• Tijdens de koelfunctie wordt de ruimtetemperatuur enkele graden verhoogd t.o.v. de ingestelde
temperatuur. In de verwarmingsfunctie wordt de ruimtetemperatuur enkele graden verlaagd t.o.v.
de ingestelde temperatuur.
•
Vooral in de Koel- en Ontvochtigingsfunctie verbetert de ontvochtiging zonder grote verlaging van
de ruimtetemperatuur.
N.B.:
• Tijdens koelen en verwarmen en ontvochtigen is in de energiebesparende functie het maximale
vermogen ca. 70% van het normale vermogen.
• Deze functie is niet beschikbaar als de temperatuur wordt geregeld via de automatische functie.
• Bij Multisplit airconditioners werkt de Energiebesparende functie alleen bij de binnenunit
waarbij de functie is ingesteld op de erbijbehorende afstandsbediening.
4. De Timerfunctie
Elke onderbreking van de stroomtoevoer (zoals stroomuitval of de stekker uit het stopcontact trekken)
heeft tot gevolg dat de ingestelde interne klok niet goed meer loopt. In dat geval knippert het TIMER-
lampje op de binnenunit en moet u de instellingen opnieuw invoeren.
ON TIMER of OFF TIMER
1. Zet de binnenunit aan door op de START/STOP-toets te drukken. Het OPERATION-lampje op de
binnenunit gaat branden.
2. Druk op de ON TIMER-toets of op de OFF TIMER-toets. Het CLOCK-lampje op de afstands-
bediening gaat knipperen en het TIMER-lampje op de binnenunit gaat branden.
3. Stel de tijd in door binnen vijf seconden op de SELECT-toets te drukken (terwijl het CLOCK-lampje
nog knippert). Na ongeveer vijf seconden gaat de display van de afstandsbediening terug naar de
stand-by stand.
Om de TIMER-instellingen op te heffen en terug te keren naar de normale functie, drukt u op de
CANCEL-toets. Om de Timer opnieuw in te stellen herhaalt u stap 2 en 3.
PROGRAM TIMER (gecombineerd gebruik van de ON TIMER en de OFF TIMER)
U kunt een gecombineerd ON-OFF of OFF-ON Timer instellen. De Timer instelling die het dichtst bij
de actuele tijd ligt werkt als eerste. De volgorde van de Timerfuncties wordt als volgt weergegeven:
De timertijd die later is ingesteld gaat pas lopen als de ingestelde tijd voor de vorige instelling is
verstreken.
N.B.:
• Als u de insteltijden wijzigt nadat de Program Timer is ingesteld, wordt tevens de resterende
tijd gereset.
• De insteltijden voor elke combinatie moeten binnen een tijd van 24 uren vallen.
12
N.B.:
De instellingen moeten binnen 3 seconden na het oplichten van de indicator worden ingevoerd.
De toetsen zijn alleen te bedienen terwijl de unit aan staat. (Dit geldt niet voor de RESET- en de
START/STOP-toetsen.)