14
Bovenste en onderste oven instellen
De bediening van de bovenste en de onderste oven
is identiek. De uitrusting van beide ovens verschilt:
•
Het draaispit en de kerntemperatuurmeter
kunnen alleen in de onderste oven worden
gebruikt.
•
De spaargrillfunctie is alleen in de bovenste
oven beschikbaar en de braadpanfunctie alleen
in de onderste oven.
•
Het pyrolyse-reinigingsproces is niet in beide
ovens tegelijk mogelijk.
•
Tijdens het pyrolyse-reinigingsproces in de ene
oven kan de andere oven niet worden gebruikt.
Weergave display
Wanneer slechts één oven in gebruik is, worden in
de display de ingestelde temperatuur en de
ovenfunctie weergegeven. Het symbool v of u geeft
weer of de bovenste of onderste oven in gebruik is.
Indien beide ovens in gebruik zijn, worden in de
display de instellingen van beide ovens apart
weergegeven. Met de toetsen
v of u kunt u in de
display bij de weergave van één van de ovens
komen, bijvoorbeeld voor het instellen van een
bereidingsduur of om de actuele temperatuur in de
ovenruimte op te vragen. Na korte tijd verschijnt
weer de display voor beide ovens.
Wanneer u een schakelknop van één oven bedient,
verschijnt in de display de weergave voor deze
oven. Na korte tijd verschijnt weer de display voor
beide ovens. U kunt ook toets
t aanraken om in de
display naar de weergave van beide ovens terug te
keren.