14 15
1
Voordat u gaat fotograferen
Geheugenkaartje in de camera zetten
Als opslagmedium om uw opnamen op te slaan, kunt u in de FinePix S9500 een xD-Picture Card of een
CF / Microdrive gebruiken.
h Zet u zowel een xD-Picture Card als een CF / Microdrive in de camera, dan worden de beelden opgesla-
gen op het geheugenkaartje dat u daarvoor heeft aangewezen met de functie “
” MEDIA (zie blz. 100).
h Kopiëren van beelden tussen beide geheugenkaartjes onderling is met de FinePix S9500 niet mogelijk.
1
2
3
1 Zet de cameraschakelaar in de stand ”OFF” (uit).
2 Open het deksel van het kaartcompartiment.
! Opent u het deksel van het kaartcompartiment terwijl de
camera ingeschakeld is, dan schakelt de camera automa
-
tisch uit.
Open nooit het deksel van het kaartcompartiment terwijl de
camera nog ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kan dat
het kaartje beschadigen of de op het kaartje opgeslagen
beeldbestanden verminken.
Goud-
kleurige
contacten
Goudkleurige
markering
Houd de goudkleurige contacten op de
xD-Picture Card tegenover de goudkleu
-
rige markering op de rand van de kaartsleuf,
steek het kaartje in de sleuf en druk het
kaartje stevig helemaal naar binnen.
Steek de CF / Microdrive stevig helemaal in
de kaartsleuf voor de CF / Microdrive.
Nadere informatie over geschiktheid van
kaartjes vindt u op de Fujifilm website:
http://home.fujifilm.com/products/digital/
! Steek uitsluitend het juiste type geheugenkaartje in de betreffende sleuven voor xD-Picture Cards en CF / Microdrive.
Steekt u het verkeerde type kaartje in een van de sleuven, dan kan dat de camera of het kaartje beschadigen.
! Steekt u een kaartje verkeerd om in de camera, dan kunt u het kaartje niet helemaal naar binnen drukken. Oefen bij
het in de camera zetten van een xD-Picture Card of van een CF / Microdrive geen overmatig grote kracht uit.
! Drukt u het kaartje niet ver genoeg in de kaartsleuf, dan verschijnt de foutmelding [CARD ERROR] (kaartfout).
Sluit het deksel van het kaartcompartiment.
◆ Vervangen van een
xD-Picture Card
◆
Druk de xD-Picture Card licht naar binnen en
laat het kaartje dan langzaam los. Daarmee
ontgrendelt u het kaartje dat dan naar buiten
veert, zodat u het uit de kaartsleuf kunt trek
-
ken.
◆ Vervangen van een
CF / Microdrive
◆
Open het deksel van het kaartcompartiment,
druk de uitwerperknop voor de CF / Microdrive
in en haal de CF / Microdrive uit de camera.
! Berg een CF / Microdrive altijd op in het daarvoor
bestemde beschermende etui.
Uitwerperknop CF / Microdrive
Beschikbare batterijlading controleren
Schakel de camera in en controleer de laadindicator van de batterij.
1 De batterijlading is ruim voldoende.
2 De batterijlading is onvoldoende en de batterijen
zullen spoedig leeg raken. Houd een stel batterijen
bij de hand.
3 De batterijen zijn volledig uitgeput. De monitor gaat
op korte termijn op zwart waarna de camera niet
meer werkt. Vervang de batterijen of laad ze op.
Het pictogram “
C” verschijnt als een klein picto-
gram aan de linkerrand van de monitor. Het pictogram
“V” verschijnt als een groot pictogram in het mid-
den van de monitor.
Geen functiepictogram
Brandt rood
Knippert rood
Brandt
rood
Knippert rood
! Bepaald door de camerafunctie en het gebruikte soort batterijen, kan de overgang van “C” naar “V” sneller
plaatsvinden.
! Afhankelijk van de karakteristieke eigenschappen van de batterij kan de waarschuwing voor een te geringe batterij-
lading eerder verschijnen wanneer de camera onder koude omstandigheden wordt gebruikt. Dat is normaal. Probeer
de batterijen tot het gebruik ervan tussen uw kleding of op een soortgelijke plaats warm te houden.
* Waarschuwing voor geringe batterijlading
1) De wijze waarop de camera de nog beschikbare batterijlading bepaalt, is sterk afhankelijk van de camerafunctie. Als
gevolg daarvan is het mogelijk dat, ook al verschijnt met de camera in de stand weergeven het pictogram “
C” of
“V” niet, een van die pictogrammen toch verschijnt als u van fotofunctie verandert.
2) Afhankelijk van het soort batterij en de ladingsgraad van de batterijen, kunnen de batterijen uitgeput raken zonder
eerst voor te geringe lading te waarschuwen. De kans dat dit gebeurt is groter wanneer batterijen opnieuw worden
gebruikt die al eens eerder leeg zijn geraakt.
In dit tweede geval moet u de batterijen onmiddellijk vervangen door nieuwe of geheel opgeladen batterijen.
◆ Automatische camera-uitschakeling ◆
Gebruikt u de ingeschakelde camera op de een of andere manier gedurende 2 (twee) of 5 (vijf) minuten
niet, dan schakelt deze functie de camera automatisch uit (zie blz. 104).
Om de camera weer in te schakelen draait u de cameraschakelaar kortstondig op “OFF” (Uit) en daarna
weer op “
q” (fotograferen) of “w” (weergeven).
