Stand Stilstaande beelden fotograferen
M HANDINSTELLING
Zet de functieknop in de stand "M".
Met de camera ingesteld op Handinstelling stelt u
zelf het diafragma en de sluitertijd in.
• Sluitertijdenbereik
2 s tot 1/2000 s in stappen van 1/3 EV.
• Diafragmabereik
Groothoek: F2,8 tot F8 in stappen van 1/3 EV.
Tele: F3,2 tot F9 in stappen van 1/3 EV
! Zie blz. 107 voor een toelichting op het begrip EV.
Instellen van de sluitertijd
De sluitertijd stelt u in door op de knop "a" of "b" te
drukken.
! In opnamen met lange belichtingen, kan ruis (in de vorm
van stippen) optreden.
! Wordt een korte sluitertijd (1/2000 s) ingesteld, dan kun-
nen witte vegen in het beeld verschijnen (zie blz. 107).
! Stelt u een korte sluiter (1/2000 s) in, dan kan het beeld te
donker worden, zelfs wanneer de flitser wordt gebruikt.
Instellen van het diafragma
Het diafragma stelt u in door de knop voor de belich-
tingscompensatie "D
" ingedrukt te houden (1) en op
de knop "
a" of "b" (2) te drukken.
Bij het instellen van de belichting kunt u de belich-
tingsindicator in de LCD-monitor als richtlijn gebruiken.
Wanneer de helderheid van het onderwerp buiten
het lichtmeetbereik van de camera valt, beweegt
de indicator naar de (+) om aan te geven dat het
beeld overbelicht zal worden (het plusteken kleurt
geel) of naar de (–) om aan te geven dat het beeld
onderbelicht zal raken (het minteken kleurt geel).