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant op de productverpakking.
Gebruik in geen geval:
onverdunde afwasmiddelen
schoonmaakmiddelen voor de vaatwasmachine
schuurmiddelen
scherpe schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddelen
schuursponsjes
hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten
Hardnekkig vuil verwijdert u het best met een in de
handel verkrijgbare schraper. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Geschikte schrapers kunt u kopen via de klantenservice
of in onze online-shop.
Met speciale sponsjes voor het reinigen van kookplaten
van glaskeramiek bereikt u goede resultaten.
Aanwijzing: Gebruik geen schoonmaakmiddelen zolang
de kookplaat warm is. Hierdoor kunnen vlekken
ontstaan. Zorg ervoor dat alle resten van het gebruikte
schoonmaakmiddel worden verwijderd.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te
voorkomen, dient u zich te houden aan de volgende
aanwijzingen:
Gebruik alleen warm zeepsop.
Was nieuwe schoonmaakdoekjes voor gebruik
grondig uit.
Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
Gebruik geen schraper of scherpe voorwerpen.
Mogelijke vlekken
Resten van kalk en
water
Maak de kookplaat schoon zodra hij
afgekoeld is. Er kan een geschikt
schoonmaakmiddel voor kookplaten van
glaskeramiek worden gebruikt.*
Suiker, maïzena of
plastic
Direct verwijderen, gebruik een schra-
per. Voorzichtig: risico van verbranding.*
* Vervolgens met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen en
met een doek nadrogen.
50
nl Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
{
Veelgestelde vragen en antwoorden
(FAQ)
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
--------
--------
Gebruik
Er verschijnt geen indicatie op het display
De helderheid is wellicht niet goed ingesteld. Kijk van bovenaf op het display en stel via de basisinstellingen de hel-
derheid in.
Voor meer informatie over de instellingen, zie hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Op het hoofddisplay verschijnt een waarschuwing en er klinkt een signaal
Verwijder vloeistof of etensresten van het bedieningspaneel. Verwijder alle voorwerpen die op het bedieningspa-
neel liggen.
Voor aanwijzingen over het deactiveren van het geluidssignaal, zie hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Geluiden
Waarom zijn er tijdens het koken geluiden te horen?
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem van de pan kunnen bij gebruik van de kookplaat geluiden te horen zijn.
Deze geluiden zijn normaal en horen bij de inductietechnologie. Ze duiden niet op een defect.
Mogelijke geluiden:
Diep zoemen zoals bij een transformator:
Ontstaat bij het koken op een hoge vermogensstand. Het geluid verdwijnt of neemt af wanneer een lagere vermo-
gensstand wordt gekozen.
Zacht zoemen:
De pan is mogelijkerwijze te klein of niet geschikt voor inductie. Plaats hem ergens anders op het kookvlak of
gebruik een grotere pan.
Zacht fluiten:
Ontstaat wanneer de kookpan leeg is. Dit geluid verdwijnt wanneer er water of levensmiddelen in de pan worden
gedaan.
Hoge fluittonen:
Deze kunnen ontstaan wanneer er voor twee kookzones tegelijk de hoogste vermogensstand wordt gebruikt. De
fluittonen verdwijnen of worden zwakker wanneer de vermogensstand lager wordt gezet.
Knisperen:
Ontstaat bij kookpannen die bestaan uit verschillende materiaallagen of bij gelijktijdig gebruik van pannen van ver-
schillende grootte en verschillend materiaal. Afhankelijk van de hoeveelheid en de bereidingswijze van de gerech-
ten kan de sterkte van het geluid variëren.
Ventilatorgeluid:
De kookplaat beschikt over een ventilator die bij hoge temperaturen wordt ingeschakeld. Wanneer de gemeten tem-
peratuur nog te hoog is, kan de ventilator ook na uitschakeling van de kookplaat verder lopen.
Klikgeluiden:
Wanneer er bij het activeren of verplaatsen van een pan af en toe een klikgeluid te horen is, is dit volkomen normaal.
Ook kunnen er weleens andere, zuiver toevallige geluiden optreden die geen verband houden met de pan.
Vormen
Welk pannen zijn geschikt voor de inductiekookplaat?
Voor informatie over pannen die geschikt zijn voor inductiekoken, zie hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Waarom warmt de kookplaat niet op?
Zorg ervoor dat de pan geschikt is voor inductiekoken. Voor informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van de pannen, zie hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
51
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) nl
--------
Waarom duurt het zo lang tot de pan warm wordt of waarom wordt hij niet warm genoeg, hoewel er een hoge vermogens-
stand is ingesteld?
Zorg ervoor dat de pan geschikt is voor inductiekoken. Voor informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van de pannen, zie hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
De weergave van de pan op het touch-display komt niet overeen met de grootte of de vorm van de kookpan
De weergave van de pan op het touch-display dient alleen ter oriëntering.
Zorg ervoor dat de pan volledig binnen het kookvlak staat.
Op het kookvlak staat een pan die niet op het touch-display wordt weergegeven
Er staan meer dan 8 pannen op het kookvlak.
De pan is te klein: er wordt een diameter van 90 tot 340 mm geadviseerd.
Gebruik een grotere pan of een pan die geschikt is voor inductie, of verander de verdeling van de pannen op het
kookvlak. Voor informatie over pannen die geschikt zijn voor inductiekoken, zie hoofdstuk ~ "Koken met
inductie"
Er staan twee pannen op het kookvlak. Op het touch-display worden deze echter als één pan weergegeven.
Worden er twee pannen zeer dicht naast elkaar op het kookvlak geplaatst, dan worden ze soms op het touch-dis-
play als één pan weergegeven.
Plaats beide pannen verder uit elkaar, tot ze op het touch-display als twee afzonderlijke pannen worden weergege-
ven.
Er staat één pan op het kookvlak. Op het touch-display worden er echter twee of meer weergegeven.
Mogelijkerwijs heeft de bodem van de pan een reliëf, is hij vervormd of is de pan niet geschikt voor inductie.
Controleer of de bodem vlak is en plaats de pan weer op het kookvlak. Voor informatie over het soort, de grootte en
de plaatsing van de pannen, zie hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Niet elke pan die op het kookvlak staat, kan geactiveerd worden.
U kunt tot 8 kookpannen op het kookvlak plaatsen, maar slechts met maximaal 5 gelijkmatig verdeelde pannen tege-
lijkertijd koken.
Voor informatie over de plaatsing van de pannen, zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Aan één kant kunt u koken met maximaal 3 pannen. Staat er een pan in het midden van het kookvlak of is hij te
groot, dan wordt het aantal actieve kookpannen beperkt.
Voor informatie over de plaatsing van de pannen, zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Een van de pannen is niet geschikt voor inductiekoken. Op het touch-display verschijnt het symbool Õ naast de
ongeschikte pan.
Voor informatie over pannen die geschikt zijn voor inductiekoken, zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Het maximale vermogen van het apparaat is overschreden of de instelling Energiemanagement is geactiveerd.
De installatie controleren en de instelling Energiemanagement correct configureren. Zie het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen"
De vermogensstand kan niet worden verhoogd.
Het maximale vermogen van het apparaat is bereikt of de instelling Energiemanagement is geactiveerd.
Verander de verdeling van de pannen over het kookvlak. De installatie controleren en de instelling Energiemanage-
ment correct configureren.Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
De kooksensor is niet beschikbaar.
Het maximale vermogen van het apparaat is bereikt of de instelling Energiemanagement is geactiveerd.
Om de kooksensor beschikbaar te maken dient u andere kookzones uit te schakelen of het vermogen van de
andere pannen terug te brengen. Verander de verdeling van de pannen over het kookvlak. De installatie controleren
en de instelling Energiemanagement correct configureren.Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Binnenin de pan treedt een ongelijkmatigere blaasjesvorming op.
Afhankelijk van de gekozen vermogensstand, het soort pan of de combinatie met andere pannen kan er een onge-
lijkmatige blaasjesvorming ontstaan. Dit heeft geen invloed op de temperatuur of de bereidingswijze.
Voor informatie over het soort, de grootte en de plaatsing van de pannen, zie het hoofdstuk ~ "Koken met
inductie"
52
nl Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
--------
--------
Reinigen
Hoe wordt de kookplaat schoongemaakt?
Met speciale schoonmaakmiddelen voor glaskeramiek bereikt u optimale resultaten. Gebruik geen scherpe of schu-
rende schoonmaakmiddelen, reinigingsmiddelen voor afwasmachines (concentraten) of poetslappen.
Voor meer informatie over reiniging en onderhoud van de kookplaat, zie hoofdstuk ~ "Reinigen"
Thuisnetwerk
Waarom kan de kookplaat niet met het thuisnetwerk worden verbonden nadat de WPS-toets van de router ingedrukt is?
Nadat de optie Automatische verbinding is gekozen, binnen de volgende 2 minuten op de WPS-toets van de router
drukken.
Is deze tijd verstreken, begin dan opnieuw met het tot stand brengen van de verbinding. Als de problemen blijven
bestaan, de fabrieksinstellingen opnieuw instellen, zie hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Waarom komt er vanuit het mobiele eindapparaat geen aanmelding tot stand bij het netwerk Home Connect?
Verbinden met SSID HomeConnect en het wachtwoord HomeConnect.
Zorg ervoor dat alle tekens correct worden ingevoerd en dat er op hoofd- en kleine letters wordt gelet.
53
Wat te doen bij storingen? nl
3
Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij stori ngen?
Vertoont het apparaat een probleem of storing, dan
worden aanwijzingen, waarschuwingen of
foutmeldingen automatisch weergegeven op het display.
Aanwijzingen en foutmeldingen
De aanwijzingen worden weergegeven wanneer er een
interne apparaatfout optreedt, waardoor het gebruik van
de kookplaat wordt beperkt.
Volg de aanwijzingen op het display op en raak het
symbool G aan om terug te keren naar het
hoofdaanzicht.
De foutmeldingen worden weergegeven wanneer er een
interne apparaatfout of een functiestoring optreedt,
waardoor het gebruik van de kookplaat onmogelijk
wordt gemaakt.
Het apparaat van het stroomnet loskoppelen. Wacht
enkele seconden en sluit het apparaat opnieuw aan.
Verschijnt de indicatie opnieuw, neem dan contact op
met de technische servicedienst.
Geef bij uw contact met de technische servicedienst
ook de foutcode aan.
Aanwijzingen
De bovenste lijn van het display is rood verlicht.
Bij enkele foutmeldingen wordt een foutcode
weergegeven (voorbeeld: [E0513])
Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.
Voor meer informatie, zie hoofdstuk
~ "Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)".
Tips
Probleem Oplossing
De kookplaat kan niet worden ingeschakeld. Controleer met behulp van andere elektrische apparaten of er kortslui-
ting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakelschema is aangesloten.
Kan de storing niet worden verholpen, neem dan contact op met de
technische servicedienst.
Het touch-display reageert niet of is geblokkeerd. Het bedieningspaneel is vochtig of er bevindt zich een voorwerp op.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voorwerp.
De vermogensstand van de kookplaat kan niet worden
verhoogd.
Het totale vermogen van de kookplaat is begrensd. Pas het totale vermo-
gen aan onder „Maximale vermogensopname” in de basisinstellingen.
Een zeer grote pan kan de maximale aansluitwaarde op dezelfde helft
van de kookplaat beïnvloeden. De pan opnieuw plaatsen.
Wanneer zich een voorwerp op het touch-display
bevindt, klinkt er een signaal.
Verwijder het voorwerp en stel de kookplaat opnieuw in.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
De kookplaat reageert niet zoals gewoonlijk of kan niet
meer goed worden bediend.
Het apparaat via de zekering in de meterkast ontkoppelen of de veilig-
heidsschakelaar in de meterkast uitschakelen. Enkele seconden wach-
ten en het apparaat opnieuw aansluiten.
De elektronica is oververhit, waardoor de betreffende
kookzone is uitgeschakeld.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is. Als de foutindicatie
verdwijnt, kunt u verder koken.
De elektronica is oververhit, waardoor alle kookplaten
zijn uitgeschakeld.
In het gebied van het bedieningspaneel staat een hete
pan. Ter bescherming van de elektronica is de kook-
plaat uitgeschakeld.
Neem de betreffende pan weg. Wacht enkele seconden. Als de foutindi-
catie verdwijnt, kunt u verder koken.
De kookplaat is oververhit geraakt en uitgeschakeld ter
beveiliging van het werkblad.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is en schakel de kook-
zone opnieuw in.
De functie Instellingsoverdracht kan niet worden geac-
tiveerd.
De actieve pan is van zijn plaats genomen en er is een pan met andere
afmetingen geplaatst. Met dezelfde pan testen.
Bevestig de foutindicatie door een willekeurig sensorveld aan te raken.
U kunt koken zoals u gewend bent, zonder de functie Instellingsover-
dracht te gebruiken. De technische servicedienst informeren.
De kookplaat is lange tijd en zonder onderbreking in
gebruik geweest.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geactiveerd. Zie hoofdstuk
54
nl Wat te doen bij storingen?
Demonstratiemodus
Verschijnt het symbool° in het bovenste gebied van het
display, dan is de demomodus geactiveerd. Het
apparaat warmt niet op. Het apparaat van het stroomnet
loskoppelen. Wacht enkele seconden en sluit het
apparaat opnieuw aan. Vervolgens binnen de volgende
3 minuten de demomodus in het menu basisinstellingen
deactiveren. Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
De kooksensor is oververhit en de kookplaat is uitge-
schakeld. “‰ƒ‹ƒ
Wacht tot de kooksensor voldoende is afgekoeld en activeer de functie
opnieuw.
De kooksensor is oververhit en de aangrenzende kook-
platen zijn uitgeschakeld. “‰ƒ‹„
Wordt de kooksensor niet gebruikt, neem hem dan van de pan af en
bewaar hem uit de buurt van andere kookplaten of warmtebronnen. De
kookzones weer inschakelen.
De batterij van de kooksensor is bijna leeg. “‰ƒ‹… Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie hoofdstuk ~ "Batterij vervangen"
De verbinding met de kooksensor is afgebroken.
“‰ƒ‹†
De functie uit- en vervolgens weer inschakelen.
De kooksensor is defect. “‰ƒ‹‡ De technische servicedienst informeren.
De indicatie van de kooksensor is niet verlicht en de
sensor reageert niet.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie hoofdstuk ~ "Batterij vervangen"
Blijft het probleem bestaan, houd het symbool van de kooksensor dan 8-
10 seconden lang ingedrukt en verbind de kooksensor opnieuw met de
kookplaat. Zie hoofdstuk ~ "De draadloze temperatuursensor
verbinden met het bedieningspaneel"
Is het probleem hiermee nog niet verholpen, neem dan contact op met
de technische servicedienst.
De sensorindicatie knippert twee keer. De batterij van
de kooksensor is bijna leeg. De volgende keer kan de
bereiding daarom worden afgebroken.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie hoofdstuk ~ "Batterij vervangen"
De sensorindicatie knippert drie keer. De verbinding
met de kooksensor is afgebroken.
Houd het symbool van de kooksensor 8-10 seconden lang ingedrukt en
verbind de sensor opnieuw met de kookplaat. Zie hoofdstuk ~ "De
draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel"
De kookplaat kan geen verbinding maken met het
thuisnetwerk of de afzuigkap. “ˆ‹‚‹
Kookplaat uit- en weer inschakelen.
Verschijnt de indicatie opnieuw, laat dit dan weten aan de technische
servicedienst.
De bedrijfsspanning is onjuist, buiten het normale
bedrijfsgebied. “Š‹‹‹/“Š‹‚‹
Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf.
De kookplaat is niet op de juiste manier aangesloten
…‹‹
Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Zorg ervoor dat hij
volgens het schakelschema is aangesloten.
Probleem Oplossing
55
Servicedienst nl
4
Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
Productnummer (E-nr.) en
fabricagenummer (FD-Nr.)
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst
altijd het productnummer (E-nr.) en het
fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op.
Het typeplaatje met de nummers vindt u:
Op de apparaatpas.
Aan de onderkant van de kookplaat.
Het productnummer (E-nr.) is ook op de kookplaat van
glaskeramiek te vinden. De index van de klantendienst
(KI) en het fabricagenummer (FD-nr.) kunt u controleren
door naar de basisinstellingen te gaan. Zie hiervoor het
hoofdstuk~ "Basisinstellingen".
Houd er rekening mee dat een bezoek van een
technicus van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent
u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door
geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over
de originele onderdelen voor uw huishoudelijke
apparaten.
NL 088 424 4030
B070 222 148
*DJJHQDX+DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH
0QFKHQ
*(50$1<
ZZZJDJJHQDXFRP
*9001351295* 9001351295 (990321)
nl
54


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Gaggenau CX482101 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Gaggenau CX482101 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,92 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Gaggenau CX482101

Gaggenau CX482101 Installation Guide - English - 25 pages

Gaggenau CX482101 User Manual - English - 56 pages

Gaggenau CX482101 Installation Guide - German - 25 pages

Gaggenau CX482101 User Manual - German - 56 pages

Gaggenau CX482101 Installation Guide - Dutch, French, Italian, Polish, Portuguese, Swedish, Spanish - 25 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info