– Schroef de behuizing voor de luchtgeleiding in
elkaar en schroef de behuizing aan de 2 bevesti-
gingsprofielen vast (zie afbeelding 25).
– Monteer de buis tussen de pijpmond en de
behuizing voor de luchtgeleiding.
– Sluit het apparaat op de netspanning aan.
– Plak de bijgevoegde afdichtstrips (8 stuks) om de
luchtspleten van het bovenste kanaalpaneel.
– Trek de beschermfolie van de kanaalpanelen.
Let op! Voorkom beschadiging van de kwetsbare
roestvrijstalen oppervlakken.
– Verbind de kanaalschoen met het onderste
gedeelte van het kanaal. Gebruik hiervoor de
bijgeleverde 6 schroeven (3,5 x 9,5 mm) (zie
afbeelding 26).
– Steek het bovenste gedeelte van het kanaal in
het onderste gedeelte. Let u erop dat zich de
bevestigingsgaten (in de zijkant) aan de
bovenkant bevinden.
– Bevestig de bovenste kanaaleenheid met
2 schroeven aan de plafondhouder.
– Trek de kanaalschoen omlaag in zijn definitieve
positie (zie afbeelding 27).
Let op! Voorkom dat er bij het ineenschuiven
krassen ontstaan, bijvoorbeeld door de
montagesjabloon ter bescherming over de rand van
het onderste kanaalpaneel te leggen.
– Zorg dat in het apparaat een actieve-koolfilter
is geplaatst (zie pagina 10).
– Plaats de vetfilters terug in het apparaat.
– Bevestig de beide zwarte platen weer rechts en
links van het afvoerkanaal.
– Leg de glasplaten op de zwarte platen.
03.6028.64 12.99 SK 17
afb. 25
afb. 26
afb. 27