15
Alle hoofdfuncties van de stoomoven kunnen met
behulp van de beide draaiknoppen heel gemakkelijk
worden bediend.
Met de rechter schakelaar kunt u de temperatuur
instellen. Om het licht in de ovenruimte in te
schakelen dient de temperatuurschakelaar één slag
naar rechts te worden gedraaid.
U kunt de volgende temperaturen instellen:
Stomen 30 - 100 °C
Gisten 30 - 50 °C
Ontdooien 40 - 60 °C
Regenereren 60 - 100 °C
Stomen op lage temperatuur 70 - 90 °C
Wanneer er een temperatuur lager dan 70 °C wordt
ingesteld, blijft de verlichting in de ovenruimte
uitgeschakeld.
Met de linker schakelaar kunt u de ovenfunctie
instellen. De bovenste positie is stomen.
Temperatuur en ovenfunctie
instellen
1 Vul het waterreservoir tot aan de maximum
markering met koud water. Sluit het deksel
goed. Schuif het waterreservoir helemaal in het
apparaat totdat het vastklikt.
2 Draai de functieschakelaar tot de gewenste
ovenfunctie in de display verschijnt.
3 Zet de temperatuurschakelaar op de gewenste
temperatuur.
Temperatuur, vochtigheidsgraad en het
symbool van de gekozen ovenfunctie
verschijnen in de display. De ovenverlichting
wordt ingeschakeld.
Het symbool opwarmen
f brandt totdat de
ingestelde temperatuur is bereikt. Het verschijnt
opnieuw als het apparaat weer gaat opwarmen.
U kunt de temperatuur en de ovenfunctie op ieder
gewenst moment wijzigen.
Als het gerecht klaar is kunt u de stoomoven met
behulp van de temperatuurschakelaar uitschakelen.
De ovenverlichting gaat uit. De stand-by-display
verschijnt.
Stoomoven instellen