N.B.:
Elke stroomonderbreking, bijv. door stroomstoring of een gesprongen zekering, verstoort de
instellingen van de interne klok. In zulke gevallen knippert het TIMER-lampje op de binnenunit en
m
oet u de instellingen opnieuw vastleggen.
TEST RUN-toets
Wordt alleen gebruikt om de binnenunit te testen tijdens de installatie. Druk tijdens normaal gebruik
niet op deze toets, er kunnen storingen door ontstaan.
• Tijdens de TEST RUN zullen het OPERATION-lampje en het TIMER-lampje gelijktijdig knipperen.
• Druk op de START/STOP-toets om de TEST RUN uit te schakelen als u deze per ongeluk heeft
opgestart.
13. ECONOMY-toets (Energiebesparende functie)
Hiermee start of stopt u de energiebesparende functie, waarmee u meer energie bespaart dan wanneer
u de andere functies zuiniger afstelt. Als u de functie aanzet, gaat het ENERGY-lampje op de binnen-
unit branden.
• Tijdens de koelfunctie wordt de ruimtetemperatuur enkele graden verhoogd t.o.v. de ingestelde
temperatuur. In de verwarmingsfunctie wordt de ruimtetemperatuur enkele graden verlaagd t.o.v.
de ingestelde temperatuur.
• Vooral in de koelfunctie verbetert de ontvochtiging zonder grote verlaging van de ruimte-
temperatuur.
N.B.:
• Tijdens koelen en verwarmen is in de energiebesparende functie het maximale vermogen ca. 70%
van het normale vermogen.
• Deze functie is niet beschikbaar als de temperatuur wordt geregeld via de automatische functie.
14. POWERFUL-toets (Extra vermogen)
Hiermee start u de Extra vermogen functie die het mogelijk maakt de ruimte snel te koelen of te
verwarmen. Als u deze functie inschakelt hoort u drie korte “beeps” uit de binnenunit.
De Extra vermogen functie wordt in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld:
• De ruimtetemperatuur heeft de ingestelde temperatuur bereikt.
• Er zijn twintig minuten verstreken na het inschakelen van de Hoog vermogen functie.
N.B.:
• De luchtrichting en de luchthoeveelheid worden automatisch geregeld.
• Deze functie kan niet tegelijk met de Energiebesparende functie worden gebruikt.
• Om terug te keren naar de normale werking drukt u nogmaals op deze toets. U hoort twee “beeps”
uit de binnenunit.
15. Display van de afstandsbediening
Duidelijkheidshalve zijn alle mogelijke instellingen in de illustratie weergegeven. Normaal gesproken
zijn alleen de actuele indicatoren zichtbaar in de display.
16. Signaalzender
Richt goed op de signaalontvanger van de binnenunit.
• Het signaalzendsymbool (
s
) op de afstandsbediening geeft aan dat het signaal is verzonden.
• Het zendbereik is ongeveer zeven meter.
• U zult een “beep” horen als het signaal naar behoren is verzonden. Hoort u geen “beep”, druk de
knop op de afstandsbediening dan nogmaals in.
10
www.fujitsuclimate.nl