1.3 Gebruik
Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik en
mag niet voor toepassingen worden gebruikt die
niet in de gebruiksaanwijzing vermeld staan.
Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden
van voedingsmiddelen. Gebruik het apparaat niet
om uw keuken te verwarmen.
Gebruik de kookplaat niet als aflegruimte.
Plaats eerst een pan op de kookzone, voordat u
deze in gebruik neemt. Haal de pan pas weer weg,
nadat u de kookzone heeft uitgeschakeld. Zorg
dat de grootte van de pan overeenkomt met de
grootte van de kookzone. U bespaart zo energie en
tijd.
Wees voorzichtig met olie en vet. Oververhit
vet en oververhitte olie kunnen gemakkelijk vlam
vatten (bijvoorbeeld bij frituren).
Na het gebruik draait u alle schakelaars weer
op 0.
Controleer bij functiestoringen eerst de
zekeringen van de huisinstallatie. Ligt de storing
niet aan de stroomvoorziening, neem dan contact
op met uw vakhandelaar of de Gaggenau-
klantenservice.
Een ingebouwde temperatuurbeveiliging
voorkomt oververhitting, van het apparaat en van
de keukenkastjes.
Bij gebruik van aluminium pannen of roest-
vrijstalen pannen met een aluminium bodem
kunnen op de kookplaat parelmoerkleurige
vlekken ontstaan. Deze beïnvloeden het functio-
neren van de kookplaat echter niet.
Het apparaat is niet geschikt voor het bereiden
van voedingsmiddelen in aluminiumfolie of kunst-
stof kookgerei.
De kookplaat is voorzien van individuele
restwarmte-indicatoren. De indicator geeft aan dat
een kookzone nog zo heet is dat u deze nog niet
kunt aanraken. Op de restwarmte-display wordt de
restwarmte per kookzone aangegeven door middel
van een rode punt.
4
Maak zoveel mogelijk gebruik van de restwarmte,
bijvoorbeeld voor het warmhouden van gerechten.
U bespaart zo energie!