9
Wijzigen van een vermogensstand
• Raak op het bedieningspaneel de gewenste
kookzone aan. In de display van de gekozen
kookzone knippert de vermogensstand.
• Stel nu met behulp van de pijltjes-toetsen de
gewenste vermogensstand in. In de display van
de kookzone wordt de gekozen vermogensstand
weergegeven.
Uitschakelen van een kookzone
• Raak op het bedieningspaneel de gewenste
kookzone aan. De ingestelde waarde knippert in
de display van de kookzone.
• Raak gelijktijdig beide pijltjes-toetsen aan.
Of: raak de pijl-omlaagtoets aan totdat
vermogensstand 0 in de display verschijnt.
De kookzone wordt nu uitgeschakeld.
• De restwarmte-indicator brandt in de display van
de kookzone.
Let op! Indien u de gehele kookplaat snel wilt
uitschakelen (bijvoorbeeld als er iets overkookt)
dan hoeft u alleen maar de toets Aan/Uit aan te
raken.
Restwarmte-indicator
De restwarmte-indicator verschijnt in de display van
de desbetreffende kookplaat nadat deze is
uitgeschakeld. De vloeiende nul in de display geeft
aan dat de kookzone na het uitschakelen nog niet
voldoende is afgekoeld om deze zonder gevaar
aan te kunnen raken.
Wijzigen van een vermogensstand
Uitschakelen van een kookzone
Restwarmte-indicator