13
Alle hoofdfuncties van de oven kunnen met behulp
van de beide draaiknoppen heel gemakkelijk
worden bediend.
Met de rechter schakelaar kunt u de temperatuur
instellen. Om het licht in de oven in te schakelen,
dient de temperatuurschakelaar één slag naar
rechts te worden gedraaid.
U kunt temperaturen van 50 tot 300 °C instellen.
Uitzonderingen:
Ovenfunctie gisten 30 - 50 °C
Ovenfunctie ontdooien 40 - 60 °C
Ovenfunctie warmhouden 50 - 120 °C
Ovenfunctie braadpan 50 - 220 °C
Met de linker schakelaar kunt u de ovenfunctie
instellen. De bovenste positie is hete lucht.
Temperatuur en ovenfunctie
instellen
1 Zet de temperatuurschakelaar op de gewenste
temperatuur.
Temperatuur en ovenfunctie verschijnen in de
display. De ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Indien u een andere ovenfunctie wenst:
2 Draai de functieschakelaar tot de gewenste
ovenfunctie in de display verschijnt.
Het symbool “Opwarmen”
f brandt totdat de
ingestelde temperatuur is bereikt. Het verschijnt
opnieuw als de oven weer gaat opwarmen.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er
een signaal. U kunt het signaal met een willekeurige
toets uitschakelen.
Let op! Het signaal voor het opwarmen kan binnen
de basisinstellingen worden gedeactiveerd.
U kunt de temperatuur en de ovenfunctie op ieder
gewenst moment wijzigen.
Als het gerecht klaar is kunt u de oven met behulp
van de temperatuurschakelaar uitschakelen. De
ovenverlichting gaat uit. De stand-by-weergave
verschijnt.
Actuele temperatuur opvragen
Als u op de toets “Info” a drukt, verschijnt de
actuele oventemperatuur gedurende enige
seconden in de display. Met behulp van toets b
keert u terug naar de standaard weergave.
Let op! Bij langdurig gebruik zijn na het opwarmen,
afhankelijk van de gekozen ovenfunctie, geringe
temperatuurschommelingen normaal.
Oven instellen