28
Uitschakeltijd
U kunt het apparaat op een later tijdstip laten
uitschakelen. Voorbeeld: Het is 13:30 uur. Er is
voor het gerecht een bereidingstijd van 40 minuten
nodig. Het gerecht moet om 15:30 uur klaar zijn.
U voert de bereidingstijd in en zet de uitschakeltijd
op 15:30 uur. De elektronica berekent het tijdstip
waarop het apparaat gestart wordt. Het apparaat
wordt om 14:50 uur automatisch gestart en om
15:30 uur uitgeschakeld.
Houd er rekening mee dat levensmiddelen die
gemakkelijk bederven niet te lang in de oven mogen
staan.
Voorwaarde:
Stel eerst de gewenste temperatuur, ovenfunctie en
bereidingstijd in. Slechts dan kunt u een later
tijdstip kiezen waarop de oven wordt uitgeschakeld.
Uitschakeltijd programmeren
1 Stel de gewenste bereidingstijd in.
2 Kies met de menutoets
g de functie
uitschakeltijd O. Het tijdstip waarop het gerecht
klaar is verschijnt.
3 Zet met
d de uitschakeltijd op een later tijdstip.
4 Met b bevestigen. Het menu “Timer” wordt
gesloten.
In de display worden nu temperatuur en ovenfunctie
weergegeven. De informatiebalk verschijnt. Het
apparaat bevindt zich in de wachtstand. Het
apparaat start op het uitgerekende tijdstip en wordt
uitgeschakeld als de bereidingstijd is afgelopen.
Na afloop van de ingestelde tijd wordt het apparaat
uitgeschakeld. Er klinkt een signaal. U kunt het
signaal stoppen door toets
q aan te raken, de deur
van het apparaat te openen of de
temperatuurschakelaar uit te zetten.
Let op!
Uitschakeltijd stoppen:
Open het menu “Timer”. Toets j aanraken en met
b bevestigen. De uitschakeltijd en de bereidingstijd
worden gewist.
Het gehele proces beëindigen:
Zet de temperatuurschakelaar uit.
Wanneer het symbool
P knippert:
U heeft geen bereidingstijd ingevoerd. Stel altijd
eerst de bereidingstijd in.