43
Wanneer u het reinigingsproces wilt stoppen: Zet
de temperatuurschakelaar uit.
Indien er in de display drie balkjes verschijnen:
foutieve bediening. Controleer of de
functieschakelaar en de temperatuurschakelaar
goed zijn ingesteld.
Na het schoonmaken kunt u met de functie
“Drogen” de ovenruimte droogmaken. U kunt ook na
het stomen de ovenruimte met de functie “Drogen”
droogmaken.
Let op! Verwarm het waterreservoir niet in de oven
om het te laten drogen! Het waterreservoir raakt
hierdoor beschadigd.
Op deze manier zet u het
programma aan
1 Draai de functieschakelaar één slag naar links.
2 Draai de temperatuurschakelaar naar links op
de positie “Extra functies”.
Het menu “Reinigen” verschijnt.
3 Kies met de menutoets
g de functie “Drogen”.
De duur wordt weergegeven.
4 Start met toets b.
In de display verschijnen de temperatuur en de
vochtigheidsgraad.
Na afloop van de tijd hoort u een signaal. Het
droogproces is afgelopen. Zet de
temperatuurschakelaar uit.
Laat de stoomoven afkoelen. Nu kunt u de
ovenruimte en de ovenruit met een zachte doek
afnemen.
Let op!
Indien er in de display drie balkjes verschijnen:
foutieve bediening. Controleer of de
functieschakelaar op “Reinigen” en de
temperatuurschakelaar op “Extra” staat.