660976
95
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/110
Next page
2
G DATA Software
Inhoudsopgave
3
De eerste stappen
8
SecurityCenter
17
Virusbeveiliging
21
Firewall
29
Back-up
41
Wachtwoordmanager
44
Tuner
47
Kinderbeveiliging
53
Codering
60
Autostart Manager
62
Apparaatcontrole
63
Instellingen
98
Logboeken
100
FAQ: BootScan
102
FAQ: Programmafuncties
109
FAQ: Licentievragen
3
De eerste stappen
De eerste stappen
Het doet ons genoegen dat u voor ons product hebt gekozen en wij hopen dat u tevreden
bent over uw nieuwe G DATA-software. Als iets niet meteen duidelijk is, kan onze Help-
documentatie u op weg helpen. Voor vragen kunt u terecht bij onze experts in het
ServiceCenter.
Opmerking: in de software kunt u op elk moment de uitgebreide Help-
documentatie raadplegen en krijgt u meteen alle relevante informatie. Klik
daarvoor in het programma op het daar afgebeelde Help-symbool.
ServiceCenter
Het installeren en bedienen van de G DATA-software is eenvoudig en wijst zich vanzelf. Als
zich toch een probleem zou voordoen, kunt u contact opnemen met de deskundige
medewerkers van ons ServiceCenter:
G DATA Austria
www.gdata.at
G DATA Belgium
www.gdata.be
G DATA Brazil
www.gdatasoftware.com.br
G DATA France
www.gdata.fr
G DATA Germany
www.gdata.de
G DATA Italy
www.gdata.it
G DATA Latin America
www.gdatasoftware.com/latam
G DATA Netherlands
www.gdata.nl
G DATA Portugal
www.gdata.pt
G DATA Spain
www.gdata.es
G DATA Switzerland
www.gdata.ch
G DATA USA
www.gdata-software.com
G DATA International
www.gdatasoftware.com
4
G DATA Software
Installatie
Wanneer uw computer gloednieuw is of al door antivirussoftware werd beveiligd, kunt u de
installatie via de volgende stappen uitvoeren. Als u echter vermoedt dat uw computer al
met een virus is geïnfecteerd, raden wij u aan een BootScan uit te voeren voordat u de
software installeert.
Opgelet: Als u tot nu toe antivirussoftware van een andere fabrikant hebt gebruikt,
moet u deze van tevoren volledig van uw computer verwijderen. Omdat
antivirussoftware heel diep in de systeemstructuur van Windows geïntegreerd is, is
het aan te raden de software niet enkel te verwijderen door een normale
deïnstallatie uit te voeren, maar indien mogelijk ook de desinfectieprogramma's te
gebruiken die de fabrikant online ter beschikking stelt in zijn supportcentrum.
Stap 1 - Begin van de installatie
Start de installatie als volgt:
Installatie vanaf cd/dvd: Om de installatie te starten, plaatst u de software-cd of -dvd
in het cd- of dvd-station.
Software downloaden: Om de installatie van een via internet gedownloade versie
van de software te starten, klikt u op het gedownloade bestand.
Er wordt nu automatisch een installatievenster geopend.
Opmerking: Als de installatie niet automatisch start: het is mogelijk dat u de functie
voor automatisch starten van uw computer niet op de juiste manier hebt ingesteld.
In dat geval kan de software de installatie na het plaatsen van de software-cd niet
automatisch starten en wordt er geen venster geopend waarmee u de G DATA-
software kunt installeren.
Wanneer in plaats daarvan een keuzevenster voor een automatische weergave
wordt geopend, klikt u de optie AUTOSTRT.EXE uitvoeren.
Wanneer geen keuzevenster wordt geopend, zoekt u in uw Windows
Verkenner de gegevensdrager met de G DATA-software en vervolgens start u
het bestand Setup of Setup.exe.
Stap 2 - Taalkeuze
Selecteer nu de taal waarin u de nieuwe G DATA-software wilt installeren.
5
De eerste stappen
Stap 3 - Installatiemethode
Een wizard begeleidt u verder bij de installatie van de software op uw computer. Bepaal nu
of u de standaardinstallatie of een aangepaste installatie wilt uitvoeren. Wij bevelen hier de
standaardinstallatie aan.
Malware Information Initiative: De medewerkers van G DATA Security Labs onderzoeken
voortdurend manieren om G DATA-klanten te beschermen tegen malware (virussen,
wormen en schadelijke programma's). Des te meer informatie er over malware bestaat, des
te snellere en effectievere beveiligingsmechanismen kunnen worden ontwikkeld. Veel
informatie is spijtig genoeg enkel beschikbaar op reeds aangevallen of geïnfecteerde
systemen. Om deze gegevens ook in de analyses te kunnen opnemen, werd het G DATA
Malware Information Initiative opgericht. Hierbij wordt informatie over malware naar
G DATA Security Labs verstuurd. Dankzij uw deelname kunnen alle G DATA-klanten
internet op een veiligere manier gebruiken. Tijdens de installatie van de G DATA-software
kunt u beslissen of u gegevens al dan niet wilt ter beschikking wilt stellen aan G DATA
Security Labs.
Opmerking: bij de door de gebruiker gedefinieerde installatie kunt u de locatie
voor de programmabestanden individueel selecteren en bepalen welke
softwaremodules (bijvoorbeeld spambeveiliging) moeten worden geïnstalleerd.
Stap 4 - Licentieovereenkomst
Lees nu de licentieovereenkomst en ga hiermee akkoord.
Stap 5 - Door gebruiker gedefinieerde installatie (optioneel)
Als u de aangepaste installatie hebt gekozen, verschijnen er nu twee wizardvensters waarin
u de installatiemap voor de software en de omvang van de geïnstalleerde modules kunt
bepalen. Als u de standaardinstallatie hebt gekozen, kunt u deze stap overslaan.
Aangepast: Hier bepaalt u de installatieomvang door de vinkjes bij de verschillende
softwaremodules (zoals AntiSpam enz.) in te schakelen.
Volledig: Alle softwaremodules van uw softwareversie worden geïnstalleerd.
Minimaal: Met de optie wordt enkel de module AntiVirus, de basisbeveiliging tegen
virussen, van uw G DATA-software geïnstalleerd.
6
G DATA Software
Updates: Via de setup kunt u op elk gewenst moment aanvullende
softwaremodules installeren of uw software bijwerken. Start daarvoor de setup
opnieuw en selecteer Installatie aanpassen om modules aan de software toe te
voegen of weg te laten. Als u over een nieuwe softwareversie beschikt en uw
softwareversie wilt bijwerken, kunt u met de optie Aangepaste update bepalen
welke modules moeten worden toegevoegd of weggelaten.
Stap 6 - Softwareversie
Nu kunt u ook bepalen of u de software als volledige versie of als testversie wilt installeren.
Als u de software gekocht hebt en een registratienummer hebt, kiest u hier natuurlijk de
optie Volledige versie. Als u gratis wilt kennismaken met de G DATA-software, kunt u ook
onze beperkte testversie gebruiken.
Stap 7 - Productactivering
Tijdens de installatie wordt de productactivering uitgevoerd. Hier kunt u de software
activeren.
Een nieuw registratienummer invoeren: Als u de G DATA-software voor de eerste
keer installeert, selecteert u deze optie en voert u vervolgens het registratienummer
van het product in. Afhankelijk van het product, vindt u dit registratienummer
bijvoorbeeld op de achterkant van de gebruikershandleiding, in de bevestigingsmail
bij de software-download of op de productverpakking.
Opmerking: wanneer u het registratienummer invoert, wordt het product
geactiveerd en ontvangt u bovendien de toegangsgegevens via e-mail zodat u
deze later kunt gebruiken.
Toegangsgegevens invoeren: Als u de G DATA-software al eens hebt geactiveerd,
hebt u toegangsgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) ontvangen. Als u de
software opnieuw wilt installeren of bij meervoudige licenties andere computers wilt
aanmelden, voert u hier gewoon de toegangsgegevens in.
Opmerking: toegangsgegevens worden uitsluitend via e-mail verzonden. Bij het
product zitten geen toegangsgegevens.
Als u uw toegangsgegevens niet meer vindt of vergeten bent, klik dan in de
aanmelding op Toegangsgegevens kwijt? Er wordt een website geopend waar u
uw registratienummer opnieuw kunt invoeren. Wanneer u het registratienummer
hebt ingevoerd, ontvangt u de toegangsgegevens op het e-mailadres dat u bij de
registratie hebt opgegeven. Als uw e-mailadres ondertussen is gewijzigd, neem
dan contact op met ons ServiceCenter.
Later activeren: Als u de software gewoon eens wilt bekijken, kunt u deze ook
7
De eerste stappen
installeren zonder gegevens in te voeren. In dat geval worden er echter geen updates
van het internet gedownload en is uw computer dus niet voldoende beschermd
tegen schadelijke software. U kunt uw registratienummer of toegangsgegevens altijd
achteraf nog invoeren zodra u een update uitvoert.
Stap 8 - Einde van de installatie
Na de installatie moet u mogelijk uw computer opnieuw opstarten. U kunt de G DATA-
software nu gebruiken.
Na de installatie
Na de installatie kunt u de nieuw geïnstalleerde G DATA-software starten met het
programmasymbool in de taakbalk. Daarnaast zijn er nog een aantal bijkomende
beveiligingsfuncties beschikbaar op uw computer:
Security-symbool Uw G DATA-software beveiligt uw computer permanent tegen
schadelijke software en aanvallen. Het symbool in de taakbalk van uw computer
geeft aan wanneer u als gebruiker actie moet ondernemen via de software. Door
met de rechtermuisknop op het symbool te klikken, kunt u de G DATA-interface
openen. Lees hierover ook het hoofdstuk Security-symbool.
Shredder: als u tijdens de installatie de shredder hebt geselecteerd (niet
geïntegreerd in G DATA ANTIVIRUS), wordt deze als symbool weergegeven op uw
bureaublad. Gegevens die u in de shredder plaatst, worden verwijderd en kunnen
niet worden teruggehaald, ook niet met professionele tools voor gegevensherstel.
Daarbij worden de gegevens met een vrij definieerbaar aantal doorgangen
overschreven. U kunt de instellingen openen door rechts te klikken op het
Shredder-pictogram en de eigenschappen op te roepen.
Snelcontrole: Met de snelcontrole kunt u bestanden heel eenvoudig controleren
zonder dat u de software hoeft te starten. Selecteer met de muis bestanden of
mappen, bijvoorbeeld in Windows Verkenner. Als u op de rechtermuisknop klikt,
wordt een dialoogvenster geopend. Selecteer Op virussen controleren. Nu worden
de betreffende bestanden automatisch op virussen gecontroleerd.
Uw computer start na de installatie van de software niet op de gebruikelijke
manier: de software-cd bevindt zich mogelijk nog in het station. Als u de cd uit het
station haalt, start uw computer weer zoals u gewend bent.
8
G DATA Software
SecurityCenter
U hoeft het SecurityCenter alleen maar te openen als u een van de vele extra functies van
de software wilt gebruiken. De daadwerkelijke beveiliging van uw computer tegen virussen
en andere bedreigingen gebeurt voortdurend op de achtergrond. Zodra u zelf bepaalde
handelingen moet uitvoeren, wordt u hiervan automatisch op de hoogte gebracht via de
informatie in de taakbalk van uw computer.
Beveiligingsstatus
Zolang er overal een groen vinkje staat, is uw systeem beveiligd.
Een rood uitroepteken wijst op direct gevaar voor uw systeem. U moet dan zo snel
mogelijk maatregelen nemen om de beveiliging van uw gegevens te blijven
waarborgen.
Het jokerteken geeft aan dat u de desbetreffende beveiligingsfunctie (bijvoorbeeld
de spambeveiliging) niet hebt geactiveerd (bijv. spambeveiliging).
Het gele symbool geeft aan dat u op korte termijn actie moet ondernemen. Dat is
bijvoorbeeld het geval wanneer er een programma-update voor de software
beschikbaar is.
Alle andere functies en programmaonderdelen van de software (zoals Viruscontrole of
Instellingen) kunt u gebruiken als u zich actief met de beveiliging van uw systeem wilt
bezighouden maar dat is niet verplicht! Bepaal zelf in welke mate u zich wilt bezighouden
met het thema virus- en gegevensbeveiliging. In de software kunt u uitgebreide Help-
documentatie raadplegen.
Overkoepelende functies
De volgende symbolen verwijzen naar het beveiligingsniveau van het betreffende gebied.
Instellingen: Als u rechtsboven op deze knop klikt, krijgt u toegang tot alle
dialoogvensters voor de instellingen voor de verschillende onderdelen van de
software. Vanuit een bepaald onderdeel kunt u echter ook direct het bijbehorende
instellingendialoogvenster selecteren.
Logboeken: hier vindt u de logboeken over alle recentelijk uitgevoerde acties
(viruscontrole, update, gevonden virussen enzovoort).
9
SecurityCenter
Rechtsboven in de koptekst van de software vindt u bovendien nog de volgende
functies:
Help tonen: U kunt in de software op elk moment de uitgebreide Help-
documentatie raadplegen. Klik daarvoor in het programma op de daar afgebeelde
Help-knop.
Programma bijwerken: Als er nieuwe versies van de software beschikbaar zijn,
kunt u de software net als de virusinformatie met één klik op de muis bijwerken.
Als u dus hier de melding krijgt dat er een update beschikbaar is, klikt u gewoon op
Programma bijwerken. Dit thema komt uitgebreid aan bod in het hoofdstuk:
Updates
Info: Hier vindt u informatie over de programmaversie. Het is bijvoorbeeld handig
het versienummer bij de hand te hebben als u contact opneemt met het
ServiceCenter .
Statusweergaven
De volgende statusweergaven informeren u over de beveiligingstoestand van uw systeem.
Wanneer u op deze items klikt, kunt u direct acties uitvoeren om de beveiligingsstatus te
optimaliseren:
Realtimebeveiliging
De realtimebeveiliging van de virusbewaker scant uw computer doorlopend op virussen en
controleert schrijf- en leesprocessen. Zodra een programma schadelijke functies probeert uit
te voeren of schadelijke bestanden probeert te verspreiden, wordt dat door de bewaker
verhinderd. De virusbewaker is uw belangrijkste bescherming! Schakel deze nooit uit!
Virusbewaker uitschakelen: Als u de virusbewaker toch wilt uitschakelen, kunt u dat
hier doen. Wanneer u de prestaties van uw computer wilt optimaliseren door de
bewaker uit te schakelen, moet u eerst controleren of u eventueel met een andere
instelling van de virusbewaker het gewenste resultaat kunt bereiken. Daarom hebt u
bij het uitschakelen van de virusbewaker de mogelijkheid de instellingen
overeenkomstig te wijzigen. Klik daarvoor op Beveiliging / prestaties wijzigen en volg
de instructies in het gelijknamige Help-hoofdstuk. U kunt de virusbewaker natuurlijk
ook volledig uitschakelen.
Gedragscontrole uitschakelen: Gedragscontrole wordt gebruikt voor het herkennen
van onbekende schadelijke software en biedt bijkomende beveiliging onafhankelijk
van virushandtekeningen. De gedragscontrole moet in principe ingeschakeld zijn.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
10
G DATA Software
AntiVirus | Realtimebeveiliging.
Laatste afwezigheidsscan
Hier kunt u zien, wanneer uw computer voor het laatst volledig op virussen werd gescand.
Een rode aanduiding betekent dat u zo snel mogelijk een viruscontrole moet uitvoeren.
Computer controleren: Wanneer u hiervoor voldoende tijd hebt en u de computer de
komende uren niet nodig hebt, kunt u hier direct een volledige controle van de
computer starten. U kunt de computer tijdens deze controle blijven gebruiken, maar
omdat de viruscontrole bij deze instelling met maximale prestaties wordt uitgevoerd,
is het mogelijk dat andere toepassingen trager reageren. Meer informatie hierover
vindt u in het hoofdstuk Viruscontrole.
Afwezigheidsscan nu starten: de afwezigheidsscan start automatisch in periodes
waarin uw computer inactief is en voert zo, met automatisch vastgelegde intervallen,
een controle van de volledige computer uit. Als u de afwezigheidsscan wilt starten
voor het volgende automatisch vastgelegde tijdstip, selecteert u Afwezigheidsscan
nu starten. Als u niet wilt dat de G DATA-software tijdens uw pauzes automatisch de
afwezigheidsscan start, kunt u deze functie ook uitschakelen onder
Afwezigheidsscan uitschakelen (niet aanbevolen).
Firewall
Een firewall voorkomt dat gegevens op uw computer
bespied
worden. Hij controleert welke
gegevens en programma's via het internet of een netwerk op uw computer binnenkomen
en welke gegevens via uw computer worden verzonden. Zodra het blijkt dat gegevens op
uw computer onrechtmatig moeten worden geïnstalleerd of gedownload, slaat de firewall
alarm en blokkeert hij de onrechtmatige gegevensuitwisseling. Deze softwaremodule is
beschikbaar in de programmaversies G DATA INTERNET SECURITY en G DATA TOTAL
PROTECTION.
Firewall uitschakelen: U kunt de firewall desgewenst ook uitschakelen. Uw computer
blijft dan verbonden met internet en andere netwerken, maar wordt dan niet langer
door de firewall beveiligd tegen aanvallen of spionage (niet aanbevolen).
Automatische piloot uitschakelen: Over het algemeen is het zinvol de firewall in de
functie Automatische piloot te gebruiken. Hij werkt dan zo goed als onzichtbaar op
de achtergrond en beschermt u zonder dat u al te veel instellingen moet opgeven.
Als u de firewall zonder de automatische piloot gebruikt, wordt in geval van twijfel
een dialoogvenster weergegeven waarin u de firewall geleidelijk aan optimaal kunt
afstemmen op uw systeem. Voor ervaren gebruikers is dit een handige functie.
Normaal gesproken is het echter niet aanbevolen om de automatische piloot uit te
schakelen.
11
SecurityCenter
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
Firewall | Automatisch systeem.
Webbeveiliging
In dit gedeelte kunt u de webbeveiliging in- of uitschakelen. De webbeveiliging is een
module die tijdens surfen en downloaden op internet automatisch bedreigingen herkent
en onschadelijk maakt. De webbeveiliging werkt als nuttige ondersteuning voor de
virusbewaker: de module blokkeert schadelijke websites en downloads al voordat ze
kunnen worden opgeroepen.
Als een internetpagina door de G DATA-software als bedreiging wordt herkend en
geblokkeerd, krijgt u in plaats van de website een informatiepagina van G DATA in de
browser te zien.
Webbeveiliging uitschakelen: Als u de webbeveiliging uitschakelt, kunt u
bijvoorbeeld heel grote downloads van veilige sites sneller binnenhalen. In principe
wordt uw computer ook zonder webbeveiliging door de virusbewaker beschermd.
Toch is het raadzaam de webbeveiliging alleen in uitzonderlijke gevallen uit te
schakelen.
Uitzonderingen vastleggen: De webbeveiliging zorgt ervoor dat u op internet niet
het slachtoffer wordt van geïnfecteerde of misleidende websites. Heel af en toe kan
het voorvallen dat een internetsite niet juist wordt weergegeven, hoewel ze van een
betrouwbare aanbieder afkomstig is. In dat geval kunt u dit internetadres op de
whitelist (witte lijst) zetten, u kunt ze m.a.w. als uitzondering definiëren. De
webbeveiliging zal deze website niet meer blokkeren. In het hoofdstuk
Uitzonderingen vastleggenleest u hoe dit in zijn werk gaat.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
AntiVirus | Webbeveiliging.
E-mailcontrole
Met de e-mailcontrole kunt u binnenkomende en uitgaande e-mails en de
bestandsbijlagen controleren op virussen en de bron van mogelijke besmettingen
uitschakelen. De software kan in geval van een virus bestandsbijlagen direct verwijderen of
besmette bestanden herstellen.
E-mailcontrole uitschakelen: Selecteer deze optie als u niet wilt dat de G DATA-
software e-mails controleert. Bedenk wel dat uitschakeling van automatische updates
een hoog veiligheidsrisico met zich meebrengt. Selecteer deze optie dus alleen in
uitzonderlijke gevallen.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
12
G DATA Software
AntiVirus | E-mailcontrole.
Microsoft Outlook: hier worden de e-mails gecontroleerd door middel van een plug-in.
Deze biedt dezelfde bescherming als de beveiliging voor POP3/IMAP in de opties van
AntiVirus. Na de installatie van deze plug-in kunt u in het Outlook-menu Extra de functie
Map op virussen controleren gebruiken om uw e-mailmappen op virussen te controleren.
Spambeveiliging
Speciale aanbiedingen, reclame, nieuwsbrieven het aantal ongewenste e-mails neemt
voortdurend toe. Wordt uw e-maibox ook overspoeld door al die ongewenste elektronische
post? De G DATA-software biedt betrouwbare beveiliging tegen spam, blokkeert afzenders
van spam op een efficiënte manier en verhindert foutieve herkenning op basis van een
combinatie van de modernste spamcontrolecriteria. Deze softwaremodule is beschikbaar in
de programmaversies G DATA INTERNET SECURITY en G DATA TOTAL PROTECTION.
Logboek: spam: Hier vindt u een uitgebreid overzicht van alle e-mails die de G DATA-
software als spam beschouwt. Klik op de knop Bijwerken om de meest actuele
gegevens van de software op te roepen. Klik op de knop Verwijderen om de in dit
overzicht gemarkeerde regels te wissen. De eigenlijke e-mails in uw e-
mailprogramma worden daarbij uiteraard niet gewist. Via de knop Op Whitelist kunt
u een gemarkeerde e-mail aan de whitelist toevoegen. Hierdoor wordt het
betreffende e-mailadres van verdere spamcontrole uitgesloten. Via de knop Op
Blacklist kunt u een gemarkeerde e-mail aan de blacklist toevoegen. Hierdoor wordt
het betreffende e-mailadres speciaal op spamelementen gecontroleerd.
Logboek: geen spam: Hier vindt u een uitgebreid overzicht van alle e-mails die de G
DATA-software niet als spam beschouwt. Klik op de knop Bijwerken om de meest
actuele gegevens van de software op te roepen. Klik op de knop Verwijderen om de
in dit overzicht gemarkeerde regels te wissen. De eigenlijke e-mails in uw e-
mailprogramma worden daarbij uiteraard niet gewist. Via de knop Op Whitelist kunt
u een gemarkeerde e-mail aan de whitelist toevoegen. Hierdoor wordt het
betreffende e-mailadres van verdere spamcontrole uitgesloten. Via de knop Op
Blacklist kunt u een gemarkeerde e-mail aan de blacklist toevoegen. Hierdoor wordt
het betreffende e-mailadres speciaal op spamelementen gecontroleerd.
Whitelist bewerken: Met de Witte lijst kunt u adressen van afzenders of domeinen
uitzonderen van een spamverdenking. Klik daarvoor op de knop Nieuw en typ in het
veld Afzender/Afzenderdomeinen het e-mailadres (bijvoorbeeld
newsletter@infopag.nl) of domein (bijvoorbeeld infopag.nl) dat u van
spamverdenking wilt uitsluiten. De G DATA-software zal e-mails van deze afzender of
dit afzenderdomein dan niet als spam behandelen. Met de knop Importeren kunt u
ook kant-en-klare lijsten met e-mailadressen of domeinen aan de whitelist
toevoegen. De adressen en domeinen moeten in een dergelijke lijst op aparte regels
13
SecurityCenter
onder elkaar zijn ingevoerd. Als formaat wordt hierbij een eenvoudig txt-bestand
gebruikt, zoals dat bijvoorbeeld in Windows Kladblok kan worden aangemaakt. Met
de knop Exporteren kunt u een dergelijke whitelist ook als tekstbestand exporteren.
Blacklist bewerken: Met de blacklist kunt u adressen van bepaalde afzenders of
domeinen identificeren als verzenders van spam. Klik daarvoor op Nieuw en typ in
het veld Afzender/Afzenderdomeinen het e-mailadres (bijvoorbeeld
newsletter@megaspam.nl) of domein (bijvoorbeeld megaspam.nl) dat u wilt
aanmerken als spam. De G DATA-software zal e-mails van deze afzender of dit
afzenderdomein voortaan beschouwen als e-mails met een zeer hoge
spamwaarschijnlijkheid. Met de knop Importeren kunt u ook kant-en-klare lijsten
met e-mailadressen of domeinen aan de blacklist toevoegen. De adressen en
domeinen moeten in een dergelijke lijst op aparte regels onder elkaar zijn ingevoerd.
Als formaat wordt hierbij een eenvoudig txt-bestand gebruikt, zoals dat bijvoorbeeld
in Windows Kladblok kan worden aangemaakt. Met de knop Exporteren kunt u een
dergelijke blacklist ook als tekstbestand exporteren.
Spambeveiliging uitschakelen: Indien gewenst kunt u hier de spambeveiliging op
uw computer uitschakelen, bijvoorbeeld omdat er helemaal geen e-mailprogramma
op uw computer is geïnstalleerd.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
AntiSpam | Spamfilter.
Laatste update
Hier ziet u wanneer uw computer voor het laatst recente virushandtekeningen via internet
heeft ontvangen. Een rode aanduiding betekent dat u zo snel mogelijk een virusupdate
moet uitvoeren. Klik daarvoor op de aanduiding en selecteer de optie
Virushandtekeningen bijwerken.
Virushandtekeningen bijwerken: Normaal gesproken worden de updates van de
virushandtekeningen automatisch uitgevoerd. Als u een update direct wilt uitvoeren,
klikt u op deze knop.
Automatische updates uitschakelen: Selecteer deze optie als u niet wilt dat de G
DATA-software de virushandtekeningen automatisch up-to-date houdt. Bedenk wel
dat uitschakeling van automatische updates een hoog veiligheidsrisico met zich
meebrengt. Selecteer deze optie dus alleen in uitzonderlijke gevallen.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
AntiVirus | Updates.
14
G DATA Software
Volgende update
Hier ziet u wanneer de volgende update wordt uitgevoerd. Wanneer u direct een update
wilt uitvoeren, klikt u op het item en selecteert u de optie Virushandtekeningen bijwerken.
Virushandtekeningen bijwerken: Normaal gesproken worden de updates van de
virushandtekeningen automatisch uitgevoerd. Als u een update direct wilt uitvoeren,
klikt u op deze knop.
Automatische updates uitschakelen: Selecteer deze optie als u niet wilt dat de G
DATA-software de virushandtekeningen automatisch up-to-date houdt. Bedenk wel
dat uitschakeling van automatische updates een hoog veiligheidsrisico met zich
meebrengt. Selecteer deze optie dus alleen in uitzonderlijke gevallen.
Overige instellingen: meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Instellingen |
AntiVirus | Updates.
BankGuard
Banktrojanen vormen een steeds grotere bedreiging. Elk uur ontwikkelen cybercriminelen
nieuwe malwarevarianten (bv. ZeuS, SpyEye) om uw geld te stelen. Banken beveiligen het
gegevensverkeer op internet, maar de gegevens worden gedecodeerd in de browser en
daar slaan banktrojanen toe. De toonaangevende technologie van G DATA BankGuard
beveiligt uw banktransacties vanaf het begin en biedt meteen beveiliging op de plaatsen
waar de aanval plaatsvindt. Door de gebruikte netwerkbibliotheken in realtime te
controleren, zorgt G DATA BankGuard ervoor dat uw internetbrowser niet door een
banktrojaan wordt gemanipuleerd. We raden u aan om de beveiliging van G DATA
BankGuard ingeschakeld te laten.
Keyloggerbeveiliging
de keyloggerbeveiliging controleert ook onafhankelijk van virushandtekeningen, of de
toetsenbordinvoer op uw systeem wordt bespioneerd. Op die manier kunnen aanvallers uw
wachtwoordinvoer registreren. Deze functie moet altijd ingeschakeld blijven.
Exploit Protection
Een zogenaamde exploit misbruikt de zwakke plekken in populaire gebruikersprogramma's
en kan zo in het ergste geval de controle over uw computer overnemen. Exploits kunnen
zelfs toeslaan als toepassingen (bv. PDF-viewer, browser) regelmatig worden bijgewerkt.
Exploit Protection biedt bescherming tegen dergelijke aanvallen en beschermt ook proactief
tegen nog onbekende aanvallen.
15
SecurityCenter
Licentie
Onder het opschrift Licentie aan de linkerkant van de programma-interface ziet u hoe lang
uw licentie voor virusupdates nog geldig is. Bij geen enkele andere software zijn updates zo
belangrijk als bij antivirussoftware. Voordat uw licentie verloopt, wordt u er automatisch
aan herinnerd dat de licentie moet worden verlengd. Dat kan gemakkelijk en probleemloos
via internet.
Licentiegegevens weergeven
Als u in het gedeelte Licentie op het veld Info klikt, verschijnt een dialoogvenster met uw
gebruikersnaam of licentiesleutel. Als u vragen over uw licentie hebt, kunnen we u in het G
DATA ServiceCenter met deze gegevens beter helpen. Als u uw wachtwoord vergeten
bent, kunt u via dit dialoogvenster ook snel en gemakkelijk een nieuw wachtwoord
genereren.
Softwaremodule
Afhankelijk van de geïnstalleerde softwareversie zijn de volgende softwaremodules
beschikbaar:
SecurityCenter: uw persoonlijk beveiligingscentrum. Hier vindt u alle gegevens die
u nodig hebt om uw computer te beveiligen tegen schadelijke software en kunt u
doelgericht op bedreigingen reageren.
Virusbeveiliging: in dit gedeelte vindt u informatie over wanneer uw computer de
laatste keer op virussen werd gecontroleerd en of de virusbewaker de computer
momenteel actief beveiligt tegen infecties. Bovendien kunt u de computer of
gegevensdrager direct op schadelijke software controleren, geïnfecteerde
bestanden in quarantaine bewerken en een opstartmedium maken.
Firewall: een firewall zorgt ervoor dat uw computer niet kan worden "bespied". Hij
controleert welke gegevens en programma's via het internet of een netwerk op uw
computer binnenkomen en welke gegevens via uw computer worden verzonden.
Zodra het blijkt dat gegevens op uw computer onrechtmatig moeten worden
geïnstalleerd of gedownload, slaat de firewall alarm en blokkeert hij de
onrechtmatige gegevensuitwisseling. Deze softwaremodule is beschikbaar in de
programmaversies G DATA INTERNET SECURITY en G DATA TOTAL PROTECTION.
Back-up: door de toenemende digitalisering van het dagelijkse leven, het gebruik
van online muziekdiensten, digitale camera's en e-mailcorrespondentie wordt de
16
G DATA Software
beveiliging van uw persoonlijke gegevens steeds belangrijker. Uw gegevens
kunnen door een defect in de hardware, een fout, beschadiging door virussen of
aanvallen van hackers verloren gaan. Het is dan ook essentieel dat u regelmatig
een back-up maakt van uw persoonlijke documenten. De module Back-up neemt
deze taak van u over en beveiligt zo uw belangrijke documenten en bestanden
zonder dat u zich daar steeds zorgen over hoeft te maken. Deze softwaremodule is
beschikbaar in de programmaversie G DATA TOTAL PROTECTION.
Tuner: met de tuner hebt u een tool in handen die uw Windows-systeem
aanzienlijk sneller en overzichtelijker maakt, van de automatische herinnering aan
Windows-updates en een tijdgestuurde regelmatige defragmentatie tot het
regelmatig verwijderen van overbodige gegevens in het register en het opruimen
van tijdelijke bestanden. Deze softwaremodule is beschikbaar in de
programmaversie G DATA TOTAL PROTECTION.
Kinderbeveiliging: met behulp van de kinderbeveiliging kunt u het surfgedrag en
het computergebruik van uw kinderen regelen. Deze softwaremodule is
beschikbaar in de programmaversies G DATA INTERNET SECURITY en G DATA TOTAL
PROTECTION.
Codering: de coderingsmodule doet dienst als een bankkluis voor de beveiliging
van vertrouwelijke gegevens. Een safe kan bijvoorbeeld worden gebruikt als extra
station, zoals een bijkomende partitie van de vaste schijf, en is heel eenvoudig te
bedienen. Deze softwaremodule is beschikbaar in de programmaversie G DATA
TOTAL PROTECTION.
Autostart Manager: met de Autostart Manager kunt u de programma's beheren die
automatisch worden gestart wanneer Windows start. Normaal worden deze
programma's direct bij het opstarten van het systeem geladen. Wanneer u deze met
de Autostart Manager beheert, kunt u deze ook met vertraging of afhankelijk van
de belasting van het systeem of de vaste schijf starten. Daardoor start het systeem
sneller op en presteert uw computer beter.
Apparaatcontrole: Met deze functie kunt u voor bepaalde gebruikers van uw
computer het gebruik van apparaten zoals verwisselbare opslagmedia, cd/dvd- en
diskettestations beperken. Op die manier kunt u bijvoorbeeld de ongewenste
export of import van gegevens of installatie van software verhinderen. Nu ook met
USB KeyboardGuard. Meer info hierover vindt u in het hoofdstuk Apparaatcontrole.
17
Virusbeveiliging
Virusbeveiliging
Met deze module kunt u uw computer of geselecteerde gegevensdrager gericht controleren
op malware-infecties. Dit is aanbevolen wanneer u bijvoorbeeld zelfgebrande cd's of USB-
sticks van vrienden, familie of collega's ontvangt. Ook bij de installatie van nieuwe software
en downloads van het internet is een viruscontrole aanbevolen.
Opgelet: Het controleren van de computer of geselecteerde gegevensdrager is
bedoeld als extra beveiliging. In principe bent u met de G DATA Screensaver-
scanner en de G DATA Virusbewaker, die altijd op de achtergrond actief is, optimaal
beveiligd tegen malware. Met een viruscontrole worden ook virussen gevonden die
naar uw computer zijn gekopieerd vóór de installatie van de G DATA-software of die
in uw systeem zijn terechtgekomen toen de virusbewaker een keer niet was
ingeschakeld.
Viruscontrole
Selecteer hier welk deel van uw computer of welke gegevensdrager u wilt controleren:
Computer controleren (alle lokale harde schijven): Als u naast de automatische
controle door de afwezigheidsscan een eigen controle wilt uitvoeren (vanwege een
actuele virusverdenking bijvoorbeeld), klikt u op deze optie. Uw computer wordt
dan meteen op virussen gescand. Lees hierover ook het volgende hoofdstuk:
Viruscontrole uitvoeren
Geheugen en automatisch starten controleren: Hiermee worden voor alle lopende
processen de programmabestanden en programmabibliotheken (DLL's)
gecontroleerd. Op die manier kunnen schadelijke programma's meteen uit het
geheugen en autostart worden verwijderd. Actieve virussen kunnen dus direct
worden verwijderd, zonder dat u de complete vaste schijf hoeft te doorzoeken. Deze
functie is een aanvulling en geen vervanging van een regelmatige viruscontrole
van de opgeslagen gegevens.
Mappen/bestanden controleren: Hiermee controleert u geselecteerde stations,
mappen of bestanden op virussen. Als u op deze optie klikt, opent zich een venster
waarin u mappen en bestanden kunt selecteren. Hier kunt u gericht afzonderlijke
bestanden, maar ook hele mappen op virussen controleren. In de mappenstructuur
kunt u mappen openen en selecteren door op de (+)-symbolen te klikken. Hun
inhoud wordt dan in het bestandsoverzicht weergegeven. De mappen en
bestanden waarvoor u een vinkje plaatst, worden gecontroleerd.
Als niet alle bestanden in een map worden gescand, wordt dat aangeduid door een
18
G DATA Software
grijs vinkje bij deze map.
Verwisselbare media controleren: Met deze functie kunt u cd-roms, dvd-roms,
geheugenkaarten en USB-sticks op virussen controleren. Als u deze actie aanklikt,
worden alle verwisselbare media die met uw computer zijn verbonden (d.w.z. ook
geplaatste cd's en geheugenkaarten of de via USB-poort verbonden harde schijven
of USB-sticks) gecontroleerd. Houd er rekening mee dat u met de software
natuurlijk geen virussen kunt verwijderen van media die geen schrijftoegang
toestaan (zoals gebrande cd-roms). Hier worden de gevonden virussen vervolgens
bijgehouden.
Op RootKits controleren: Rootkits proberen gebruikelijke
virusherkenningsmethodes te snel af te zijn. U kunt met deze functie doelgericht
naar rootkits zoeken zonder een volledige controle van de harde schijven en
opgeslagen gegevens te hoeven uitvoeren.
Bestanden in quarantaine
Tijdens het scannen op virussen kunt u op verschillende manieren omgaan met eventueel
aangetroffen virussen. Zo kunt u het besmette bestand bijvoorbeeld in quarantaine
plaatsen. De quarantaine is een afgeschermd gedeelte binnen de software, waarin de
besmette bestanden gecodeerd worden opgeslagen. Op die manier kan het virus niet
verder worden verspreid.
Quarantaine weergeven: wanneer u op deze knop klikt, wordt de quarantaine
geopend.
De bestanden in quarantaine blijven daarbij in dezelfde toestand als toen de G DATA-
software een virus aantrof. U kunt dan later beslissen wat u verder met de bestanden wilt
doen.
Bijwerken: Als het dialoogvenster voor de quarantaine langere tijd geopend blijft en
intussen een virus wordt gevonden en in quarantaine wordt geplaatst (bijvoorbeeld
automatisch door de virusbewaker), kunt u met deze knop de weergave bijwerken.
Inzenden: In bepaalde gevallen kunt u een geïnfecteerd bestand dat u niet kunt
desinfecteren via internet naar G Data sturen. De inhoud van dit bestand wordt
natuurlijk vertrouwelijk behandeld. De resultaten van het onderzoek worden
gebruikt om de virushandtekeningen en de software te verbeteren en bij te werken.
19
Virusbeveiliging
Malware Information Initiative: De medewerkers van G DATA Security Labs
onderzoeken voortdurend manieren om G DATA-klanten te beschermen tegen
malware (virussen, wormen en schadelijke programma's). Des te meer informatie er
over malware bestaat, des te snellere en effectievere beveiligingsmechanismen
kunnen worden ontwikkeld. Veel informatie is spijtig genoeg enkel beschikbaar op
reeds aangevallen of geïnfecteerde systemen. Om deze gegevens ook in de
analyses te kunnen opnemen, werd het G DATA Malware Information Initiative
opgericht. Hierbij wordt informatie over malware naar G DATA Security Labs
verstuurd. Dankzij uw deelname kunnen alle G DATA-klanten internet op een
veiligere manier gebruiken.
Desinfecteren: Vaak kunnen geïnfecteerde bestanden nog worden gered. De
software verwijdert dan de virusbestanddelen uit het geïnfecteerde bestand en
herstelt op die manier het niet-geïnfecteerde originele bestand. Als het desinfecteren
geslaagd is, wordt het bestand automatisch op de oorspronkelijke plek
teruggeplaatst en kunt u er weer zonder beperkingen over beschikken.
Terugplaatsen: Soms kan het nodig zijn om een geïnfecteerd bestand dat niet kan
worden gedesinfecteerd, uit quarantaine terug te plaatsen naar de oorspronkelijke
plek. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan om te trachten gegevens te redden.
Gebruik deze functie alleen in uitzonderingsgevallen en na strenge
veiligheidsmaatregelen (zorg dat de computer niet meer verbonden is met een
netwerk of internet, maak van tevoren een back-up van niet-geïnfecteerde gegevens
enzovoort).
Verwijderen: Wanneer u het geïnfecteerde bestand niet meer nodig hebt, kunt u dit
gewoon uit de quarantaine verwijderen.
Opstartmedium
Het opstartmedium is een handig hulpmiddel om besmette computers weer virusvrij te
maken. Vooral bij computers die voor de installatie van de G DATA-software geen
virusbeveiliging hadden, is het aanbevolen een opstartmedium te gebruiken. Meer
informatie over het gebruik van een opstartmedium vindt u in het hoofdstuk BootScan.
Om een opstartmedium te maken, klikt u op de knop Opstartmedium maken en
volgt u de instructies in de installatiewizard. Hier kunt u actuele
virushandtekeningen downloaden zodat uw opstartmedium up-to-date is.
Bovendien kunt u hier bepalen of u een cd/dvd wilt branden als opstartmedium of
een USB-stick als opstartmedium wilt gebruiken.
Back-up herstellen: Wanneer u de programmaversie G DATA TOTAL PROTECTION
gebruikt, kunt u met een opstartmedium een back-up van een station ook
20
G DATA Software
herstellen op het volume waarop zich het systeem bevindt. De back-up van een
station of bestand herstellen op andere doelstations is hier ook mogelijk. Plaats
daarvoor het opstartmedium in het station en selecteer de functie G DATA Backup
(herstellen).
21
Firewall
Firewall
Een firewall voorkomt dat gegevens op uw computer
bespied
worden. Hij controleert welke
gegevens en programma's via het internet of een netwerk op uw computer binnenkomen
en welke gegevens via uw computer worden verzonden.
De firewallmodule bestaat uit drie delen
Status: in het gedeelte Status van de firewall krijgt u belangrijke informatie over de
huidige toestand van uw systeem en de firewall.
Netwerken: in het gedeelte Netwerken vindt u de netwerken (zoals LAN, remote
enz.) waarmee de computer verbonden is.
Regelsets: in dit gedeelte kunt u voor verschillende netwerken speciale regels maken
om het gedrag van uw firewall te optimaliseren.
Zodra blijkt dat gegevens op uw computer onrechtmatig moeten worden geïnstalleerd of
gedownload, slaat de firewall alarm en blokkeert deze de onrechtmatige
gegevensuitwisseling.
Instellingen: Als u rechtsboven op deze knop klikt, krijgt u toegang tot meer
dialoogvensters voor het instellen van de firewall.
Status
In het onderdeel Status van de firewall krijgt u belangrijke informatie over de huidige
toestand van uw systeem en de firewall. Dit vindt u rechts naast de betreffende regel als
tekst of getal. Bovendien wordt de status van de componenten ook grafisch voorgesteld.
Door op het betreffende item te dubbelklikken, kunt u hier direct acties uitvoeren of naar
een bepaald programmaonderdeel overschakelen.
Zodra u de instellingen van een component met waarschuwingssymbool hebt
geoptimaliseerd, verandert het symbool in het statusgedeelte weer in het groene vinkje.
Beveiliging: Tijdens het dagelijkse gebruik van de computer leert de firewall
automatisch welke programma's u al dan niet gebruikt om toegang te krijgen tot
internet en welke programma's een veiligheidsrisico vormen. Afhankelijk van uw
kennis over de gebruikte technologie kunt u de firewall zo configureren dat deze
zonder al te veel rompslomp een uitstekende basisbescherming biedt, of kiezen voor
een professionele bescherming, die precies is afgestemd op de manier waarop u de
computer gebruikt, maar ook de nodige kennis van firewall-technologie vereist. Hier
kunt u de beveiligingsstatus instellen: Instellingen | Firewall | Automatisch systeem.
22
G DATA Software
Modus: Hier ziet u met welke basisinstelling uw firewall werkt. U kunt hier kiezen
tussen handmatige regelaanmaak of het automatische systeem (autopiloot).
Automatische piloot: Hier werkt de firewall volkomen autonoom en houdt
automatisch de gevaren voor uw thuis-pc tegen. Deze instelling biedt praktische en
volledige beveiliging en is in de meeste gevallen aan te bevelen. De automatische
piloot moet standaard ingeschakeld zijn.
Overige instellingen: Als u de firewall individueel wilt configureren of bepaalde
toepassingen niet met de Autopiloot-modus wilt laten werken, kunt u met de
handmatige regelaanmaak uw firewall volledig Autopiloot-modus op uw
behoeften. Meer informatie vindt u in het volgende hoofdstuk: Instellingen |
Firewall | Automatisch systeem.
Netwerken: Met deze optie kunt u de netwerken weergeven waarin uw computer
zich bevindt. Meer informatie vindt u in het volgende hoofdstuk: Firewall |
Netwerken.
Geregistreerde aanvallen: Zodra de firewall een aanval op uw computer registreert,
wordt deze verhinderd en in het logboek opgenomen. Klik op de menuoptie voor
meer informatie.
Toepassingsradar: in dit dialoogvenster ziet u welke programma's momenteel door
de firewall worden geblokkeerd. Als u aan een van de geblokkeerde toepassingen
toch de toestemming wilt verlenen voor het gebruik van het netwerk, moet u deze
hier selecteren en vervolgens op de knop Toestaan klikken.
Netwerken
In het gedeelte Netwerken vindt u de netwerken (zoals LAN, remote enz.) waarmee de
computer verbonden is. Hier kunt u ook zien volgens welke regelset (zie hoofdstuk
Regelsets) het betreffende netwerk is beveiligd. Als u het vinkje bij het betreffende
netwerk verwijdert, wordt dit van de firewall-beveiliging uitgezonderd. U moet de
beveiliging echter uitsluitend met een goede reden uitschakelen. Als u een netwerk met de
muis markeert en op de knop Bewerken klikt, kunt u de firewall-instellingen voor dit
netwerk bekijken resp. wijzigen.
23
Firewall
Netwerk bewerken
In dit overzicht worden de volgende gegevens en instelmogelijkheden voor het
geselecteerde netwerk weergegeven:
Netzwerk-Informatie: Hier vindt u netwerkgegevens zoals, indien beschikbaar,
informatie over het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway, de DNS- en
WINS-server.
Firewall actief, op dit netwerk: Hier kunt u de firewall voor dit netwerk deactiveren,
doe dit wel enkel als het echt nodig is.
Internetverbinding delen: bij directe verbindingen met internet kunt u bepalen of
alle computers in het netwerk via een met internet verbonden computer
internettoegang krijgen. Normaal gesproken kan deze internetverbindingsvrijgave
(ICS) voor een thuisnetwerk worden geactiveerd.
Automatische configuratie (DHCP) toestaan: wanneer uw computer verbonden is
met het netwerk wordt een dynamisch IP-adres toegewezen (via het DHCP =
Dynamic Host Configuration Protocol). Als u via deze standaardconfiguratie met het
netwerk bent verbonden, moet u het vakje hier aangevinkt laten.
Regelset: U kunt hier zeer snel kiezen uit voorgeprogrammeerde regelsets en op deze
manier, afhankelijk van de beveiligingscriteria, bepalen of u te maken hebt met een
betrouwbaar netwerk, een onbetrouwbaar netwerk of een netwerk dat moet worden
geblokkeerd. Met de knop Regelset bewerken hebt u ook de mogelijkheid om de
regelsets afzonderlijk te configureren. Lees hiertoe het hoofdstuk Regelsets
aanmaken.
Regelsets
Hier kunt u voor verschillende netwerken speciale regels opstellen. Deze regels worden dan
telkens tot een regelset samengevoegd. Er zijn standaardregelsets voor directe verbinding
met internet, onbetrouwbare netwerken, betrouwbare netwerken en te blokkeren
netwerken. In het overzicht wordt de betreffende regelset met naam weergegeven. Met de
knoppen Nieuw, Verwijderen en Bewerken kunt u bestaande regelsets veranderen, resp.
nieuwe regelsets toevoegen.
De standaardregelsets voor directe verbinding met internet, betrouwbare netwerken,
onbetrouwbare netwerken en te blokkeren netwerken kunnen niet worden verwijderd.
Aanvullende regelsets die u zelf hebt opgesteld kunnen natuurlijk altijd worden
verwijderd.
24
G DATA Software
Regelsets aanmaken
U kunt aan elk netwerk een eigen regelset (of een verzameling speciaal daarop afgestemde
regels) toewijzen. Op die manier kunt u netwerken met verschillende bedreigingsniveaus
door de firewall laten afschermen. Voor een privé-LAN-verbinding is mogelijk minder
beveiliging nodig (en dus ook minder administratieve rompslomp) dan voor een extern
netwerk, dat rechtstreeks in verbinding staat met internet.
Bovendien kunt u met de knop Nieuw ook eigen regelsets voor netwerken aanmaken. Klik
daarvoor bij Regelsets op de knop Nieuw en voer in het geopende dialoogvenster de
volgende gegevens in:
Naam regelset: Voer hier een sprekende naam in voor de regelset.
Een lege regelset maken: Hier kunt u een volledig lege regelset maken en hierin
enkel zelf gedefinieerde regels opnemen.
Een regelset maken die enkele nuttige regels bevat: Bij deze optie kunt u beslissen of
u een nieuwe regelset wilt aanmaken met als uitgangspunt de regelset voor
betrouwbare, onbetrouwbare of te blokkeren netwerken. U kunt deze
standaardinstellingen vervolgens naar eigen behoefte aanpassen.
De firewall bevat vooraf gedefinieerde regelsets voor de volgende soorten netwerken:
directe verbinding met internet: hieronder vallen regels die de directe
internettoegang regelen.
onbetrouwbare netwerken: hieronder vallen doorgaans open netwerken, zoals
externe netwerken die toegang hebben tot internet.
betrouwbare netwerken: thuis- en bedrijfsnetwerken zijn over het algemeen
betrouwbaar.
te blokkeren netwerken: Als de verbinding tussen de computer en een netwerk
tijdelijk of permanent moet worden geblokkeerd, dan kunt u daar deze instelling
voor gebruiken. Dat is bijvoorbeeld zinvol in geval van een verbinding met een
onbekend netwerk waarvan u niet zeker weet of dit betrouwbaar is (bijvoorbeeld
tijdens een LAN-party, externe bedrijfsnetwerken of openbare werkplekken voor
notebooks.)
de nieuwe regelset verschijnt nu in het gedeelte Regelsets onder de bijbehorende naam
(bijvoorbeeld
Nieuwe regelset
) in de lijst. Indien u nu op Bewerken klikt, wordt er afhankelijk
van de instelling, die u bij Instellingen | Overige (zie het gelijknamige hoofdstuk) hebt
ingevoerd, de Wizard Regels of deuitgebreide bewerkingsmodus. geopend om de
afzonderlijke regels van deze regelset te bewerken. Hoe u nieuwe regels kunt maken in de
25
Firewall
regelsets, leest u in de hoofdstukken Wizard Regels gebruiken oftewel Uitgebreide
bewerkingsmodus gebruiken.
Behalve het rechtstreeks invoeren van regels kunt u natuurlijk ook via het
informatievenster van het firewallalarm regels aanmaken. Dit leerproces voor de firewall
wordt in het hoofdstuk Firewallalarm uitgelegd.
Wizard Regels gebruiken
Met de wizard Regels kunt u bepaalde aanvullende regels definiëren voor de huidige
regelset of bestaande regels wijzigen. Vooral gebruikers die minder bekend zijn met de
firewalltechnologie kunnen beter de wizard Regels gebruiken dan de uitgebreide
bewerkingsmodus.
Met de wizard Regels wijzigt u een of meer regels in de geselecteerde regelset. U maakt
dus altijd een regel binnen een regelset die al een aantal regels bevat.
Afhankelijk van de regelset die u voor het betreffende netwerk hebt gedefinieerd, kan een
toepassing in de ene regelset (bijv. voor onbetrouwbare netwerken) zijn geblokkeerd en in
een andere regelset (bijv. voor betrouwbare netwerken) volledige toegang hebben. Op die
manier kunt u een browser door afwijkende regels bijvoorbeeld zo instellen dat deze wel
toegang heeft tot een site die in uw LAN-verbinding klaarstaat, maar niet tot de inhoud van
diezelfde site via een remote netwerk.
Via de wizard Regels beschikt u over de volgende basisregels:
Toepassingen vrijgeven of blokkeren: Hiermee kunt u gericht een toepassing
(programma) op uw harde schijf selecteren en die toepassing uitdrukkelijk
toestemming geven of ontzeggen om verbinding te maken met het in die regelset
gedefinieerde netwerk. Selecteer hiervoor in de wizard het gewenste programma
(programmapad) en geef daarna bij Richting aan of het programma moet worden
geblokkeerd voor inkomende of uitgaande verbindingen, of voor verbindingen in
beide richtingen. Op die manier kunt u bijvoorbeeld voorkomen dat de software voor
uw mp3-speler gegevens doorgeeft over uw luistergewoonten (uitgaande
verbindingen) of ervoor zorgen dat programma-updates niet automatisch worden
uitgevoerd (inkomende verbindingen).
Netwerkdiensten vrijgeven of blokkeren: Een poort is de benaming voor een
speciaal adresbereik dat de gegevens die via een netwerk zijn verzonden,
automatisch via een bepaald protocol naar bepaalde software doorstuurt. Zo gaat
bijvoorbeeld de gegevensoverdracht van normale websites via poort 80, e-mails
versturen gaat via poort 25, e-mails ontvangen via poort 110 enz. Zonder firewall
staan over het algemeen alle poorten op uw computer open, hoewel de meeste door
normale gebruikers helemaal niet worden gebruikt. Door een of meerdere poorten te
26
G DATA Software
sluiten, kunnen dus snel gaten worden gedicht die anders door hackers zouden
kunnen worden misbruikt voor aanvallen. In de wizard hebt u de mogelijkheid de
poorten helemaal te sluiten of alleen voor een bepaalde toepassing (bijv. voor de
software van uw mp3-speler).
Bestands- en printerdeling: wanneer u toegang verleent, kunt u vrijgegeven
mappen en printers in het netwerk gebruiken. Tegelijk krijgen ook andere computers
en gebruikers in het netwerk toegang tot uw shares (voor zover ingesteld).
Domeindiensten vrijgeven of blokkeren: een domein is een soort register voor
computers in een netwerk, dat een gecentraliseerd beheer mogelijk maakt van de
aan het netwerk gekoppelde computers. Vrijgave van domeinservices binnen
onbetrouwbare netwerken moet over het algemeen worden geweigerd.
Internetverbinding delen: bij directe verbindingen met internet kunt u bepalen of
alle computers in het netwerk via een met internet verbonden computer
internettoegang krijgen. Normaal gesproken kan deze internetverbindingsvrijgave
voor een thuisnetwerk worden geactiveerd.
VPN-diensten vrijgeven of blokkeren: VPN is de afkorting van Virtual Private
Networks en verwijst naar de mogelijkheid om computers exclusief met elkaar te
verbinden en als het ware een directe verbinding tussen die computers tot stand te
brengen. Om VPN-diensten te kunnen gebruiken, moeten deze door de firewall
worden vrijgegeven.
Geavanceerde regelseteditor (expertmodus): Hiermee schakelt u over van de wizard
Regels naar de uitgebreide bewerkingsmodus. Raadpleeg voor meer informatie over
de uitgebreide bewerkingsmodus het hoofdstuk Uitgebreide bewerkingsmodus
gebruiken.
Uitgebreide bewerkingsmodus gebruiken
In de uitgebreide bewerkingsmodus kunt u mits u over voldoende kennis van
netwerkbeveiliging beschikt uw eigen regels definiëren voor het betreffende netwerk. U
kunt hier natuurlijk alle regels instellen die u ook met de wizard Regels kunt definiëren,
maar daarnaast kunt u nog meer instellingen opgeven.
Hiervoor staan de volgende instelmogelijkheden ter beschikking:
Naam: Hier kunt u eventueel de naam van de huidige regelset wijzigen. Onder deze
naam wordt de regelset dan in de lijst in het onderdeel Regelsetsweergegeven en
kan daar met de door de firewall geïdentificeerde netwerken worden gecombineerd.
Stealth-modus: In de Stealth-modus (Engels: verborgen, stiekem) worden aanvragen
aan de computer die ertoe dienen om de bereikbaarheid van bepaalde poorten te
27
Firewall
controleren, niet beantwoord. Dit maakt het voor hackers moeilijker om op deze
manier informatie over het systeem te verkrijgen.
Actie als er geen regel voorhanden is: Hier kunt u bepalen of de toegang tot het
netwerk in het algemeen toegestaan, geweigerd of na controle moet worden
geregeld. Als er in de automatisch leren-stand van de firewall uitzonderingsregels
zijn gedefinieerd voor bepaalde programma's, dan wordt hier uiteraard rekening mee
gehouden.
Adaptieve modus: De adaptieve modus ondersteunt u bij toepassingen die de
zogenaamde terugkoppelingstechniek gebruiken (zoals FTP en veel online spelletjes).
Dergelijke toepassingen maken verbinding met een externe computer en delen
daarmee een terugkoppeling waarmee de externe computer wordt
terugverbonden
.
Als de adaptieve modus is geactiveerd, herkent de firewall deze terugkoppeling en
wordt de toegang zonder verdere controle vrijgegeven.
Regels
In het regeloverzicht vindt u alle regels die voor deze regelset zijn gedefinieerd. Op die
manier kunt u bijvoorbeeld aan geselecteerde programma's uitgebreide netwerktoegang
toekennen, ook al is het betreffende netwerk gedefinieerd als onbetrouwbaar. De regels die
hierin voorkomen, kunnen op verschillende manieren worden aangemaakt:
Via de Wizard Regels
Direct via de uitgebreide bewerkingsmodus. Via de knop Nieuw
Via het informatievenster dat bij een Firewallalarm wordt weergegeven.
Elke regelset heeft natuurlijk zijn eigen lijst met regels.
Omdat de firewallregels deels een bepaalde hiërarchische indeling hebben, is het in veel
gevallen belangrijk om op de rangorde van de regels te letten. Zo kan een vrijgave voor een
poort weer worden geblokkeerd door de weigering om toegang te geven tot een protocol. U
kunt de rang van een regel wijzigen door deze te markeren met de muis en vervolgens met
de pijltoetsen onder Rangorde/Positie in de lijst omhoog of omlaag te brengen.
Als u een nieuwe regel maakt via de uitgebreide bewerkingsmodus of een bestaande regel
wijzigt via de optie Bewerken, wordt het dialoogvenster Regel bewerken geopend. Hierin
vindt u de volgende instelmogelijkheden:
Naam: Als vooraf ingestelde en automatisch gegenereerde regels worden gebruikt,
dan staat hier de naam van het programma waarop deze regel van toepassing is.
Regel actief: U kunt een regel inactief maken zonder de regel direct te verwijderen,
28
G DATA Software
door het vakje uit te vinken.
Opmerking: Hier ziet u op welke manier de regel is aangemaakt. Bij de
standaardregels voor de regelset staat Standaardregel, bij regels die via het
dialoogvenster uit het Firewallalarm ontstaan, staat na controle aangemaakt en bij
regels die u zelf via de uitgebreide bewerkingsmodus genereert, kunt u uw eigen
opmerkingen invoegen.
Verbindingsrichting: Met de richting wordt bepaald of deze regel van toepassing is
voor inkomende of uitgaande verbindingen, of geldt voor beide soorten
verbindingen.
Toegang: Hier stelt u in of het betreffende programma binnen deze regelset al dan
niet de toestemming krijgt om verbinding te maken.
Protocol: Hier selecteert u welke verbindingsprotocollen u toegang wilt toestaan of
weigeren. U kunt hierbij protocollen altijd blokkeren of vrijgeven, of het gebruik van
het protocol koppelen aan een of meer toepassingen (Toepassingen toewijzen). Op
dezelfde manier kunt u ongewenste of gewenste poorten via de knop
Internetservice toewijzen nauwkeurig definiëren.
Tijdsduur: U kunt de toegang tot netwerkbronnen ook tijdafhankelijk maken en er zo
bijvoorbeeld voor zorgen dat de toegang alleen wordt verleend tijdens uw werkuren
en niet daarbuiten.
IP-adresbereik: Vooral bij netwerken met vaste IP-adressen is het zinvol het gebruik
te reglementeren door een beperking van het IP-adresbereik. Een duidelijk
gedefinieerd IP-adresbereik vermindert het gevaar van een aanval door hackers
aanzienlijk.
29
Back-up
Back-up
Door de toenemende digitalisering van het dagelijkse leven, het gebruik van online
muziekdiensten, digitale camera's en e-mailcorrespondentie wordt de beveiliging van uw
persoonlijke gegevens steeds belangrijker. Uw gegevens kunnen door een defect in de
hardware, een fout, beschadiging door virussen of aanvallen van hackers verloren gaan.
Het is dan ook essentieel dat u regelmatig een back-up maakt van uw persoonlijke
documenten. De G DATA-software neemt deze taak van u over en beveiligt zo uw
belangrijke documenten en bestanden zonder dat u zich daar steeds zorgen over hoeft te
maken.
Back-up maken en herstellen
Zodra u een back-upopdracht hebt aangemaakt via de functie Nieuwe opdracht, kunt u
deze direct bewerken en beheren via de volgende symbolen:
Herstel: met deze optie zet u de in de back-up gearchiveerde bestanden terug op
uw systeem. Het verloop van het herstel wordt in het hoofdstuk Back-up herstellen
uitgelegd.
Back-up: met deze optie start u het back-upproces voor de gedefinieerde back-
upopdracht meteen en afzonderlijk, onafhankelijk van een vooraf gedefinieerd
schema voor deze back-up.
Instellingen: Met deze optie kunt u voor de betreffende back-upopdracht de
instellingen wijzigen die u hebt opgegeven toen u deze back-upopdracht voor het
eerst onder Nieuwe back-upopdracht hebt aangemaakt.
Protocol: Hier vindt u een overzicht van alle processen die via deze back-
upopdracht zijn uitgevoerd. U vindt hier gegevens over uitgevoerde handmatige of
tijdgestuurde back-upprocessen, informatie over eventueel herstelde back-ups en
eventuele foutmeldingen, bv. wanneer de doelmap onvoldoende schijfruimte voor
de uit te voeren back-up had.
30
G DATA Software
Nieuwe back-upopdracht
Om een nieuwe back-upopdracht te maken, klikt u op Nieuwe opdracht.
Bestanden/vaste schijven/partities selecteren
De wizard Back-up vraagt nu welke soort back-up u wilt uitvoeren.
Back-up van bestand: Het gaat hier om een back-up van bepaalde geselecteerde
bestanden en mappen in een archiefbestand.
Selecteer in de mapweergave welke bestanden en mappen u wilt opslaan. Het is
doorgaans aanbevolen bij de gegevensback-up persoonlijke bestanden op te slaan
en geen back-up van de geïnstalleerde programmabestanden uit te voeren. In de
mappenstructuur kunt u mappen openen en selecteren door op de (+)-symbolen te
klikken. Hun inhoud wordt dan in het bestandsoverzicht weergegeven. De mappen
en bestanden waarvoor u een vinkje plaatst, worden door de software
gecontroleerd voor de back-up. Als niet alle bestanden en mappen in een map voor
de back-up worden gebruikt, wordt dat aangeduid door een grijs vinkje bij deze
map.
Back-up van station: Het gaat hier om een complete back-up van vaste schijven of
partities in een archiefbestand.
Doel selecteren
Hier selecteert u het doel, of de plaats, waar de G DATA-software de back-up van de
bestanden en mappen of vaste schijven en partities moet opslaan. Dit kan een cd- of dvd-
romstation zijn, een andere harde schijf, een USB-stick, andere verwisselbare media of een
map in het netwerk.
Naam van het archief: hier kunt u het archiefbestand een betekenisvolle naam geven, bv.
Wekelijkse back-up eigen bestanden
,
MP3-back-up
enz.
Nieuwe map: Als u een nieuwe map wilt aanmaken voor de back-up, selecteert u in de
mapweergave de gewenste opslaglocatie en klikt u daarna op knop Nieuwe map.
Opmerking: let er echter wel op dat de back-up niet op dezelfde vaste schijf als de
originele bestanden mag worden opgeslagen. Bij een defect van deze schijf, gaan
zowel uw originele als uw back-upgegevens verloren. U kunt uw back-up het beste
op een locatie bewaren die fysiek gescheiden is van de originele bestanden,
bijvoorbeeld in een andere kamer op een harde USB-schijf, op een FTP-server op
31
Back-up
het netwerk of op een cd- of dvd-rom gebrand.
Archief op FTP-server aanmaken: Als u toegang tot een FTP-server hebt, kunt u uw back-
up ook online naar deze FTP-server overzetten. Meld u daarvoor gewoon aan met de
toegangsgegevens voor uw FTP-service en uw back-uparchief wordt meteen aan uw FTP-
server gekoppeld. In de G DATA-software kunt u ook via de geïntegreerde FTP-browser
back-uparchieven beheren.
Archief in de cloud aanmaken: U kunt een gangbare cloudservice zoals Microsoft Dropbox,
OneDrive* of Google Drive gebruiken om uw back-up op te slaan. Meld u daarvoor gewoon
aan met de toegangsgegevens voor uw cloudservice en uw back-uparchief wordt meteen
aan uw cloud gekoppeld.
Opmerking: Let er bij een back-up in de cloud op dat uw back-upgegevens
versleuteld zijn. Onder Opties onder Nieuwe back-upopdracht kunt u de
versleuteling van de gegevens in- en uitschakelen.
(*) Opmerking over OneDrive: u kunt OneDrive gebruiken wanneer u deze service
als virtueel station in Windows Verkenner hebt geïntegreerd. Het archief wordt dan
echter volledige normaal via de gegevensmap gemaakt en niet via de functie
Archief in de cloud aanmaken.
Tijdschema
Enerzijds kunt u hier bepalen met welk interval de geselecteerde bestanden door een back-
up moeten worden beveiligd, anderzijds kunt u bepalen welke soort back-up moet worden
uitgevoerd. Standaard is dat de volledige back-up, waarbij alle geselecteerde bestanden
volledig worden beveiligd. U hebt ook de mogelijkheid om via gedeeltelijke back-ups enkel
de wijzigingen sinds de laatste back-up op te slaan.
Als u Handmatig selecteert, wordt de back-up niet automatisch uitgevoerd, maar moet u
die zelf starten via de programma-interface. Onder Dagelijks kunt u met behulp van de
gegevens onder Weekdagen bv. bepalen dat uw computer de tuning alleen op werkdagen,
alleen om de dag of alleen in het weekend als er niet wordt gewerkt, uitvoert. Bovendien
kunt u wekelijkse en maandelijkse back-ups instellen.
Niet in batterijbedrijf uitvoeren: Om ervoor te zorgen dat een back-upproces bij notebooks
niet plotseling wordt onderbroken wanneer de accu van de notebook leeg is, kunt u
bepalen dat back-ups enkel mogen worden uitgevoerd wanneer de notebook op het
stroomnet is aangesloten.
Volledige back-up uitvoeren
Geef onder Volledige back-up uitvoeren op hoe vaak, op welke dagen en op welk tijdstip
32
G DATA Software
de betreffende back-upopdracht moet worden uitgevoerd. Vervolgens zal op basis van de
door u ingestelde cyclus automatisch een back-up van alle gegevens worden gemaakt, die
u bij Bestanden/vaste schijven/partities selecteren daarvoor hebt geselecteerd.
Opgelet: De tijdgestuurde back-up werkt niet bij een cd-rom of dvd-rom, omdat
hier eventueel bij het vervangen van het medium een handeling van de gebruiker
wordt vereist.
In het gedeelte Oudere archieven verwijderen kunt u bepalen wat de G DATA-software met
bestaande back-ups moet doen. De G DATA-software archiveert uw gegevens in een apart
bestand met de extensie ARC. Bestaande back-ups, die niet worden overschreven,
verhogen uiteraard nog de veiligheid van uw gegevens, omdat zelfs als het huidige archief
beschadigd zou zijn, een ouder archief beschikbaar is. Daardoor zijn niet alle gegevens
verloren. Over het algemeen nemen archieven echter veel ruimte op de gegevensdragers in
beslag en dient u er op te letten dat niet een te grote hoeveelheid archiefmateriaal wordt
verzameld. Het is raadzaam om bij Volledige back-ups bewaren een maximum aantal back-
ups aan te geven, dat op uw veilige gegevensdragers opgeslagen dient te worden. Dan
wordt steeds het oudste archief door het huidige archief vervangen.
Wanneer u de optie Deelbackup(s) aanmaken aanvinkt, voert de software na een eerste
volledige back-up de daaropvolgende keren enkel gedeeltelijke back-ups uit. Het back-
upproces verloopt daardoor veel sneller, maar een volledige back-up herstellen op basis van
deze gedeeltelijke back-ups duurt wel langer. Een bijkomend nadeel van een gedeeltelijke
back-up is dat deze in verhouding meer geheugen in beslag neemt, omdat de niet meer
benodigde gegevens in de volledige back-up niet direct worden verwijderd. Na de
volgende volledige back-up worden de gegevens van de volledige en gedeeltelijke back-up
echter weer samengevoegd en is de hoeveelheid gegevens weer gelijk aan die van een
volledige back-up.
Gedeeltelijke back-ups uitvoeren
Gedeeltelijke back-ups zijn bedoeld om gegevensbeveiliging sneller te maken. Bij een
gedeeltelijke back-up worden niet alle gegevens gebruikt, maar wordt voortgebouwd op
een bestaande volledige back-up. Dat houdt in dat alleen de gegevens worden opgeslagen
die sinds de vorige volledige back-up zijn gewijzigd of toegevoegd. Op die manier worden
uw gegevens ook volledig beveiligd, terwijl het back-upproces aanzienlijk sneller verloopt.
Differentieel/Incrementeel: Bij een differentiële back-up worden alle gegevens opgeslagen
die sinds de laatste complete back-up zijn gewijzigd of toegevoegd. Bij een dergelijke back-
up wordt dus altijd voortgebouwd op de laatste complete back-up. U bent zo minder tijd en
opslagruimte kwijt dan bij een nieuwe volledige back-up. De incrementele back-up gaat
nog een stap verder en slaat in een gedeeltelijke back-up de bestanden op die sinds de
laatste gedeeltelijke back-up zijn gewijzigd. Nadeel hiervan is dat bij herstel van de
gegevens meerdere archieven nodig zijn.
33
Back-up
Opties
In het gedeelte Opties kunt u de algemene back-upopties wijzigen. Normaal gezien hoeft u
hier geen wijzigingen aan te brengen omdat de standaardopties van de G DATA-software
in de meeste gevallen voldoende zijn.
Algemene archiefopties
Bij de algemene archiefopties hebt u volgende instellingsmogelijkheden:
Bestandsgrootte van archief begrenzen: Wanneer u archieven op cd-, dvd-rom of
andere beschrijfbare media opslaat, is het belangrijk dat de G DATA-software de
grootte van de archiefbestanden begrenst. Hier kunt u kiezen uit een aantal
standaardgroottes die het achteraf opslaan van archiefgegevens op cd, dvd of blu-
ray-discs mogelijk maken. Zodra het archief de hier opgegeven maximale grootte
bereikt, wordt het gesplitst en wordt de back-upinformatie over twee of meer
archiefbestanden verdeeld.
Multisession cd/dvd maken: wanneer u deze optie selecteert, maakt u back-up-cd's of
p-dvd's die meerdere keren kunnen worden beschreven. Daarbij wordt de eerder
opgeslagen inhoud niet verwijderd, maar de nieuwe inhoud wordt eraan
toegevoegd.
Tijdelijke archieven wissen: Deze optie moet over het algemeen geactiveerd blijven.
Tijdelijke archieven hebben na het uitvoeren van een bepaald aantal back-ups heel
veel plaats nodig op uw harde schijf. Na hun tijdelijk gebruik hebt u ze eigenlijk niet
meer nodig.
Bestanden herstellingsprogramma kopiëren: wanneer u deze functie inschakelt,
wordt naast de archiefbestanden op de opslagplaats van uw back-up een
programma gezet waarmee u uw gegevens ook zonder geïnstalleerde G DATA-
software kunt herstellen. Start hiervoor vanaf de cd/dvd-rom het programma
AVKBackup
of
AVKBackup.exe
.
Het herstelprogramma wordt alleen op cd/dvd-rom meegekopieerd. Bij back-ups op
verwisselbare media (USB-stick, externe harde schijf) is dat niet het geval.
Wanneer u de G DATA-software hebt geïnstalleerd op de computer waarop het herstel
moet plaatsvinden, voert u het herstel niet uit met het herstelprogramma op de cd/
dvd-rom, maar via de functie Archieven importeren.
Bestanden op virussen controleren voor het archiveren: Als de module AntiVirus is
geïnstalleerd, kunt u uw bestanden op virussen controleren vooraleer ze in het back-
uparchief worden opgeslagen.
34
G DATA Software
Archief na het aanmaken controleren: Met deze functie wordt het archief na het
aanmaken nog eens op volledigheid en op fouten gecontroleerd.
Archief coderen: Wanneer u uw gearchiveerde bestanden tegen toegang door
derden wilt beveiligen, kunt u deze van een wachtwoord voorzien. Het herstellen van
de bestanden kan dan alleen nog met dit wachtwoord gebeuren. Onthoud het
wachtwoord goed of noteer het op een veilige plaats. Zonder wachtwoord kunnen uw
archiefbestanden niet worden hersteld.
Integriteitstest bij differentiële back-up: Met deze functie kan een gedeeltelijke
back-up na het aanmaken nog eens worden gecontroleerd op volledigheid en
fouten.
Integriteitstest bij herstel van harde schijf: Met deze functie wordt na het herstel
nogmaals gecontroleerd of de gegevens op de juiste manier zijn teruggezet. Bij Map
voor tijdelijke bestanden gaat het om de opslaglocatie voor bestanden die de G
DATA-software slechts tijdelijk op uw vaste schijf schrijft. Indien er op uw
standaardpartitie onvoldoende plaats is, kunt u hier de partitie en de tijdelijke
opslagruimte voor deze bestanden wijzigen.
Schaduwkopie van Windows gebruiken: als deze optie niet is ingeschakeld, kan er
geen image van de systeempartitie worden gemaakt.
Gebruikersinstellingen
Om tijdgestuurde back-ups te kunnen uitvoeren, moet u hier de optie Taak uitvoeren als
aanvinken en daar de toegangsgegevens voor uw Windows-gebruikersaccount invoeren.
Deze gegevens zijn noodzakelijk, zodat de back-up op basis van de ingestelde tijd kan
worden uitgevoerd, ook als u niet als gebruiker bent aangemeld.
Compressie
In het gedeelte Compressie kunt u bepalen of uw archief sterk of zwak moet worden
gecomprimeerd.
Goede compressie: De gegevens worden voor back-up sterk gecomprimeerd.
Daardoor wordt er bij back-up minder opslagruimte ingenomen, maar duurt de back-
up zelf wel langer.
Gebalanceerde compressie: De back-up wordt niet zo sterk gecomprimeerd, waardoor
het proces sneller wordt uitgevoerd.
Snelle uitvoering: De gegevens worden niet gecomprimeerd, waardoor de back-up
sneller verloopt.
35
Back-up
Bestanden uitsluiten
Normaal gesproken slaat de G DATA-software bestanden op basis van hun
bestandsindeling op. In uw computersysteem bevinden zich overeenkomstige
bestandsindelingen, maar ook in delen die automatisch worden beheerd en niet relevant
zijn voor een back-up, omdat de desbetreffende bestanden slechts tijdelijk worden
opgeslagen (bijv. ter versnelling van de paginaweergave op het internet). Om te
voorkomen dat de G Data-software deze bestanden onnodig archiveert, kunt u het
betreffende vinkje uitschakelen.
Tijdelijke map met bestanden: Als u deze optie selecteert, worden de tijdelijke
mappen, inclusief submappen en bestanden, niet in de back-up opgenomen.
Tijdelijke internetmappen met bestanden: Als u deze optie selecteert, worden de
mappen voor de opslag van internetpagina's, inclusief submappen en bestanden,
niet in de back-up opgenomen.
Thumbs.db: Wanneer u deze optie kiest, worden de bestanden thumbs.db, die
automatisch door Windows Verkenner worden aangemaakt, niet in de back-up
opgenomen. Deze bestanden hebben tot doel om bijvoorbeeld de
miniatuurweergave voor slideshows te beheren en worden automatisch gemaakt aan
de hand van de originele afbeeldingen.
Tijdelijke bestanden (Bestandskenmerk): Wanneer u deze optie selecteert, worden
de bestanden met het door het systeem toegekende bestandskenmerk tijdelijk niet
in de back-up opgenomen.
Systeembestanden (Bestandskenmerk): Wanneer u deze optie selecteert, worden de
bestanden met het door het systeem toegekende bestandskenmerk Systeembestand
niet in de back-up opgenomen.
Bestandstypen uitsluiten: Met deze functie kunt u zelf bestandsextensies vastleggen
die niet in de back-up worden opgenomen. Ga hierbij als volgt te werk: Voer onder
Bestandstype (bv. *.txt) de bestandsextensie of de bestandsnaam in die u wilt
uitsluiten. Klik nu op OK. Herhaal dit voor alle andere bestandstypen en
bestandsnamen die u wilt uitsluiten, bv. picasa.ini, *.ini, *bak enzovoort. Het sterretje
en het vraagteken kunt u hierbij als jokerteken gebruiken.
U kunt de jokertekens als volgt gebruiken:
Het vraagteken (?) neemt de plaats van afzonderlijke tekens in.
Het sterretje (*) neemt de plaats van complete tekenreeksen in.
Om bijvoorbeeld alle bestanden met de extensie exe te controleren, voert u *.exe in.
36
G DATA Software
Om bijvoorbeeld bestanden met verschillende spreadsheetindelingen te controleren
(bv. *.xlr, *.xls), voert u gewoon *.xl? in. Om bijvoorbeeld verschillende soorten
bestanden met een bestandsnaam die met dezelfde letters begint te controleren,
voert u tekst*.* in.
Huidige standaardopties opnieuw instellen
Als u op deze knop klikt, worden de standaardopties die voor de G DATA-software zijn
gedefinieerd, opnieuw ingesteld. Als u dus bij het maken van back-ups per ongeluk de
verkeerde opties hebt ingesteld en niet weet hoe u dit ongedaan kunt maken, klikt u op de
knop Huidige standaardopties opnieuw instellen.
Back-up herstellen
Hier kunt u op basis van de back-upgegevens uw originele bestanden na
gegevensverlies herstellen. Klik daarvoor op de knop Herstellen.
Nu verschijnt een dialoogvenster met alle opgeslagen back-upprocessen voor de
betreffende back-upopdracht.
Selecteer hier de gewenste back-up (bv. de laatst uitgevoerde back-up, wanneer u
documenten die u kort geleden per ongeluk hebt verwijderd, wilt herstellen) en klik daarna
op Herstellen.
U kunt nu bepalen op welke manier het herstel moet gebeuren:
Complete back-up herstellen: alle bestanden en mappen die deel uitmaken van deze
back-up, worden hersteld.
Alleen geselecteerde partities/bestanden herstellen Hier ziet u een mapweergave
van uw back-up, waarin u kunt bepalen welke bestanden, mappen of partities u wilt
herstellen. In de mappenstructuur kunt u mappen openen en selecteren door op de
(+)-symbolen te klikken. Hun inhoud wordt dan in het bestandsoverzicht
weergegeven. De mappen en bestanden waarvoor u een vinkje plaatst, worden
vanuit de back-up hersteld. Als in een map niet alle bestanden worden
gecontroleerd, staat bij deze map een grijs vinkje.
Daarna kunt u bepalen of de bestanden in hun oorspronkelijke mappen moeten worden
hersteld of niet. Als de bestanden op een andere plaats moeten worden opgeslagen, kunt u
eventueel onder Nieuwe map een map selecteren waarin u deze wilt opslaan. Voer onder
Wachtwoord het toegangswachtwoord in als u uw back-up bij het opslaan met een
wachtwoord beveiligd hebt gecomprimeerd.
Als u bestanden in de oorspronkelijke mappen wilt herstellen, hebt u de volgende opties
37
Back-up
om doelgericht enkel gewijzigde bestanden te herstellen:
altijd vervangen: Bij deze instelling worden de bestanden uit de veiligheidskopie
altijd als belangrijker beschouwd dan de bestanden die in de oorspronkelijke map
staan. Als u hier een vinkje zet, worden eventueel nog aanwezige bestanden
vervangen door de bestanden die zich in het archief bevinden.
als de grootte is gewijzigd: Bij deze instelling worden bestaande bestanden in de
oorspronkelijke map alleen maar vervangen wanneer het oorspronkelijke bestand
werd gewijzigd. Bestanden waarvan de grootte niet werd gewijzigd, worden
overgeslagen. Hierdoor kan het herstel van de gegevens sneller worden uitgevoerd.
als het tijdstip "Gewijzigd op" in het archief recenter is: Hier worden bestanden in de
oorspronkelijke map altijd door de kopieën uit het archief vervangen wanneer ze
recenter zijn dan de bestanden van het archief. Ook hier kan het herstel sneller
worden uitgevoerd omdat niet per se alle bestanden hoeven te worden hersteld,
maar alleen de gewijzigde gegevens.
als het tijdstip "Gewijzigd op" is gewijzigd: Hier worden bestanden in de
oorspronkelijke map altijd vervangen als er op de wijzigingsdatum iets werd
veranderd in vergelijking met de gearchiveerde bestanden.
Klik vervolgens op Bewerking beëindigen om het herstel volgens uw instellingen uit te
voeren.
Acties
In dit onderdeel kunt u onder andere acties voor het onderhoud van uw back-ups instellen.
Hiervoor staan de volgende hulpprogramma's ter beschikking:
Archieven online onderhouden
Als u uw belangrijkste gegevens online op de FTP-server van G Data opslaat, heeft de G
DATA-software natuurlijk de bijbehorende toegangsgegevens nodig. Wanneer u deze
functie voor het eerst aanklikt kunt u de servernaam, poort, gebruikersnaam, wachtwoord
en map opgeven die u bij de registratie op de G DATA UpdateServer hebt gekregen.
Inbegrepen online opslagruimte (1 GB)
Bij de registratie van deze software stelt G DATA u gratis 1 GB online opslagruimte op een
FTP-server ter beschikking voor uw back-ups. De benodigde FTP-gegevens worden daarbij
automatisch in het FTP-scherm van de G DATA-software weergegeven en u kunt uw
belangrijkste gegevens op deze manier veilig online opslaan, indien nodig beveiligd met
38
G DATA Software
een wachtwoord. U ontvangt de vereiste FTP-toegangsgegevens na de registratie van de
software in een bevestigingsmail.
Bij meervoudige licenties staat natuurlijk voor elke licentie 1 GB online opslagruimte ter
beschikking, d.w.z. dat u bijvoorbeeld bij een 3-voudige licentie drie keer 1 GB krijgt.
Deze FTP-opslagruimte is beschikbaar zolang u updates van virushandtekeningen van G
DATA ontvangt. Na een eventuele beëindiging van het contract hebt u nog 30 dagen de
tijd om uw gegevens van de back-upserver van G DATA te verwijderen. Daarna worden de
gegevens gewist.
FTP-browser
Voer uw FTP-toegangsgegevens in om toegang te krijgen tot uw G DATA FTP-server. Deze
gegevens zijn u bij de onlineregistratie van uw product via e-mail toegestuurd. In de FTP-
browser kunt u nu de volgende acties uitvoeren:
Verbinden: Indien de verbinding met de FTP-browser werd onderbroken, kunt u
deze hier opnieuw activeren.
Afbreken: Hiermee kunt u de verbinding met de FTP-browser onderbreken.
Nieuwe map: Wanneer u uw back-ups in verschillende mappen wilt opslaan
(bijvoorbeeld speciale mappen alleen voor back-ups van muziek), kunt u met deze
functie mappen maken op uw FTP-geheugen.
Verwijderen: Met deze functie kunt u mappen of overbodig geworden archieven
verwijderen.
Bijwerken: Indien u tijdens het gebruik van de FTP-browser nog een update hebt
uitgevoerd, kunt u de nieuwe gegevens via de knop Bijwerken weergeven.
Download: Hiermee kunt u met de muis gemarkeerde archieven vanop de FTP-
server naar een willekeurige locatie op uw computer kopiëren.
Upload: Hiermee kunt u met de G DATA-software gemaakte archieven achteraf op
de FTP-server opslaan.
Help: Hiermee roept u de Help-documentatie op.
39
Back-up
Archief achteraf op cd/dvd branden
U kunt back-upbestanden ook later op cd of dvd branden. Selecteer hiervoor in het
dialoogvenster een project dat u wilt branden en klik vervolgens op de knop Volgende.
Selecteer het station waarop u de back-up wilt branden.
U hebt hier de volgende opties:
Controle uitvoeren na het branden: Als u hier een vinkje zet, worden de gebrande
bestanden na het branden nog eens gecontroleerd. We bevelen deze manier van
werken aan, ook al duurt het een beetje langer dan branden zonder controle.
Bestanden herstellingsprogramma kopiëren: wanneer u deze functie inschakelt,
wordt naast de archiefbestanden op de opslagplaats van uw back-up een
programma gezet waarmee u uw gegevens ook zonder geïnstalleerde G DATA-
software kunt herstellen. Start hiervoor vanaf de cd/dvd-rom het programma
AVKBackup
of
AVKBackup.exe
.
Klik op de knop Branden om het branden te starten. Na het branden wordt de back-up-cd/
dvd automatisch uitgeworpen.
Opmerking: natuurlijk worden de back-upbestanden na het branden niet van de
originele gegevensdrager verwijderd. Het later branden op cd/dvd is een
bijkomende veiligheidsmaatregel.
Archieven importeren
Als u archieven en back-ups wilt herstellen die zich niet op een door de G DATA-software
beheerd station bevinden, gebruikt u de functie Archieven importeren. Er gaat dan een
dialoogvenster open waarin u de gewenste archiefbestanden met de extensie
ARC
bijv. op
een cd, dvd of in een netwerk kunt zoeken. Zodra u het gewenste archief hebt gevonden,
vinkt u het aan en klikt u op de knop OK. Een infovenster wijst u erop dat het archief
succesvol werd geïmporteerd. Wanneer u dit archief nu voor het herstellen van gegevens
wilt gebruiken, gaat u naar het gedeelte Herstellen van de G DATA-software. Selecteer
vervolgens de gewenste back-up en start het herstel.
Opmerking: door de G DATA-software gemaakte archiefbestanden hebben de
bestandsextensie ARC.
40
G DATA Software
Harde schijf klonen
Wanneer u een harde schijf kloont, worden niet alleen uw gegevens zo maar naar een
andere gegevensdrager gekopieerd, maar wordt de volledige inhoud van de harde schijf
bit per bit overgedragen. U kunt bijvoorbeeld een systeemschijf verwisselen of door een
grotere vervangen zonder dat u daarna het besturingssysteem en de programma's opnieuw
moet installeren. Indien nodig kunt u dus een volledige kopie van uw computer maken.
Uw aandacht a.u.b.: de harde schijf waarop u wilt klonen, moet minstens een even grote
opslagcapaciteit hebben als de originele harde schijf.
Stap 1: selecteer de bron, i.e. de harde schijf die u wilt klonen.
Stap 2: selecteer vervolgens het doel, i.e. de harde schijf waarop u de kloon van de
originele harde schijf wilt maken.
Als u het vinkje bij Grootte van de partities aan de grootte van de doelschijf aanpassen
activeert, worden de partities ten opzichte van hun vorige grootte vergroot en daardoor aan
de grotere back-upschijf aangepast. Als de originele schijf en back-upschijf even groot zijn,
blijft de grootte ongewijzigd.
Opstartmedium maken
Om back-ups ook zonder geïnstalleerde G DATA-software te kunnen herstellen, kunt u een
cd/dvd of USB-stick maken met speciale software waarmee u gegevens kunt herstellen. Als
u op die manier back-ups wilt herstellen, start u het opstartmedium en selecteert u het
programma
AVKBackup
of
AVKBackup.exe
. Daarna kunt u de gewenste back-ups selecteren
en het herstel starten.
Opmerking: het maken van een opstartmedium wordt uitgelegd in het
hoofdstuk Opstartmedium. Het opstartmedium vervult een dubbele functie in
de G DATA-software. Hiermee kunt u back-ups herstellen en met de BootScan
kunt u uw computer op virussen controleren voordat Windows wordt gestart.
41
Wachtwoordmanager
Wachtwoordmanager
Met de Wachtwoordmanager kunt u op een eenvoudige manier wachtwoorden beheren en
gemakkelijk als invoegtoepassing in uw browser gebruiken.
De Wachtwoordmanager ondersteunt de volgende browsers in de nieuwste generatie:
Google Chrome
Mozilla Firefox
Microsoft Internet Explorer
Opmerking: afhankelijk van de instellingen van uw browser (bv.
privacyinstellingen) kan de werking van de Wachtwoordmanager beperkt
zijn.
Maak eerst een wachtwoordsafe aan en installeer daarna de invoegtoepassing voor de
browser van uw keuze. U kunt de wachtwoordsafe uiteraard ook installeren voor alle
compatibele browsers.
Nieuwe safe aanmaken en invoegtoepassing installeren
Klik op Wachtwoordsafe. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u met de optie
Nieuwe safe aanmaken een nieuwe safe kunt maken.
Voer hiervoor een wachtwoord in, bevestig het, klik op Safe aanmaken en de safe wordt
gemaakt. De wachtwoordherinnering kan u helpen als u uw wachtwoord vergeten bent.
De safe is aangemaakt en aan de rechterkant van het programmavenster kunt u kiezen in
welke browsers u de invoegtoepassing Wachtwoordmanager wilt installeren. U hoeft enkel
op de desbetreffende browsernaam te klikken om de invoegtoepassing te installeren.
Als u de browser de volgende keer opent, wordt u mogelijk gevraagd of u de nieuwe
invoegtoepassing wilt gebruiken. Bevestig dit voor de G DATA Wachtwoordmanager.
In de taakbalk van de browser vindt u nu het volgende pictogram. Klik op het
pictogram als u de Wachtwoordmanager wilt gebruiken.
42
G DATA Software
Voer hiervoor uw wachtwoord in het geopende dialoogvenster in en klik op Ontgrendelen.
Het gebruik van de browserinvoegtoepassing wordt in het volgende hoofdstuk uitgelegd.
Gebruik van de browserinvoegtoepassingen
Als u op het volgende pictogram in de taakbalk van de browser klikt,
kunt u de Wachtwoordmanager gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van de privacyinstelling (bv. geschiedenis opslaan) kan de
invoegtoepassing mogelijk niet worden gebruikt. In geval van problemen met de
invoegtoepassing controleert u best eerst de instellingen van uw browser.
Voer hiervoor uw wachtwoord in het geopende dialoogvenster in en klik op Ontgrendelen.
Nu zijn de volgende onderdelen beschikbaar:
Favorieten: met deze functie kunt u snel de met een wachtwoord beveiligde
websites die u regelmatig gebruikt, oproepen.
Logins: hier kunt u de logins voor met een wachtwoord beveiligde websites
beheren.
Contactpersonen: met behulp van de hier ingevoerde contactgegevens kunnen
formulieren, zoals leveringsadressen automatisch worden ingevuld.
Notities: hier kunt u bijkomende, met een wachtwoord beveiligde notities
opslaan.
Instellingen: Als u de Wachtwoordmanager opnieuw wilt sluiten, klikt u hier op
Vergrendelen. Als u op Instellingen klikt, kunt u favorieten, logins,
contactpersonen en notities eenvoudig beheren in dialoogvensters. Met de
Wachtwoordgenerator kunt u automatisch een veilig wachtwoord laten aanmaken
en via het klembord direct gebruiken.
In het beheer van de Wachtwoordmanager kunt u als volgt nieuwe gegevens toevoegen en
gegevens bewerken en verwijderen.
43
Wachtwoordmanager
Nieuw gegeven: als u hierop klikt, kunt u een nieuw gegeven aanmaken en alle
vereiste gegevens in de desbetreffende dialoogvensters voor logins,
contactpersonen of notities invoeren.
Gegeven opslaan: als u hierop klikt, wordt het gegeven opgeslagen en verschijnt
deze ook in de snelkeuze van de browserinvoegtoepassing.
Gegeven verwijderen: hiermee verwijdert u gegevens die u niet meer nodig hebt.
44
G DATA Software
Tuner
Met de tuner hebt u een tool in handen die uw Windows-systeem aanzienlijk sneller en
overzichtelijker maakt: van de automatische herinnering aan Windows Update, via een
tijdgestuurde regelmatige defragmentatie tot en met het regelmatig verwijderen van
overbodige gegevens in het register en het opruimen van tijdelijke bestanden.
U kunt uw computer handmatig tunen met een druk op een knop of tijdgestuurd
regelmatig tuningtaken laten uitvoeren.
Laatste tuningrun: hier ziet u wanneer voor het laatst een tuning van uw computer
werd uitgevoerd. Om een nieuwe tuning te starten, selecteert u hier de optie
Tuningrun nu uitvoeren. Zodra u de tuningrun start, ziet u een voortgangsbalk
met de huidige status van de tuning.
Automatische tuningrun: als u de tuning van uw computer wilt automatiseren,
kunt u door de optie Automatische tuningrun inschakelen te selecteren een
overeenkomstige tijdgestuurde tuningtaak maken. Om de automatische tuningrun
in te stellen, selecteert u de optie Meer instellingen.
Configuratie: In dit gebied kunt u alle modules selecteren die de tuner voor het
tuningproces moet gebruiken. Geselecteerde modules worden daarbij dan hetzij via
een automatische, tijdgestuurde actie gestart (zie het hoofdstuk Planning) hetzij
handmatig. Om een module te activeren, klikt u er tweemaal op met de muis. U
kunt hier de volgende tuningonderdelen instellen:
Beveiliging
: Diverse functies die automatisch gegevens downloaden van
internet zijn alleen van nut voor de aanbieder en niet voor u. Vaak wordt ook
via zulke functies de deur wijd opengezet voor schadelijke software. Met deze
modules beveiligt u uw systeem en blijft het volledig bijgewerkt.
Prestaties
: Tijdelijke bestanden, zoals reservekopieën, logboekbestanden en
installatiegegevens, die u niet meer nodig hebt, maken de harde schijf trager
en nemen waardevolle opslagruimte in beslag. Bovendien vertragen
overbodig geworden processen en koppelingen van gegevens uw systeem
aanzienlijk. Met de hier opgesomde modules kunt u uw computer van deze
overbodige ballast bevrijden en sneller maken.
Privacy
: Hier zijn de modules ondergebracht die uw gegevens beschermen. De
sporen die bij het surfen of bij algemeen computergebruik onvrijwillig
ontstaan, vertellen veel over uw gebruik en bevatten belangrijke gegevens en
wachtwoorden. Hier worden deze sporen gewist.
45
Tuner
Herstel: de software maakt bij elke wijziging een herstelpunt. Als een bepaalde
tuning-actie tot ongewenste resultaten heeft geleid, kunt u deze actie ongedaan
maken en de toestand van het systeem vóór de wijziging herstellen. Lees hiervoor
ook het hoofdstuk Herstel.
BrowserCleaner: G DATA BrowserCleaner kan ongewenste programmaonderdelen
en aanvullende programma's blokkeren of verwijderen. Deze programma's worden
vaak samen met gratis software geïnstalleerd en kunnen browserinstellingen
wijzigen of zelfs gegevens bespioneren. Lees hiervoor ook het hoofdstuk
BrowserCleaner.
Herstel
In de software wordt bij elke wijziging een herstelpunt gemaakt. Als een bepaalde tuning-
actie tot ongewenste resultaten heeft geleid, kunt u deze actie ongedaan maken en de
toestand van het systeem vóór de wijziging herstellen.
Alles selecteren: als u alle wijzigingen die door de tuning zijn uitgevoerd wilt
afwijzen, selecteert u met deze optie alle herstelpunten en klikt u vervolgens op de
knop Herstellen.
Herstellen: als u enkel bepaalde wijzigingen die door de tuning zijn uitgevoerd wilt
afwijzen, selecteert u met deze optie het gewenste herstelpunt en klikt u
vervolgens op de knop Herstellen.
Geselecteerde verwijderen: herstelpunten die u niet meer nodig hebt, kunt u met
deze knop verwijderen.
Browser Cleaner
G DATA Browser Cleaner kan ongewenste programmaonderdelen en aanvullende
programma's blokkeren of verwijderen. Deze programma's worden vaak samen met gratis
software geïnstalleerd en kunnen browserinstellingen wijzigen of zelfs gegevens
bespioneren. Met Browser Cleaner kunt u deze ongewenste programma's ("PUP" =
Potentially Unwanted Programs) laten weergeven in de browsers Internet Explorer, Firefox
en Google Chrome. Daarna kunt u zelf bepalen of u deze alleen wilt uitschakelen of volledig
wilt verwijderen. Het uitschakelen van uitbreidingen kan op elk ogenblik ongedaan worden
gemaakt.
Opmerking: G DATA Browser Cleaner werkt samen met Microsoft Internet Explorer,
Mozilla Firefox en Google Chrome en maakt een bijzonder eenvoudig beheer van
alle geïnstalleerde browseruitbreidingen mogelijk. Met één muisklik kunnen alle
46
G DATA Software
plug-ins in de lijst worden uitgeschakeld of verwijderd om de browser te ontdoen
van ongewenste uitbreidingen. Het hulpprogramma geeft optioneel alle als veilig
beschouwde plug-ins weer, zodat u de onveilige of ongewenste uitbreidingen snel
en eenvoudig kunt onderscheiden. G DATA Browser Cleaner maakt deel uit van de
uitgebreide beveiligingsoplossing G DATA TOTAL PROTECTION en is altijd
beschikbaar voor gebruikers hiervan.
47
Kinderbeveiliging
Kinderbeveiliging
Met behulp van de kinderbeveiliging kunt u het surfgedrag en het computergebruik van
uw kinderen regelen.
Selecteer een op uw computer aangemelde gebruiker onder Gebruiker en stel daar de
betreffende beperkingen voor deze gebruiker in. Met de knop Nieuwe gebruiker kunt u
ook direct nieuwe accounts op uw computer aanmaken (bv. voor uw kinderen).
Kinderbeveiliging voor deze gebruiker: Hier kunt u de kinderbeveiliging voor de
eerder geselecteerde gebruiker in- of uitschakelen.
Verboden inhoud: In dit gedeelte wordt een dialoogvenster geopend waarin u voor
de geselecteerde gebruiker bepaalde internetinhoud kunt blokkeren. Klik op
Bewerkenom de verboden inhoud voor de betreffende gebruiker te bepalen.
Toegestane inhoud: In dit gedeelte wordt een dialoogvenster geopend waarin u voor
de geselecteerde gebruiker bepaalde internetinhoud kunt toestaan. Klik op
Bewerkenom de toegestane inhoud voor de betreffende gebruiker te bepalen.
Internetgebruikstijd controleren: hier kunt u instellen hoe lang en op welke
tijdstippen de geselecteerde gebruiker internettoegang krijgt. Klik op Bewerkenom
de gebruikstijden voor de betreffende gebruiker te bepalen.
Computergebruikstijd controleren: Hier kunt u instellen hoe lang en op welke
tijdstippen de geselecteerde gebruiker de computer mag gebruiken. Klik op
Bewerkenom de gebruikstijden voor de betreffende gebruiker te bepalen.
Instellingen: hier kunt u basisinstellingen voor de werking van het kinderslot wijzigen en
aanpassen aan individuele behoeften.
Nieuwe gebruiker aanmaken
Klik op de knop Nieuwe gebruiker. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de
gebruikersnaam en het wachtwoord voor deze gebruiker kunt invoeren.
Opmerking: met het oog op het beveiligingsniveau moet een wachtwoord
minimaal acht tekens lang zijn en zowel hoofdletters als kleine letters en cijfers
bevatten.
De nieuwe gebruikersnaam wordt weergegeven onder Gebruiker. Voor deze gebruiker
wordt ook een Windows-gebruikersaccount gemaakt. Dat betekent dat het kinderslot voor
die persoon automatisch wordt geactiveerd met de betreffende instellingen wanneer hij of
zij zich met de gebruikersnaam aanmeldt bij Windows. Dubbelklik vervolgens met de muis
48
G DATA Software
op de instellingen die voor deze gebruiker moeten worden toegepast, dus bijv. het
tegenhouden van Verboden inhoud of uitsluitend toegang tot Toegestane inhoud of
bepaal of voor deze gebruiker de Internetgebruikstijd of Computergebruikstijd moet
worden bewaakt.
Verboden inhoud
In dit deel wordt een dialoogvenster geopend waarin u voor de geselecteerde gebruiker
bepaalde inhoud van het internet kunt blokkeren. Selecteer de categorieën die u wilt
blokkeren door een vinkje te plaatsen. Klik vervolgens op OK. De websites die aan de
criteria voor blokkering voldoen, zijn nu niet meer toegankelijk voor deze gebruiker.
Als u op de knop Nieuw klikt, wordt een dialoogvenster geopend waarin u eigen criteria
voor te blokkeren inhoud (ook blacklists genoemd) kunt definiëren. Definieer hiervoor eerst
de naam en eventueel een informatietekst voor het individueel aangemaakte filter.
Klik nu op OK om naar een volgend venster te gaan. Hier kunt u de inhoud samenvatten
die door het filter moet worden onderdrukt.
Voer onder Filter een begrip in dat moet worden geblokkeerd en bij Plaats van de
zoekactie het bereik van een website waarin moet worden gezocht.
U hebt hier de volgende keuzemogelijkheden:
URL: Als u hier het vinkje plaatst, wordt in het webadres naar de te blokkeren tekst
gezocht. Als u bijvoorbeeld sites wilt blokkeren als
www .chatcity.no
;
www .crazychat.co.uk
, dan volstaat het dat u als filter
chat
invoert, URL aanvinkt en
vervolgens op de knop Toevoegen klikt. Nu worden alle sites geblokkeerd die ergens
in hun domeinnaam of het internetadres de lettervolgorde
chat
hebben.
Titel: Als u hier het vinkje plaatst, wordt in de titel van de website naar de te
blokkeren tekst gezocht. Dit is de vermelding die u bijvoorbeeld ziet als u een site
toevoegt aan de Favorieten. Als u bijvoorbeeld sites wilt blokkeren zoals
Chat City
Detroit
;
Teenage Chat 2005
, dan volstaat het dat u als filter
chat
invoert, Titel aanvinkt
en vervolgens op de knop Toevoegen klikt. Nu worden alle sites geblokkeerd die
ergens in hun titel de lettervolgorde
chat
hebben.
Meta: Zogeheten metatags zijn verborgen teksten op websites die worden gebruikt
om deze sites beter, of gewoon vaker, te laten herkennen door zoekmachines.
Zoektermen als
sex
of
chat
worden hier graag gebruikt om het aantal paginahits te
vergroten. Als u sites wilt blokkeren waarvoor in de metatag
chat
staat, dan volstaat
het dat u chat invoert als
filter
, Meta aanvinkt en vervolgens op de knop Toevoegen
klikt. Vervolgens worden alle pagina's geblokkeerd die in de metatags ergens de
lettervolgorde
chat
hebben.
49
Kinderbeveiliging
In de hele tekst: Als u de leesbare inhoud van een pagina direct wilt controleren op te
blokkeren inhoud, dan voert u gewoon het te blokkeren begrip in, bijvoorbeeld
chat
,
vinkt u In de hele tekst aan en klikt u vervolgens op de knop Toevoegen. Nu worden
alle pagina's geblokkeerd die in de weergegeven paginatekst, ergens de
lettervolgorde
chat
bevatten.
U kunt specifieke sites die onbedoeld binnen het bereik van een filter vallen, opnieuw
toelaten door deze bij de optie Uitzonderingen in te voeren. Klik daarvoor op de knop
Uitzonderingen en voer daar de betreffende pagina in.
Opmerking: zelf aangemaakte filters kunt u in het gedeelte Eigen filters vrij
bewerken en verwijderen. Lees hiervoor het hoofdstuk Eigen filters.
Toegestane inhoud
In dit deel wordt een dialoogvenster geopend waarin u voor de huidige geselecteerde
gebruiker bepaalde inhoud van het internet kunt toelaten. Selecteer de categorieën die u
wilt vrijgeven door een vinkje te plaatsen. Klik hierna op OK. De internetsites die voldoen
aan de criteria zijn nu toegankelijk voor deze gebruiker.
Als u op de knop Nieuw klikt, wordt een dialoogvenster geopend waarin u eigen criteria
voor toegestane inhoud (ook whitelists genoemd) kunt definiëren. Definieer hiervoor eerst
de naam en eventueel een informatietekst voor het afzonderlijk aangemaakte filter.
Klik nu op OK. Een dialoogvenster verschijnt waarin u de whitelist kunt aanvullen,
bijvoorbeeld met websites die geschikt zijn voor kinderen.
Voer daarvoor bij Filter in welke onderdelen van domeinnamen vrij toegankelijk moeten
zijn. Als u bijvoorbeeld een website met kindvriendelijke inhoud wilt vrijgeven, kunt u hier
bijvoorbeeld
http://portal.omroep.nl/zapp
invoeren om toegang te verlenen tot deze website.
Voer bij Beschrijving in wat er op deze website te vinden is, bijv.
Zapp - kindvriendelijke
website
en voer bij Koppeling naar website het exacte webadres in. De omschrijving en de
koppeling naar de website zijn alleen belangrijk als het kind bijvoorbeeld zelf een site
opzoekt waarvoor het geen toestemming heeft. In plaats van een foutmelding verschijnt
dan namelijk een HTML-pagina in de browser die alle in de whitelist ingevoerde websites
met hun beschrijving toont. Zo kan uw kind direct opnieuw naar een website gaan
waarvoor u toestemming hebt gegeven. Als u klaar bent met het invoeren, klik dan op
Toevoegen om de whitelist bij te werken.
Opmerking: de filter zoekt naar onderdelen in de domeinnaam. Afhankelijk van de
vermelding in het filter kunnen de resultaten dus van elkaar verschillen. Meer
uitgebreide of meer nauwkeurige beperkingen kunnen hier afhankelijk van de
website helpen.
50
G DATA Software
Internetgebruikstijd controleren
Hier kunt u instellen hoe lang en op welke tijden de geselecteerde gebruiker toegang tot
het internet krijgt. Vink daarvoor het vakje aan bij Internetgebruikstijd controleren. Nu
kunt u bepalen hoe lang de gebruiker in totaal per maand op het internet mag, hoe lang
per week en hoeveel uur op bepaalde weekdagen. Zo kunnen bijvoorbeeld voor
schoolgaande kinderen de weekends anders worden ingesteld dan de werkdagen. U kunt
de betreffende periodes daarvoor eenvoudig ingeven bij Dagen/uu:mm, waarbij de
aanduiding
04/20:05
bijvoorbeeld een internetgebruikstijd van 4 dagen, 20 uur en 5
minuten voorstelt.
Opmerking: in het samenspel van de gegevens voor het internetgebruik telt altijd
de kleinste waarde. Wanneer u bijvoorbeeld voor de maand een tijdsbeperking van
vier dagen vastlegt, maar tijdens de week vijf dagen toestaat, stelt de software de
internetgebruikstijd voor de gebruiker automatisch in op vier dagen.
Als de betreffende gebruiker probeert langer dan de toegestane tijd gebruik te maken van
internet, verschijnt een opmerking die hem laat weten dat de toegestane tijd werd
overschreden.
Tijden blokkeren
Met de knop Tijden blokkeren kunt u een dialoogvenster openen waarin u naast de
beperking van het internetgebruik speciale periodes per week categorisch kunt
blokkeren. Geblokkeerde periodes zijn daarbij rood weergegeven, vrijgegeven periodes zijn
groen. Om een periode vrij te geven of te blokkeren, selecteert u die periode gewoon met
de muis. Dan verschijnt er naast de cursor een contextmenu, waarin u twee mogelijkheden
hebt: Tijd vrijgeven en Tijd blokkeren. Als de betreffende gebruiker probeert tijdens de
geblokkeerde tijden gebruik te maken van Internet, verschijnt er in de browser een
informatiescherm dat hem/haar erover informeert dat hij op dit moment geen toegang tot
Internet heeft.
Computergebruikstijd controleren
Hier kunt u instellen hoe lang en op welke tijdstippen de geselecteerde gebruiker de
computer mag gebruiken. Vink daarvoor het vakje aan bij Computergebruikstijd
controleren. Nu kunt u bepalen hoe lang de gebruiker de computer in totaal per maand
mag gebruiken, hoe lang per week en hoeveel uren op bepaalde weekdagen. Zo kunnen
bijvoorbeeld voor schoolgaande kinderen de weekends anders worden ingesteld dan de
werkdagen. U kunt de betreffende periodes daarvoor eenvoudig opgeven bij Dagen/
uu:mm, waarbij de aanduiding
04/20:05
bijvoorbeeld een computergebruikstijd van 4
dagen, 20 uur en 5 minuten voorstelt. Via de knop Waarschuwing voor het aflopen van de
tijd weergeven kunt u een gebruiker, kort voordat de computer automatisch wordt
afgesloten, waarschuwen zodat deze zijn gegevens nog kan opslaan. Als de computer
51
Kinderbeveiliging
zonder waarschuwing wordt afgesloten, kan dat immers tot gegevensverlies leiden.
Opmerking: in het samenspel van de gegevens over het computergebruik telt altijd
de kleinste waarde. Wanneer u bijvoorbeeld voor de maand een tijdsbeperking van
vier dagen vastlegt, maar tijdens de week vijf dagen toestaat, stelt de software het
computergebruik voor de gebruiker automatisch in op vier dagen.
Tijden blokkeren
Met de knop Tijden blokkeren kunt u een dialoogvenster openen waarin u - naast de
beperking van het computergebruik - speciale periodes per week categorisch kunt
blokkeren. Geblokkeerde periodes zijn daarbij rood weergegeven, vrijgegeven periodes zijn
groen. Om een periode vrij te geven of te blokkeren, selecteert u die periode gewoon met
de muis. Dan verschijnt er naast de cursor een contextmenu, waarin u twee mogelijkheden
hebt: Tijd vrijgeven en Tijd blokkeren.
Eigen filters
In dit gedeelte kunt u niet alleen de door uzelf samengestelde whitelists (met toegestane
inhoud) en blacklists (met verboden inhoud) aanpassen, maar ook handmatig compleet
nieuwe lijsten maken.
De onderstaande lijsten kunnen worden onderscheiden:
Toegestane inhoud: Als u voor een van de geselecteerde gebruikers een whitelist kiest,
dan kan deze uitsluitend websites bekijken die op deze whitelist staan. U kunt als
beheerder de whitelist geheel naar eigen inzicht aanmaken of uit de vooraf
gedefinieerde whitelists een passende lijst voor een gebruiker selecteren. Een whitelist
leent zich er in het bijzonder voor om kleine kinderen zeer beperkt toegang tot internet
te geven, waardoor ze alleen websites kunnen bezoeken met pedagogisch verantwoorde
inhoud.
Verboden inhoud: Met een blacklist kunt u geselecteerde websites voor een gebruiker
blokkeren. Afgezien van die geblokkeerde websites heeft de gebruiker vrije toegang tot
internet. </text><text styleclass="Normal" style="font-weight:bold; font-style:italic;"
translate="true">Tip: denk eraan dat u met deze optie wel bepaalde sites kunt
blokkeren, maar dat vergelijkbare inhoud ook op andere websites beschikbaar kan zijn.
Een blacklist met internetadressen vormt daarom nooit een volledige bescherming tegen
ongewenste inhoud.
52
G DATA Software
Met de volgende knoppen kunt u de uitzonderingslijsten bewerken:
Verwijderen: Via de functie Verwijderen kunt u met de muis geselecteerde lijsten
eenvoudig verwijderen.
Nieuw: Hiermee kunt u een geheel nieuwe blacklist of whitelist maken. De werkwijze is
daarbij dezelfde zoals is beschreven in de hoofdstukken Verboden inhoud en
Toegestane inhoud .
Bewerken: hiermee kunt u de inhoud van een bestaande lijst wijzigen.
Instellingen: Logboek
In dit gedeelte kunt u basisinstellingen voor de informatie in logboeken wijzigen. Op die
manier is het mogelijk te bepalen of overtredingen tegen toegestane en/of verboden
inhoud in een logboek moet worden vastgelegd of niet. Als de inhoud in logboeken wordt
vastgelegd, kunt u de logboeken van de verschillende gebruikers bij Logboek inkijken.
Omdat logboekbestanden bij regelmatig gebruik heel groot worden, kunt u bij de
kinderbeveiliging onder Melding weergeven wanneer bestand ___ KB bereikt instellen dat
u ervan op de hoogte wordt gebracht dat het logboekbestand een bepaalde grootte heeft
overschreden. U kunt dit bestand dan bij Logboekonder Logboeken verwijderen
handmatig verwijderen.
53
Codering
Codering
De coderingsmodule doet dienst als een bankkluis voor de beveiliging van vertrouwelijke
gegevens. Een safe kan bijvoorbeeld worden gebruikt als extra station, zoals een
bijkomende partitie van de vaste schijf, en is heel eenvoudig te bedienen.
Om safes te maken en te beheren, beschikt u over de volgende opties:
Bijwerken: Wanneer u intussen safes geopend of gesloten hebt buiten de
coderingsmodule, klikt u best op Bijwerken om de statusweergave voor de door de
coderingsmodule beheerde safes up-to-date te brengen.
Openen/Sluiten: hier kunt u de safes die zich op uw computer en aangesloten
opslagmedia bevinden, openen of sluiten. Houd er rekening mee dat u een
wachtwoord nodig hebt om de safe te openen. Dat is het wachtwoord dat u bij het
aanmaken van de safe hebt opgegeven. Safes kunnen hier zonder wachtwoord
worden gesloten.
Nieuwe codering maken: Met deze functie kunt u een nieuwe safe maken. Daarvoor
wordt een wizard geopend die u helpt bij het maken van de safe. Lees hiervoor het
hoofdstuk Nieuwe safe maken.
Draagbare safe maken: Zodra u een safe hebt gemaakt, kunt u van deze safe ook een
draagbare safe maken, d.w.z. u kunt de safe zo configureren dat u deze op een USB-
stick kunt gebruiken of zelfs via e-mail kunt verzenden. Lees hiervoor het hoofdstuk
Draagbare safe maken.
Verwijderen: in het safebeheer krijgt u een overzicht van alle safes die zich op uw
computer en de aangesloten opslagmedia bevinden. Hier kunt u safes die u niet
meer nodig hebt, ook verwijderen. Houd er rekening mee dat u safes hier ook kunt
verwijderen zonder dat u daarvoor een wachtwoord nodig hebt. Zorg er daarom voor
dat u de inhoud van de safe die u wilt verwijderen echt niet meer nodig hebt.
Nieuwe safe maken
Wanneer u een nieuwe safe wilt maken, wordt u daarbij ondersteund door een interactief
dialoogvenster. Klik op de knop Volgende om door te gaan.
54
G DATA Software
Bestandslocatie en grootte van de safe
Geef nu aan waar de safe moet worden opgeslagen en hoe groot de safe moet zijn.
Opmerking: de safe is in feite een beveiligd bestand dat zich als een schijfpartitie
gedraagt wanneer deze geopend is, d.w.z. dat u via de bestandslocatie een
safebestand aanmaakt op de gewenste plaats op uw vaste schijf. Hier worden uw
bestanden gecodeerd opgeslagen. Wanneer u de safe hebt geopend en deze
gebruikt, kunt u de bestanden en mappen daarin bewerken, verwijderen, kopiëren
en verplaatsen, net zoals op een normale vaste schijf of schijfpartitie.
Bestandslocatie
Selecteer hier op welke gegevensdrager (bv. lokale gegevensdrager (C:)) de safe moet
worden aangemaakt.
Opmerking: safes die in een beveiligde map zijn gemaakt, zijn alleen zichtbaar op
uw computer als de G DATA-software op uw computer is geïnstalleerd. Als u de
installatie van de software ongedaan maakt, zijn de op die manier aangemaakte
datasafes niet meer zichtbaar.
Safegrootte
Selecteer vervolgens een safegrootte door de schuifregelaar op de overeenkomstige plaats
te zetten. U hebt daarbij zoveel ruimte als er nog beschikbaar is op de gekozen
opslaglocatie. In het algemeen moet er minstens 2 GB vrije ruimte overblijven opdat uw
computersysteem op andere gebieden niet wordt afgeremd door gebrek aan opslagruimte.
Opmerking: via de knop links van de schuifregelaar voor de safegrootte kunt u snel
een keuze maken. Zo kunt u bijvoorbeeld de grootte van de safe exact bepalen of
de safe bijv. zo groot maken dat ze eventueel op een cd, dvd of BluRay kan worden
gebrand.
Klik nu op de knop Volgende.
55
Codering
Safeparameters
In dit dialoogvenster kunt u de volgende gegevens en instellingen voor de safe opgeven:
Safebenaming: De naam waaronder de safe door de G DATA-software wordt beheerd.
Beschrijving: een bijkomende korte beschrijving die bijvoorbeeld informatie over de
inhoud van de safe bevat.
Bestandssysteem: hier kunt u bepalen of het virtuele station dat de safe aanmaakt,
het bestandssysteem FAT of NTFS gebruikt. In het algemeen moet hier de optie
Automatische selectie geselecteerd blijven.
Schijf voor de safe automatisch selecteren: de safe verschijnt op uw computer als een
vaste schijf. U kunt hier een vaste stationsletter voor de safe opgeven of het systeem
automatisch een stationsletter laten kiezen. Hier is doorgaans de automatische
selectie aanbevolen.
Schijf indelen: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u het station voor de safe
niet automatisch door de software laat kiezen.
Klik nu op de knop Volgende.
Safetoegang
Hier kunt u een wachtwoord voor een safe opgeven. Klik daarvoor op de knop Toevoegen.
Geef nu in het geopende dialoogvenster het gewenste wachtwoord op onder Wachtwoord
en Wachtwoord herhalen. Het wachtwoord wordt pas aanvaard als beide ingevoerde
wachtwoorden identiek zijn. Dit moet bijvoorbeeld voorkomen dat u door een tikfout een
wachtwoord opgeeft dat u zelf niet meer kunt herstellen.
Klik op Toevoegen om het wachtwoord te activeren en daarna op Volgende om de
configuratie van de safe af te sluiten.
Opmerking: u kunt bij het aanmaken van een safe ook meerdere verschillende
wachtwoorden opgeven en op die manier verschillende rechten definiëren. u kunt
bijvoorbeeld een safe aanmaken waarin u bestanden kunt lezen en wijzigen. U
kunt ook andere mensen een ander wachtwoord toekennen waarmee ze de inhoud
van deze safe alleen kunnen lezen, maar niet wijzigen.
Wanneer u de safe na het aanmaken selecteert en op de knop Bevoegdheid klikt, hebt u de
volgende instelmogelijkheden:
Autostart uitvoeren: In elke safe bevindt zich een map met de naam Autostart. Als
56
G DATA Software
deze optie op Ja ingesteld blijft, worden alle uitvoerbare bestanden die zich in deze
map bevinden automatisch gestart bij het openen van de safe.
Openen als "Alleen lezen": Een gebruiker die zich met de toegangsmethode 'alleen
lezen' aanmeldt, kan de bestanden in de safe niet opslaan of wijzigen. Hij kan ze
alleen lezen.
Openen als wisselmedium: De G DATA-software opent datasafes in de Verkenner als
lokale vaste schijven. Wanneer u de safe als verwisselbare schijf in het systeem
zichtbaar wilt maken, markeert u deze optie.
Gemeenschappelijk gebruik: Door deze optie aan te duiden kan de safemap
gemeenschappelijk gebruikt worden door andere computers in het netwerk.
Waarschuwing: Bij deze instelling is de toegang tot de safe mogelijk zonder dat
hiervoor een wachtwoord moet worden ingevoerd. Wij bevelen aan om in dit geval
een voorzichtige en bewuste keuze te maken met betrekking tot het
gemeenschappelijk gebruik van de safe. Het gemeenschappelijk gebruik van de safe
voor alle personen in het netwerk is hier zinloos aangezien in dit geval de gegevens
voor iedereen toegankelijk zijn.
De safe sluiten na het afmelden van de gebruiker: Deze optie is standaard
ingeschakeld, aangezien andere gebruikers de inhoud van de safe kunnen bekijken
als de safe ook na afmelding van de gebruiker open blijft staan.
Autosafe: Alle safes met deze eigenschap kunnen met één opdracht worden
geopend.
Safeconfiguratie
Bij de laatste stap informeert de safe-aanmaakwizard u over de instellingsparameters. Als u
deze instellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop Vorige. Als u tevreden bent over de
instellingen klikt u op Aanmaken.
De virtuele en gecodeerde datasafe wordt op de harde schijf van uw computer
aangemaakt. Door nogmaals op de knop Bewerking beëindigen te klikken, wordt de safe
aangemaakt en desgewenst rechtstreeks geopend.
57
Codering
Draagbare safe maken
Zodra u een safe hebt gemaakt, kunt u hiervan ook een draagbare safe maken, d.w.z. u
kunt de safe zo configureren dat u deze op een USB-stick kunt gebruiken of zelfs via e-mail
kunt verzenden.
Selecteer een gemaakte safe in het overzicht met gegevenssafes en klik daarna op
Draagbare safe maken. Nu verschijnt een dialoogvenster dat u helpt bij het aanmaken van
een draagbare safe. Klik op Volgende om dit te starten.
Safeparameters
Net zoals bij het opgeven van de safeparameters voor standaardsafes kunt u hier
parameters wijzigen. Voor draagbare safes zijn er echter slechts beperkte
instelmogelijkheden:
Schijf voor de safe automatisch selecteren: de geopende safe ziet eruit als een
schijfstation. U kunt hier een vaste stationsletter voor de safe opgeven of het systeem
automatisch een stationsletter laten kiezen. Hier is doorgaans de automatische
selectie aanbevolen.
Safe aan gegevensdrager koppelen: hier kunt u bepalen dat u de draagbare safe bv.
uitsluitend met de USB-stick of vaste schijf gebruikt waarop u deze aanmaakt.
Wanneer u de safe niet aan de gegevensdrager koppelt, kunt u het safebestand (te
herkennen aan de bestandsextensie tsnxg) bv. ook als e-mailbijlage verzenden of
naar een andere gegevensdrager verplaatsen/kopiëren.
Medium
Hier kunt u bepalen op welk medium u de draagbare safe wilt opslaan. Dat kan
bijvoorbeeld een USB-stick, een externe vaste schijf of een cd/dvd zijn.
Opmerking: wanneer u een safe op cd of dvd opslaat, kan deze uiteraard enkel
worden geopend en gelezen. Bestanden en mappen in de safe kunnen niet worden
gewijzigd op dit soort gegevensdrager.
58
G DATA Software
Safegrootte
Hier krijgt u informatie over de hoeveelheid schijfruimte die de safe nodig heeft op de
doelschijf. Als de opslagruimte te groot is, kunt u hier het aanmaken van de draagbare safe
afbreken.
Opmerking: Naast de grootte van de safe zelf, komen hier ongeveer 6 MB
bijkomende stuurprogrammagegevens bij, zodat u de safe ook kunt openen op een
Windows-systeem waarop geen G DATA-software is geïnstalleerd.
Voltooien
Klik op Bewerking beëindigen om het maken van de draagbare safe af te sluiten. Als u dat
wenst, wordt het bestand waarin de draagbare safe zich op het gewenste opslagmedium
bevindt nu weergegeven in de bestandsbrowser.
Draagbare safe openen
Als u een draagbare safe wilt openen op een Windows-computer zonder de module G DATA
Datasafe, krijgt u toegang tot de gegevens door op de USB-stick, draagbare harde schijf of
cd/dvd het programmabestand start.exe of start in de map TSNxG_4 te selecteren.
Wanneer u hierop klikt, verschijnt een dialoogvenster waarin u de safe kunt openen of
(wanneer deze al geopend is) sluiten.
Opgelet: Wanneer G DATA Datasafe voor de eerste keer op een computer wordt
gebruikt, worden nu de benodigde stuurprogrammagegevens en
programmaonderdelen geladen. Daarna moet u de computer opnieuw opstarten.
Nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, selecteert u nogmaals Start of
Start.exe.
Geef nu uw wachtwoord op of kies een van de andere toegangsmethoden.
De safe wordt geopend en de inhoud van de safe kan worden gebruikt.
Na het aanmelden bij de safe verschijnt in Windows Verkenner naast het lokale station het
symbool van de safe als extra station met een eigen stationsletter. Iedere mobiele-
safegebruiker kan gegevens van de safe op de computer overzetten. Bij gebruik van een
mobiele safe op een USB-stick of een Flash-geheugenkaart kan de daartoe bevoegde
gebruiker de safegegevens van de computer naar de safe kopiëren.
Het sluiten van de mobiele safe gebeurt op dezelfde manier als het openen. Dubbelklik op
de stationsletter van de safe of selecteer de relevante opdracht met de rechtermuisknop in
het contextmenu.
59
Codering
Opgelet: Het is aan te bevelen de safe te sluiten órdat u de mobiele
gegevensdrager verwijdert. Open daarvoor de map van G DATA op de mobiele
gegevensdrager en klik op Start.exe. Daarna verschijnt een dialoogvenster waarin u
de safe kunt sluiten.
60
G DATA Software
Autostart Manager
Met de Autostart Manager kunt u programma's beheren die automatisch worden gestart
wanneer Windows start. Normaal worden deze programma's direct bij het opstarten van het
systeem geladen. Wanneer u deze met de Autostart Manager beheert, kunt u deze ook met
vertraging of afhankelijk van de belasting van het systeem of de vaste schijf starten.
Daardoor start het systeem sneller op en presteert uw computer beter.
Wanneer u de Autostart Manager opent, ziet u aan de linkerkant een lijst met alle autostart-
programma's die op uw computer zijn geïnstalleerd. Deze starten normaal gezien zonder
vertraging, dus direct bij het starten van Windows. Daardoor start uw computer mogelijk
heel langzaam op.
Selecteer met het pijlsymbool de autostart-programma's die u op een ander
moment wilt starten en spreid op die manier de startprocedure van Windows. Uw
Windows-besturingssysteem zal zo sneller opstarten en sneller gebruiksklaar zijn.
Wanneer u een autostart-programma opnieuw zonder vertraging wilt laten starten,
verplaatst u het programma opnieuw van de map Automatisch starten met
vertraging naar de map Automatisch starten zonder vertraging.
Vertraging instellen
Wanneer zich een programma in de map Automatisch starten met vertraging bevindt, kunt
u eenvoudig bepalen met hoeveel minuten de start van de software moet worden
vertraagd. Klik daarvoor op het programma en selecteer in de kolom Vertraging de
gewenste periode.
De volgende opties zijn hier beschikbaar:
Niet starten: Autostart Manager beheert de toepassing, maar deze start niet wanneer het
systeem de volgende keer opnieuw wordt opgestart. Ze blijft inactief.
1 - 10 minuten: de toepassing start het hier ingestelde aantal minuten later.
Automatische start: De toepassing wordt afhankelijk van de belasting van de CPU/vaste
schijf automatisch gestart. Dat betekent dat een autostart-toepassing pas wordt gestart
wanneer de systeembelasting, die ontstaat door het starten van andere autostart-
toepassingen of andere processen, opnieuw is gedaald.
61
Autostart Manager
Eigenschappen
Wanneer u dubbelklikt op de naam van een programma in de lijsten van de Autostart
Manager, krijgt u uitgebreide informatie over de beheerde software.
62
G DATA Software
Apparaatcontrole
Via de apparaatcontrole kunt u voor uw computer bepalen welke opslagmedia zijn
toegestaan voor het lezen en/of schrijven van gegevens. U kunt bijvoorbeeld voorkomen
dat privégegevens op een USB-stick gelezen of op een cd gebrand worden. Bovendien kunt
u bij verwisselbare schijven zoals USB-sticks of externe USB-stations precies bepalen met
welke verwisselbare schijf u gegevens kunt downloaden. Zo kunt u bijvoorbeeld uw eigen
USB-schijf voor gegevensback-up gebruiken, maar andere vaste schijven geen toegang
geven.
In dit overzicht ziet u welk effect de instellingen voor apparaatcontrole voor de betreffende
gebruiker hebben. Met de knop "Regels bewerken" kunt u de instellingen voor het
apparaat en voor de gebruiker aan uw wensen aanpassen.
USB KeyboardGuard: onze software beschermt u onmiddellijk ook tegen een nieuwe
bedreiging: geïnfecteerde USB-sticks die zich bij uw besturingssysteem voordoen
als toetsenborden om zo schadelijke software te kunnen binnensmokkelen. De
software brengt u daarvan op de hoogte wanneer uw systeem bij het aansluiten
van een USB-apparaat ervan uitgaat dat het om een nieuw toetsenbord gaat. Door
het invoeren van een pincode kunt u zelf bevestigen of dat daadwerkelijk geval is.
De software onthoudt vanzelfsprekend alle reeds goedgekeurde toetsenborden en
vraagt u niet opnieuw om bevestiging.
63
Instellingen
Instellingen
In het gebied Instellingen kunt u de programmamodules aan uw wensen aanpassen.
Normaal gesproken is het echter niet nodig om hier wijzigingen aan te brengen omdat de G
DATA-software bij de installatie al optimaal geconfigureerd is voor uw systeem. U kunt de
volgende overkoepelende functies voor de instellingen gebruiken:
Instellingen opslaan: U kunt de uitgevoerde instellingen opslaan in een
GDataSettings-bestand. Als u de G DATA-software op meerdere computers
gebruikt, kunt u zo de instellingen op één computer opgeven, deze opslaan en
daarna het Settings-bestand op de andere computers laden.
Instellingen laden: Met deze optie kunt u een GDataSettings-bestand laden dat op
deze of een andere computer werd gemaakt.
Instellingen terugzetten: Als u een fout hebt gemaakt bij het instellen van uw G
DATA-software, kunt u met deze knop alle instellingen van het programma
terugzetten naar de standaardinstellingen. Daarbij kunt u bepalen of u alle of
slechts bepaalde instellingsgebieden wilt terugzetten. Vink daarvoor de gebieden
aan die u wilt terugzetten.
Algemeen
Beveiliging/prestaties
Wanneer u de virusbeveiliging op een langzame computer wilt gebruiken, kunt u het
beveiligingsniveau verbeteren om de prestaties en de werksnelheid van de computer te
verbeteren. In het schema ziet u welke effecten het optimaliseren van de instellingen heeft.
Standaardcomputer (aanbevolen): met deze optie biedt de G DATA-software
optimale beveiliging. Beide antivirusengines van het programma werken in dit geval
samen. Bovendien worden alle lees- en schrijfbewerkingen op uw computer op
schadelijke codes gecontroleerd.
Engine: uw G DATA-software werkt met twee antivirusengines. Het gebruik van
beide engines staat garant voor optimale resultaten bij het voorkomen van
virussen.
Langzame computer: om de werksnelheid van langzame computers niet te
beïnvloeden, kan de G DATA-software ook met slechts één engine werken. Deze
beveiliging is de enige optie bij talrijke op de markt verkrijgbare
antivirusprogramma's, die van meet af aan slechts met één engine werken. Bij deze
64
G DATA Software
optie is de beveiliging nog steeds goed. U kunt bovendien bepalen dat in de
Bewaker-modus enkel op malware wordt gecontroleerd wanneer schrijfbewerkingen
worden uitgevoerd. Op die manier worden enkel nieuw opgeslagen gegevens
gecontroleerd, wat de prestaties ten goede komt.
Aangepast: Hier kunt u bepalen of u beide of slechts één engine wilt gebruiken en
instellen of de bewaker bij het lezen en schrijven, enkel bij het schrijven (uitvoeren)
of helemaal niet actief (niet aanbevolen) moet worden.
Wachtwoord
U kunt de instellingen van uw G DATA-software beveiligen met behulp van een
wachtwoord. Op die manier kan een andere gebruiker van uw computer bijvoorbeeld niet
de virusbewaker of afwezigheidsscan uitschakelen.
Als u een wachtwoord wilt instellen, voert u dit eerst in onder "Wachtwoord" en daarna
onder "Wachtwoord herhalen" om spelfouten te voorkomen. Daarnaast kunt u onder
"Geheugensteun voor wachtwoord" een tip voor het wachtwoord opgeven.
Opmerking: de geheugensteun voor het wachtwoord wordt weergegeven wanneer
u een verkeerd wachtwoord hebt ingevoerd. Daarom mag de geheugensteun enkel
voor u een zinvolle verwijzing naar het wachtwoord zijn.
Opmerking: deze wachtwoordbeveiliging vormt een uitgebreide beveiliging van de
software. U bereikt maximale beveiliging door met meerdere gebruikersaccounts te
werken. U kunt bijvoorbeeld als beheerder in uw gebruikersaccount de
virusbeveiliging beheren. Andere gebruikers (bv. kinderen, vrienden of familie)
kunnen hier via hun gebruikersaccounts met beperkte rechten geen wijzigingen
aanbrengen.
Opmerking: wanneer u bijvoorbeeld na het maken van verschillende
gebruikersaccounts geen wachtwoord meer nodig hebt voor de G DATA-software,
kunt u met de knop "Wachtwoord verwijderen" de verplichting om een wachtwoord
in te voeren opnieuw opheffen.
65
Instellingen
AntiVirus
Realtimebeveiliging
De realtimebeveiliging van de virusbewaker scant uw computer doorlopend op virussen en
controleert schrijf- en leesprocessen. Zodra een programma schadelijke functies probeert uit
te voeren of schadelijke bestanden probeert te verspreiden, wordt dat door de bewaker
verhinderd. De virusbewaker is uw belangrijkste bescherming! Schakel deze nooit uit!
U hebt hier de volgende opties:
Bewakerstatus: Geef hier aan of u de bewaker wilt in- of uitschakelen.
Engines gebruiken: de software werkt met twee engines (Engels voor machines/
motors), dus twee viruscontroleprogramma's die in principe onafhankelijk van elkaar
functioneren. Elke engine apart zou u al in heel hoge mate tegen virussen
beschermen. Maar net de combinatie van beide engines levert de allerbeste
resultaten op. Bij oude of trage computers kan men door het gebruik van één engine
de viruscontrole versnellen. Over het algemeen kunt u echter beter de instelling
Beide engines behouden.
Geïnfecteerde bestanden: Als een virus wordt aangetroffen, wordt u standaard
gevraagd wat u met het virus en het geïnfecteerde bestand wilt doen. Als u steeds
dezelfde actie wilt uitvoeren, kunt u dat hier instellen. De instelling Desinfecteren
(wanneer niet mogelijk: in quarantaine) biedt de hoogste beveiliging voor uw
gegevens.
Geïnfecteerde archieven: Bepaal hier of archiefbestanden (zoals bestanden met de
extensies RAR, ZIP of PST) anders moeten worden behandeld dan normale
bestanden. Houd er echter rekening mee dat een archief zo beschadigd kan raken
wanneer het in quarantaine wordt geplaatst dat het ook na eventuele
terugplaatsing Quarantaine niet meer kan worden gebruikt.
Gedragscontrole: Als de gedragscontrole is geactiveerd, wordt elke activiteit op het
systeem onafhankelijk van de virusbewaker bewaakt. Daardoor worden ook
schadelijke programma's herkend waarvoor nog geen handtekening beschikbaar is.
Exploit Protection: een zogenaamde exploit misbruikt de zwakke plekken in
populaire gebruikersprogramma's en kan zo in het ergste geval de controle over uw
computer overnemen. Exploits kunnen zelfs toeslaan als toepassingen (bv. PDF-
viewer, browser) regelmatig worden bijgewerkt. Exploit Protection biedt bescherming
tegen dergelijke aanvallen en beschermt ook proactief tegen nog onbekende
aanvallen.
66
G DATA Software
Uitzonderingen
Als u op de knop Uitzonderingen klikt, kunt u bepaalde stations, mappen en bestanden
uitsluiten van controle, wat de virusherkenning vaak aanzienlijk sneller maakt.
Daarvoor gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Uitzonderingen.
2 Klik in het venster Uitzonderingen voor de bewaker op Nieuw.
3 Kies nu of u een station, een map, een bestand of een bestandstype wilt uitsluiten.
4 Selecteer vervolgens daaronder de map of het station dat u wilt beveiligen. Om
bestanden te beveiligen, voert u de volledige bestandsnaam in het invoerveld
onder Bestandsmasker in. U kunt hier ook met jokertekens werken.
Opmerking: U kunt de jokertekens als volgt gebruiken:
Het vraagteken (?) neemt de plaats van afzonderlijke tekens in.
Het sterretje (*) neemt de plaats van complete tekenreeksen in.
Om bijvoorbeeld alle bestanden met de bestandsextensie .sav te beveiligen, voert u
*.sav in. Om een aantal bijzondere bestanden met opeenvolgende bestandsnamen
te beveiligen (bv. tekst1.doc, tekst2.doc, tekst3.doc), voert u bijvoorbeeld tekst?.doc
in.
U kunt deze procedure zo vaak als u wilt herhalen en aanwezige uitzonderingen ook weer
verwijderen of wijzigen.
Geavanceerd
Bepaal bovendien door het klikken op de knop geavanceerd welke bijkomende controles de
virusbewaker moet uitvoeren.
Normaal gezien moet u hier geen bijkomende instellingen opgeven.
Modus: Hier kunt u aangeven of bestanden bij het uitvoeren, alleen bij het lezen of
bij het lezen én schrijven moeten worden gecontroleerd. Als een bestand bij het
schrijven wordt gecontroleerd, wordt meteen bij het maken van een nieuw bestand
of nieuwe bestandsversie gecontroleerd of een onbekend proces het bestand
geïnfecteerd heeft. In het andere geval worden bestanden alleen gecontroleerd
67
Instellingen
wanneer ze door programma's worden gelezen.
Kritieke mappen grondig controleren: Met deze functie kunt u bijzonder kritieke
mappen, zoals in het netwerk vrijgegeven mappen, persoonlijke gegevens of
cloudservices (zoals Microsoft Dropbox OneDrive, Google Drive enz.), uiterst grondig
controleren. Nadat u de mappen in het dialoogvenster hebt geselecteerd, worden
deze dan, onafhankelijk van de instellingen die u voor alle andere bestanden en
mappen gebruikt, altijd gecontroleerd in de modus Bij het lezen en schrijven
controleren. Als u de modus Bij het lezen en schrijven controleren voor alle
bestanden hebt geselecteerd, is de instelmogelijkheid voor kritieke mappen
gedeactiveerd (grijs).
Netwerktoegangen controleren: Wanneer voor uw computer een
netwerkverbinding met onbeveiligde computers bestaat (bijv. vreemde notebooks),
is het nuttig om ook de netwerktoegangen te controleren op de overdracht van
schadelijke programma's. Als u uw computer als autonome computer zonder
netwerktoegang gebruikt, dan hoeft deze optie niet te worden geactiveerd. Wanneer
u op alle computers in het netwerk een virusbescherming hebt geïnstalleerd, is het
aan te raden om deze optie uit te schakelen, omdat bepaalde bestanden anders
dubbel worden gecontroleerd, wat negatieve gevolgen voor de snelheid heeft.
Heuristiek: In de heuristische analyse worden virussen niet alleen herkend aan de
hand van virusupdates, die u regelmatig online van ons krijgt, maar ook op basis van
bepaalde virustypische kenmerken. Deze methode zorgt voor extra veiligheid, maar
kan in sommige gevallen ook een vals alarm veroorzaken.
Archieven controleren: Het controleren van gecomprimeerde bestanden in archieven
(te herkennen aan bestandsextensies als ZIP, RAR of PST) is heel tijdrovend en kan
meestal worden weggelaten als de virusbewaker algemeen op het systeem actief is.
Om de snelheid van de viruscontrole te verhogen, kunt u de grootte van de
archiefbestanden die worden doorzocht beperken tot een bepaald aantal kilobytes.
E-mailarchieven controleren: Aangezien de software de inkomende en uitgaande e-
mails al op virussen controleert, is het in de meeste gevallen zinvol om de
regelmatige controle van e-mailarchieven over te slaan; afhankelijk van de grootte
van de e-mailarchieven kan dit wel een aantal minuten duren.
Systeemgebieden bij het starten van het systeem controleren: Systeemgebieden
(bv. bootsectoren) van uw computer hoeven doorgaans niet te worden uitgesloten
van de viruscontrole. U kunt hier vastleggen of u deze bij het starten van het systeem
of bij het wisselen van medium (bv. nieuwe cd-rom) wilt controleren. Normaal gezien
moet u minstens een van beide functies geactiveerd hebben.
Systeemgebieden bij wisselen van medium controleren: Systeemgebieden (bv.
bootsectoren) van uw computer hoeven doorgaans niet te worden uitgesloten van de
68
G DATA Software
viruscontrole. U kunt hier vastleggen of u deze bij het starten van het systeem of bij
het wisselen van medium (nieuwe cd-rom enz.) wilt controleren. Normaal gezien
moet u minstens een van beide functies geactiveerd hebben.
Op telefoonkiezers / spyware / adware / riskware controleren: Met de software kunt
u uw systeem ook op dialers en andere schadelijke programma's controleren. Het
gaat hier bijvoorbeeld om programma's die ongevraagd dure internetverbindingen
maken en die voor uw portemonnee net zo schadelijk zijn als virussen voor uw
computer. Deze programma's slaan bijvoorbeeld uw surfgedrag en zelfs volledige
getypte teksten op (en op die manier ook uw wachtwoorden) en sturen deze via
internet door aan onbekenden.
Alleen nieuwe of gewijzigde bestanden controleren: Als u deze functie inschakelt,
worden bij de controle de bestanden overgeslagen die al langere tijd niet zijn
gewijzigd en eerder als onschadelijk zijn aangemerkt. Hierdoor kunt u, zonder
veiligheidsrisico, ongestoord en snel op uw computer blijven werken.
Handmatige viruscontrole
Hier kunt u basisprogramma-instellingen voor Viruscontrole bepalen.
Dit is bij normaal gebruik niet nodig.
Engines gebruiken: De software werkt met twee engines (Engels voor machine/
motor), dus twee viruscontroleprogramma's die op elkaar zijn afgestemd. Bij oude of
trage computers kan men door het gebruik van één engine de viruscontrole
versnellen. Over het algemeen kunt u echter beter de instelling Beide engines
behouden.
Geïnfecteerde bestanden: Heeft de software een virus gevonden? Bij de
standaardinstelling vraagt de software nu wat u met het virus en het geïnfecteerde
bestand wilt doen. Als u steeds dezelfde actie wilt uitvoeren, kunt u dat hier
instellen. De instelling Desinfecteren (wanneer niet mogelijk: in quarantaine) biedt
de hoogste beveiliging voor uw gegevens.
Geïnfecteerde archieven: Bepaal hier of archiefbestanden (zoals bestanden met de
extensies RAR, ZIP of PST) anders moeten worden behandeld dan normale
bestanden. Houd er echter rekening mee dat een archief zo beschadigd kan raken
wanneer het in quarantaine wordt geplaatst, dat het ook na eventuele terugzetten
uit de Quarantaine niet meer kan worden gebruikt.
Bij zware systeemlast de viruscontrole onderbreken: Normaal gezien zou een
viruscontrole moeten gebeuren als u de computer niet gebruikt. Indien u de
computer op dat moment toch gebruikt, wordt de viruscontrole onderbroken. Zo blijft
de computer voor u op een normaal tempo werken. De viruscontrole gebeurt dus
69
Instellingen
tijdens uw pauze.
Uitzonderingen
Als u op de knop Uitzonderingen klikt, kunt u bepaalde stations, mappen en bestanden
uitsluiten van controle, wat de virusherkenning vaak aanzienlijk sneller maakt.
Daarvoor gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Uitzonderingen.
2 Klik in het venster Uitzonderingen voor de handmatige controle van de computer
op Nieuw.
3 Kies nu of u een station, een map, een bestand of een bestandstype wilt uitsluiten.
4 Selecteer vervolgens daaronder de map of het station dat u wilt beveiligen. Om
bestanden te beveiligen, voert u de volledige bestandsnaam in het invoerveld
onder Bestandsmasker in. U kunt hier ook met jokertekens werken.
Opmerking: U kunt de jokertekens als volgt gebruiken:
Het vraagteken (?) neemt de plaats van afzonderlijke tekens in.
Het sterretje (*) neemt de plaats van complete tekenreeksen in.
Om bijvoorbeeld alle bestanden met de bestandsextensie .sav te beveiligen, voert u
*.sav in. Om een aantal bijzondere bestanden met opeenvolgende bestandsnamen
te beveiligen (bv. tekst1.doc, tekst2.doc, tekst3.doc), voert u bijvoorbeeld tekst?.doc
in.
U kunt deze procedure zo vaak als u wilt herhalen en aanwezige uitzonderingen ook weer
verwijderen of wijzigen.
Uitzonderingen ook voor de afwezigheidsscan gebruiken: Tijdens een handmatige
viruscontrole wordt in het systeem gericht naar virussen gezocht en kunt u de computer
beter niet voor andere taken gebruiken. Bij de intelligente viruscontrole door de
afwezigheidsscan daarentegen worden alle bestanden op uw computer steeds opnieuw op
virussen gecontroleerd. De afwezigheidsscan werkt net zoals een screensaver alleen
wanneer u de computer even niet gebruikt en stopt meteen als u weer aan het werk gaat.
De scan staat de prestaties van de computer dus niet in de weg. Hier kunt u aangeven of
ook voor de afwezigheidsscan uitzonderingsbestanden of uitzonderingsmappen moeten
worden gedefinieerd.
70
G DATA Software
Geavanceerd
Door op de knop "Geavanceerd" te klikken, kunt u gevorderde instellingen voor
viruscontrole bepalen.
Meestal volstaat het om de opgegeven standaardinstellingen te gebruiken.
Bestandstypen: Hier kunt u vastleggen welke bestandstypen door de software op
virussen moeten worden gecontroleerd. De optie Alleen programmabestanden en
documenten selecteren biedt voordelen op het gebied van snelheid.
Heuristiek: In de heuristische analyse worden virussen niet alleen herkend aan de
hand van de virusdatabases die u bij elke update van de antivirussoftware krijgt,
maar ook aan de hand van bepaalde virustypische kenmerken opgespoord. Deze
methode zorgt voor extra veiligheid, maar kan in sommige gevallen ook een vals
alarm veroorzaken.
Archieven controleren: Het controleren van gecomprimeerde bestanden in archieven
(te herkennen aan bestandsextensies als ZIP, RAR of PST) is heel tijdrovend en kan
meestal worden weggelaten als de virusbewaker algemeen op het systeem actief is.
Om de snelheid van de viruscontrole te verhogen, kunt u de grootte van de
archiefbestanden die worden doorzocht beperken tot een bepaald aantal kilobytes.
E-mailarchieven controleren: Hier kunt u aangeven of ook uw e-mailarchief op
infecties moet worden gecontroleerd.
Systeemgebieden controleren: Systeemgebieden (bv. bootsectoren) van uw
computer hoeven doorgaans niet te worden uitgesloten van de viruscontrole.
Op telefoonkiezers / spyware / adware / riskware controleren: Met deze functie kunt
u uw systeem ook controleren op dialers en andere schadelijke software. Het gaat
hier bijvoorbeeld om programma's die ongevraagd dure internetverbindingen maken
en die voor uw portemonnee net zo schadelijk zijn als virussen voor uw computer.
Deze programma's slaan bijvoorbeeld uw surfgedrag en zelfs volledige getypte
teksten op (en op die manier ook uw wachtwoorden) en sturen deze via internet door
aan onbekenden.
Op RootKits controleren: Rootkits proberen gebruikelijke virusherkenningsmethodes
te snel af te zijn. Het is steeds aan te raden een extra controle op deze schadelijke
software uit te voeren.
Alleen nieuwe of gewijzigde bestanden controleren: Als u deze functie inschakelt,
worden bij de controle de bestanden overgeslagen die al langere tijd niet zijn
gewijzigd en eerder als onschadelijk zijn aangemerkt. Hierdoor kunt u, zonder
veiligheidsrisico, ongestoord en snel op uw computer blijven werken.
71
Instellingen
Logboek samenstellen: Als u dit vakje aanvinkt, wordt het viruscontroleproces
vastgelegd in een logboek. Dit kan dan onder Logboeken worden bekeken.
Viruscontrole voor verwisselbare schijf aanbieden: Als u dit vakje aanvinkt, wordt u
bij het aansluiten van een verwisselbaar opslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf enz.) op uw computer gevraagd of dit apparaat op virussen moet worden
gecontroleerd.
Updates
Als het niet lukt om de software of virushandtekeningen via internet bij te werken, kunt u
in dit gedeelte de gegevens invoeren die nodig zijn voor automatische updates. Voer bij de
opties de toegangsgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) in die u bij de online
aanmelding van de software via e-mail hebt ontvangen. Met behulp van deze gegevens
herkent de G Data-updateserver u en kan het bijwerken nu volledig automatisch verlopen.
Als u een nieuwe licentie hebt en deze wilt activeren, selecteert u Licentie activeren. Bij de
Internetinstellingen staan speciale opties die slechts in enkele uitzonderingsgevallen
(proxyserver, andere regio) worden gebruikt. Schakel de versiecontrole alleen tijdelijk uit als
u problemen ondervindt bij het bijwerken van de virushandtekeningen.
Toegangen beheren: met deze optie hebt u de mogelijkheid zelf te bepalen, welke
internetverbindingen mogen worden gebruikt om programma-updates en
upgrades op te halen. Dit is bijzonder nuttig als u tijdelijk via een netwerk bent
verbinden waar de gegevensoverdracht moet worden betaald, zoals bijvoorbeeld bij
bepaalde mobiele telefoonkosten zonder echte vast tarief voor gegevensoverdracht.
Virushandtekeningen importeren/exporteren: bij computers die slechts zelden of
helemaal niet met internet verbonden zijn of waarbij het gegevensvolume voor
downloads beperkt is, kunt u de virushandtekeningen ook via een gegevensdrager
(bv. USB-stick) bijwerken. Dit noemt men een offline-update. Daarvoor moet u op
een computer die met internet verbonden is en die over de nodige rechten beschikt,
de virushandtekeningen naar de gegevensdrager exporteren. Daarna importeert u
deze met de functie "Importeren van" op de computer zonder internetverbinding.
Het systeem op deze computer wordt dan ook beschermd met de nieuwste
virushandtekeningen. In tegenstelling tot regelmatige updates van de
virushandtekeningen via internet, is de gebruiker in dit geval verantwoordelijk en
moet hij de virushandtekeningen zelf zo vaak mogelijk bijwerken.
Virushandtekeningen automatisch bijwerken
Verwijder het vinkje bij deze optie als u niet wilt dat de G DATA-software de
virushandtekeningen automatisch up-to-date houdt. Bedenk wel dat uitschakeling van
automatische updates een hoog veiligheidsrisico met zich meebrengt. Selecteer deze optie
72
G DATA Software
dus alleen in uitzonderlijke gevallen. Als u vindt dat de frequentie waarmee de updates
worden uitgevoerd te hoog is, kunt u deze hier wijzigen en bijvoorbeeld instellen dat er
alleen updates worden uitgevoerd als u verbinding maakt met internet. Dat is bijvoorbeeld
een zinvolle instelling voor computers die niet permanent met internet verbonden zijn.
Logboek samenstellen: Wanneer u deze optie aanvinkt, wordt elke update van de
virushandtekeningen geregistreerd in het logboek, dat u bij de extra functies van de G
DATA-software (in het SecurityCenter onder Logboeken) kunt raadplegen. Naast deze
gegevens vindt u in het logboek bijvoorbeeld informatie over gevonden virussen en andere
acties die door het programma zijn uitgevoerd.
Licentie activeren
Als u de G DATA-software nog niet hebt geregistreerd, kunt u dat nu doen en uw
registratienummer en klantgegevens invoeren. Afhankelijk van het type product vindt u
het registratienummer bijvoorbeeld op de achterkant van de gebruikershandleiding, in de
bevestigingsmail bij de softwaredownload of op het insteekhoesje van de cd. Als u het
registratienummer invoert, wordt het product geactiveerd.
Als u op de knop Aanmelden klikt, worden uw toegangsgegevens op de updateserver
gegenereerd. Wanneer de aanmelding geslaagd is, verschijnt een informatiescherm met de
melding Het aanmelden is gelukt. Dit scherm kunt u met de knop Sluiten verlaten.
Opgelet: Voor uw administratie en een eventuele nieuwe installatie van de
software, ontvangt u uw toegangsgegevens ook via e-mail. Zorg er daarom bij uw
onlineregistratie voor dat het opgegeven e-mail adres juist is, anders zijn uw
toegangsgegevens niet beschikbaar.
Vervolgens worden de toegangsgegevens automatisch in het oorspronkelijke invoerscherm
overgenomen en kunt u voortaan virushandtekeningen via internet bijwerken.
Kunt u uw licentie niet activeren? Als u zich niet bij de server kunt aanmelden, ligt
dat misschien aan een proxyserver. Klik op de knop Internetinstellingen. Hier kunt
u de instellingen voor uw internetverbinding opgeven. Als u problemen ondervindt
bij de update van virushandtekeningen, controleert u eerst of u via een
internetbrowser (bv. Internet Explorer) verbinding met internet kunt maken. Als u
helemaal geen verbinding kunt maken met internet, is er waarschijnlijk iets mis
met de internetverbinding en niet met de instellingen van de proxyserver.
73
Instellingen
Internetinstellingen
Als u een proxyserver gebruikt, vink dan Proxyserver gebruiken aan. Wijzig deze instelling
alleen als de update van de virushandtekeningen niet werkt. Neem eventueel contact op
met uw systeembeheerder of uw internetprovider voor het proxy-adres. Indien nodig kunt
u hier ook de toegangsgegevens voor de proxyserver invoeren.
Proxyserver: Een proxyserver bundelt netwerkaanvragen en verdeelt ze over de
aangesloten computers. Als uw computer bijvoorbeeld is aangesloten op een
bedrijfsnetwerk, kan het goed zijn dat u via een proxyserver verbinding maakt met
internet. Als u problemen ondervindt bij de update van de virushandtekeningen,
controleer dan eerst of het lukt om via een browser op internet te komen. Als u
helemaal geen verbinding kunt maken met internet, is er waarschijnlijk iets mis
met de internetverbinding en niet met de instellingen van de proxyserver.
Webbeveiliging
Wanneer de webbeveiliging actief is, wordt de internetinhoud al bij het surfen op
eventuele schadelijke software gecontroleerd. Hier zijn de volgende instellingen
beschikbaar.
Internetinhoud (HTTP) controleren: In de webbeveiligingsopties kunt u bepalen dat
alle HTTP-webinhoud al bij het surfen op virussen gecontroleerd dient te worden.
Geïnfecteerde webinhoud wordt dan überhaupt niet uitgevoerd en de bijbehorende
pagina's worden niet weergegeven. Vink hiervoor de optie Internetinhoud (HTTP)
controleren aan.
Als u internetinhoud niet laat controleren, grijpt de virusbewaker natuurlijk in als
geïnfecteerde bestanden worden uitgevoerd. Uw systeem is dus ook zonder de
controle van internetinhoud beschermd zolang de virusbewaker actief is.
Websites die u vertrouwt, kunt u als uitzonderingen definiëren. Lees hiervoor ook het
hoofdstuk Uitzonderingen vastleggen. Met de knop Geavanceerd kunt u extra opties
voor de behandeling van internetinhoud instellen.
Phishingbeveiliging: met behulp van phishing proberen oplichters via internet
klanten van een bepaalde bank of winkel naar een vervalste website te lokken om
daar hun gegevens te stelen. Het activeren van de phishingbeveiliging: wordt sterk
aanbevolen.
Adressen van geïnfecteerde internetpagina's inzenden: Via deze functie kunt u,
uiteraard anoniem, automatisch internetpagina's melden die door de software als
gevaarlijk worden bestempeld. Zo helpt u mee aan de veiligheid voor alle
gebruikers.
74
G DATA Software
BankGuard-browserbeveiliging: Banktrojanen vormen een steeds grotere
bedreiging. Elk uur ontwikkelen cybercriminelen nieuwe malwarevarianten (bv.
ZeuS, SpyEye) om uw geld te stelen. Banken beveiligen het gegevensverkeer op
internet, maar de gegevens worden gedecodeerd in de browser en daar slaan
banktrojanen toe. De toonaangevende technologie van G DATA BankGuard beveiligt
uw banktransacties vanaf het begin en biedt meteen beveiliging op de plaatsen
waar de aanval plaatsvindt. Door de gebruikte netwerkbibliotheken in realtime te
controleren, zorgt G DATA BankGuard ervoor dat uw internetbrowser niet door een
banktrojaan wordt gemanipuleerd. We raden u aan om de beveiliging van G DATA
BankGuard ingeschakeld te laten.
Info: Naast de Man-in-the-Middle-methode waarbij de aanvaller de communicatie
tussen de gebruiker en de doelcomputer beïnvloedt, is er ook de aanvalmethode
Man-in-the-Browser (MITB). Bij deze methode infecteert de aanvaller de browser zelf
en krijgt deze toegang tot de gegevens voordat deze worden gecodeerd. De module
BankGuard beveiligt u ook tegen deze soort aanvallen, door de zogenaamde digitale
vingerafdruk van een bestand of een deel van een internetpagina met een database
op internet wordt vergeleken. Op deze wijze wordt onmiddellijk een bedrog ontdekt
en wisselt de G DATA-software de frauduleuze gegevensverbinding automatisch om
voor het origineel.
Keyloggerbeveiliging: de keyloggerbeveiliging controleert ook onafhankelijk van
virushandtekeningen, of de toetsenbordinvoer op uw systeem wordt bespioneerd.
Op die manier kunnen aanvallers uw wachtwoordinvoer registreren. Deze functie
moet altijd ingeschakeld blijven.
Uitzonderingen vastleggen
Om een internetsite als uitzondering in de whitelist op te nemen, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Uitzonderingen vastleggen. Het venster Whitelist wordt
weergegeven. Hier worden de websites getoond die u veilig vindt en hier hebt
opgegeven.
2 Om nog een internetsite toe te voegen, klikt u nu op de Nieuw-knop. Er verschijnt
een invoerscherm. Geef bij URL het adres van de website op, bijvoorbeeld
www.vertrouwdesite.nl, en bij Opmerking eventueel de reden waarom u de
website opneemt. Klik op OK om de ingevoerde gegevens te bevestigen.
3 Klik nu op OK om alle wijzigingen in de whitelist te bevestigen.
Om een website uit de whitelist te verwijderen, selecteert u deze in de lijst en klikt u
vervolgens op de knop Verwijderen.
75
Instellingen
Geavanceerd
Hier kunt u bepalen welke serverpoortnummers door de webbeveiliging moeten worden
bewaakt. Voor de bewaking bij normaal browsen wordt meestal poortnummer 80 gebruikt.
Tijdoverschrijding in de browser voorkomen: Aangezien de software de
internetinhoud vóór de weergave in de internetbrowser bewerkt en daarvoor
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens een bepaalde tijd nodig heeft, kan het
gebeuren dat er een foutmelding in de browser verschijnt. De browser krijgt immers
niet meteen de gegevens door omdat deze door de antivirussoftware op schadelijke
processen worden gecontroleerd. Als u het vakje Tijdoverschrijding in de browser
voorkomen selecteert, wordt deze foutmelding niet getoond. Zodra de
browsergegevens op virussen zijn gecontroleerd, worden deze op normale wijze
overgedragen naar de internetbrowser.
Maximale grootte voor downloads: Met deze functie kunt u de HTTP-controle voor te
grote webinhoud blokkeren. De inhoud wordt door de virusbewaker gecontroleerd
zodra eventuele schadelijke inhoud actief wordt. Het voordeel bij deze
groottebegrenzing is dat het surfen op het internet niet door de viruscontrole wordt
vertraagd.
E-mailcontrole
Met de e-mailcontrole kunt u binnenkomende en uitgaande e-mails en de
bestandsbijlagen controleren op virussen en de bron van mogelijke besmettingen
uitschakelen. De software kan in geval van een virus bestandsbijlagen direct verwijderen of
besmette bestanden herstellen.
Opgelet: Microsoft Outlook controleert e-mails door middel van een plug-in. Deze
biedt dezelfde bescherming als de beveiliging voor POP3/IMAP in de
antivirusopties. Na de installatie van deze plug-in kunt u in het Outlook-menu
Extra de functie Map op virussen controleren gebruiken om uw e-mailmappen op
virussen te controleren.
76
G DATA Software
Inkomende e-mails
Voor de virusbeveiliging van inkomende e-mails beschikt u over de volgende opties:
In geval van een infectie: Hier kunt u vastleggen wat bij de ontdekking van een
besmette e-mail moet gebeuren. Afhankelijk van het doel waarvoor u uw computer
gebruikt, zijn verschillende instellingen aan te bevelen. Normaal gesproken is de
instelling Desinfecteren (indien niet mogelijk: bijlage/tekst verwijderen) aan te
raden.
Ontvangen e-mails controleren: Door deze optie te activeren worden alle e-mails die
tijdens uw werk op de computer worden ontvangen, op virussen gecontroleerd.
Bericht als bijlage aan ontvangen, geïnfecteerd e-mailbericht toevoegen: Wanneer u
de berichtoptie hebt geactiveerd, verschijnt in het geval een virus wordt gevonden in
de onderwerpregel van de geïnfecteerde e-mail de waarschuwing VIRUS en aan het
begin van de e-mailtekst de mededeling Opgelet! Deze e-mail bevat het volgende
virus gevolgd door de naam van het virus en de mededeling dat het virus werd
verwijderd of dat het geïnfecteerde bestand kon worden hersteld.
Uitgaande e-mails
Om te voorkomen dat u per ongeluk zelf virussen verzendt, biedt de software ook de
mogelijkheid om uw e-mails vóór verzending te controleren op virussen. Als u
daadwerkelijk (onopzettelijk) een virus wilt verzenden, verschijnt de melding De e-mail
[onderwerpregel] bevat het volgende virus: [naam virus]. De e-mail kan niet worden
verzonden en de betreffende e-mail wordt niet verstuurd. Om uitgaande e-mails op
virussen te controleren, vinkt u de optie E-mails vóór het verzenden controleren aan.
Scanopties
Hier kunt u basisopties van de viruscontrole in- of uitschakelen:
Engines gebruiken: de software werkt met twee antivirusengines, twee
analysesystemen die op elkaar zijn afgestemd. Het gebruik van beide engines staat
garant voor optimale resultaten bij het voorkomen van virussen.
OutbreakShield: Hiermee activeert u het OutbreakShield. De software maakt bij een
geactiveerde OutbreakShield controlesommen van e-mails, vergelijkt deze met
continu bijgewerkte antispam-blacklists op internet en is daardoor in staat op
massamailings te reageren voordat de betreffende virushandtekeningen beschikbaar
zijn. OutbreakShield zoekt daarvoor op internet naar een opvallende stijging van
verdachte e-mails en dicht dan vrijwel direct het gat tussen de start van een massaal
verspreid e-mailvirus en de bestrijding door middel van aangepaste
77
Instellingen
virushandtekeningen. OutbreakShield is geïntegreerd in de e-mailvirusblokkering.
Versleutelde verbindingen (SSL)
Heel wat e-mailproviders (bv. GMX, WEB.DE, T-Online en Freenet) zijn intussen naar SSL-
versleuteling overgeschakeld. Daardoor zijn e-mails en e-mailaccounts veel veiliger
geworden. Toch blijft het belangrijk uw e-mails te beveiligen met antivirussoftware. G
DATA biedt hiervoor de module Versleutelde verbindingen (SSL) aan. U hebt ook de
mogelijkheid om met SSL versleutelde e-mails op virussen en malware te controleren.
Om ervoor te zorgen dat de G DATA-software de met SSL versleutelde e-mails kan
controleren, moet een certificaat van de G DATA-software in de e-mailsoftware
geïmporteerd worden. Op die manier kan de G DATA-software de inkomende e-mails
controleren.
Alle e-mailprogramma's die certificaten kunnen importeren of die toegang hebben tot het
certificaatarchief van Windows worden ondersteund, waaronder:
Outlook 2003 of hoger
Thunderbird
The Bat
Pegasusmail
Als het certificaat van G DATA niet automatisch werd geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk:
1. Bij de installatie van het certificaat mag uw e-mailprogramma niet actief zijn. Sluit
daarom alle e-mailprogramma's voordat u het certificaat aanmaakt en installeert.
2. Vink de optie SSL-verbindingen controleren in de G DATA-software aan.
3. Klik op de knop Certificaat exporteren. De G DATA-software maakt nu een certificaat
aan. Dit bestand heet GDataRootCertificate.crt.
4. Open nu het bestand GDataRootCertificate.crt. Er verschijnt een dialoogvenster
waarin u het certificaat op uw computer kunt installeren.
5. Klik in het dialoogvenster op de knop Certificaat installeren en volg de instructies in
de installatiewizard.
Klaar. Outlook en alle andere e-mailprogramma's die toegang hebben tot het
certificaatarchief van Windows beschikken nu over het vereiste certificaat om ook met SSL
versleutelde e-mails op virussen en andere malware te controleren.
78
G DATA Software
Opmerking: als u Thunderbird (portable) gebruikt en het certificaat niet automatisch is
geïmporteerd, moet u dit achteraf importeren en de vertrouwensinstellingen van het
aangemaakte G DATA-certificaat beheren. Selecteer daarvoor in Thunderbird (portable)
onder Opties > Geavanceerd > Certificaten de knop Certificaten. Als u hierop klikt,
verschijnen er verschillende tabbladen. Selecteer het tabblad Organisaties en daarna
de knop Importeren. Nu kunt u het G DATA-certificaat G DATA Mail Scanner Root
selecteren.
Als u nu de volgende opties aanvinkt en op OK klikt, wordt uw Thunderbird portable
door G DATA beveiligd:
Vertrouw dit certificaat om websites te identificeren.
Vertrouw dit certificaat om e-mailgebruikers te identificeren.
Vertrouw dit certificaat om softwareontwikkelaars te identificeren.
Andere e-mailprogramma's hebben vergelijkbare functies voor het importeren van
certificaten. In geval van twijfel raadpleegt u de instructies in de helpdocumentatie van
het door u gebruikte e-mailprogramma.
Geavanceerd
Als u niet de standaardpoort gebruikt voor uw e-mailprogramma, dan kunt u onder
Serverpoortnummer ook de poort opgeven die u voor inkomende of uitgaande e-mails
gebruikt. Via de knop Standaard kunt u automatisch de standaardpoortnummers
herstellen. U kunt ook meerdere poorten invoeren. Deze moeten altijd door een komma
worden gescheiden.
Opgelet: Microsoft Outlook wordt door een speciale plug-in beveiligd. Hiermee kunt
u direct in Outlook mappen en e-mails controleren. Om in Outlook een e-mail of een
map op virussen te controleren, klikt u gewoon op het G DATA-symbool. De op dat
moment geselecteerde e-mailmap wordt dan op virussen gecontroleerd.
Omdat de software de inkomende e-mails bewerkt voordat deze het e-mailprogramma
bereiken, kan het bij grote hoeveelheden e-mails of een trage verbinding gebeuren dat het
e-mailprogramma een foutmelding geeft. De reden daarvoor is dat het programma de e-
mailgegevens niet onmiddellijk ontvangt, omdat ze door de software eerst op virussen
worden gecontroleerd. Als u de optie Tijdoverschrijding bij de e-mailserver voorkomen
aanvinkt, wordt een dergelijke foutmelding van het e-mailprogramma onderdrukt. Zodra
alle e-mailgegevens op virussen zijn gecontroleerd, worden deze door de software zoals
gebruikelijk aan het e-mailprogramma doorgegeven.
79
Instellingen
Automatische viruscontroles
Hier kunt u de afwezigheidsscan in- of uitschakelen. Bovendien kunt u in plaats hiervan of
in combinatie hiermee (onderdelen van) uw computer regelmatig op infecties controleren.
U kunt dergelijke controles dan bijvoorbeeld uitvoeren op momenten dat u de computer
niet gebruikt.
Geplande viruscontroles: in de meeste gevallen is het voldoende als de computer door de
afwezigheidsscan wordt gecontroleerd. Met de knop Nieuw kunt u echter ook verschillende
van elkaar onafhankelijke automatische viruscontroles uitvoeren. Zo kunt u bijvoorbeeld de
map Downloads dagelijks controleren, terwijl u uw mp3-verzameling maar een keer per
maand scant.
In de volgende hoofdstukken wordt uitgelegd hoe u individuele viruscontroles uitvoert.
Algemeen
Voer hier een naam in voor de automatische viruscontrole die u hebt ingesteld. Gebruik
duidelijke namen om jobs van elkaar te onderscheiden, zoals bijv.
Lokale vaste schijven
(wekelijkse controle)
of
Archieven (m aandelijkse controle).
Als u een vinkje plaatst bij Na voltooiing van de opdracht de computer uitschakelen, wordt
de computer na het uitvoeren van de automatische viruscontrole automatisch
uitgeschakeld. Dit is nuttig als u de viruscontrole bijv. na het werk wilt laten uitvoeren.
Taak: elke automatische opdracht die wordt uitgevoerd ter controle van de
computer of bepaalde onderdelen, wordt een taak genoemd.
Omvang van de analyse
Bepaal hier of de virusscan op de lokale harde schijven wordt uitgevoerd, of het geheugen
en autostart moeten worden getest of dat u alleen bepaalde mappen en bestanden wilt
scannen. Als dat het geval is, klikt u op de knop Selecteren om de gewenste mappen te
selecteren.
Mappen/bestanden selecteren: In de mappenstructuur kunt u mappen openen en
selecteren door op de (+)-symbolen te klikken. Hun inhoud wordt dan in het
bestandsoverzicht weergegeven. De mappen en bestanden waarvoor u een vinkje plaatst,
worden gecontroleerd. Als in een map niet alle bestanden worden gecontroleerd, staat bij
deze map een grijs vinkje.
80
G DATA Software
Planning
Via deze tab kunt u bepalen wanneer en volgens welke intervallen de betreffende taak
moet worden uitgevoerd. Onder Uitvoeren geeft u aan wanneer de taak moet worden
gestart en specificeert u dit nader onder Tijdstip. Als u Bij het opstarten van het systeem
selecteert, moet u geen tijdsinstellingen opgeven en voert de software altijd een controle
uit als de computer wordt opgestart.
Taak alsnog uitvoeren als de computer op de geplande starttijd nog niet werd
ingeschakeld: Als u deze optie inschakelt, worden niet-uitgevoerde automatische
viruscontroles alsnog uitgevoerd zodra de computer weer wordt opgestart.
Niet in batterijbedrijf uitvoeren: Om de accu van bijvoorbeeld notebooks niet
onnodig te belasten, kunt u instellen dat automatische viruscontroles alleen worden
uitgevoerd wanneer de draagbare computer op het stroomnetis aangesloten.
Scaninstellingen
Hier legt u vast op basis van welke instellingen de automatische viruscontrole moet worden
uitgevoerd.
Engines gebruiken: De software werkt met twee engines, dus twee
viruscontroleprogramma's die optimaal op elkaar zijn afgestemd. Bij oude of trage
computers kan men door het gebruik van één engine de viruscontrole versnellen. Over
het algemeen kunt u echter beter de instelling Beide engines behouden.
Geïnfecteerde bestanden: Heeft de software een virus gevonden? Bij de
standaardinstelling vraagt de software nu wat u met het virus en het geïnfecteerde
bestand wilt doen. Als u steeds dezelfde actie wilt uitvoeren, kunt u dat hier
instellen. De instelling Desinfecteren (wanneer niet mogelijk: in quarantaine) biedt
de hoogste beveiliging voor uw gegevens.
Geïnfecteerde archieven: Bepaal hier of archiefbestanden (zoals bestanden met de
extensies RAR, ZIP of PST) anders moeten worden behandeld dan normale
bestanden. Houd er echter rekening mee dat een archief zo beschadigd kan raken
wanneer het in quarantaine wordt geplaatst dat het ook na eventuele terugplaatsing
niet meer kan worden gebruikt.
Bepaal door het klikken op de knop Uitgebreid welke bijkomende viruscontroles wel en
welke niet moeten worden uitgevoerd.
Meestal volstaat het om de opgegeven standaardinstellingen te gebruiken.
Bestandstypen: Hier kunt u vastleggen welke bestandstypen door de software op
virussen moeten worden gecontroleerd.
81
Instellingen
Heuristiek: In de heuristische analyse worden virussen niet alleen herkend aan de
hand van de virusdatabases die u bij elke update van de software krijgt, maar ook
aan de hand van bepaalde virustypische kenmerken opgespoord. Deze methode
zorgt voor extra veiligheid, maar kan in sommige gevallen ook een vals alarm
veroorzaken.
Archieven controleren: Het controleren van gecomprimeerde bestanden in archieven
(te herkennen aan bestandsextensies als ZIP, RAR of PST) is heel tijdrovend en kan
meestal worden weggelaten als de virusbewaker algemeen op het systeem actief is.
Deze herkent dan bij het uitpakken van het archief het tot dan toe verborgen virus
en voorkomt automatisch de verspreiding ervan.
E-mailarchieven controleren: Hier kunt u aangeven of ook uw e-mailarchief op
infecties moet worden gecontroleerd.
Systeemgebieden controleren: Systeemgebieden (bv. bootsectoren) van uw
computer hoeven doorgaans niet te worden uitgesloten van de viruscontrole.
Op telefoonkiezers / spyware / adware / riskware controleren: Met deze functie kunt
u uw systeem ook op dialers en andere schadelijke software (spyware, adware en
riskware) controleren. Het gaat hier bijvoorbeeld om programma's die ongevraagd
dure internetverbindingen maken en die voor uw portemonnee net zo schadelijk zijn
als virussen voor uw computer. Deze programma's slaan bijvoorbeeld uw surfgedrag
en zelfs volledig getypte teksten op (en op die manier ook uw wachtwoorden) en
sturen deze via het internet door aan onbekenden.
Op RootKits controleren: Rootkits proberen gebruikelijke virusherkenningsmethodes
te snel af te zijn. Het is steeds aan te raden een extra controle op deze schadelijke
software uit te voeren.
Logboek samenstellen: Als u dit vakje aanvinkt, wordt het viruscontroleproces
vastgelegd in een logboek. Dit kan dan onder Logboeken worden bekeken.
Gebruikersaccount
Hier kan de gebruikersaccount op de computer worden aangegeven waarop de
viruscontrole moet gebeuren. Deze account is nodig voor de toegang tot netwerkstations.
82
G DATA Software
AntiSpam
Spamfilter
Via het spamfilter beschikt u over uitgebreide instelmogelijkheden om berichten met
ongewenste inhoud of van ongewenste afzenders (bijvoorbeeld verzenders van
massamailings) effectief te blokkeren. Het programma controleert e-mailberichten op
allerlei kenmerken die typerend zijn voor spam. Aan de hand van de desbetreffende
kenmerken wordt een waarde berekend, die de waarschijnlijkheid op spam weergeeft. Met
de knop Spamfilter gebruiken schakelt u de spamfilter in of uit.
Om de verschillende filtertypes van de spamfilter in of uit te schakelen, zet u al dan niet
een vinkje bij het betreffende item. Als u bij de verschillende filters wijzigingen wilt
aanbrengen, klik dan op het betreffende item. Er verschijnt dan een dialoogvenster waarin
u de parameters kunt wijzigen. De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:
Spam-OutbreakShield: met </text><text style="font-family:Arial; font-size:10pt;
font-weight:bold; text-decoration:underline; color:#000000;"
translate="true">OutbreakShield</text><text style="font-family:Arial; font-size:10pt;
color:#000000;" translate="true"> kunnen schadelijke bestanden in massaal
verzonden spam-mails al worden herkend en bestreden voordat de daarvoor
bijgewerkte virusdefinities beschikbaar zijn. OutbreakShield zoekt daarvoor op
internet naar een opvallende groei van verdachte e-mails en dicht dan vrijwel direct
het gat tussen de start van een massaal verspreid e-mailvirus en de bestrijding door
middel van aangepaste virusdefinities. Als u een proxyserver gebruikt, klikt u op de
knop Internetinstellingen en brengt u de relevante wijzigingen aan. U dient deze
instelling alleen te wijzigen als OutbreakShield niet werkt.
Whitelist gebruiken: Met de Witte lijst kunt u adressen van afzenders of domeinen
uitzonderen van een spamverdenking. Typ daarvoor in het veld Adressen/domeinen
het e-mailadres (bijvoorbeeld
newsletter@infopag.nl
) of domein (bijvoorbeeld
infopag.nl
) dat u van spamverdenking wilt uitsluiten. De G DATA-software zal e-mails
van deze afzender of dit afzenderdomein dan niet als spam behandelen.
Met de knop Importeren kunt u ook kant-en-klare lijsten met e-mailadressen of
domeinen aan de whitelist toevoegen. De adressen en domeinen moeten in een
dergelijke lijst op aparte regels onder elkaar zijn ingevoerd. Als formaat wordt hierbij
een eenvoudig txt-bestand gebruikt, zoals dat bijvoorbeeld in Windows Kladblok kan
worden aangemaakt. Met de knop Exporteren kunt u een dergelijke whitelist ook als
tekstbestand exporteren.
Blacklist gebruiken: Met de blacklist kunt u adressen van bepaalde afzenders of
domeinen identificeren als verzenders van spam. Typ daarvoor in het veld Adressen/
domeinen het e-mailadres (bijvoorbeeld
newsletter@m egaspam.nl
) of domein
83
Instellingen
(bijvoorbeeld
megaspam.nl
) dat u wilt aanmerken als spam. De G DATA-software zal
e-mails van deze afzender of dit afzenderdomein voortaan beschouwen als e-mails
met een zeer hoge spamwaarschijnlijkheid. Met de knop Importeren kunt u ook
kant-en-klare lijsten met e-mailadressen of domeinen aan de blacklist toevoegen. De
adressen en domeinen moeten in een dergelijke lijst op aparte regels onder elkaar
zijn ingevoerd. Als formaat wordt hierbij een eenvoudig txt-bestand gebruikt, zoals
dat bijvoorbeeld in Windows Kladblok kan worden aangemaakt. Met de knop
Exporteren kunt u een dergelijke blacklist ook als tekstbestand exporteren.
Real-time blacklists (standaardinstelling) gebruiken: Op internet zijn lijsten te
vinden met IP-adressen van servers waarvan bekend is dat ze worden gebruikt om
spam te verzenden. Via aanvragen aan de real-time blacklists achterhaalt de G DATA-
software of de verzendende server op deze lijsten staat. Is dat het geval, neemt de
spamwaarschijnlijkheid toe. Normaal gesproken kunt u hier het beste de
standaardinstelling gebruiken, maar u kunt ook zelf adreslijsten aanleggen onder
Zwarte lijst 1, 2 en 3.
Trefwoorden (e-mailtekst) gebruiken: Via de lijst met trefwoorden kunt u e-
mailberichten ook aan de hand van de in de e-mailtekst gebruikte woorden
aanmerken als spam. Als minimum een van de woorden in de e-mail op deze lijst
staat, dan wordt de kans op spam verhoogd. Indien gewenst kunt u de lijst
aanpassen via de knoppen Toevoegen, Wijzigen en Verwijderen. Met de knop
Importeren kunt u ook kant-en-klare lijsten met trefwoorden in uw lijst invoegen. De
vermeldingen moeten in een dergelijke lijst zijn ingevoerd op aparte regels, onder
elkaar. Als formaat wordt hierbij een eenvoudig txt-bestand gebruikt, zoals dat
bijvoorbeeld in Windows Kladblok kan worden aangemaakt. Met de knop Exporteren
kunt u een dergelijke lijst met trefwoorden ook als tekstbestand exporteren. Als u de
optie Alleen volledige woorden zoeken aanvinkt, doorzoekt de G DATA-software de
onderwerpregel van een e-mail alleen op complete woorden.
Trefwoorden (onderwerp) gebruiken: Via de lijst met trefwoorden kunt u e-
mailberichten ook aan de hand van de in de onderwerpregel gebruikte woorden
onder spamverdenking plaatsen. Als minimaal een van de woorden in de
onderwerpregel staat, stijgt de spamwaarschijnlijkheid.
Inhoudsfilter gebruiken: Een inhoudsfilter is een zelflerende filter die op basis van
de in de e-mail gebruikte woorden de spamwaarschijnlijkheid berekent. Dit filter
werkt niet alleen op basis van vaststaande woordenlijsten, maar leert bij elk nieuw
binnengekomen e-mailbericht nieuwe woorden. Via de knop Tabelinhoud opvragen
kunt u de woordenlijsten weergeven die het inhoudsfilter gebruikt om e-
mailberichten te herkennen als spam. Met de knop Tabellen terugzetten verwijdert
u alle geleerde woorden uit de tabel en begint het leerproces van het zelflerende
inhoudsfilter opnieuw.
84
G DATA Software
Reactie
Hier kunt u opgeven hoe het spamfilter moet omgaan met e-mails die mogelijkerwijs spam
bevatten. Er zijn drie gradaties die worden beïnvloed door de mate waarin de G DATA-
software het waarschijnlijk acht dat het bij het betreffende e-mailbericht om spam gaat.
Spamverdenking: hier wordt bepaald wat er met e-mailberichten moet gebeuren
waarin de G DATA-software spamelementen vindt. Hierbij hoeft het niet altijd om
spam te gaan. Het kunnen ook e-mails zijn die de ontvanger wel wenst te ontvangen,
zoals nieuwsbrieven of mailings. Hier is het aan te bevelen om de ontvanger te
wijzen op de spamverdenking.
Hoge spamwaarschijnlijkheid: hier vindt u de e-mails die veel kenmerken van spam
bevatten en slechts in zeer zeldzame gevallen door de ontvanger gewenst zijn.
Zeer hoge spamwaarschijnlijkheid: hier vindt u de e-mails die aan alle spamcriteria
voldoen. Het gaat hierbij vrijwel nooit om gewenste e-mailberichten en in de meeste
gevallen is het aan te raden dergelijke e-mailberichten te weigeren.
U kunt voor elk van deze drie gradaties zelf bepalen hoe de reactie moet zijn. Klik daarvoor
op de knop Wijzigen en bepaal hoe de G DATA-software moet reageren. Met de optie E-
mail weigeren kunt u ervoor zorgen dat de e-mail niet eens in uw postvak terechtkomt. Met
de optie Spamwaarschuwing in het onderwerp en tekst van de e-mail invoegen kunt u als
spam herkende e-mails ook als zodanig kenmerken, zodat u ze gemakkelijker kunt
herkennen. Als u Microsoft Outlook gebruikt (pas op: niet te verwarren met Outlook
Express of Windows Mail), hebt u ook de mogelijkheid om e-mails met spamverdenking
naar een zelf te bepalen map in uw postvak te verplaatsen (E-mail in map plaatsen). U kunt
deze map direct in de G DATA-software instellen door de betreffende map te definiëren
onder Mapnaam.
Opmerking: ook als u Outlook niet gebruikt, kunt u als spam herkende e-mails naar
een aparte map laten verplaatsen. Voeg daarvoor een waarschuwing toe aan de
onderwerpregel (bijvoorbeeld "
[Spam]
") en stel in uw e-mailprogramma een regel
in die e-mails met deze tekst in het onderwerp naar een andere map verplaatst.
Pro-instellingen
Hier kunt u de spamherkenning door de G DATA-software tot in het kleinste detail wijzigen
en aan uw e-mailverkeer aanpassen. Toch is het over het algemeen aan te raden de
standaardinstellingen te gebruiken. Breng onder Pro-instellingen alleen wijzigingen aan als
u bekend bent met de materie en precies weet wat u doet.
85
Instellingen
Overige filters
De volgende filters zijn hier standaard ingesteld en kunnen indien nodig worden
uitgeschakeld door het vinkje te verwijderen.
HTML-scripts uitschakelen
Filteren op gevaarlijke bijlagen
Daarnaast kunt u via de knop Nieuw nieuwe filterregels instellen en via de knop Bewerken
bestaande filters bewerken. De gemaakte filters worden in de lijst weergegeven en kunnen
via de bijbehorende vakjes links worden in- of uitgeschakeld. Indien er een vinkje in het
vakje staat, is de desbetreffende filter actief. Indien er geen vinkje in het vakje staat, is de
desbetreffende filter niet actief. Als u een filter definitief wilt verwijderen, selecteert u de
filter met de muis en klikt u op de knop Verwijderen.
De filtermogelijkheden die hier beschikbaar zijn, zijn extra filters die de eigenlijke
spamfilter van de G DATA-software ondersteunen en die uw individuele instellingen
vergemakkelijken. Via de eigenlijke spamfilter beschikt u over uitgebreide
instelmogelijkheden om berichten met ongewenste inhoud of van ongewenste afzenders
(bijvoorbeeld afzenders van massamailings) effectief te blokkeren. Het programma
controleert e-mailberichten op allerlei kenmerken die typerend zijn voor spam. Aan de hand
van de desbetreffende kenmerken wordt een waarde berekend, die de waarschijnlijkheid
op spam weergeeft. Hiervoor beschikt u over verschillende tabbladen waarop de relevante
instelmogelijkheden per onderwerp worden opgesomd.
Als u een nieuwe filter aanmaakt, wordt een keuzevenster geopend waarin u het
basisfiltertype kunt vastleggen. Alle overige gegevens voor de in te stellen filter kunt u
vervolgens in het wizardvenster voor het filtertype opgeven. Op deze manier kunt u
eenvoudig filters samenstellen tegen elke mogelijke dreiging.
HTML-scripts uitschakelen: Deze filter schakelt scripts in het HTML-gedeelte van een
e-mail uit. Scripts die nuttig kunnen zijn op een internetsite, zijn eerder storend als ze
in een HTML-bericht zijn opgenomen. HTML-scripts worden soms ook gebruikt om
computers te infecteren aangezien scripts alleen al door weergave in het
voorbeeldvenster van een e-mailbericht actief kunnen worden en niet pas door het
openen van een geïnfecteerde bijlage.
Filteren op gevaarlijke bijlagen: U kunt e-mailbijlagen (= attachments) op vele
manieren filteren. De meeste e-mailvirussen verspreiden zich via dergelijke
attachments, die in de meeste gevallen meer of minder goed verborgen uitvoerbare
bestanden bevatten. Daarbij kan het gaan om een klassiek .exe-bestand dat een
schadelijk programma bevat, maar ook om VB-scripts die in bepaalde gevallen zelfs
zijn verstopt in op het eerste gezicht veilige, grafische bestanden, filmbestanden of
geluidsbestanden. Over het algemeen moet men zeer voorzichtig zijn bij het openen
86
G DATA Software
van bijgevoegde bestanden waar niet uitdrukkelijk om is gevraagd. Informeer in
twijfelgevallen eerst bij de afzender of het e-mailbericht inderdaad door hem of haar
is verzonden.
Onder Bestandsextensies kunt u de bestandsextensies weergeven waarvoor u de
betreffende filter wilt gebruiken. Hierbij kunt u bijvoorbeeld alle uitvoerbare
bestanden (bijvoorbeeld .exe- en .com-bestanden) in een filter samenbrengen. U kunt
ook andere formaten filteren (bijvoorbeeld mpeg, avi, mp3, jpeg, gif enz.), als die
vanwege hun omvang de e-mailserver te zwaar belasten. Uiteraard kunt u ook
willekeurige archiefbestanden filteren (bijvoorbeeld zip, rar of cab). Scheid alle
bestandsextensies binnen een filtergroep door een puntkomma.
Met de functie Ook bijlagen in ingesloten e-mails filteren zorgt u ervoor dat het
filteren van de onder Bestandsextensies geselecteerde bijlagensoorten ook
plaatsvindt in e-mailberichten die zelf onderdeel zijn van een ander e-mailbericht.
Deze optie moet normaal gesproken geactiveerd zijn.
Met de optie Bijlagen alleen andere naam geven worden de te filteren bijlagen niet
automatisch verwijderd, maar alleen een andere naam gegeven. Dat is bijvoorbeeld
zinvol bij uitvoerbare bestanden (zoals EXE en COM) en bij Microsoft Office-bestanden
die mogelijk uitvoerbare scripts en macro's kunnen bevatten. Door de naam van een
bijlage te wijzigen kan deze niet per ongeluk en ondoordacht worden geopend. De
bijlage moet door de ontvanger namelijk eerst worden opgeslagen en desgewenst
moet de naam opnieuw worden gewijzigd voordat deze kan worden gebruikt. Als er
geen vinkje staat bij Bijlagen alleen andere naam geven, worden de betreffende
bijlagen meteen verwijderd.
Onder Achtervoegsel voert u de tekenreeks in waarmee u de feitelijke extensie wilt
uitbreiden. Op die manier is het niet langer mogelijk om een uitvoerbaar bestand te
activeren door erop te klikken (bijvoorbeeld *.exe_danger). Bij Melding in de tekst van
de e-mail invoegen kunt u de ontvanger van het gefilterde e-mailbericht laten weten
dat een bijlage op grond van een filterregel is verwijderd of een andere naam is
gegeven.
Inhoudsfilter: Met het inhoudsfilter kunt u e-mails met bepaalde onderwerpen of
teksten eenvoudig blokkeren.
Voer hiervoor bij Zoekcriterium gewoon de trefwoorden en uitdrukkingen in waarop
de G DATA-software moet reageren. Hierbij kunt u tekst op een willekeurige manier
combineren met de logische operators EN en OF.
Geef bij Zoekbereik aan in welke onderdelen van een e-mail naar deze woorden moet
worden gezocht. Met Koptekst wordt het gedeelte van een e-mail aangeduid dat
onder meer de e-mailadressen van de afzender en geadresseerde, het onderwerp en
informatie over de gebruikte programma's, protocollen en verzenddatum bevat. Als u
87
Instellingen
kiest voor het onderdeel Onderwerp, wordt enkel de inhoud van de onderwerpregel
gecontroleerd en geen verdere tekstinformatie uit de koptekst. Bij E-mailtekst kunt u
bovendien kiezen of het zoekbereik beperkt is tot pure tekstberichten of ook de tekst
in HTML-berichten (HTML-tekst) moet worden doorzocht.
Bij Ingesloten e-mails kunt u aangeven of de inhoudsfilter ook e-mails moet
doorzoeken die als bijlage bij de ontvangen e-mail zijn gevoegd.
Onder Reactie kunt u instellen wat er moet gebeuren met e-mails die door de G DATA-
software als spam worden herkend. Onder E-mail weigeren wordt de betreffende e-
mail zelfs niet ontvangen door uw e-mailprogramma.
Wanneer u Waarschuwing in onderwerp en tekst van de e-mail invoegen aanvinkt,
kunt u de eigenlijke tekst van de onderwerpregel laten voorafgaan door een
waarschuwing (Voorvoegsel op onderwerpregel), bv.
Spam
of
Waarschuwing
.
Desgewenst kunt u ook tekst invoeren die bij verdenking van spam voorafgaat aan de
eigenlijke e-mailtekst (Melding in de tekst).
Als u
Microsoft Outlook
gebruikt (let op: niet te verwarren met Outlook Express of
Outlook Mail), hebt u de mogelijkheid om e-mails met spamverdenking naar een zelf
te bepalen map in uw postvak te verplaatsen (E-mail in map plaatsen). U kunt deze
map direct in de G DATA-software instellen door de betreffende map te definiëren
onder Mapnaam.
Afzender filteren: Met de afzenderfilter kunt u e-mails die afkomstig zijn van
bepaalde afzenders eenvoudig blokkeren. Voer hiervoor gewoon onder Afzenders/
domeinen de e-mailadressen of domeinnamen in waarop de G DATA-software moet
reageren. Meerdere vermeldingen moeten worden gescheiden door een
puntkomma.
Onder Reactie kunt u instellen wat er moet gebeuren met e-mails die door de G DATA-
software als spam worden herkend.
Onder E-mail weigeren wordt de betreffende e-mail zelfs niet ontvangen door uw e-
mailprogramma.
Wanneer u Waarschuwing in onderwerp en tekst van de e-mail invoegen aanvinkt,
kunt u de eigenlijke tekst van de onderwerpregel laten voorafgaan door een
waarschuwing (Voorvoegsel op onderwerpregel), bv.
Spam
of
Waarschuwing
.
Desgewenst kunt u ook tekst invoeren die bij verdenking van spam voorafgaat aan de
eigenlijke e-mailtekst (Melding in de tekst).
Als u
Microsoft Outlook
gebruikt (let op: niet te verwarren met Outlook Express of
Windows Mail), hebt u de mogelijkheid om e-mails met spamverdenking naar een zelf
te bepalen map in uw postvak te verplaatsen (E-mail in map plaatsen). U kunt deze
map direct in de G DATA-software instellen door de betreffende map te definiëren
88
G DATA Software
onder Mapnaam.
Talenfilter: Met het talenfilter kunt u automatisch e-mails in een bepaalde taal als
spam definiëren. Als u bijvoorbeeld in de regel geen e-mailcontact hebt met
Engelstalige personen, dan kunt u door Engels te definiëren als spamtaal al heel veel
spam uitfilteren. Als u hier de talen selecteert waarin u normaal gesproken geen e-
mails krijgt, verhoogt de G DATA-software de spambeoordeling van deze e-mails
aanzienlijk.
Onder Reactie kunt u instellen wat er moet gebeuren met e-mails die door de G DATA-
software als spam worden herkend.
Onder E-mail weigeren wordt de betreffende e-mail zelfs niet ontvangen door uw e-
mailprogramma.
Wanneer u Waarschuwing in onderwerp en tekst van de e-mail invoegen aanvinkt,
kunt u de eigenlijke tekst van de onderwerpregel laten voorafgaan door een
waarschuwing (Voorvoegsel op onderwerpregel), bv.
Spam
of
Waarschuwing
.
Desgewenst kunt u ook tekst invoeren die bij verdenking van spam voorafgaat aan de
eigenlijke e-mailtekst (Melding in de tekst).
Als u
Microsoft Outlook
gebruikt (let op: niet te verwarren met Outlook Express of
Windows Mail), hebt u de mogelijkheid om e-mails met spamverdenking naar een zelf
te bepalen map in uw postvak te verplaatsen (E-mail in map plaatsen). U kunt deze
map direct in de G DATA-software instellen door de betreffende map bij Mapnaam te
definiëren.
Diversen
In dit gedeelte kunt u overige instellingen opgeven.
Ongelezen e-mails in Postvak IN bij starten van het programma controleren:
Alleen
voor Microsoft Outlook
: Met deze optie worden e-mails op spam gecontroleerd. Zodra u
Outlook opent, worden alle ongelezen e-mails in de map Postvak IN en de
onderliggende mappen door de G DATA-software gecontroleerd.
Andere e-mailprogramma's (gebruik van POP3): E-mails die via POP3 binnenkomen,
kunnen om technische redenen niet rechtstreeks worden verwijderd. Wanneer een
filter e-mails moet weigeren, worden deze van een standaard vervangende tekst
voorzien. De vervangende tekst bij geweigerde e-mails luidt: Het bericht is
geweigerd. U kunt de tekst voor deze berichtfuncties ook individueel instellen. In de
vrij te definiëren tekst voor het onderwerp en de e-mailtekst zijn de volgende
jokertekens (procentteken met aansluitend een kleine letter) beschikbaar:
% s Afzender
89
Instellingen
% u Onderwerp
U kunt in uw e-mailprogramma een regel definiëren die e-mails met de hier ingestelde
vervangende tekst automatisch verwijdert.
Firewall
Automatisch systeem
Als u zich niet verder met de firewall wilt bezighouden, kunt u de instelling op Automatisch
systeem laten staan. In veel gevallen is het voldoende de firewall in de modus
Automatische piloot te gebruiken. U kunt de G DATA-firewall echter ook volledig op uw
behoeften afstemmen via allerlei aanvullende opties.
De firewall-instellingen zijn ondergebracht in twee basisgedeelten, die u afzonderlijk kunt
configureren:
Automatische piloot
Hier kunt u aangeven of de firewall zelfstandig en zelflerend werkt, waarbij de gebruiker
niet wordt gevraagd of aanvragen van internet moeten worden geblokkeerd, of als de
gebruiker in twijfelgevallen wordt geraadpleegd.
Modus Automatische piloot: Hier werkt de firewall volkomen autonoom en houdt
automatisch de gevaren voor uw thuis-pc tegen. Deze instelling biedt een praktische
en volledige beveiliging en is in de meeste gevallen aan te bevelen.
Handmatige regelaanmaak: Via de handmatige regelaanmaak kunt u de firewall
volledig op uw wensen afstemmen.
Autopiloot-modus aanbieden, als een toepassing in volledige schermweergave
wordt gestart: Vooral bij computerspelletjes (en andere toepassingen in volledige
schermweergave) kan het vervelend zijn wanneer de firewall u voortdurend met
vragen bestookt en zo het verloop van het spel of de weergave stoort. Om ongestoord
speelgenot te garanderen zonder de beveiliging te verwaarlozen, is de automatische
piloot een nuttige instelling, aangezien hij vragen van de firewall onderdrukt. Als u
de automatische piloot niet als standaardinstelling gebruikt, kunt u er via deze
functie voor zorgen dat hij altijd wordt aangeboden als u een programma in volledige
schermweergave gebruikt.
Door gebruiker gedefinieerde beveiligingsinstellingen
Tijdens het dagelijkse gebruik van de computer leert de firewall automatisch welke
programma's u gebruikt om toegang te krijgen tot internet en welke programma's een
90
G DATA Software
veiligheidsrisico vormen. Het voordeel van het gebruik van vooraf gedefinieerde
beveiligingsniveaus is dat u de firewall ook zonder administratieve rompslomp en kennis
van netwerkbeveiliging aan uw eigen behoeften kunt aanpassen. Bepaal gewoon met de
schuifregelaar welk beveiligingsniveau u wenst. U heeft de keuze uit de volgende
veiligheidsniveaus:
Hoogste beveiliging: De regels voor de firewall worden volgens zeer nauwgezette
richtlijnen bepaald. Hiervoor moet u op de hoogte zijn van specifieke
netwerkbegrippen (TCP, UDP, poorten, enz.). De firewall ontdekt zelfs de kleinste
afwijking en zal tijdens de leerfase zeer veel informatie vragen.
Hoge beveiliging: De regels voor de firewall worden volgens zeer nauwgezette
richtlijnen bepaald. Hiervoor moet u op de hoogte zijn van specifieke
netwerkbegrippen (TCP, UDP, poorten, enz.). De firewall zal tijdens de leerfase
regelmatig om informatie vragen als dat gezien de omstandigheden nodig is.
Normale beveiliging: De regels voor de firewall worden alleen vastgelegd op
gebruikersniveau. Wizards zorgen ervoor dat u geen netwerkspecifieke details te zien
krijgt. Tijdens de leerfase krijgt u zo weinig mogelijk vragen.
Lage beveiliging: De regels voor de firewall worden alleen vastgelegd op
gebruikersniveau. Wizards zorgen ervoor dat u geen netwerkspecifieke details te zien
krijgt. Tijdens de leerfase wordt u zelden iets gevraagd. Ook op dit
beveiligingsniveau heeft u de hoogst mogelijke beveiliging bij binnenkomende
verzoeken voor het maken van een verbinding.
Firewall uitgeschakeld: U kunt de firewall desgewenst ook uitschakelen. Uw
computer blijft dan verbonden met internet en andere netwerken, maar wordt dan
niet langer door de firewall beschermd tegen aanvallen of spionage.
Als u de firewall meer op uw behoeften wilt afstemmen, vink dan de optie Door gebruiker
gedefinieerde beveiligingsinstellingen aan. Bedenk daarbij echter wel dat u voor deze
instellingen minimaal over een basiskennis van netwerkbeveiliging moet beschikken.
Vragen
Hier stelt u in wanneer, hoe en of de firewall de gebruiker een vraag dient te stellen op het
moment dat een programma een verbinding met het internet of netwerk wilt maken.
Regel maken
Als de firewall een verbinding met het netwerk vaststelt, verschijnt een informatievenster
waarin u kunt bepalen hoe verder moet worden omgegaan met de betreffende toepassing.
Hier kunt u bepalen wat u precies met het toestaan of verbieden van een netwerktoegang
91
Instellingen
wilt bereiken:
Per toepassing: Hiermee wordt de toegang tot het netwerk voor de huidige
toepassing via elke willekeurige poort of met elk willekeurig overdrachtsprotocol (bv.
TCP of UDP) altijd toegestaan of geweigerd.
Per protocol/poort/toepassing: De toepassing die toegang tot het netwerk vraagt,
krijgt alleen toestemming om met het gevraagde overdrachtsprotocol en uitsluitend
via de gevraagde poort online te gaan. Als dezelfde toepassing toestemming vraagt
om via een andere poort of met een ander protocol verbinding met het netwerk te
maken, verschijnt de vraag opnieuw en kan een nieuwe regel worden opgesteld.
Per toepassing, indien er ten minste x vragen zijn: Er zijn toepassingen (bv. Microsoft
Outlook), die bij een netwerkverzoek meteen meerdere poorten proberen resp.
tegelijkertijd verschillende protocollen gebruiken. Aangezien dit bijvoorbeeld bij de
instelling Per &Protocol/Poort/Toepassing meerdere vragen met zich mee zou
brengen, kan hier ook worden ingesteld dat toepassingen een algemene vrijgave of
weigering voor het netwerkgebruik krijgen, zodra de gebruiker u de verbinding
toestaat of weigert.
Onbekende servertoepassingen
Toepassingen die nog niet via een regel in de firewall worden beheerd, kunnen
verschillend worden behandeld. Het tijdstip van het verzoek staat daarbij in een bepaalde
speelruimte binnen de beslissingsbevoegdheid. Als de servertoepassing Op ontvangst
gaat, wil dat zeggen dat ze quasi op stand-by een verbindingsverzoek verwacht. Als dat
niet het geval is, volgt de vraag pas als het eigenlijke verbindingsverzoek wordt ingediend.
Controle op onbeveiligde netwerken
Natuurlijk kan een firewall alleen probleemloos functioneren als alle netwerken waarvoor
de te beveiligen computer toegang heeft ook door deze firewall herkend en bewaakt
worden. Zorg er daarom voor dat deze controle op onbeveiligde netwerken altijd
geactiveerd is.
Herhaalde toepassingsvragen
U kunt steeds terugkerende verbindingsverzoeken van een toepassing bundelen. Op die
manier verschijnt bij verbindingsaanvragen waarvoor u nog geen regel hebt opgegeven,
niet elke keer een vraag, maar bijvoorbeeld slechts om de 20 seconden of met een andere
door u te bepalen frequentie.
92
G DATA Software
Controle op verwijzingen
Bij de controle op verwijzingen wordt voor toepassingen die van de firewall al toegang tot
het netwerk hebben gekregen, een controlesom gemaakt op basis van de bestandsgrootte
en andere criteria. Wanneer de checksum van een programma plotseling afwijkingen
vertoont, is het mogelijk dat het programma door een schadelijk programma is gewijzigd. In
dat geval slaat de firewall alarm.
Controle op verwijzingen voor geladen modules: hier worden niet alleen de toepassingen
bewaakt, maar ook de modules die door de toepassingen worden gebruikt (bv. DLL's).
Aangezien deze vaak worden gewijzigd en ook nieuwe modules worden gedownload, kan
een consequente controle op gewijzigde en onbekende verwijzingen bij modules een
aanzienlijke administratieve rompslomp tot gevolg hebben. Elke gewijzigde module zou
dan namelijk een veiligheidsvraag van de firewall met zich meebrengen. De
modulecontrole mag daarom enkel bij heel hoge veiligheidseisen op deze manier worden
gebruikt.
Diversen
Hier beschikt u over nog meer instelmogelijkheden.
Standaardinstelling voor de wizard Regels
Hier kunt u bepalen of u de nieuwe regels wilt maken via de Wizard Regels of in de
uitgebreide bewerkingsmodus.. Gebruikers die onbekend zijn met netwerkbeveiliging
raden wij de wizard Regels aan.
Controles bij de start van het programma
Hier kunt u aangeven of de firewall, telkens wanneer het programma wordt gestart, naar
onbekende servertoepassingen moet zoeken. Deze zoekfunctie moet altijd ingeschakeld
zijn, behalve als u in een gesloten netwerk werkt.
Verbindingslogboeken opslaan
Hier kunt u bepalen hoe lang de firewall verbindingsgegevens moet bewaren. U
kunt de gegevens van één uur tot 60 uur bewaren en controleren in het gedeelte
Logboeken.
93
Instellingen
Tuner
Algemeen
Hier kunt u de volgende instellingen opgeven:
Herstelgegevens verwijderen: Hier kunt u bepalen wanneer herstelgegevens (die de
G DATA-software bij wijzigingen maakt) moeten worden verwijderd.
Oude gegevens verwijderen: Hier kunt u bepalen wanneer oude gegevens (zoals
oude TEMP-mappen) moeten worden verwijderd.
Bureaubladsnelkoppelingen verwijderen: Hier kunt u bepalen na hoeveel dagen
ongebruikte bureaubladsnelkoppelingen moeten worden verwijderd.
Bij Microsoft Update ook Office-updates zoeken: Hier kunt u bepalen of de tuner bij
het zoeken naar de laatste Windows-updates ook automatisch naar Office-updates
moet zoeken op het internet. Een update van beide onderdelen bespaart tijd en
houdt de computer ook veiligheidstechnisch up-to-date. Het zoeken naar Office-
updates werkt natuurlijk alleen als Microsoft Office op de desbetreffende computer is
geïnstalleerd.
Geen gedetailleerde logboekbestanden over verwijderde elementen maken: De
tuner is zo ontworpen dat deze alle informatie over doorgevoerde wijzigingen
bijhoudt. Als u een logboekbestand over de door de tuner verwijderde elementen als
veiligheidsrisico beschouwt, kunt u ervoor zorgen dat een dergelijk
verwijderingslogboek niet wordt gemaakt.
Tijdelijke bestanden permanent verwijderen: Met deze functie sluit u de
webbestanden (zoals cookies en tijdelijke internetgegevens) uit van de herstelfunctie
van de tuner. U kunt deze bestanden dan niet meer herstellen. Als u deze functie
inschakelt, wordt het aantal bestanden dat de tuner in het gedeelte Herstellen moet
beheren, aanzienlijk kleiner. Dit levert prestatievoordelen op.
Computer automatisch opnieuw starten door de service niet toestaan: bij geplande
tuningprocessen is het mogelijk dat de tuner de computer opnieuw start. Met deze
optie voorkomt u dat dat gebeurt. Omdat de Tuner de computer alleen ongevraagd
opnieuw zou opstarten als er geen gebruiker is aangemeld, is het in de meeste
gevallen zeker aan te raden om deze optie niet te activeren.
Herstel van individuele herstelpunten toestaan: zonder deze functie kan de G DATA-
software geen herstel meer uitvoeren.
Bij het defragmenteren geen rekening houden met het stationstype: omdat de
meeste fabrikanten afraden om hun SSD's te defragmenteren, is defragmenteren
94
G DATA Software
standaard uitgesloten voor dit type harde schijf in G DATA Tuner. Als het type van de
stations van de G DATA-software niet automatisch kan worden bepaald, maar u zeker
bent dat er zich geen SSD-stations in uw computer bevinden, kunt u deze optie
aangevinkt laten. De tuner start in dat geval bij elke uitvoering met het
defragmenteren van alle harde schijven die zich in het systeem bevinden.
Configuratie
In dit gebied kunt u alle modules selecteren die de tuner voor het tuningproces moet
gebruiken. Geselecteerde modules worden daarbij dan hetzij via een automatische,
tijdgestuurde actie gestart (zie het hoofdstuk Planning) hetzij handmatig. Om een module
te activeren, klikt u er tweemaal op met de muis. U kunt hier de volgende
tuningonderdelen instellen:
Beveiliging
: Diverse functies die automatisch gegevens downloaden van internet zijn
alleen van nut voor de aanbieder en niet voor u. Vaak wordt ook via zulke functies de
deur wijd opengezet voor schadelijke software. Met deze modules beveiligt u uw
systeem en blijft het volledig bijgewerkt.
Prestaties
: Tijdelijke bestanden, zoals reservekopieën, logboekbestanden en
installatiegegevens, die u niet meer nodig hebt, maken de harde schijf trager en
nemen waardevolle opslagruimte in beslag. Bovendien vertragen overbodig
geworden processen en koppelingen van gegevens uw systeem aanzienlijk. Met de
hier opgesomde modules kunt u uw computer van deze overbodige ballast bevrijden
en sneller maken.
Privacy
: Hier zijn de modules ondergebracht die uw gegevens beschermen. De sporen
die bij het surfen of bij algemeen computergebruik onvrijwillig ontstaan, vertellen
veel over uw gebruik en bevatten belangrijke gegevens en wachtwoorden. Hier
worden deze sporen gewist.
Mapbeveiliging
Via dit tabblad kunt u bepaalde mappen (bv. ook uw Windows-partities) uitsluiten van de
automatische verwijdering van oude bestanden.
Klik hiervoor op het symbool Toevoegen en selecteer de betreffende map of het
gewenste station.
Om een uitzonderingsmap weer vrij te geven, selecteert u de map in de lijst en klikt
u op de knop Verwijderen.
95
Instellingen
Bestandsbeveiliging
Met de bestandsbeveiliging kunt u bepaalde bestanden beschermen tegen het
verwijderen door de tuner, bijvoorbeeld scores van computerspelletjes of soortgelijke
bestanden met ongebruikelijke bestandsextensies, die ook als back-upbestanden of
tijdelijke bestanden kunnen worden geïnterpreteerd.
Om bepaalde bestanden te beveiligen klikt u op de knop Toevoegen en voert u de
betreffende bestandsnaam in. U kunt hier ook met jokertekens werken.
U kunt de jokertekens als volgt gebruiken:
Het vraagteken (?) neemt de plaats van afzonderlijke tekens in.
Het sterretje (*) neemt de plaats van complete tekenreeksen in.
Om bijvoorbeeld alle bestanden met de bestandsextensie .sav te beveiligen, voert u
dus *.sav in. Om bijvoorbeeld verschillende soorten bestanden met een
bestandsnaam die met dezelfde letters begint te beveiligen, voert u bijvoorbeeld
tekst*.* in.
Selecteer nu nog de map waarin de bestanden moeten worden beveiligd door op
de knop Uitgebreid te klikken. Kies hier nu de opslagplaats waar de bestanden die
u wilt beveiligen zich bevinden. De tuner beveiligt nu de overeenkomstig
gedefinieerde bestanden alleen in deze map (bijv. scores in de desbestreffende
speelmap).
Om een bestandsbeveiliging weer vrij te geven, selecteert u de map in de
weergegeven lijst en klikt u op de knop Verwijderen.
Planning
Op het tabblad Planning kunt u instellen wanneer en met welke frequentie het
automatische tuningproces moet worden uitgevoerd.
Onder Dagelijks kunt u met behulp van de gegevens onder Weekdagen bv. bepalen dat
uw computer de tuning alleen op werkdagen, alleen om de dag of alleen in het weekend
als er niet wordt gewerkt uitvoert. Om onder Tijdstip dag- en tijdinstellingen te wijzigen,
selecteert u het element dat u wilt wijzigen (bijv. dag, uur, maand, jaar) met de muis en
gebruikt u de pijltjestoetsen, of de kleine pijlsymbolen rechts van het invoerveld, om in het
betreffende element chronologisch te bewegen.
Als u de automatische tuning niet wilt inschakelen, verwijdert u het vinkje bij de optie
96
G DATA Software
Ingeschakeld voor de automatische tuningrun.
Apparaatcontrole
Via de apparaatcontrole kunt u voor uw computer bepalen welke opslagmedia zijn
toegestaan voor het lezen en/of schrijven van gegevens. U kunt bijvoorbeeld voorkomen
dat privégegevens op een USB-stick gelezen of op een cd gebrand worden. Bovendien kunt
u bij verwisselbare schijven zoals USB-sticks of externe USB-stations precies bepalen met
welke verwisselbare schijf u gegevens kunt downloaden. Zo kunt u bijvoorbeeld uw eigen
USB-schijf voor gegevensback-up gebruiken, maar andere vaste schijven geen toegang
geven.
Om de apparaatcontrole te gebruiken, vinkt u Apparaatcontrole inschakelen aan en
selecteert u vervolgens voor welke apparaten u beperkingen wilt vastleggen:
Verwisselbare schijven (bv. USB-sticks)
Cd-/dvd-stations
Diskettestations
U kunt nu regels voor de afzonderlijke opslagmedia opgeven.
Algemene regel
Hier kunt u bepalen of het betreffende apparaat helemaal niet mag worden gebruikt
(Toegang blokkeren), of alleen gegevens ervan mogen worden gedownload, zonder dat er
bestanden op kunnen worden opgeslagen (Leestoegang) of er geen beperkingen voor dit
apparaat gelden (Volledige toegang). Deze regel geldt dan voor alle gebruikers van uw
computer.
Gebruikersspecifieke regels
Als u wilt dat bepaalde gebruikers slechts beperkte rechten voor opslagmedia krijgen, dan
kunt u in dit gedeelte eerst de gebruikersnaam van de op uw computer aangemaakte
gebruiker selecteren en daarna de toegang tot het betreffende opslagmedium zoals
beschreven onder Algemene regel beperken. Op die manier kunt u zich bijvoorbeeld als
beheerder en eigenaar van de computer volledige toegang geven, terwijl andere
gebruikers slechts beperkte rechten hebben.
Selecteer hier de gebruiker. Wanneer u op OK klikt, wordt een nieuw dialoogvenster
geopend, waarin u kunt bepalen welke soort toegang deze gebruiker krijgt en of de
rechten voor deze gebruiker tot een bepaalde tijd (bv. twee weken) beperkt zijn
(Geldigheid).
97
Instellingen
Opmerking: de gebruikersspecifieke regels heffen de algemene regels op. Wanneer
u dus algemeen bepaalt dat de toegang tot USB-sticks niet is toegestaan, kunt u
een bepaalde gebruiker toch toestemming hiervoor geven via een
gebruikersspecifieke regel. Wanneer een gebruiker via de apparaatcontrole
bepaalde toegangsbeperkingen heeft gekregen die in tijd beperkt zijn, dan gelden
na afloop van deze beperking opnieuw de algemene regels voor deze gebruiker.
Apparaatspecifieke regels
Bij het gebruik van verwisselbare schijven zoals USB-sticks of externe vaste schijven, kunt u
ook bepalen dat enkel bepaalde verwisselbare schijven toegang krijgen tot uw computer.
Verbind daarvoor de verwisselbare schijf met uw computer en klik daarna op Toevoegen. In
het geopende dialoogvenster kunt u de gewenste verwisselbare schijf selecteren. Wanneer
u op OK klikt, wordt een nieuw dialoogvenster geopend, waarin u kunt bepalen welke soort
toegang deze gebruiker krijgt en of de rechten voor deze gegevensdrager tot een bepaalde
tijd (bv. twee weken) beperkt zijn (Geldigheid) en of elke gebruiker deze gegevensdrager
met zijn gebruikerstoegang mag gebruiken of niet.
Back-up
In dit gedeelte kunt u algemene instellingen voor de werking van de back-upmodule
bepalen.
Map voor tijdelijke bestanden: Bepaal hier waar tussentijds opgeslagen gegevens
door de back-upmodule moeten worden opgeslagen. Deze bestanden ontstaan bij
het aanmaken en bij het herstellen van een back-up en worden na het betreffende
proces ook weer automatisch verwijderd. Toch moet u voldoende schijfruimte
beschikbaar hebben, omdat de snelheid van de back-up en het herstel anders wordt
beperkt. Deze instelling mag enkel worden gewijzigd wanneer in de geselecteerde
map voor tijdelijke bestanden te weinig schijfruimte beschikbaar is.
Controle bron-/doelstation op dezelfde harde schijf: Normaal waarschuwt de back-
upmodule de gebruiker telkens wanneer hij een back-up wil aanmaken op de
gegevensdrager waarop zich ook de oorspronkelijke bestanden bevinden. Dat gebeurt
omdat bij een uitval/verlies van deze gegevensdrager de back-up automatisch ook
niet meer beschikbaar is. Als u om de een of andere reden toch regelmatig back-ups
op de oorspronkelijke gegevensdrager wilt uitvoeren, kunt u deze waarschuwing hier
uitschakelen.
98
G DATA Software
Logboeken
Voor de afzonderlijke modules zijn er logboekfuncties beschikbaar waarmee u op elk
moment een overzicht krijgt van de acties die de G DATA-software voor uw beveiliging
uitvoert.
Virusbeveiligingslogboeken
Onder Logboeken worden door de software aangemaakte logboeken weergegeven. Door te
klikken op de kolomtitels Starttijd, Type, Titel of Status kunt u de beschikbare logboeken
overeenkomstig sorteren. Met de knoppen Opslaan als en Afdrukken kunt u
logboekgegevens ook als tekstbestand opslaan of rechtstreeks afdrukken. U kunt een
logboek verwijderen door er in het overzicht met de muis op te klikken en vervolgens op de
Delete-toets of op de knop Verwijderen te drukken.
Firewall-logboeken
Het gedeelte Logboeken biedt voor elke actie van de firewall een omvangrijk logbestand.
Hier kunt u aparte acties openen door erop te dubbelklikken en deze eventueel afdrukken
of als tekstbestand opslaan. Lees hiervoor ook het hoofdstuk Instellingen: Diversen.
Back-uplogboeken
Het gebied Logboeken biedt voor elke actie en elke back-uptaak een omvangrijk
logbestand. Hier kunt u aparte acties openen door erop te dubbelklikken en deze eventueel
afdrukken of als tekstbestand opslaan. Lees hiervoor ook het hoofdstuk Back-up maken en
herstellen.
Spambeveiliginglogboeken
Het gedeelte Logboeken biedt een omvangrijk logbestand voor elke actie. Hier kunt u
aparte acties openen door erop te dubbelklikken en deze eventueel afdrukken of als
tekstbestand opslaan.
99
Logboeken
Kinderbeveiligingslogboeken
In het onderdeel Logboek krijgt u als administrator een overzicht te zien van alle pogingen
van andere gebruikers om geblokkeerde inhoud te openen. Bovenaan kunt u uit de lijst de
gebruiker selecteren waarvan u het logboek wilt bekijken. Lees hiertoe het hoofdstuk
Instellingen: Logboek.
Opmerking: u kunt deze logboeken natuurlijk ook verwijderen met de knop
Logboeken verwijderen.
Apparaatcontrolelogboeken
Het gedeelte Logboeken biedt een omvangrijk logbestand voor elke actie van het
apparaatbeheer. Lees hierover ook het volgende hoofdstuk: Instellingen: Apparaatcontrole
100
G DATA Software
FAQ: BootScan
Wanneer uw computer gloednieuw is of al door antivirussoftware werd beveiligd, kunt u de
installatie via de volgende stappen uitvoeren.
Als u echter vermoedt dat uw computer al met een virus is geïnfecteerd, raden wij u aan
een BootScan uit te voeren voordat u de software installeert.
BootScan: Als u uw computer aanzet, start uw Windows-besturingssysteem
doorgaans automatisch. Dit proces wordt booten genoemd. U kunt echter ook
andere besturingssystemen en programma's automatisch laten starten.
Om uw computer al vóór het opstarten van Windows op virussen te controleren,
heeft G DATA naast de Windows-versie nog een speciale opstartversie voor u
beschikbaar.
Voorwaarden
Met de BootScan kunt u virussen bestrijden die zich al voor de installatie van uw
antivirussoftware op uw computer hebben genesteld.
Hiervoor is een speciale programmaversie van de software beschikbaar die al vóór het
opstarten van Windows kan worden uitgevoerd.
101
FAQ: BootScan
Opstarten vanaf cd/dvd-rom: Als uw computer niet vanaf de cd/dvd-rom opstart, voert u
vooraf de volgende stappen uit:
1 Schakel uw computer uit.
2 Start uw computer opnieuw op. Normaal gesproken komt u in de BIOS-instelling als
u bij het opstarten (booten) van de computer op de DEL-toets (of naargelang het
systeem ook F2 of F10) drukt.
3 Hoe u de instellingen in uw BIOS-setup precies verandert, hangt van computer tot
computer af.
Lees hiervoor de documentatie bij uw computer.
Het resultaat zou de volgende opstartvolgorde moeten zijn: cd/dvd-rom, C. Dti
betekent dat het cd/dvd-rom-station het 1st Boot Device wordt en de harde-
schijfpartitie met uw Windows-besturingssysteem het 2nd Boot Device.
4 Sla de wijzigingen op en start uw computer opnieuw op. Uw computer is nu klaar
voor een bootscan.
Hoe breek ik een BootScan af?Als na het opnieuw opstarten van uw computer niet
de gebruikelijke Windows-omgeving wordt weergegeven, maar de interface van de
G DATA BootScan-software, hoeft u zich geen zorgen te maken.
Als u geen BootScan hebt gepland, selecteert u de optie Microsoft Windows met de
pijltoetsen en klikt u vervolgens op Return. Nu start Windows normaal op zonder
voorafgaande BootScan.
Opstarten vanaf USB-stick: Als u een USB-stick als opstartmedium wilt gebruiken,
kunt u deze ook als 1ste opstartapparaat selecteren.
102
G DATA Software
FAQ: Programmafuncties
Security-symbool
De G DATA-software beveiligt uw computer permanent tegen virussen en schadelijke
software. In de taakbalk onderaan wordt naast de tijdsaanduiding een symbool getoond,
zodat u kunt zien dat de beveiliging actief is.
Dit G DATA-symbool geeft aan dat alles in orde is en de beveiliging op uw
computer actief is.
Als de bewaker uitgeschakeld is of zich andere problemen voordoen, geeft het G
DATA-symbool een waarschuwing weer. U kunt dan best zo snel mogelijk de
G DATA-software starten en de instellingen controleren.
Als de G DATA-software gegevens van internet downloadt, wordt dit ook met een
speciaal symbool aangegeven.
Als u met de rechtermuisknop op het symbool klikt, verschijnt een contextmenu waarmee u
basisbeveiligingsonderdelen van de software kunt bepalen.
De volgende functies zijn hier beschikbaar:
G DATA software starten: hiermee opent u het SecurityCenter, waarin u bijvoorbeeld
de instellingen van de virusbewaker kunt opgeven. Wat u in het SecurityCenter kunt
doen, leest u in het hoofdstuk: SecurityCenter
Bewaker uitschakelen: hiermee kunt u de virusbewaker eventueel uitschakelen en
ook weer inschakelen. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als op uw harde schijf grote
hoeveelheden gegevens van de ene naar de andere plaats moeten worden
gekopieerd of bij intensieve processen (bijv. bij het kopiëren van een dvd). U moet de
virusbewaker slechts zo lang uitschakelen als absoluut noodzakelijk is. Let er ook op
dat het systeem gedurende deze periode bij voorkeur niet met het internet is
verbonden of geen toegang heeft tot nieuwe, niet gecontroleerde gegevens (bijv. via
cd’s, dvd’s, geheugenkaarten of USB-sticks).
Firewall uitschakelen: als u een versie van de G DATA-software met geïntegreerde
firewall gebruikt, kunt u de firewall desgewenst ook uitschakelen via het
contextmenu. Uw computer blijft dan verbonden met internet en andere netwerken,
maar wordt dan niet langer door de firewall beschermd tegen aanvallen of spionage.
103
FAQ: Programmafuncties
Automatische piloot uitschakelen: de automatische piloot is een onderdeel van de
firewall en beslist volledig zelf welke aanvragen en contacten uw computer via het
netwerk of internet mag accepteren. Voor een normaal gebruik is de automatische
piloot optimaal. Wij bevelen dan ook aan deze altijd ingeschakeld te laten. Net zoals
de firewall is de automatische piloot beschikbaar in bepaalde versies van de G DATA-
software.
Virushandtekeningen bijwerken: Een antivirussoftware moet steeds up-to-date zijn.
Het bijwerken van de gegevens kunt u vanzelfsprekend via de software automatisch
laten uitvoeren. Als u echter onmiddellijk een update nodig hebt, kunt u deze via de
knop Virushandtekeningen bijwerken starten. De redenen voor een virusupdate
leest u in het hoofdstuk: Viruscontrole
Statistieken: Hier kunt u een statistisch overzicht van de controles van de
virusbewaker weergeven en informatie over afwezigheidsscans, meldingen van de
webfilter en andere parameters raadplegen.
Viruscontrole uitvoeren
Met behulp van de viruscontrole controleert u uw computer op aantasting door schadelijke
software. Als u de viruscontrole start, scant deze elk bestand op infectie of op de
mogelijkheid andere bestanden te infecteren.
Als er tijdens een viruscontrole virussen of andere schadelijke software worden ontdekt, zijn
er verschillende mogelijkheden om het virus te verwijderen of onschadelijk te maken.
1 Start de viruscontrole. Hoe u dat doet, leest u in het hoofdstuk: Virusbeveiliging
2 Uw computer wordt nu op virussen gecontroleerd. Een venster wordt geopend met
informatie over de status van de controle.
Een voortgangsbalk bovenaan in het venster geeft aan hoe ver de controle van uw
systeem al gevorderd is. Tijdens de viruscontrole kunt u het verloop van de controle
op verschillende manieren beïnvloeden:
Bij zware systeemlast de viruscontrole onderbreken: Via dit keuzevakje kunt
u aangeven of de software moet wachten met de viruscontrole totdat u klaar
bent met andere activiteiten op de computer.
Computer na viruscontrole uitschakelen: Deze functie is heel handig wanneer
de viruscontrole 's nachts of aan het einde van de werkdag moet worden
uitgevoerd. Zodra de G DATA-software klaar is met de viruscontrole, wordt uw
computer uitgeschakeld.
104
G DATA Software
Met wachtwoord beveiligde archieven: als een archief met een wachtwoord is
beveiligd, kan de G DATA-software de bestanden in dat archief niet op
virussen controleren. Als u hier een vinkje plaatst, dan geeft de
antivirussoftware aan welke archieven met een wachtwoord zijn beveiligd en
niet konden worden gecontroleerd. Zolang deze archieven niet worden
uitgepakt, vormt een eventueel virus, dat zich daar bevindt, ook geen
bedreiging voor uw systeem.
Toegang geweigerd: Er zijn in Windows bestanden die uitsluitend door
bepaalde toepassingen worden gebruikt. Deze kunnen niet worden
gecontroleerd zolang die toepassingen actief zijn. Het is daarom aan te raden
om tijdens een viruscontrole geen andere programma's op uw systeem te laten
draaien. Als u hier een vinkje zet, worden alle niet-gecontroleerde gegevens
getoond.
3a Als uw systeem virusvrij is, kunt u na afloop van de controle het wizardvenster
verlaten met de knop Sluiten. Uw systeem werd op virussen gecontroleerd en is
virusvrij.
3b Als er virussen en andere schadelijke programma's werden gevonden, kunt u
bepalen wat er met de gevonden virussen moet gebeuren. Over het algemeen is
het voldoende om op de knop Acties uitvoeren te klikken.
De G DATA-software gebruikt nu een standaardinstelling (voor zover u in de
instellingen onder Instellingen: Handmatige viruscontrole voor geïnfecteerde
bestanden en archieven niets anders hebt geconfigureerd) en desinfecteert de
aangetaste bestanden, d.w.z. dat de bestanden worden gerepareerd zodat deze
weer zonder beperkingen kunnen worden gebruikt en geen gevaar meer vormen
voor de computer.
Bestanden die niet kunnen worden gedesinfecteerd, worden in quarantaine
geplaatst, d.w.z. ze worden gecodeerd in een extra beveiligde map geplaatst,
waarin ze geen schade meer kunnen aanrichten.
Als u deze geïnfecteerde bestanden nog nodig hebt, kunt u ze in uitzonderlijke
gevallen opnieuw uit quarantaine halen en gebruiken.
Uw systeem werd op virussen gecontroleerd en is virusvrij.
3c Wanneer u weet welke bestanden/objecten geïnfecteerd zijn, kunt u bepalen welke
daarvan u eventueel niet meer nodig hebt en afzonderlijk op elk gevonden virus
reageren.
In het overzicht van de gevonden virussen kunt u in de kolom Actie voor elk
105
FAQ: Programmafuncties
geïnfecteerd bestand afzonderlijk bepalen wat er met het bestand moet gebeuren.
Alleen in logboek registreren: In de Logboeken-weergave wordt de infectie
geregistreerd. De betroffen bestanden worden echter niet hersteld of
verwijderd. Opgelet: Indien een virus alleen in het logboek wordt
geregistreerd, is het nog steeds actief en gevaarlijk.
Desinfecteren (indien niet mogelijk: Alleen in logboek registreren): Hier
wordt een poging gedaan om het virus uit het aangetaste bestand te
verwijderen. Als dat niet mogelijk is zonder het bestand te beschadigen, wordt
het virus in het logboek geregistreerd en kunt u het probleem later via de
logboekinvoer oplossen. Let op: Indien een virus alleen in het logboek wordt
geregistreerd, is het nog steeds actief en gevaarlijk.
Desinfecteren (indien niet mogelijk: in quarantaine): Dit is de
standaardinstelling. Hier wordt een poging gedaan om het virus uit het
aangetaste bestand te verwijderen. Als dat niet mogelijk is zonder het bestand
te beschadigen, wordt het bestand in Quarantaine geplaatst. Lees hierover
ook het hoofdstuk: Bestanden in quarantaine
Desinfecteren (indien niet mogelijk: Bestand verwijderen): Hier wordt
geprobeerd het virus uit een aangetast bestand te verwijderen. Als dat niet
mogelijk is, wordt het bestand verwijderd. Gebruik deze functie alleen als er
zich geen belangrijke gegevens op uw computer bevinden. Het consequent
verwijderen van geïnfecteerde bestanden kan in het ergste geval ertoe leiden
dat Windows niet meer functioneert en opnieuw moet worden geïnstalleerd.
Bestand in quarantaine plaatsen: Geïnfecteerde bestanden worden direct in
Quarantaine geplaatst. In de quarantaine worden bestanden gecodeerd
opgeslagen. Hier kan het virus dus geen schade aanrichten en kan worden
geprobeerd om het geïnfecteerde bestand te herstellen. Lees hierover ook het
hoofdstuk: Bestanden in quarantaine
Bestand verwijderen: Gebruik deze functie alleen als er zich geen belangrijke
gegevens op uw computer bevinden. Het consequent verwijderen van
geïnfecteerde bestanden kan in het ergste geval ertoe leiden dat Windows
niet meer functioneert en opnieuw moet worden geïnstalleerd.
Door op de knop Acties uitvoeren te klikken, reageert de G DATA-software op elk gevonden
virus zoals u dat hebt gedefinieerd.
Uw systeem werd op virussen gecontroleerd. Als u toch een instelling met de optie
Registratie in logboek hebt gebruikt, is het mogelijk dat uw computer niet virusvrij is.
106
G DATA Software
Virusalarm
Wanneer de G DATA-software een virus of ander schadelijk programma op uw computer
aantreft, verschijnt een opmerkingenvenster aan de zijkant van het scherm.
U kunt nu op de volgende manieren met het geïnfecteerde bestand omgaan.
Alleen in logboek registreren: In de Logboeken-weergave wordt de infectie
geregistreerd. De betroffen bestanden worden echter niet hersteld of verwijderd. Het
logboek helpt u wel bij het een voor een controleren en doelgericht verwijderen van de
gevonden virussen. Let op: Indien een virus alleen in het logboek wordt geregistreerd, is
het nog steeds actief en gevaarlijk.
Desinfecteren (indien niet mogelijk: In quarantaine plaatsen): Hier wordt een poging
gedaan om het virus uit het aangetaste bestand te verwijderen. Als dat niet mogelijk is
zonder het bestand te beschadigen, wordt het bestand in Quarantaine geplaatst. Lees
hierover ook het hoofdstuk: Hoe werkt de quarantaine?
Bestand in quarantaine plaatsen: Geïnfecteerde bestanden worden direct in Quarantaine
geplaatst. In de quarantaine worden bestanden gecodeerd opgeslagen. Hier kan het
virus dus geen schade aanrichten en kan worden geprobeerd om het geïnfecteerde
bestand te herstellen. Lees hierover ook het hoofdstuk: Bestanden in quarantaine
Geïnfecteerd bestand verwijderen: Gebruik deze functie alleen als er zich geen
belangrijke gegevens op uw computer bevinden. Het consequent verwijderen van
geïnfecteerde bestanden kan in het ergste geval ertoe leiden dat Windows niet meer
functioneert en opnieuw moet worden geïnstalleerd.
Quarantaine en e-mailpostvakken: Sommige bestanden, zoals de archiefbestanden
voor e-mailpostvakken, kunt u beter niet in quarantaine plaatsen. Als een e-
mailpostvak in quarantaine wordt geplaatst, kan uw e-mailprogramma hiertoe
geen toegang meer krijgen, waardoor het mogelijk niet meer werkt. Vooral bij
besta nden met de extensie PST
moet u daarom voorzichtig zijn. Deze bevatten
doorgaans gegevens van uw e-mailpostvak in Outlook.
107
FAQ: Programmafuncties
Firewallalarm
Normaal gesproken vraagt de firewall in de modus Handmatige regelaanmaak of
onbekende programma's en processen verbinding mogen maken met het netwerk.
Daarvoor wordt een informatievenster geopend waarin details over de betreffende
toepassing staan. U kunt hier een toepassing eenmalig of onbeperkt toegang tot het
netwerk verlenen of weigeren. Zodra u een programma onbeperkt toegang geeft of
weigert, wordt dit opgenomen als regel in de regelset voor het betreffende netwerk en
wordt deze vraag niet opnieuw gesteld.
U beschikt hier over de volgende knoppen:
Altijd toestaan: Via deze knop maakt u voor de bovengenoemde toepassing
(bijvoorbeeld Opera.exe of Explorer.exe of iTunes.exe) een regel die deze toepassing
binnen het genoemde netwerk altijd toegang tot het netwerk of internet geeft. Deze
regel vindt u vervolgens ook als Op verzoek aangemaakte regel in het onderdeel
Regelsets.
Tijdelijk toestaan: Via deze knop geeft u de betreffende toepassing slechts eenmalig
toegang tot het netwerk. Bij een volgende toegangspoging van dit programma, stelt de
firewall u opnieuw de vraag of u toegang wilt verlenen of weigeren.
Altijd weigeren: Via deze knop maakt u voor de bovengenoemde toepassing
(bijvoorbeeld dialer.exe of spam.exe of trojan.exe) een regel die deze toepassing binnen
het genoemde netwerk altijd toegang tot het netwerk of internet weigert. Deze regel
vindt u vervolgens ook als Op verzoek aangemaakte regel in het onderdeel Regelsets.
Tijdelijk weigeren: Met deze knop weigert u de betreffende toepassing slechts eenmalig
toegang tot het netwerk. Bij een volgende toegangspoging van dit programma, stelt de
firewall u opnieuw de vraag of u toegang wilt verlenen of weigeren.
Verder krijgt u informatie over het protocol, de poort en het IP-adres waarmee de
betreffende toepassing verbinding wilt maken.
Melding not-a-virus
Bij bestanden die als not-a-virus zijn gemeld, gaat het om potentieel gevaarlijke
toepassingen. Dergelijke programma's beschikken niet meteen over schadelijke functies,
maar kunnen onder bepaalde omstandigheden door aanvallers tegen u worden gebruikt.
Tot deze categorie behoren bijvoorbeeld bepaalde hulpprogramma's voor beheer op
afstand, programma's voor het automatisch omschakelen van het toetsenbord, IRC-clients,
FTP-servers of verschillende hulpprogramma's voor het maken of verbergen van processen.
108
G DATA Software
Deïnstallatie
Als u de G DATA-software van uw computer wilt verwijderen, doet u dat het best via het
configuratiescherm van uw besturingssysteem. De deïnstallatie wordt dan volledig
automatisch uitgevoerd.
Als u tijdens de deïnstallatie nog bestanden in quarantaine van de G DATA-software hebt
staan, krijgt u de vraag of u deze bestanden wilt verwijderen. Als u deze bestanden niet
verwijdert, worden ze gecodeerd opgeslagen in een speciale G DATA-map op uw computer
zodat ze geen verdere schade kunnen aanrichten. U kunt pas opnieuw over deze
bestanden beschikken als u de G DATA-software opnieuw op uw computer hebt
geïnstalleerd.
Tijdens de deïnstallatie wordt u gevraagd of u instellingen en logboeken wilt verwijderen.
Als u deze bestanden niet verwijdert, zijn de logboeken en instellingen weer beschikbaar
als de software opnieuw is geïnstalleerd.
Klik op de knop Afsluiten om de deïnstallatie te beëindigen. De software is nu volledig van
uw systeem gedeïnstalleerd.
109
FAQ: Licentievragen
FAQ: Licentievragen
Meervoudige licenties
Met een meervoudige licentie kunt u de G DATA-software gebruiken op het aantal
computers waarvoor u een licentie hebt. Na de installatie op de eerste computer en de
internetupdate worden u online toegangsgegevens toegezonden. Als u de software op de
volgende computer wilt installeren, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u
bij registratie op de G DATA UpdateServer hebt gekregen. Herhaal deze procedure voor elke
volgende computer.
Gebruik de toegangsgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) die u na de eerste
registratie hebt ontvangen voor de internetupdate voor al uw computers. Ga hierbij als
volgt te werk:
1 Start de DATA-software.
2 Klik in het SecurityCenter op Virushandtekening bijwerken.
3 Voer in het venster dat nu wordt geopend de toegangsgegevens in die u eerder per
e-mail hebt ontvangen. Als u nu op OK klikt, krijgt uw computer een licentie.
Licentieverlenging
Een paar dagen voor uw licentie verloopt, verschijnt een informatievenster op de taakbalk.
Als u hierop klikt, wordt een dialoogvenster geopend waarin u de licentie via een paar
eenvoudige stappen direct kunt verlengen. Klik op de knop Nu kopen, vul uw gegevens in
en uw computer is onmiddellijk weer beschermd tegen virussen. U ontvangt de factuur een
van de daaropvolgende dagen via e-mail als PDF.
Opmerking: dit dialoogvenster verschijnt alleen na afloop van het eerste jaar.
Daarna wordt uw G DATA-licentie elk jaar automatisch verlengd. U kunt deze
verlengingsservice op elk moment zonder opgave van redenen opzeggen.
110
G DATA Software
Nieuwe computer
U kunt uw G DATA-product met de bijbehorende toegangsgegevens op een nieuwe of
andere computer gebruiken. Installeer de software en voer uw toegangsgegevens in. De
updateserver stelt vervolgens de verbinding met de nieuwe computer in. Als de G DATA-
software ook nog op uw oude computer staat, moet u de licentie van de oude naar de
nieuwe computer overdragen.
Opmerking: U kunt een licentie slechts een beperkt aantal keren overdragen. Als
het maximumaantal licentieoverdrachten is bereikt, wordt de licentie volledig
geblokkeerd. Er kan dan geen enkele update meer worden gedownload.
Copyright
Copyright © 2016 G DATA Software AG
Engine: De virusscan-engine en de spywarescan-engines zijn op BitDefender-technologieën gebaseerd © 1997-
2016 BitDefender SRL.
OutbreakShield: © 2016 Commtouch Software Ltd.
[G DATA - 19.07.2016, 15:39]
95


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for G data Anitvirus, Internet Security en Total Security 2017 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of G data Anitvirus, Internet Security en Total Security 2017 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,83 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info