47
10.3 Installatie:
• Het telefoonsnoer en de voedingsadapter alleen aan de telefoon aan-
sluiten of losnemen als de voedingsadapter uit het stopcontact en de
telefoonstekker uit de telefoonwandcontactdoos zijn genomen.
• Installeer de telefoon niet tijdens een onweersbui.
• Installeer geen telefoonaansluitpunt in een natte of vochtige omgeving.
• Raak geen ongeïsoleerde telefoon- of adaptersnoeren aan tenzij deze
zijn losgekoppeld van het telefoonnet of van de voeding.
10.4 Plaatsing:
• De telefoon wordt gevoed via een voedingsadapter. Op de plaats waar
de telefoon komt, moet dus ook een 230 Volt wandcontactdoos
aanwezig zijn.
• Bij voorkeur het toestel niet op met cellulose behandelde oppervlakken
plaatsen. De rubberen voetjes kunnen hierop sporen achterlaten.
• Plaats deze telefoon niet in de directe nabijheid van draadloze
telefoons, elektronische (medische) apparatuur, TL buizen en andere
gasontladingslampen. De uitgestraalde radiogolven van deze
producten kunnen het ontvangen van het alarmsignaal van de
afstandsbediening verstoren.
10.5 Lichtnetuitval:
• In geval van uitval van de lichtnetspanning, verzorgen batterijen (indien
geplaatsts) de volledige werking van deze telefoon, inclusief Alarm-
functie, gedurende meer dan 12 uur (afhankelijk van soort en kwaliteit
van de batterijen).