510424
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/140
Next page
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en
afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op
http://www.fujifilm.com/products/index.html
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in
dit product heeft gesteld. Deze ge-
bruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw
FUJIFILM FinePix S2500HD/S2700HD-
serie, S1800/S1900 -serie of S1600/
S1700-serie digitale camera’s en de
meegeleverde software gebruikt. Lees
de gebruiksaanwijzing in zijn geheel
aandachtig door voordat u de camera
in gebruik neemt.
YF07797-1B1
NL
DIGITAL CAMERA
FINEPIX
S2500HD/S2700HD
Serie
S1800/S1900
Serie
S1600/S1700
Serie
ii
Voor uw veiligheid
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze
Veiligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige
plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaan-
wijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die
kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt ge-
nomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAARSCHU-
WING
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies
kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
ATTENTIE
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies
kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevol-
gen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie
uw aandacht behoeft (“Belangrijk).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep ge-
ven aan dat die handeling verboden is (“Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een
handeling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Uit het
stopcontact
verwijderen
Wanneer zich een probleem voordoet, zet u de camera uit, verwijdert u
de batterijen, koppelt u de netstroomadapter van de camera los en trekt
u de stekker van de adapter uit het stopcontact. Het blijven gebruiken
van de camera als deze rook verspreidt of een ongewone geur
afgeeft, of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, kan
brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Neem con-
tact op met uw FUJIFILM-dealer.
Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de camera binnendrin-
gen. Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera
terechtkomen, schakelt u de camera uit, verwijdert u de bat-
terijen, koppelt u de netstroomadapter los en trekt u de stek-
ker van de adapter uit het stopcontact. Als u de camera blijft
gebruiken, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Niet gebruiken
in de badkamer
of in de douche
Gebruik de camera niet in de badkamer of in de douche. Dit kan brand
of een elektrische schok veroorzaken.
Niet
demonteren
Probeer nooit om de camera te demonteren of aan te passen. (Open de
behuizing onder geen enkele omstandigheid.) Gebruik de camera niet
wanneer deze is gevallen of wanneer de behuizing beschadigd is. Dit kan
brand of een elektrische schok veroorzaken. Neem contact op
met uw FUJIFILM-dealer.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig
geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op
worden geplaatst. Deze handelingen zouden het snoer kunnen
beschadigen en brand of een elektrische schok kunnen ver-
oorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als het
snoer beschadigd is.
Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. Hierdoor kan de
camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probeer nooit foto’s te maken als u in beweging bent. Gebruik de ca-
mera niet tijdens het wandelen of als u in een auto rijdt. Dit
kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
iii
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan.
Dit kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsover-
dracht van een blikseminslag.
Gebruik de batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn
bedoeld. Plaats de batterijen zoals op de camera wordt aange-
geven.
De batterijen mogen niet worden verwarmd, aangepast of gedemon-
teerd. Laat de batterijen niet vallen en stel ze niet bloot aan schokken.
Berg de batterijen niet samen met metalen voorwerpen op. Hierdoor
kunnen de batterijen gaan lekken wat kan leiden tot brand of
lichamelijk letsel.
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik
met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de
vermelde spanningsvoeding. Het gebruik van andere spannings-
bronnen kan leiden tot brand.
Als de batterijen hebben gelekt en batterijvloeistof in contact komt met
de ogen, huid of kleding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk
met ruim stromend water en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk
het alarmnummery.
Als u de batterijen bij u draagt, plaatst u deze in de digitale camera of
bewaart u de batterijen in de harde tas. Als u de batterijen wilt opbergen,
bergt u ze op in de harde tas. Als u de batterijen wegbrengt voor recycling,
bedekt u de polen met isolatietape. Door contact met andere bat-
terijen of metalen voorwerpen kunnen de batterijen in brand
vliegen of ontplo en.
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Omdat
geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kinde-
ren worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het
bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaart
inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het
alarmnummer bellen.
ATTENTIE
ATTENTIE
Gebruik de camera niet op plaatsen met oliedampen, stoom, vochtigheid
of stof. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge tempera-
turen zijn blootgesteld. Laat de camera niet achter in afgesloten
ruimtes zoals in een afgesloten voertuig of in direct zonlicht.
Dit kan brand veroorzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden. Dit product kan letsel
aan de handen van kinderen veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen op de camera. Hierdoor kan het zware
voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de camera niet terwijl deze nog steeds met het netsnoer ver-
bonden is. Trek niet aan het snoer om de netstroomadapter te verwijde-
ren. Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen
en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een
doek of deken. Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen
waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ont-
staat.
Als u de camera reinigt of u de camera voor langere tijd niet van plan
bent te gebruiken, verwijdert u de batterijen en koppelt u de netstroom-
adapter los. Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot brand of een
elektrische schok.
Na het opladen dient u de lader uit het stopcontact te verwijderen. Er kan
brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Als een  itser te dicht bij ogen wordt gebruikt, kan deze persoon daar
tijdelijk door verblind raken. Let bijzonder goed op bij het foto-
graferen van baby’s en kleine kinderen.
Bij het verwijderen van de geheugenkaart kan de kaart snel uit de gleuf
springen. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart
zachtjes los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken. Een ophoping
van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok
leiden. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de ca-
mera om de 2 jaar van binnen te laten reinigen. Dit is echter
niet gratis.
iv
Voor uw veiligheid
Batterijen gebruiken
Dit gedeelte beschrijft hoe u de batterijen moet hanteren zodat ze zo
lang mogelijk meegaan. Verkeerd gebruik kan de levensduur verkor-
ten en lekkage, oververhitting en ontplo en van de batterij tot gevolg
hebben.
Compatibele batterijen
Met deze camera kunnen AA alkaline, oplaadbare Ni-MH (nikkel-me-
taal hybride), of UL-gecerti ceerde lithium batterijen worden gebruikt.
Gebruik geen mangaan, nikkel-cadmium (NiCd), of niet UL-gecerti -
ceerde batterijen omdat de camera defect kan raken door de hitte die
door deze batterijen wordt ontwikkeld.
De capaciteit van de batterijen kan per merk variëren en tevens afhan-
kelijk van de opslagomstandigheden. Sommige van de in de handel
verkrijgbare batterijen hebben een lagere capaciteit dan de batterijen
die met de camera worden meegeleverd.
Attentie: De batterijen hanteren
Gebruik nooit batterijen die lekken of beschadigd of verkleurd zijn. Waar-
schuwing: Als de batterijen in de camera hebben gelekt, maak dan het
batterijcompartiment goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Als batterijvloeistof in contact komt met de huid of kleding, spoel het
betre ende gebied af met ruim stromend water. Als batterijvloeistof in con-
tact komt met de ogen, spoel dan onmiddellijk de ogen uit met ruim stromend water
en raadpleeg een arts. Wrijf niet in de ogen. Als deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht worden genomen, kan dat ernstig oogletsel tot gevolg hebben.
Vervoer en bewaar de batterijen niet naast metalen voorwerpen, zo-
als kettinkjes of haarspelden.
Probeer batterijen noch hun behuizing te demonteren of te modi -
ceren.
Stel de batterijen niet bloot aan schokken.
Stel de batterijen niet bloot aan water, open vuur of hitte en bewaar
batterijen niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan warmte
of vocht.
Bewaar batterijen buiten het bereik van kinderen.
Plaats de batterijen met de polen in de juiste richting in de camera.
Gebruik oude en nieuwe batterijen, batterijen met verschillende la-
dingsniveaus of batterijen van verschillende merken niet samen.
Neem de batterijen uit de camera wanneer de camera gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt. Daarna zal de cameraklok echter wel
opnieuw moeten worden ingesteld (pag. 14).
• De batterijen kunnen onmiddellijk na gebruik enigszins warm aan-
voelen. Schakel de camera uit en laat de batterijen eerst afkoelen.
De capaciteit van batterijen neemt bij lage temperaturen enigszins
af. Bewaar reservebatterijen in een jaszak of op een andere warme
plek en vervang de batterijen wanneer nodig. Door koude batterijen
te verwarmen kan iets van de lading worden herkregen.
De prestaties van de batterijen kunnen negatief worden beïnvloed
door vingervlekken of vuil op de polen van de batterijen. Maak de
polen met behulp van een zachte, droge doek grondig schoon voor-
dat u de batterijen in de camera plaatst.
Ni-MH batterijen
De capaciteit van Ni-MH batterijen kan tijdelijk verminderen wanneer
ze gedurende langere tijd niet worden gebruikt of als ze worden op-
geladen voordat ze volledig ontladen zijn. Dit is normaal en duidt niet
op een defect. De capaciteit kan worden verhoogd door de batterijen
enkele malen te ontladen met behulp van de optie P ONTLADEN
van het instellingenmenu van de camera (pag. 100) en ze met behulp
van een batterijlader (los verkrijgbaar) weer op te laden. Gebruik deze
optie nooit met alkaline batterijen.
De camera verbruikt zelfs in uitgeschakelde toestand een kleine hoe-
veelheid stroom. Ni-MH batterijen die gedurende een zeer lange tijd
in de camera hebben gezeten, kunnen zodanig worden ontladen dat
ze niet langer in staat zijn hun lading vast te houden. De prestaties van
de batterijen kunnen eveneens afnemen door gebruik in bijvoorbeeld
een zaklantaarn. Gebruik de optie P ONTLADEN in het instellingen-
menu van de camera om Ni-MH batterijen te ontladen. Batterijen die
hun lading zelfs nadat ze enkele malen zijn ontladen en opgeladen
niet kunnen vasthouden, hebben het einde van hun levensduur be-
reikt en moeten worden vervangen.
Ni-MH batterijen kunnen worden opgeladen in een batterijlader (los
verkrijgbaar). Batterijen kunnen na het opladen enigszins warm aanvoe-
len. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de batterijlader voor meer
informatie. Gebruik de batterijlader alleen met compatibele batterijen.
v
Voor uw veiligheid
Ni-MH batterijen die niet worden gebruikt, verliezen langzaam hun
lading.
Verwijdering
Verwijder verbruikte batterijen volgens de voorschriften voor klein
chemisch afval.
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
Gebruik uitsluitend de voor deze camera voorgeschreven FUJIFILM
netstroomadapters. Andere adapters kunnen de camera beschadi-
gen.
De adapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Zorg ervoor dat de stekker stevig op de camera wordt aangesloten.
• Schakel de camera uit voordat u de adapter afkoppelt. Koppel de
adapter af door aan de stekker te trekken i.p.v. aan het snoer.
Gebruik de adapter niet met andere apparaten.
• Niet demonteren.
Stel de adapter niet bloot aan hoge temperaturen en vocht.
Stel de adapter niet bloot aan schokken.
• De adapter kan tijdens gebruik warm aanvoelen en een laag, zoe-
mend geluid veroorzaken. Dit is normaal.
De adapter kan de radio-ontvangst verstoren, in dat geval moet de
antenne opnieuw gericht of verplaatst worden.
De camera gebruiken
Stel de camera niet bloot aan schokken of trillingen wanneer de ca-
mera bezig is met het opslaan van foto’s. Dit om er voor te zorgen dat
de foto’s goed worden opgeslagen.
Elektrische interferentie
Deze camera kan interferentie van medische apparatuur of luchtvaart-
apparatuur veroorzaken. Raadpleeg de medische staf of het cabine-
personeel om toestemming te vragen voordat u de camera in een
ziekenhuis of vliegtuig gebruikt.
Vloeibare kristallen
In geval van beschadiging van het LCD-scherm of de elektronische
zoeker moet met uiterste zorg worden betracht ieder contact met de
vloeibare kristallen te vermijden. Onderneem onmiddellijk actie als
een van onderstaande situaties zich voordoet:
Als vloeibare kristallen in contact komen met de huid, moet de betre ende
plek onmiddellijk met een doek worden afgenomen en vervolgens
met veel stromend water en zeep worden gewassen.
Als vloeibare kristallen in contact komen met de ogen, moeten de ogen on-
middellijk gedurende ten minste 15 minuten met schoon stromend
water worden uitgespoeld en moet medische hulp worden ingeroe-
pen.
Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel stro-
mend water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water, pro-
beer te braken en roep medische hulp in.
Maak proefopnamen
Het is raadzaam dat u voordat u belangrijke gebeurtenissen (zoals
bruiloften of reizen) fotografeert enkele proefopnamen maakt die u
op het LCD-scherm goed bestudeert om te controleren of de camera
naar behoren functioneert. FUJIFILM Corporation aanvaardt geen aan-
sprakelijkheid voor schade of inkomstenderving voortkomend uit het
niet of niet goed functioneren van het product.
vi
Voor uw veiligheid
MEDEDELINGEN
Stel de camera niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand of
elektrische schokken te vermijden.
Lees de “Veiligheidsopmerkingen” (pagina’s ii–v) voor gebruik aan-
dachtig door en zorg dat u deze begrijpt.
EU-conformiteitsverklaring
EU-conformiteitsverklaring
Wij
Naam: FUJIFILM Electronic Imaging Europe GmbH
Adres: Benzstrasse 2
47533 Kleve, Duitsland
verklaren dat het product
Productnaam: FUJIFILM DIGITALE CAMERA FinePix S2500HD/
S2700HD serie, S1800/S1900 serie, S1600/S1700 serie
Naam fabrikant: FUJIFILM Corporation
Adres fabrikant: 7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU,
TOKYO 107-0052 JAPAN
voldoet aan de volgende normen:
Veiligheid: EN60950-1: 2006
EMC: EN55022: 2006 Class B
EN55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003
EN61000-3-2: 2006
EN61000-3-3: 1995 + A1: 2001 + A2: 2005
volgens de voorziening van de EMC-richtlijn (2004/108/EC) en de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC).
1 december
2009
Kleve, Duitsland
Plaats Datum Handtekening, Managing Director
vii
Voor uw veiligheid
Verwijdering van elektrische en elektronische huishoudelijke apparatuur
Verwijdering van elektrische en elektronische huishoudelijke apparatuur
Verwijdering van gebruikte elektrische & elektronische apparatuur (van toe-
passing in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Dit symbool op het product, in de handleiding of in
de garantie, en/of op de verpakking, duidt aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden be-
handeld.
Het moet worden ingeleverd bij een speciaal inzamel-
punt voor de recycling van elektrische en elektroni-
sche apparatuur.
Wanneer u ervoor zorgt dat dit product juist wordt
verwerkt, worden schadelijke gevolgen voor mens en
milieu mogelijk voorkomen die kunnen optreden wan-
neer dit product onjuist wordt verwerkt.
Dit symbool op de batterijen of accumulatoren duidt
aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mo-
gen worden behandeld.
Als uw apparatuur verwisselbare batterijen of accu’s
bevat, moet u deze in overeenstemming met de lokale
normen afzonderlijk verwijderen.
Door de recycling van materialen bespaart u natuurlijke bronnen.
Neem contact op met uw lokale instantie voor afvalverwerking of met
de winkel waarin u dit product hebt gekocht voor meer informatie
over de recycling van het product.
Voor landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein
Neem contact op met uw lokale overheid en vraag naar de juiste ma-
nier om dit product, inclusief de batterijen of accumulatoren, te ver-
wijderen.
Opmerking over auteursrechten
Opmerking over auteursrechten
De met uw digitale camera gemaakte foto’s mogen op geen enkele
wijze worden gebruikt op een manier waarmee inbreuk wordt ge-
pleegd op auteursrecht van de rechthebbenden tenzij bedoeld voor
eigen gebruik en/of met toestemming van de rechthebbenden. Het
is mogelijk dat er beperkingen gelden op het fotograferen van optre-
dens en tentoonstellingen, zelfs indien de foto’s zijn bedoeld voor ei-
gen gebruik. De gebruiker dient tevens op te merken dat het overdra-
gen van geheugenkaarten met daarop gegevens die auteursrechtelijk
zijn beschermd slechts is toegestaan binnen de beperkingen zoals die
door het betre ende auteursrecht zijn vastgesteld.
Informatie over handelsmerken
Informatie over handelsmerken
Macintosh, Power Macintosh, PowerMac, PowerBook, QuickTime en
Mac OS zijn in de Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc. Microsoft, Windows, het Windows logo,
Windows Vista en het Windows Vista logo zijn in de Verenigde Staten
en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. “Windows” is een afkorting die wordt gebruikt als verwij-
zing naar het Microsoft Windows besturingssysteem. Adobe en Adobe
Reader zijn handelsmerken of in de Verenigde Staten en/of andere lan-
den gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
HDMI, het HDMI-logo en High-De nition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing,
LLC. Het SDHC logo is een handelsmerk.
Opmerking: De logo’s “Designed for Microsoft® Windows® XP” en “
CER-
TIFIED FOR Windows Vista™” zijn alleen van toepassing op de camera en
op het stuurprogramma van de camera.
viii
Over deze gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vii aandachtig door voordat u de
camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand
overzicht.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD-
en SDHC-geheugenkaarten. In deze gebruiksaanwijzing worden SD-geheugenkaarten kortweg “geheugenkaarten”
genoemd. Zie pagina 10 voor meer informatie.
Probleemoplossing
Probleemoplossing
......................................
......................................
pag. 104
pag. 104
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de
oplossing hier.
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
.............................
.............................
pag. 115
pag. 115
Hier vindt u de betekenis van enkele technische
termen.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
..............................................
..............................................
pag. xii
pag. xii
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht
van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle camera-
functies worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
...
...
pag. 111
pag. 111
Lees hier wat het knipperende pictogram of fout-
melding in het LCD-scherm betekent.
V & A over de camera
V & A over de camera
.......................................
.......................................
pag. ix
pag. ix
U weet wat u wilt doen, maar u weet niet hoe dat
heet? U vindt het antwoord in “V & A over de ca-
mera”.
Beperkingen op de camera-instellingen
Beperkingen op de camera-instellingen
..............................................
..............................................
Beginnershandleiding
Beginnershandleiding
Raadpleeg de Beginnershandleiding voor beper-
kingen op de beschikbare opties in elke opna-
mestand.
ix
V & A over de camera
Vragen en antwoorden zijn ingedeeld per taak.
Instelling van de camera
Instelling van de camera
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoe stel ik de klok van de camera in? Datum en tijd 14
Als ik op reis ben, kan ik dan de camera instellen op de plaatselijke tijd? Tijdverschil 99
Hoe voorkom ik dat het LCD-scherm automatisch uit gaat? Uitschakelen 98
Hoe maak ik het LCD-scherm lichter of donkerder? LCD helderheid 97
Hoe zet ik de geluiden van de camera uit?
Bedienings- en sluitervolume 94
Stille stand 18
Hoe worden de onderdelen van de camera genoemd? Delen van de camera 2
Wat is de betekenis van de pictogrammen in het LCD-scherm? LCD-indicators 4
Hoe gebruik ik de menu’s? Menu’s 69
Wat betekent die knipperende indicator of foutmelding? Meldingen en aanduidingen 111
Hoe is het gesteld met de batterijen? Batterijniveau 15
Kan de capaciteit van oplaadbare Ni-MH batterijen worden verhoogd? Ontladen 100
Foto’s delen
Fotos delen
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Kan ik foto’s afdrukken met mijn eigen printer? Foto’s afdrukken 57
Kan ik mijn foto’s naar mijn computer kopiëren? Foto’s bekijken op een computer 63
x
V & A over de camera
Fotograferen
Fotograferen
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoeveel foto’s kan ik nog maken? Geheugencapaciteit
116
Is er het mogelijk om snel wat kiekjes te maken?
Opnamestand B
15
Hoe voorkom ik onscherpe foto’s? 2x stabilisatie
17
Hoe maak ik goede portretfoto’s? Intelligente gezichtsdetectie
21
Kan de camera automatisch de instellingen aanpassen aan verschillende
scènes?
Opnamestand M
35
Kan ik zelf de instellingen bepalen voor verschillende scènes? Onderwerpprogramma’s
35
Hoe weet ik zeker dat mijn onderwerp lacht wanneer ik een foto maak? Lachdetectie 37
Hoe weet ik zeker dat er niemand met de ogen knipperde tijdens het
maken van de foto?
Knipoogdetectie 23
Hoe maak ik close-up foto’s? Close-up opnamen (macrostand)
26
Hoe voorkom ik dat de  itser gaat  itsen?
Flitsstand
27
Hoe voorkom ik dat het onderwerp rode ogen krijgt van het  itsen?
Hoe moet ik schaduwpartijen “invullen” bij een onderwerp met tegenlicht?
Hoe kan ik in één keer een reeks van foto’s maken?
Opnamestand continu fotogra-
feren
29
Hoe kom ik als fotograaf zelf ook op de foto? Zelfontspanner
75
Hoe maak ik close-up foto’s?
Opnamestand N
39
Hoe schakel ik de lamp aan de voorkant van de camera uit? AF-hulplicht
25
Hoe moet ik scherpstellen als het onderwerp zich niet in het midden van
het beeld bevindt?
Scherpstelvergrendeling
24
Kan ik de sluitertijd en de diafragma-opening instellen? Opnamestanden P, S, A en M
40
Kan ik camera-instellingen opslaan en weer oproepen? Opnamestand C
45
Hoe stel ik de belichting in? Belichtingscompensatie
33
Hoe maak ik een  lm? Films opnemen
52
xi
V & A over de camera
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoe kader ik foto’s met de zoeker? EVF/LCD-knop 5
Foto’s bekijken
Fotos bekijken
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoe speel ik mijn foto’s af? Enkele foto afspelen 46
Hoe wis ik de huidige foto?
De knop b
20
Kan ik een andere foto selecteren om te wissen? Foto’s wissen 50
Kan ik ook op foto’s inzoomen tijdens het afspelen? Afspeelzoom 47
Hoe speel ik meerdere foto’s tegelijk af? Multi-foto afspelen 49
Hoe speel ik alle foto’s af die op een bepaalde dag zijn gemaakt? Sorteren op datum 49
Hoe voorkom ik dat mijn foto’s per ongeluk worden gewist? Beveiligen 86
Kan ik de pictogrammen op het LCD-scherm verbergen wanneer ik foto’s
afspeel?
Een weergave selecteren 46
Kan ik mijn foto’s in een diavoorstelling afspelen? Diavoorstelling 82
Kan ik een korte voice memo aan mijn foto’s toevoegen? Voice memo 89
Kan ik van mijn foto’s een uitsnede maken om ongewenste elementen
te verwijderen?
Uitsnede maken (beelduitsnede) 91
Kan ik kleine kopieën van mijn foto’s maken? Nieuw formaat 92
Kan ik foto’s uit het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren?
Kopiëren 87
Hoe speel ik mijn foto’s af op een televisietoestel?
Foto’s afspelen op een
televisietoestel
55
xii
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................ ii
MEDED ELI N GEN ............................................................................. vi
Over deze gebruiksaanwijzing ..............................................viii
V & A over de camera .................................................................... ix
Voordat u begin
Voordat u begin
t
t
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies .............................................................1
Meegeleverde accessoires .........................................................1
Delen van de camera ....................................................................2
LCD-indicators.............................................................................. 4
De functieknop ............................................................................ 6
Eerste stappe
Eerste stappe
n
n
De draagriem en de lensdop ...................................................... 7
De batterijen plaatsen .................................................................. 8
Een geheugenkaart plaatsen ..................................................10
De camera in- en uitschakelen ................................................ 13
Opnamestanden .......................................................................... 13
Afsp eelstand ..................................................................................13
Basisinstellingen............................................................................14
Eenvoudig fotograferen en afspele
Eenvoudig fotograferen en afspele
n
n
Fotograferen met de stand B (automatisch) ..................15
Foto’s bekijken................................................................................20
Meer over fotogra
Meer over fotogra
e
e
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen
verwijdering ....................................................................................21
Knipoogdetectie ..........................................................................23
Scherpstelvergrendeling ...........................................................24
F Opnamestanden Macro en
Super Macro (close-ups) .............................................................26
N De  itser gebruiken (Intelligente  itser) .......................27
I Continustand (continu fotograferen) ............................ 29
c Instant Zoom ............................................................................31
d Belichtingscompensatie .....................................................33
Opnamestanden ............................................................................ 35
B AUTOMATISCH .......................................................................35
M SCÈNEHERKENNING ....................................................35
SP ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................35
N PANORAMASTAND .........................................................39
Opnamestanden P, S, A en M ..................................................4 0
C: AANGEPAST ...............................................................................45
Inhoudsopgave
xiii
Inhoudsopgave
Meer over afspele
Meer over afspele
n
n
Afspeelfuncties ..............................................................................46
Afsp eel zoom ..................................................................................47
Foto-informatie weergeven.....................................................48
Multi-Frame afspelen .................................................................49
Sorteren op datum ......................................................................49
A Foto’s wissen .............................................................................50
Film
Film
s
s
F Films opnemen ........................................................................52
a Films afspelen...........................................................................54
Aansluitinge
Aansluitinge
n
n
Foto’s afspelen op een televisietoestel...............................55
Foto’s afdrukken via USB ...........................................................57
De camera aansluiten .................................................................57
Geselecteerde fotos afdrukken .............................................57
DPOF printopdrachten afdrukken ........................................58
Een DPOF printopdracht aanmaken.....................................60
Foto’s bekijken op een computer ..........................................63
FinePixViewer installere ............................................................63
De camera aansluiten .................................................................67
Menu’
Menu’
s
s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden ............................69
Het menu F-standen gebruiken ...........................................69
De opties van het menu F-standen ....................................70
N ISO ............................................................................................70
O BEELDGROOTTE ..................................................................71
T BEELDKWALITEIT ................................................................72
P G KLEUR ................................................................72
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................73
De opties van het menu Opnamestanden.........................74
B ZELFONTSPANNER .............................................................75
C LICHTMEETSYSTEEM .........................................................76
D WITBALANS ...........................................................................77
E SNELLER AF en AE ..............................................................78
F SCHERPSTELLING ...............................................................78
G SCHERPSTELLING ...............................................................79
H SCHERPTE ..............................................................................80
I FLITSLICHT ............................................................................80
J BELICHTINGSTRAP .............................................................80
xiv
Inhoudsopgave
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................81
Het menu F-standen gebruiken ...........................................81
De opties van het menu F-standen ....................................82
I DIAVOORSTELLING ............................................................82
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................83
De opties van het Afspeelmenu .............................................84
B VERWIJDER R. OGEN ..........................................................84
C FOTO DRAAIEN ....................................................................85
D BEVEILIGEN ...........................................................................86
E KOPIËREN ...............................................................................87
F VOICE MEMO ........................................................................89
G BEELDUITSNEDE .................................................................91
O NIEUW FORMAAT ...............................................................92
Het menu Instellingen ................................................................93
Het menu Instellingen gebruiken .........................................93
De opties van het menu Instellingen ...................................94
A WEERGAVE ............................................................................95
B NUMMERING .......................................................................96
D DIGIT. ZOOM .........................................................................97
I AFSPEEL VOLUME ...............................................................97
J LCD HELDERHEID ...............................................................97
K FORMATTEREN ....................................................................98
M UITSCHAKELEN ....................................................................98
N TIJDVERSCHIL ......................................................................99
P ONTLADEN (alleen Ni-MH batterijen) .....................100
Technische informati
Technische informati
e
e
Optionele accessoires ...............................................................101
Accessoires van FUJIFILM ....................................................... 102
Onderhoud van de camera .................................................... 103
Probleemoplossin
Probleemoplossin
g
g
Probleemoplossing ................................................................... 104
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen ...................111
Appendi
Appendi
x
x
Verklarende woordenlijst ........................................................115
Capaciteit van het interne geheugen of
de geheugenkaart ......................................................................116
Technische gegevens ................................................................118
1
Inleiding
Symbolen en conventies
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
3 Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de ca-
mera correct bedient.
1 Opmerking: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten.
2 Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge-
geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van
de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
AA alkaline (LR6) batterijen
(×4)
USB-A/V-kabel Draagriem Lensdop
FinePix CD
• Beginnershandleiding
FinePix CD
Voordat u begint
2
Inleiding
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
10 Flitser ................................................................27
11 N ( itser uitklappen)-knop ...........................27
12 Microfoon .............................................52, 89
13 Luidspreker ...........................................54, 90
14 Lens ...................................................................13
5 I (seriestand)-k nop .................................... 29
6 G-schakelaar ................................. 13
7 Indicatorlamp .............................................19
8 Functieknop .................................................. 6
9 AF-hulplicht .................................................25
Lampje voor de zelfontspanner .....75
1 Bevestigingsoog voor de
draagriem........................................................ 7
2 Zoomregelaar .....................................16, 47
3 Ontspanknop .............................................19
4 g (Intelligente gezichtsdetectie/rode-ogenver-
wijdering)-knop ..............................................21
3
Voordat u begint
Inleiding
S2500HD/S2700HD Serie
S1800/S1900 Serie
S1600/S1700 Serie
23 EVF/LCD (schermkeuze)-knop ............. 5
24 a (afspelen)-knop .................... 20, 46
25 F (Finepix foto-standen)-knop
...........................................................69, 81
26 Afdekklepje aansluiting
....................................................55, 57, 67
27 Geheugenkaartsleuf ....................11
28 Aansluiting voor USB-A/V-kabel
....................................................55, 57, 67
29 HDMI-aansluiting ...........................55
15 Elektronische zoeker ......................5
16 Keuzeknop (zie hieronder)
17 LCD-scherm ......................................... 4
18 DISP (display)/BACK-knop......... 17, 46
19 d (belichtingscompensatie/foto-infor-
matie)-kn o p ................................... 33, 48
20 Bevestigingspunt voor statief
21 Afdekkap van het
batterijencompartiment ............. 8
22 Vergrendeling van het batterij-
encompar timent .............................. 8
De keuzeknop
MENU/OK-knop (pag. 14)
Cursor links
F (macro)-knop (pag. 26)
Cursor rechts
N
( itser)-knop (pag. 27)
Cursor omhoog
b (wissen)-knop (pag. 20)
m (helderheid LCD-scherm) knop (zie hieronder)
Cursor omlaag
c (instant zoom)-knop (pag. 31)
2 Tip: Helderheid LCD-scherm
Het kort indrukken van de m knop verhoogt de helderheid van het LCD-scherm en is het scherm gemakkelijker te zien
in helder licht. Wanneer er een foto is gemaakt, wordt normale helderheid hersteld.
4
Inleiding
LCD-indicators
LCD-indicators
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators
kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
Opname
OK
ISO AUTO
(
800
)
ISO AUTO
(
800
)
9
9
N
N
F
2. 850
P
10:00
AM
12/ 31 /2050
12/ 31 /2050
4:3
*
* a: geeft aan dat er geen geheu-
genkaart in het toestel zit en dat de
beelden in het interne geheugen
van de camera worden opgeslagen
(pag. 10).
14 Indicator zelfontspanner .....................75
15 Datum en tijd ..............................................14
16 Sluitertijd en diafragma .......................41
17 Resterend aantal opnamen .............116
18 FinePix kleur ................................................72
19 Belichtingsmeting ...................................76
20 Onscherptewaarschuwing
..........................................................27, 107, 111
21 Helderheid LCD-scherm ........................ 3
22 Scherpstelframe........................................18
23 Indicator intern geheugen
*
............... 10
24
Belichtingscompensatie indicator
...33
25 Belichtingsindicator ............................... 44
1 Beeldkwaliteit .............................................72
2 Beeldformaat ..............................................71
3 Gevoeligheid ..............................................70
4 Witbalans.......................................................77
5 Flitsstand .......................................................27
6 Stille stand ....................................................18
7 Indicator intelligente
gez ichtsd etec tie ....................................... 21
8 2x stabilisatie ..............................................17
9 Opnamestand ............................................35
10 Batterijniveau ..............................................15
11 Macrostand (close-up) ..........................26
12 Sneller AF en AE ........................................78
13 Seriestand .....................................................29
Afspelen
Afspelen
10:00
AM
10:00
AM
100-0001
100-0001
12/ 31 /2050
12/ 31 /2050
N
N
4:3
4:3
5 Indicator stille stand ...............................18
6 Indicator afspeelstand ..................20, 46
7 Voice memo-indicator ..........................89
8 Geschenkbeeld .........................................46
9 Framenummer ...........................................96
1 Beveiligd beeld..........................................86
2 DPOF-afdrukindicator ...........................58
3 Indicator rode-
ogenver wijdering ............................ 21, 8 4
4 Indicator intelligente
gez ichtsd etec tie ....................................... 21
5
Voordat u begint
Inleiding
De elektronische zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD-scherm, kan worden gebruikt
wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waardoor het erg moeilijk is om iets op het scherm te zien. Druk op
de EVF/LCD-knop om van het LCD-scherm over te schakelen naar de elektronische zoeker of vice versa (uw keuze blijft
bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld of de functieknop in een andere stand wordt gezet).
LCD
EVF
6
Inleiding
De functieknop
De functieknop
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de functieknop en zet u
het pictogram van de gewenste opnamestand tegenover het merkteken dat
naast de functieknop is aangebracht.
P, S, A, M: selecteren voor volledige con-
trole over de instellingen van de camera,
inclusief diafragma (M en A) en/of sluiter-
tijd (M en S; pag. 40).
C (AANGEPAST): om opgeslagen instellin-
gen voor de opnamestanden P, S, A, en
M (pag. 45).
N (PANORAMA): neem een reeks foto’s
en combineer ze om een panorama te
maken (pag. 39).
B (AUTOMATISCH): een eenvoudige “rich-
ten-en-fotograferen” stand, speciaal voor
beginnende gebruikers van digitale ca-
mera’s (pag. 15).
SP (ONDERWERPPROGRAMMA): kies een
stand die bij het onderwerp of de om-
standigheden past, en de camera doet
de rest (pag. 35).
M (SCÈNEHERKENNING): een “richten
en fotograferen” stand waarbij de camera
automatisch wordt ingesteld voor de
scène (pag. 35).
F (VIDEO) : om  lms met geluid op te ne-
men (pag. 52).
7
De draagriem en de lensdop
De draagriem bevestigen
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigings-
ogen zoals onderstaande afbeelding laat zien.
3 Attentie
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan
de camera vallen.
De lensdop
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals afgebeeld.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem
verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door
het oog (
q
) en bevestig de lensdop daarna aan de
draagriem (
w
).
Eerste stappen
8
De batterijen plaatsen
Deze camera kan worden gevoed door vier AA alkaline, lithium of oplaadbare Ni-MH batterijen. Er wordt
een pakje met vier alkaline batterijen met de camera meegeleverd. Plaats de batterijen volgens onder-
staande aanwijzingen in de camera.
1
Open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
Schuif de vergrendeling
van het batterijencompar-
timent in de aangegeven
richting en open de afdek-
kap van het batterijencom-
partiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voor-
dat u de afdekkap van het batterijencompartiment
opent.
3 Attentie
Open de afdekkap van het batterijencomparti-
ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat-
regel kan beschadiging van fotobestanden of ge-
heugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap
van het batterijencompartiment opent of sluit.
2
Plaats de batterijen.
Plaats de batterijen met de
+” en “–” polen in de juiste
richting in het batterijen-
compartiment zoals wordt
aangegeven met de aanduidingen aan de bin-
nenkant van het compartiment.
3 Attentie
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat-
terijencompartiment.
Gebruik nooit batterijen waarvan de
behuizing is beschadigd of loslaat
en gebruik oude en nieuwe batterij-
en, batterijen met verschillende la-
dingsniveaus of batterijen van ver-
schillende merken niet samen. Als
deze voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen,
kunnen de batterijen gaan lek-
ken of oververhit raken.
Gebruik nooit mangaan of NiCd batterijen.
De capaciteit van alkaline batterijen kan per merk ver-
schillen en kan bij temperaturen onder 10 °C aanzien-
lijk dalen, Ni-MH batterijen verdienen de voorkeur.
De levensuur van de batterijen kan door vingervlekken
of vuil op de polen van de batterijen worden verkort.
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Eerste stappen
9
De batterijen plaatsen
3
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
timent.
Sluit de afdekkap van het
batterijencompartiment en
schuif hem vast totdat de
vergrendeling vastklikt.
3 Attentie
Oefen geen kracht uit. Als de
afdekkap van het batterijencompartiment niet wil
sluiten, controleer dan of de batterijen goed zijn ge-
plaatst en probeer het opnieuw.
2 Tip: Een wisselstroomadapter gebruiken
De camera kan worden gevoed door een optionele
wisselstroomadapter en DC-koppelstuk (los verkrijg-
baar).
Het batterijtype selecteren
Als u de batterijen vervangt
door batterijen van een ander
type, dan dient u het batterijty-
pe in te stellen met behulp van
de optie T BATTERIJTYPE in
het menu Instellingen (pag. 94)
om er zeker van te zijn dat het batterijniveau goed wordt
weergegeven en de camera niet onverwachts wordt uit-
geschakeld.
INSTELLINGEN
NEDERLANDS
UITSCHAKELEN
TIJDVERSCHIL
SCHERMKLEUR
BATTERIJTYPE
FORMATTEREN
2
MIN
NI-MH
LITHIUM
ALKALINE
10
Een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kun-
nen er meer foto’s worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart (los verkrijgbaar).
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, verschijnt a op het LCD-scherm en worden de foto’s opgeslagen in
het interne geheugen. Omdat het interne geheugen door een storing van de camera zou kunnen worden
beschadigd, is het van belang dat u de foto’s die in het interne geheugen zijn opgeslagen regelmatig naar
de harde schijf van de computer of andere mediadragers, zoals cd’s of dvd’s, kopieert. De foto’s kunnen ook
van het interne geheugen naar een geheugenkaart worden gekopieerd (zie pagina 87). Wis daarna de foto’s
uit het interne geheugen om te voorkomen dat het geheugen vol raakt.
Als er een geheugenkaart is geplaatst zoals hieronder wordt beschreven, dan worden de foto’s opgeslagen op
de geheugenkaart.
Compatibele geheugenkaarten
Compatibele geheugenkaarten
SanDisk SD- en SDHC-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt.
Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/products/
digital_cameras/index.html. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De
camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Attentie
Geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en
het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp
van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
schrijfbeveiliging
Eerste stappen
11
Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
1
Open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera
is uitgeschakeld voordat u de
afdekkap van het batterijen-
compartiment opent.
2
Plaats de geheugenkaart.
Houd de geheugenkaart in de richting zoals
hieronder aangegeven en schuif deze in het
apparaat totdat deze aan de achterkant van de
sleuf vastklikt.
Klik
Let erop dat u de geheugenkaart
in de juiste richting in de kaartsleuf
steekt, steek de kaart er niet onder
een hoek in en oefen geen kracht
uit. Als de geheugenkaart niet juist
is geplaatst, worden de foto’s vast-
gelegd in het interne geheugen.
3
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
timent.
Sluit de afdekkap van het
batterijencompartiment
en schuif hem vast totdat
de vergrendeling vastklikt.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitge-
schakeld, druk de geheugenkaart
voorzichtig naar beneden en laat
hem vervolgens langzaam los. De
geheugenkaart kan nu worden
verwijderd.
3 Attentie
De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als
u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te ab-
rupt loslaat.
Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald,
kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt
niet op een defect.
12
Een geheugenkaart plaatsen
3 Attentie
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren
van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. Anders kan de geheugenkaart worden bescha-
digd.
Nieuwe geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die in
een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie pagina 98 voor meer
informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt, bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD-kaart, worden mogelijk
niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend servicecenter.
Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken kunnen defecten veroorzaken.
Bij sommige soorten van geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik een kaart met
een klasse 4 schrijfsnelheid (4 MB/sec.) of hoger bij het opnemen van HD- lms.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of bescha-
digd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen fotos kan
bekijken.
Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s
worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in
deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen
de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de bestanden naar de
computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
Eerste stappen
13
De camera in- en uitschakelen
Opnamestanden
Opnamestanden
Schuif de G-schakelaar in de hieronder getoon-
de richting. De lens wordt automatisch uitgeschoven.
Schuif de G-schakelaar terug om de camera
uit te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de afspeelstand
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de
ontspanknop half in om weer terug te keren naar de op-
namestand.
3 Attentie
De camera kan beschadigen of defect raken als de lens
bij het uitschuiven wordt tegengehouden.
Vingervlekken en vuil op de lens zijn van invloed op de kwa-
liteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
• De G-knop koppelt de camera niet volledig af van
de voeding.
Afspeelstand
Afspeelstand
Houd de a-knop gedurende ongeveer een secon-
de ingedrukt om de camera in te schakelen en het
afspelen te starten.
Druk nogmaals op de a-knop of verschuif de
G schakelaar om de camera uit te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de opnamestand
Druk de ontspanknop half in om over te schakelen naar
de opnamestand. Druk op de a-knop om terug te keren
naar het afspelen.
2 Tip: Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld
via het menu M UITSCHAKELEN (zie pagina 98). Gebruik de G-schakelaar of houd de a-knop gedurende on-
geveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen.
14
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera
volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 94 voor informatie over het opnieuw instellen van de
klok of het veranderen van de taal).
1
Kies een taal.
SET NO
START MENU
1.1 Druk op de keuzeknop omhoog, omlaag, links of rechts om de taal
te selecteren.
1.2 Druk op MENU/OK.
2
Stel de datum en tijd in.
OK AFBREKEN
DATUM / TIJD NIET INGESTELD
2012
2011
2009
2008
JJ. MM. DD
1. 1 12
:
00
AM
2010
2.1 Druk op de keuzeknop links of rechts om het jaar, de maand, de
datum, de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuze-
knop omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om
de volgorde te veranderen waarin het jaar, de maand en de datum
worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u
op de keuzeknop omhoog of omlaag.
2.2 Druk op MENU/OK. Een bericht betre ende het batterijtype wordt
weergegeven; gebruik, om het juiste type batterij te speci ceren,
de optie T BATTERIJTYPE (pag. 94) in het instellingenmenu als
het type verschilt van het type dat in de camera is geplaatst.
2 Tip: De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, wordt de cameraklok en batterijtype gereset en wordt
het taalkeuzevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Als de batterijen gedurende 10 uur in de
camera hebben gezeten, kan de batterij ongeveer 24 uur uit de camera worden verwijderd zonder dat de klok, de taal
of het batterijtype wordt gereset.
15
Fotograferen met de stand B (automatisch)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de stand B (automatisch).
1
Schakel de camera in.
Verschuif de
G
-schakelaar om de ca-
mera in te schakelen.
2
Selecteer de stand
B
.
Zet de functieknop op
B
.
3
Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau op het LCD-
scherm.
qw
Indicator
Indicator
Beschrijving
Beschrijving
GEEN PICTOGRAM De batterijen zijn vrijwel geheel
ontladen.
q
B (rood)
De batterijen zijn bijna leeg. Ver-
vang de batterijen zo snel moge-
lijk.
w
A
(knippert rood)
De batterijen zijn leeg. Schakel
de camera uit en vervang de bat-
terijen.
1
Opmerking
Het kan voorkomen dat er geen waarschuwing voor een te laag batterijniveau op het LCD-scherm verschijnt voordat
de camera wordt uitgeschakeld. Dit kan vooral het geval zijn met batterijen die eerder volledig leeg zijn geraakt. Het
stroomverbruik kan per functie enorm variëren, bij sommige functies en bij het overschakelen van de opnamestand
naar de afspeelstand wordt de waarschuwing voor een te laag batterijniveau (B) mogelijk slechts kort of helemaal
niet getoond voordat de camera wordt uitgeschakeld.
Eenvoudig fotograferen en afspelen
16
Fotograferen met de stand B(automatisch)
4
Bepaal de compositie.
Richt het scherpstelframe op het onderwerp
en gebruik vervolgens de zoomregelaar om de
compositie te bepalen zodat het onderwerp
binnen de begrenzingen van het LCD-scherm
past.
Standaard gebruikt de came-
ra enkel de optische zoom.
Indien gewenst kan met de
digitale zoom (pag. 97) nog
verder worden ingezoomd.
Selecteer W om uit te
zoomen
Selecteer T om in te
zoomen
Zoomindicator
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met
beide handen vast en laat uw
ellebogen rusten in uw zij. Een
onvaste hand kan bewegings-
onscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere
voorwerpen uit de buurt van
de lens en de  itser om te voor-
komen dat de foto’s onscherp
of te donker (onderbelicht)
worden.
2 Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 24) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstelframe
bevinden.
17
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand B(automatisch)
Opname-informatie
Druk op de DISP/BACK-knop om opname-informatie en
rasterlijnen op het LCD-scherm weer te geven.
Indicators worden
getoond
Indicators worden
verborgen
Optimale framing
Om optimale compositiehulplijnen te gebruiken, houdt
u het onderwerp op de plaats waar twee lijnen elkaar
kruisen of houdt u één van de horizontale lijnen op de
horizon gericht. Gebruik scherpstelvergrendeling (pag.
24) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet
in het midden van het frame van de uiteindelijke foto
zal bevinden.
Onscherpe foto’s vermijden
Als het onderwerp slecht belicht
is, kan onscherpte, veroorzaakt
door camerabewegingen, wor-
den verminderd door middel
van de optie L 2X STABILI-
SATIE in het instellingenmenu
(pag. 94). In de B stand kunt u ook onscherpte, veroor-
zaakt door beweging van het onderwerp, verminderen
(2x stabilisatie).
De gevoeligheid wordt verhoogd wanneer 2x stabilisa-
tie is ingeschakeld. Let wel, bewegingsonscherpte is niet
altijd te voorkomen. Wij raden u aan 2x stabilisatie uit te
schakelen bij het gebruik van een statief.
INSTELLINGEN
CONT.
30
fps
1.5
S
WEERGAVE
NUMMERING
2X STABILISATIE
AF-HULPLICHT
DIGIT. ZOOM
EVF/LCD
UIT
AAN
ALLEEN OPNAME
OFF
CONTINU
18
Fotograferen met de stand B(automatisch)
h Stille stand
Wanneer u niet wilt dat de camera geluiden maakt of
licht geeft, drukt u op de DISP/BACK-knop totdat h op
het LCD-scherm verschijnt (let wel, de stille stand is niet
beschikbaar tijdens het afspelen van een video of voice
memo).
De luidspreker en het AF-hulplicht/de zelfontspan-
nerlamp van de camera worden uitgeschakeld en het
volume (pag. 94) kan niet worden ingesteld (merk op
dat het AF-hulplicht mogelijk nog brandt wanneer C
is geselecteerd in onderwerpstand). Wilt u de camera
weer normaal laten werken, druk dan op de DISP/BACK-
knop totdat het h-pictogram verdwijnt.
5
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in zodat de camera
scherpstelt op het onderwerp dat zich in het
scherpstelframe bevindt.
Scherpstelframe
De camera selecteert een klein
scherpstelframe en stelt scherp
op het onderwerp
Half
indrukken
1 Opmerking
De lens kan tijdens het scherpstellen geluid maken.
Dit is normaal.
Als de camera in staat is om scherp te stellen, klin-
ken twee pieptonen en licht de indicatorlamp
groen op.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen,
wordt het scherpstelframe rood, verschijnt s
op het LCD-scherm en begint de indicatorlamp
groen te knipperen. Pas de compositie aan of
gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 24).
19
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand B(automatisch)
6
Maak de foto.
Druk de ontspanknop rustig en vol-
ledig in om de foto te maken.
2 Tip: Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee standen. Als de ontspan-
knop half (
q
) wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling
en de belichting ingesteld; om de foto te maken, drukt u
de ontspanknop vervolgens volledig in (
w
).
q
w
Half indrukken
Volledig indrukken
Twee
pieptonen
Klik
1 Opmerking
Als het onderwerp slecht belicht is, kan het AF-hulplicht
beginnen te branden om te helpen bij het scherpstellen
(pag. 25). Zie pagina 27 voor informatie over het gebruik
van de  itser bij weinig licht.
De indicatorlamp
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt
weer:
De indicatorlamp
De indicatorlamp
Status van de camera
Status van de camera
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Waarschuwing voor bewegingson-
scherpte, scherpstelling of belichting.
De foto kan worden gemaakt.
Knippert groen
en oranje
Bezig met een opname. Er kunnen ex-
tra foto’s worden gemaakt.
Brandt oranje
Bezig met een opname. Er kunnen
momenteel geen extra foto’s worden
gemaakt.
Knippert oranje
De  itser wordt opgeladen; wanneer
een foto wordt genomen, wordt niet
ge itst.
Knippert rood
Lens- of geheugenfout (intern geheu-
gen of geheugenkaart vol of niet ge-
formatteerd, formatteerfout of andere
geheugenfout).
2 Tip: Waarschuwingen
Op het LCD-scherm verschijnen gedetailleerde waarschu-
wingen. Zie de pagina’s 111114 voor meer informatie.
20
1
Druk op de a-knop.
De foto die het laatst is gemaakt, wordt op het
LCD-scherm afgespeeld.
100-0001
100-0001
12/31 /2050
12/31 /2050
10: 00
AM
10: 00
AM
N
N
4:3
4:3
2
Meer foto’s bekijken.
Druk op keuzeknop rechts om de
fotos af te spelen in de volgorde
waarin ze zijn gemaakt, en op keu-
zeknop links om de foto’s af te spelen in omge-
keerde volgorde.
Druk op de ontspanknop om de opnamestand
weer in te schakelen.
Fotos wissen
Druk op de keuzeknop omhoog (b) om de
foto te wissen die op het LCD-scherm wordt
afgespeeld. Onderstaand dialoogscherm
verschijnt.
WIJZIG
WISSEN OK?
OK STOP
Druk op de keuzeknop links om OK te selec-
teren en op MENU/OK om de foto te wissen.
Selecteer STOP en druk op MENU/OK om het
dialoogvenster te verlaten zonder de foto te
wissen.
2 Tip: Het Afspeelmenu
Met het Afspeelmenu kunt u ook foto’s wissen (pag. 50).
Foto’s bekijken
U kunt de foto’s die u heeft gemaakt op het LCD-scherm bekijken. Het verdient aanbeveling om bij belang-
rijke gebeurtenissen eerst enkele proefopnamen te maken die u op het LCD-scherm controleert.
21
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen verwijdering
Met Intelligente gezichtsdetectie herkent de camera automatisch de gezichten van mensen die zich in het
beeld bevinden en worden de scherpstelling en de belichting hierop aangepast. Gebruik deze functie voor
groepsportretten (zowel liggend als staand) zodat de camera niet scherpstelt op de achtergrond. Intel-
ligente gezichtsdetectie heeft tevens de optie knipoogdetectie en rode-ogen verwijdering om het e ect
van “rode ogen” door  itslicht te verwijderen.
1
Schakel Intelligente gezichtsdetectie in.
Druk diverse keren op de g-knop om één van
onderstaande opties te selecteren.
GEZICHTSDETECTIE
VERWIJDER UIT
GEZICHTSDETECTIE
VERWIJDER AAN
UIT
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
g UIT
Intelligente gezichtsdetectie
en Rode-ogen verwijdering
uit.
g GEZICHTSDETECTIE
J VERWIJDER AAN
Intelligente gezichtsdetectie
en Rode-ogen verwijdering
aan. Te gebruiken in combi-
natie met de  itser.
g GEZICHTSDETECTIE
J VERWIJDER UIT
Intelligente gezichtsdetectie
aan, Rode-ogen verwijdering
uit.
2
Bepaal de compositie.
Als gezichtsdetectie een
gezicht herkent, wordt
het omgeven door een
groene rand. Als er meer-
dere gezichten in beeld
zijn, dan selecteert de
camera het gezicht dat
zich het dichtst bij het midden van het beeld
bevindt, de overige gezichten worden omge-
ven door witte randen.
Groene randGroene rand
Meer over fotogra e
22
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen verwijdering
3
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de
scherpstelling en belichting in te
stellen voor het onderwerp dat met
de groene rand is omgeven.
3 Attentie
Als de camera geen gezichten herkent wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt (pag. 106), dan
stelt de camera scherp op het onderwerp dat zich in
het midden van het LCD-scherm bevindt en wordt
rode-ogenverwijdering uitgeschakeld.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te maken.
3 Attentie
Als het onderwerp beweegt terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt, dan bevindt het ge-
zicht zich wellicht niet meer in het met de groene
rand omgeven gedeelte op het moment waarop de
foto wordt gemaakt. Als het aantal gezichten groot
is, kan er mogelijk extra verwerkingstijd nodig zijn.
Als g GEZICHTSDETECTIE J VERWIJDER
AAN is geselecteerd, wordt rode-ogenverwij-
dering toegepast voordat de foto wordt opge-
slagen.
Intelligente gezichtsdetectie
Het verdient aanbeveling om
Intelligente gezichtsdetectie te
gebruiken wanneer u bij groeps-
of zelfportretten de zelfontspan-
ner gebruikt (pag. 76).
7
77
Bij het afspelen van een foto die is genomen met Intel-
ligente gezichtsdetectie, kan de camera automatisch
gezichten selecteren voor rode-ogenverwijdering (pag.
84), afspeelzoom (pag. 47), diavoorstelling (pag. 82),
printen (pag. 61) en uitsnede maken (pag. 91).
23
Meer over fotogra e
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen verwijdering
Er wordt, als er een andere optie dan UIT is geselec-
teerd voor A WEERGAVE (pag. 95) een waarschu-
wing weergegeven indien de camera onderwerpen
ontdekt die mogelijk met de ogen hebben geknip-
perd tijdens het maken van de foto. Als ZOOM
(CONTINU) is geselecteerd, kunt u op de g-knop
drukken om in te zoomen op deze onderwerpen; er
wordt een nieuw gezicht geselecteerd op het mo-
ment dat de g-knop wordt ingedrukt.
OPSLAAN WISSEN
KNIPOOGDETECTIE
ZOOM
OPSLAAN WISSEN
KNIPOOGDETECTIE
VOLGENDE
Indien u tevreden bent met de resultaten, druk op
MENU/OK om de foto op te slaan. Mocht u het op-
nieuw willen proberen, druk dan op de keuzeknop
omhoog om de foto te verwijderen en maak vervol-
gens een nieuwe foto.
3 Attentie
Knipoogdetectie wordt niet uitgevoerd wanneer de ca-
mera geen gezicht kan detecteren of wanneer UIT is ge-
selecteerd voor A WEERGAVE.
Knipoogdetectie
Knipoogdetectie
24
Scherpstelvergrendeling
Voor fotocomposities waarbij het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt:
1
Richt het scherpstelframe op het onder-
werp.
2
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stel-
len en de belichting in te stellen, De scherp-
stelling en de belichting worden vergrendeld
zolang de ontspanknop half ingedrukt blijft
(AF/AE-vergrendeling).
Half
indrukken
Herhaal zo nodig de stappen 1 en 2 om op-
nieuw scherp te stellen voordat u de foto
maakt.
3
Bepaal de compositie opnieuw.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en be-
weeg de camera om de compositie te bepa-
len.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om
de foto te maken.
Volledig
indrukken
25
Meer over fotogra e
Scherpstelvergrendeling
Automatische scherpstelling
Hoewel de camera is uitgerust met uiterst nauwkeurige
automatische scherpstelling, is het mogelijk dat er niet
kan worden scherpgesteld op onderstaande onderwer-
pen. Als de camera niet in staat is om automatisch scherp
te stellen, gebruik dan scherpstelvergrendeling (pag. 24)
om eerst scherp te stellen op een ander onderwerp dat
zich op dezelfde afstand bevindt en bepaal pas daarna
de compositie van de foto.
Zeer glimmende onder-
werpen, zoals spiegels of
auto’s.
Zeer snel bewegende
onderwerpen.
Onderwerpen die zich achter een raam of andere re-
ecterende voorwerpen bevinden.
Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht ab-
sorberen in plaats van re ecteren, zoals haar of bont.
Niet tastbare onderwerpen, zoals rook of vuur.
Onderwerpen die niet contrasteren met de achter-
grond (bijvoorbeeld een persoon in kleding die de-
zelfde kleur heeft als de achtergrond).
Onderwerpen die zich voor of achter een contrastrijk
voorwerp bevinden dat eveneens in het scherpstel-
frame valt (bijvoorbeeld een onderwerp tegen een
achtergrond met veel contrasterende elementen).
Het AF-hulplicht
Indien het onderwerp slecht wordt belicht, gaat het AF-
hulplicht branden wanneer de ontspanknop half inge-
drukt wordt. Dit licht maakt het eenvoudiger om op het
onderwerp scherp te stellen.
AF-hulplicht
1 Opmerkingen
Schijn met het AF-hulplicht niet recht in de ogen van
het onderwerp. Zie pagina 94 voor informatie over het
uitschakelen van het AF-hulplicht.
Het kan voorkomen dat de camera niet in staat is
om scherp te stellen terwijl het AF-hulplicht wordt
gebruikt. Als de camera niet in staat is om scherp te
stellen in de macrostand (pag. 26), vergroot dan de af-
stand tot het onderwerp en probeer opnieuw.
Het AF-hulplicht is niet beschikbaar in de stille stand.
26
F Opnamestanden Macro en Super Macro (close-ups)
Druk voor close-ups op de keuzeknop links (F) om een keuze te maken uit de onderstaande macrostan-
den.
Kies uit F (MACRO),
G (SUPER MACRO) of H (UIT)
Als de macrostand is ingeschakeld, stelt de camera scherp op onderwerpen die zich nabij het midden van
het scherpstelframe bevinden. Gebruik de zoomregelaar om de compositie van de foto te bepalen. In de
Super macrostand kan de zoom niet worden ingesteld en kan de  itser niet worden gebruikt.
1 Opmerkingen
Het is raadzaam om een statief te gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Bij gebruik van de  itser kan  itslichtcompensatie vereist zijn (pag. 80).
27
Meer over fotogra e
N De  itser gebruiken (Intelligente  itser)
Wanneer de  itser wordt gebruikt, analyseert het Intelligente  itser systeem onmiddellijk het onderwerp
gebaseerd op factoren zoals de helderheid van het onderwerp, de positie in het frame en de afstand tot de
camera. Het ontbrandingsmoment en de lichtsterkte van de  itser worden automatisch aangepast zodat
het onderwerp goed wordt belicht en de e ecten van de omgevingsverlichting zelfs bij gedempt licht be-
waard blijven. Gebruik de  itser als er weinig licht is, bijvoorbeeld’s avonds of bij weinig licht binnenshuis.
1
Klap de  itser uit.
Druk op de ontgrendelknop om de  itser uit te klappen.
De  itser uitschakelen
Klap de  itser in als  itsen niet is toegestaan of als u het natuurlijke licht onder sche-
merige omstandigheden wilt vastleggen. Bij lange sluitertijden verschijnt k op het
LCD-scherm om aan te geven dat de foto bewegingsonscherpte kan vertonen. Het is
raadzaam een statief te gebruiken.
2
Selecteer een  itsstand.
Druk op de keuzeknop rechts (N). Telkens wanneer de keuzeknop wordt inge-
drukt, verandert de  itsstand.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
A (AUTOM. FLITSEN)
De  itser  itst wanneer nodig. Aanbevolen voor de meeste situaties.
N (INVULFLITS)
De  itser  itst steeds wanneer een foto wordt gemaakt. Te gebruiken bij onderwerpen
met tegenlicht en voor het verkrijgen van natuurlijk kleuren bij het fotograferen met hel-
der licht.
O (LANGZAME
SYNCHRO)
Om bij het fotograferen bij weinig licht zowel het onderwerp als de achtergrond vast te
leggen (let wel, helder verlichte delen kunnen overbelicht worden).
28
3
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. Als de camera de  itser zal
gebruiken, verschijnt p op het LCD-scherm wanneer de ontspanknop half ingedrukt wor
dt. Bij lange sluitertijden verschijnt k op het LCD-scherm om aan te geven dat de foto
bewegingsonscherpte kan vertonen. Het is raadzaam een statief te gebruiken.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
3 Attentie
De  itser kan voor iedere opname diverse keren  itsen. Houd de camera stil totdat de opname vol-
ledig klaar is.
1 Opmerking
Voor beperkingen met betrekking tot de  itserinstellingen, zie pagina 41 van de Beginnershandleiding.
Rode-ogen verwijdering
Wanneer Intelligente gezichtsdetectie is ingesteld op g GEZICHTSDETECTIE J VERWIJDER AAN
(pag. 21), is rode-ogenverwijdering (
J) beschikbaar voor AUTOMATISCH (K), INVULFLITS (L) en LANG-
ZAME SYNCHRO (M). Rode-ogen verwijdering reduceert het e ect van “rode ogen” dat wordt veroor-
zaakt door de weerkaatsing van het  itslicht in de pupillen van het onderwerp, zoals in nevenstaande
afbeelding.
N De  itser gebruiken (Intelligente  itser)
29
Meer over fotogra e
I Continustand (continu fotograferen)
Leg een bewegend onderwerp vast in een serie van snel achter elkaar genomen foto’s.
1
Selecteer een stand voor continu fotograferen.
Druk op de I knop om de opties voor continu fotograferen weer te geven.
Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te selecteren
en druk op MENU/OK.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
J
(EERSTE 20 Q)
De camera maakt een serie van 20 foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt
wordt gehouden.
K
(EERSTE 10 P)
De camera maakt een serie van 10 foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt
wordt gehouden.
N
(ONBEPERKT)
De camera maakt een serie foto’s zolang de ontspanknop ingedrukt wordt
gehouden. Het fotograferen stopt pas wanneer de ontspanknop wordt los-
gelaten of het geheugen vol is.
L
(LAATSTE 3)
De camera maakt een serie van maximaal 40 foto’s terwijl de sluiterknop in-
gedrukt wordt gehouden, maar enkel de laatste drie worden bewaard.
O
(BELICHT. TRAP)
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie
foto’s: de eerste foto wordt gemaakt met de gemeten belichtingswaarde, de
tweede foto wordt overbelicht met de waarde die bij J BELICHTINGSTRAP
in het menu Opnamestanden (pag. 80) is ingesteld, de derde foto wordt met
dezelfde waarde onderbelicht (het kan voorkomen dat de camera niet in
staat is de voor de belichtingstrap gekozen intervalwaarde te gebruiken als
hierbij het bereik van het lichtmetingssysteem wordt overschreden).
I
(EERSTE 3)
De camera maakt een serie van maximaal 3 foto’s terwijl de sluiterknop in-
gedrukt wordt gehouden.
UIT
Opnamestand continu fotograferen uit. Telkens wanneer de ontspanknop
wordt ingedrukt, wordt één foto gemaakt.
UIT
CONTINU
EERSTE
3
Continu fotograferen
in vol. resolutie
(maximum)
UIT
CONTINU
EERSTE
3
Continu fotograferen
in vol. resolutie
(maximum)
30
2
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
3
Maak de foto.
De camera maakt een serie foto’s zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. Het
fotograferen stopt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten, het gekozen aantal foto’s is
gemaakt of het geheugen vol is.
1 Opmerkingen
• Scherpstelling en belichting worden bepaald bij de eerste foto in iedere serie. De  itser wordt automatisch uitgescha-
keld (pag. 27), de eerder ingestelde  itsstand wordt weer geselecteerd wanneer de stand voor continu fotograferen
wordt uitgeschakeld.
De framesnelheid is afhankelijk van de sluitertijd.
Indien de zelfontspanner wordt gebruikt als L en N zijn geselecteerd, wordt er slechts één foto gemaakt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
• Bij de instelling J kunnen er in de heldere delen van het beeld witte strepen verschijnen, dit kan worden voorkomen
door de stand K te selecteren.
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van het beschikbare geheugen. De
belichtingstrap is alleen beschikbaar als er voldoende geheugen is voor drie foto’s. Er kan
extra tijd benodigd zijn om foto’s te maken wanneer het fotograferen ophoudt. In de standen
L, O, en I worden foto’s in het LCD-scherm weergegeven terwijl het opnemen in uitvoe-
ring is.
OPSLAAN VIDEOOPSLAAN VIDEO
I Continustand (continu fotograferen)
31
Meer over fotogra e
Het kader wordt weer-
gegeven zoals de af-
beelding rechts laat zien.
De compositie kan met
behulp van de zoomre-
gelaar nog verder worden aangepast.
3
Stel scherp en maak de foto.
Het omkaderde gedeel-
te wordt uitvergroot tot
een foto op volledig for-
maat.
2 Intelligente gezichtsdetectie
Intelligente gezichtsdetectie is niet in staat gezichten te
herkennen die zich buiten het gekozen kader bevinden.
3 Attentie
Enkel liggende kaders (landschap) zijn beschikbaar als I,
L, N, of O is geselecteerd voor de stand continu fo-
tograferen.
c Instant Zoom
Bij instant zoom wordt het omliggende gebied van de compositie zichtbaar in het LCD-scherm. Maak hier
gebruik van om schokkerig bewegende onderwerpen zoals kinderen, huisdieren en atleten bij sportevene-
menten te positioneren.
1
Richt het scherpstelframe op het onderwerp.
Gebruik de zoomregelaar om het onderwerp
centraal in het LCD-scherm te plaatsen.
2
Kies een kader.
Druk op de keuzeknop
omlaag (c) om één van
onderstaande zoomka-
ders te selecteren.
Geen zoom
Horizontaal,
lage zoom
Horizontaal,
hoge zoom
Verticaal,
lage zoom
Verticaal,
hoge zoom
32
Digitale zoom
Digitale zoom
1
Schakel digitale zoom in.
Stel menu-item D DIGIT. ZOOM in het menu
Instellingen in op AAN (pag. 97).
2
Kies een onderwerp.
Positioneer het onderwerp centraal in het LCD-
scherm met behulp van digitale zoom.
3
Druk op de keuzeknop omlaag (c).
De camera zoomt in met maximale optische
zoom. Het gedeelte dat met digitale zoom zal
worden gefotografeerd, wordt aangeduid met
een kader in het midden van het LCD-scherm.
4
Bepaal de compositie.
Gebruik de zoomregelaar om het gedeelte aan
te geven dat in de uiteindelijke opname moet
worden opgenomen.
5
Stel scherp en maak de foto.
Het omkaderde gedeel-
te wordt uitvergroot tot
een foto op volledig for-
maat.
3 Attentie
Foto’s die met Instant Zoom worden gemaakt, hebben
een lagere kwaliteit dan foto’s die met normale zoom zijn
gemaakt.
c Instant Zoom
33
Meer over fotogra e
d Belichtingscompensatie
Gebruik belichtingscompensatie wanneer u zeer heldere, zeer donkere of zeer contrastrijke onderwerpen
wilt fotograferen.
1
Druk op de d-knop.
De belichtingsindicator wordt getoond.
P
F
2. 880
OK
Belichtingsindicator
2
Kies een waarde.
Druk op de keuzeknop links of
rechts. Het e ect is direct zichtbaar
op het LCD-scherm.
Kies een negatieve waarde
om de belichting te
verlagen
(het “–” teken wordt geel)
Kies een positieve waarde
om de belichting te
verhogen
(het “+” teken wordt geel)
3
Keer terug naar de opnamestand.
Druk op de d-knop om terug te keren naar de
opnamestand.
4
Maak de foto’s.
1 Opmerking
Een d-pictogram en belichtingsindicator worden
weergegeven bij instellingen die verschillen van ±0.
De instelling van de belichtingscompensatie wordt
niet gereset wanneer de camera wordt uitgescha-
keld, kies een waarde van ±0 om de normale belich-
tingsregeling te herstellen.
34
d Belichtingscompensatie
Een waarde voor de belichtingscompensatie selecteren
Onderwerpen met tegenlicht: kies waarden van +
2
/
3 EV tot +1
2
/
3 EV (zie de Verklarende woorden-
lijst op pagina 115 voor uitleg over de betekenis van “EV)
Zeer re ecterende onderwerpen of zeer heldere composities (sneeuwlandschappen, e.d.): +1 EV
Composities met veel lucht: +1 EV
Onderwerpen met spotverlichting (vooral met een donkere achtergrond): –
2
/
3 EV
Weinig re ecterende onderwerpen (naaldbomen of donker gekleurde bladeren):
2
/
3 EV
35
Meer over fotogra e
Opnamestanden
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past. Dit doet u door de functieknop in de gewenste
stand te zetten (pag. 6). De volgende opnamestanden zijn beschikbaar:
B
B
AUTOMATISCH
AUTOMATISCH
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere foto’s
(pag. 15). Deze opnamestand kan vrijwel altijd wor-
den gebruikt.
M
M
SCÈNEHERKENNING
SCÈNEHERKENNING
In deze stand analyseert de camera automatisch de
compositie en wordt de juiste scènestand geselec-
teerd in functie van het onderwerp en de opname-
omstandigheden. De geselecteerde stand wordt
weergegeven als de ontspanknop half wordt inge-
drukt.
Stand
Stand
Gedetecteerd type onderwerp of scène
Gedetecteerd type onderwerp of scène
b
Portret: menselijk portret.
c
Landschap: kunstmatig of natuurlijk landschap.
d
Landschap nacht: slecht verlicht landschap.
e
Macro: onderwerp dicht bij camera.
f
Nachtportret: portretonderwerp is slecht belicht.
g
Portret met tegenlicht: Portret met tegenlicht.
1 Opmerkingen: M
a (A) zal worden geselecteerd als het onderwerp niet
overeenkomt met de hierboven weergegeven scènes.
• De camera stelt voortdurend scherp op de gezichten
van portretonderwerpen of voorwerpen in de buurt
van het midden van het kader. Daardoor wordt de bat-
terij extra belast en kan de camera een hoorbaar geluid
produceren tijdens het scherpstellen.
SP
SP
ONDERWERPPROGRAMMA
ONDERWERPPROGRAMMA
U kunt met de camera kiezen uit een aantal “om-
gevingen, elk aangepast aan bepaalde omstan-
digheden voor opnames of aan een speci ek type
onderwerp. Die omgevingen kunnen worden toe-
gewezen aan de SP-positie op de functieknop.
1
Zet de functieknop op SP.
2
Druk op MENU/OK om het menu Opna-
mestanden op het LCD-scherm weer
te geven.
36
Opnamestanden
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om A ONDERWERPPRO-
GRAMMA te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om
een lijst met onderwerpprogramma’s
weer te geven.
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om een programma te selec-
teren.
6
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
Totdat de instelling wordt gewijzigd, wordt het ge-
selecteerde onderwerpprogramma automatisch
weer geactiveerd wanneer de functieknop op SP
wordt gezet.
D
D
Natural Light
Natural Light
Om het aanwezige licht binnenshuis op natuurlijke
wijze vast te leggen of te fotograferen op plaatsen
waar  itsen niet mogelijk is. De  itser wordt uitge-
schakeld en de gevoeligheid wordt verhoogd om
bewegingsonscherpte te reduceren.
C
C
Natural &
Natural &
N
N
Deze stand garandeert goede resultaten met tegen-
lichtonderwerpen en in andere situaties met moei-
lijke verlichting. Breng voor het fotografen de  itser
omhoog; foto’s kunnen alleen worden gemaakt als
de  itser omhoog is gebracht. Telkens als de slui-
terknop wordt ingedrukt, maakt de camera twee
opnames: een opname zonder  itser om natuurlijk
licht te behouden en onmiddellijk gevolgd door
een tweede opname met  itser. Houd de camera
stil totdat de opname volledig klaar is.
1 Opmerkingen
Niet gebruiken waar fotograferen met  itser verboden is.
Alleen beschikbaar als er genoeg geheugen is voor twee
foto’s.
• De seriestand is niet beschikbaar.
37
Meer over fotogra e
Opnamestanden
B
B
Zoom Bel. Trap
Zoom Bel. Trap
Telkens als de sluiterknop wordt ingedrukt, maakt
de camera drie foto’s: een met de huidige zoom-
verhouding met een beeldformaat van O, een
tweede 1,4 × ingezoomd en uitgesneden naar P
en een derde 2 × ingezoomd en uitgesneden naar
Q (foto’s worden alleen gemaakt als er genoeg
geheugen is voor drie fotos). Er worden twee com-
posities weergegeven om de gebieden te tonen die
de tweede en derde foto omvatten. De buitenste
compositie toont het gebied dat wordt gefotogra-
feerd bij 1,4 × zoom en de binnenste compositie het
gebied dat wordt gefotografeerd bij 2 × zoom. Druk
op de keuzeknop omlaag om te selecteren uit land-
schap- en portretuitsneden.
Landschap Portret
1 Opmerkingen
Digitale zoom kan niet worden gebruikt. Als digitale
zoom actief is wanneer stand B is geselecteerd, wordt
zoom op de maximale optische zoompositie ingesteld.
Serieopnameopties zijn beperkt tot I en UIT.
K
K
Glimlach
Glimlach
De sluiter wordt automatisch geopend wanneer
Intelligente gezichtsdetectie een lachend gezicht
detecteert.
L
L
Portret
Portret
Selecteer deze opnamestand om portretten met
zachte contouren en natuurlijke huidtinten te ma-
ken.
M
M
Landschap
Landschap
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere
daglichtfoto’s van gebouwen en landschappen.
N
N
Sport
Sport
Gebruik deze opnamestand voor het fotograferen
van bewegende onderwerpen. E SNELLER AF en
AE wordt automatisch ingeschakeld en er wordt pri-
oriteit gegeven aan kortere sluitertijden.
38
Opnamestanden
O
O
Nacht
Nacht
Kies deze stand voor onderwerpen in schemerlicht
of ’s nachts. De gevoeligheid wordt automatisch ver-
hoogd om bewegingsonscherpte te voorkomen.
H
H
Nacht (Stat.)
Nacht (Stat.)
Kies deze stand voor trage sluitertijden tijdens
nachtopnames. Gebruik een statief om onscherpte
te voorkomen.
P
P
Vuurwerk
Vuurwerk
Om de lichte ecten van vuurwerk goed vast te kun-
nen leggen worden er lange sluitertijden gebruikt.
Druk op de d-knop om een keuzevenster voor de
sluitertijd weer te geven en druk op de keuzeknop
omhoog of omlaag om een sluitertijd te selecteren.
Q
Q
Zonsopkomst
Zonsopkomst
Selecteer deze opnamestand om de levendige kleu-
ren van zonsondergangen en zonsopkomsten vast
te leggen.
R
R
Sneeuw
Sneeuw
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere
foto’s waarin de schittering van sneeuw optimaal tot
haar recht komt.
S
S
Strand
Strand
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere
foto’s van zonovergoten stranden.
U
U
Feesten
Feesten
Om achtergrondverlichting onder omstandigheden
met weinig licht vast te leggen.
V
V
Bloemen
Bloemen
Selecteer deze opnamestand om levendige close-
ups van bloemen te maken. De camera stelt scherp
binnen het macrobereik.
W
W
Documenten
Documenten
Maak duidelijke foto’s van gedrukte tekst of tekenin-
gen. De camera stelt scherp binnen het macrobereik.
39
Meer over fotogra e
Opnamestanden
1
Zet de functieknop op N.
2
Druk de keuzeknop omhoog om een foto te
selecteren en druk de keuzeknop naar links of
rechts om een panrichting te kiezen en druk op
MENU/OK.
21 3 23 1
3
Neem een foto. De belichting en de
witbalans bij een panorama worden
ingesteld bij de eerste opname.
4
Druk op MENU/OK. Een rand van de foto
die u net hebt genomen, wordt ge-
toond aan de zijkant van het kader.
2
2
3
3
1
1
KIES VELD
99
99
N
N
4
:3
5
Stel de volgende foto zo samen dat hij overlapt
met de vorige.
6
Neem de tweede foto zoals wordt beschreven in
stappen 3-4 (om een panorama te maken met
slechts twee foto’s, drukt u de keuzeknop om-
hoog na de tweede foto).
N
N
PANORAMASTAND
PANORAMASTAND
In deze stand kunt u tot drie foto’s nemen en ze samenvoegen om een panorama te maken. Het is raadzaam
een statief te gebruiken om de overlappende opnames te kaderen.
40
Opnamestanden
7
Zorg voor een overlapping met de
eerste foto om vervolgens de tweede
foto te maken. Druk op MENU/OK om
het panorama te voltooien (de individuele foto’s
worden niet bewaard).
8
Druk op MENU/OK om de foto op te slaan.
Fotos afdrukken gemaakt in panoramastand
Afhankelijk van het aantal foto’s, kunnen panorama’s niet
op alle papierafmetingen juist worden afgedrukt. Een
deel van de afbeelding wordt mogelijk niet afgedrukt
of de afbeelding wordt afgedrukt met ongebruikelijke
brede marges aan de boven- en onderkant of linker- en
rechterkant van het papier.
Opnamestanden
Opnamestanden
P
P
,
,
S
S
,
,
A
A
en
en
M
M
De standen P, S, A en M zorgen voor volledige toe-
gang tot de menu’s opname en F-stand. De S, A
en M-standen geven ook controle over sluitertijd en
diafragma.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
P (PROGRAMMA
AE, zie pag. 41)
De camera stelt de belichting auto-
matisch in.
S (SLUITER AE, zie
pag. 42)
U kiest de sluitertijd en de camera
kiest de diafragma-opening om tot
de optimale belichting te komen.
A (DIAFRAGMA AE,
zie pag. 43)
U kiest de diafragma-opening en de
camera kiest de sluitertijd om tot de
optimale belichting te komen.
M (HANDMATIG;
zie pag. 44)
U kiest zowel de sluitertijd als de dia-
fragma-opening.
41
Meer over fotogra e
Opnamestanden
In deze stand stelt de camera de belichting automa-
tisch in. Indien gewenst kunt u verschillende combi-
naties sluitertijden en diafragma kiezen. Deze pro-
duceren dezelfde belichting (programma shift).
3 Attentie
Als het onderwerp zich buiten
het bereik van de belichtings-
meter van de camera bevindt,
dan worden de sluitertijden en
diafragma-openingen weerge-
geven als “---”. Druk de ontspan-
knop half in om de belichting opnieuw te meten.
Programma Shift
Druk op de d-knop om de gewenste sluitertijd en di-
afragma combinatie te kiezen. Waarden die verschillen
van de waarden die automatisch door de camera zijn
geselecteerd, worden in geel weergegeven. De stan-
daardwaarden kunnen worden hersteld door de  itser
omhoog te brengen, de keuzeknop een andere instel-
ling te geven, de camera uit te schakelen of de afspeel-
stand te selecteren. Programma shift is niet beschikbaar
wanneer de itser omhoog is gebracht.
F
2. 880
OK
Sluitertijd
Diafragma
----
F
---
P
PROGRAMMA SHIFT
----
F
---
P
PROGRAMMA SHIFT
P: PROGRAMMA AE
P: PROGRAMMA AE
42
Opnamestanden
In deze stand kiest u de sluitertijd en kiest de camera
de diafragma-opening om tot de optimale belich-
ting te komen.
1
Zet de functieknop op S.
2
Druk op de d-knop. De sluitertijd en
de diafragma-opening worden weer-
gegeven.
S
OK
F
2. 880
Sluitertijd
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste sluitertijd te
selecteren.
4
Druk op de d-knop om de opna-
mestand af te sluiten.
5
Maak de foto’s. Indien het met de gekozen slui-
tertijd niet mogelijk is om tot een goede belich-
ting te komen, dan wordt de diafragma-opening
in het rood weergegeven wanneer de ontspan-
knop half ingedrukt wordt. Pas de sluitertijd aan
totdat een goede belichting mogelijk is.
3 Attentie
Als het onderwerp zich buiten het bereik van de
belichtingsmeter van de camera bevindt, wordt de
diafragma-opening weergegeven als “---”. Druk de
ontspanknop half in om de belichting opnieuw te
meten.
S: SLUITER AE
S: SLUITER AE
43
Meer over fotogra e
Opnamestanden
In deze stand kiest u de sluitertijd en kiest de camera
de diafragma-opening om tot de optimale belich-
ting te komen.
1
Zet de functieknop op A.
2
Druk op de d-knop. De sluitertijd en
de diafragma-opening worden weer-
gegeven.
OK
A
F
2. 880
Diafragma
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste diafragma-
opening te selecteren.
4
Druk op de d-knop om de opna-
mestand af te sluiten.
5
Maak de foto’s. Indien het met het gekozen di-
afragma niet mogelijk is om tot een goede be-
lichting te komen, dan wordt de sluitertijd in het
rood weergegeven wanneer de ontspanknop
half ingedrukt wordt. Pas het diafragma aan tot-
dat een goede belichting mogelijk is.
3 Attentie
Als het onderwerp zich buiten het bereik van de
belichtingsmeter van de camera bevindt, wordt de
sluitertijdopening weergegeven als “---”. Druk de
ontspanknop half in om de belichting opnieuw te
meten.
A: DIAFRAGMA AE
A: DIAFRAGMA AE
44
Opnamestanden
In deze stand selecteert u zowel de sluitertijd als de
diafragma-opening. Desgewenst kunt u de door de
camera voorgestelde belichtingswaarde veranderen.
1
Zet de functieknop op M.
2
Druk op de d-knop. De sluitertijd en
de diafragma-opening worden weer-
gegeven.
M
F
2. 880
OK
Sluitertijd
Diafragma
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste sluitertijd te
selecteren.
4
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de diafragma-opening te selecte-
ren.
5
Druk op de d-knop om de opna-
mestand af te sluiten.
6
Maak de foto’s.
De belichtingsindicator
De belichtingsindicator laat zien in welke mate de foto
wordt over- of onderbelicht bij de huidige instellingen.
Foto’s die worden genomen met de indicator links van
het midden (“–“) zullen onderbelicht zijn, foto’s die wor-
den genomen met de indicator rechts van het midden
(“+”) zijn overbelicht.
M
F
2. 880
OK
Belichtingsindicator
Onderbelicht
Overbelicht
M: HANDMATIG
M: HANDMATIG
45
Meer over fotogra e
Opnamestanden
C
C
: AANGEPAST
: AANGEPAST
In de opnamestanden P, S, A, en M kan het menu-item K AANGEP. IN-
STELLEN van het menu Opnamestanden (pag. 74) worden gebruikt om de
huidige camera-instellingen op te slaan. Deze instellingen worden weer op-
geroepen wanneer de functieknop op C (aangepast) wordt gezet.
Menu/instelling
Menu/instelling
Instellingen opgeslagen
Instellingen opgeslagen
F
F
-standen
-standen N ISO, O BEELDGROOTTE, T BEELDKWALITEIT, P GKLEUR
Opnamestanden
Opnamestanden
C LICHTMEETSYSTEEM, D WITBALANS, E SNELLER AF en AE, F SCHERPSTELLING,
G SCHERPSTELLING, H SCHERPTE, I FLITSLICHT, J BELICHTINGSTRAP
Instellingen
Instellingen
A WEERGAVE, L 2X STABILISATIE, C AF-HULPLICHT, D DIGIT. ZOOM, E EVF/LCD
Overige
Overige
Opnamestand (P, S, A of M), opnamestand continu fotograferen, Intelligente gezichtsdetectie, instant
zoom, macrostand, belichtingscompensatie,  itsstand, sluitertijd, diafragma, schermtype (EVF/LCD),
indicators/compositiehulplijnen
46
Afspeelfuncties
Druk op de a knop om de meest recente foto in
het LCD-scherm te bekijken.
100-0001
100-0001
12/31 /2050
12/31 /2050
10: 00
AM
10: 00
AM
N
N
4:3
4:3
Druk op keuzeknop rechts om de foto’s
af te spelen in de volgorde waarin ze zijn
gemaakt, en op keuzeknop links om de
fotos af te spelen in omgekeerde volg-
orde. Houd de knop ingedrukt om snel
langs de foto’s te bladeren totdat de ge-
zochte foto wordt bereikt.
Een weergave selecteren
Druk diverse keren op de DISP/BACK-knop om een van de
onderstaande weergaven te selecteren.
Indicators
worden
getoond
Indicators
worden
verborgen
100-0001
100-0001
12/31 /2050
12/31 /2050
10: 00
AM
10: 00
AM
N
N
4:3
4:3
Sorteren op
datum
2050
1/13
1/13
12/31
1 Opmerking
Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt, worden tijdens het afspelen aangeduid met het pictogram m (“Ge-
schenkbeeld”).
Meer over afspelen
47
Meer over afspelen
Afspeelfuncties
Afspeelzoom
Afspeelzoom
Selecteer T om tijdens het afspelen van een enkele
foto in te zoomen op de foto; selecteer W om uit te
zoomen. Nadat op de foto is ingezoomd, kan de keu-
zeknop worden gebruikt om de foto te verschuiven.
Het navigatievenster toont
het gedeelte van de foto
dat op het LCD-scherm
wordt weergegeven
Zoomindicator
Druk op DISP/BACK om de normale afspeelstand te
herstellen.
1 Opmerking
De maximale zoomverhouding is afhankelijk van het for-
maat van de foto. Afspeelzoom is niet beschikbaar voor
kopieën met een nieuw formaat of kopieën die zijn uitge-
sneden naar formaat a.
Intelligente gezichtsdetectie
Foto’s die zijn gemaakt met In-
telligente gezichtsdetectie (pag.
21) worden aangeduid met een
g-pictogram. Druk op de g-
knop om in te zoomen op het
onderwerp dat met Intelligente
gezichtsdetectie is geselecteerd. Vervolgens kunt u de
zoomregelaar gebruiken om in en uit te zoomen.
AFBREKENZOOM
48
Afspeelfuncties
Foto-informatie weergeven
Foto-informatie weergeven
Druk op d om tijdens het
afspelen van een enkele foto
de hieronder vermelde foto-
informatie weer te geven of te
verbergen.
: STD
:
:
: OFF
ISO
400
1/250
F
3.5
2
3
-
1
12/31/2050 10:00
AM
100-0001
4:3
N
q
Beeldkwaliteit en formaat,
w
Gevoeligheid,
e
Sluitertijd/diafragma,
r
FinePix kleur,
t
Flitsstand,
y
Witbalans,
u
Belichtingscompensatie,
i
Framenummer,
o
Foto (overbelichte delen knipperen),
!0
Histogram
Histogrammen
Histogrammen laten de verdeling van kleuren in een
afbeelding zien. De horizontale as geeft de helderheid
weer, de verticale as het aantal pixels.
Optimale belichting: de verdeling
van pixels verloopt in een gelijk-
matige curve over het volledige
kleurenbereik.
Overbelicht: het aantal pixels piekt
aan de rechterkant van de gra ek.
Onderbelicht: het aantal pixels piekt
aan de linkerkant van de gra ek.
49
Meer over afspelen
Afspeelfuncties
Multi-Frame afspelen
Multi-Frame afspelen
Selecteer W om het aantal weergegeven
afbeeldingen tijdens het afspelen te wij-
zigen.
Selecteer W om het aantal getoonde
miniaturen te verhogen tot twee, negen
of honderd.
100-0001
100-0001
10:00
AM
10:00
AM
12/ 31/2050
12/ 31/2050
N
N
4:3
4:3
Druk op T om het aantal getoonde
miniaturen weer te verlagen.
Gebruik de keuzeknop om een foto te selecteren en
druk vervolgens op MENU/OK om de geselecteerde
foto op oorspronkelijk formaat af te spelen. Gebruik
tijdens het afspelen van negen of van honderd mini-
aturen de keuzeknop omhoog en omlaag om meer
foto’s te bekijken.
2 Tip: Dubbele fotoweergave
Dubbele fotoweergave kan wor-
den gebruikt om gemaakte foto’s
in stand C te vergelijken.
Sorteren op datum
Sorteren op datum
Selecteer sorteren-op-datum om foto’s te bekijken
die op een bepaalde datum zijn gemaakt.
1
Druk op DISP/BACK totdat het sorteren-
op-datum scherm verschijnt.
2050
2/13
2/13
12/31
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om een datum te selecteren.
Houd de knop ingedrukt om snel naar
de gewenste datum te bladeren.
3
Druk de keuzeknop naar links of rechts
om door op de foto’s te bladeren die
op de geselecteerde datum werden
genomen. Houd de knop ingedrukt om snel
langs de foto’s te bladeren totdat de gezochte
foto wordt bereikt.
50
A Foto’s wissen
De optie WISSEN van het Afspeelmenu kan worden gebruikt om stilbeelden en  lms te wissen en daarmee
de beschikbare ruimte in het interne geheugen of op de geheugenkaart te vergroten (zie pagina 20 voor
informatie over het wissen van foto’s tijdens het afspelen van een enkele foto). Let op. Gewiste foto’s kunnen
niet worden teruggehaald. Kopieer eerst alle belangrijke foto’s naar een computer of ander opslagapparaat.
1
Druk op MENU/OK om het Afspeelmenu
op het LCD-scherm weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om WISSEN te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
wisopties weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
ENKELE FOTO
ALLE FOTO'S
AFBREKEN
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om ENKELE FOTO of ALLE
FOTO’S te selecteren.
5
Druk op MENU/OK om de opties weer
te geven die voor het geselecteerde
item beschikbaar zijn (zie de volgende
pagina).
2 Tips: Foto’s wissen
• Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, worden de
foto’s van de geheugenkaart gewist, anders worden de
foto’s uit het interne geheugen gewist.
Beveiligde fotos kunnen niet worden gewist. Verwijder
van foto’s die u wilt wissen eerst de beveiliging (pag.
86).
Als er een waarschuwing verschijnt die vermeldt dat de
geselecteerde foto’s deel uitmaken van een DPOF printop-
dracht, druk dan op MENU/OK om de foto’s te wissen.
51
Meer over afspelen
ENKELE FOTO
ENKELE FOTO
: Geselecteerde foto’s wissen
: Geselecteerde foto’s wissen
Wanneer u ENKELE FOTO
selecteert, verschijnt neven-
staand dialoogscherm.
OK AFBREKEN
WISSEN OK?
Druk op de keuzeknop links of rechts om
langs de foto’s te bladeren en druk op
MENU/OK om de huidige foto te wissen (de
foto wordt onmiddellijk gewist, let er op
dat u niet de verkeerde foto’s wist).
Druk op DISP/BACK wanneer u alle foto’s die u wilde
wissen, heeft gewist.
ALLE FOTO’S: Alle foto’s wissen
Wanneer u ALLE FOTO’S
selecteert, verschijnt neven-
staand bevestigingsscherm.
DIT KAN ENIGE TIJD
DUREN
ALLES WISSEN?
WIJZIG
OK STOP
Selecteer OK en druk op
MENU/OK om alle onbeveiligde
foto’s te wissen.
Tijdens het wissen wordt
nevenstaand scherm weer-
gegeven. Druk op DISP/BACK
om met wissen te stoppen
voordat alle foto’s zijn gewist
(foto’s die werden gewist voordat op de knop werd
gedrukt, kunnen niet worden teruggehaald).
AFBREKENAFBREKEN
A Foto’s wissen
52
1
Draai het keuzewiel in de stand F
( lmstand).
STANDBY
STANDBY
12
s
De beschikbare tijd
wordt op het LCD-
scherm weergegeven
2
Druk op de F-knop en se-
lecteer een beeldformaat uit
het menu O KWALITEIT.
Kies c (1280 × 720
pixels) voor een beeldver-
houding van 16 : 9 (High De nition), a (640 × 480
pixels) voor standaardde nitie lms met een hoge
kwaliteit of b (320 × 240 pixels) voor langere
lms. Druk op MENU/OK om terug te keren naar de
lmstand.
3
Druk op MENU/OK om het
menu Opnamestanden
weer te geven en selecteer
een van de zoomfuncties
die in het menu Q TYPE
FILMZOOM beschikbaar zijn. Kies 2 OPTISCH
om optisch zoomen mogelijk te maken (houd er
rekening mee dat het geluid van de camera tij-
dens het zoomen mogelijk wordt opgenomen).
Kies 1 DIGITAAL om digitaal zoomen moge-
lijk te maken (houd er rekening mee dat digitale
zoom mogelijk beelden van lagere kwaliteit op-
levert dan optische zoom). Druk op MENU/OK om
terug te keren naar de  lmstand.
F Films opnemen
U kunt korte  lms opnemen met een snelheid van 30 frames per seconde. Geluid wordt opgenomen via de
ingebouwde microfoon, voorkom dat de microfoon tijdens het opnemen wordt bedekt.
OPNAMESTANDEN
INSTELLINGEN
TYPE FILMZOOM
DIGITAL
OFF
DIGITAAL
OPTISCH
OPNAMESTANDEN
INSTELLINGEN
TYPE FILMZOOM
DIGITAL
OFF
DIGITAAL
OPTISCH
KWALITEIT
STANDEN MENU
15
m
30
s
5
m
00
s
10
m
00
s
KWALITEIT
STANDEN MENU
15
m
30
s
5
m
00
s
10
m
00
s
Films
53
Films
F Films opnemen
Onscherpe foto’s vermijden
Als het onderwerp slecht belicht is, kan onscherpte, ver-
oorzaakt door camerabewegingen, worden verminderd
door middel van de optie L 2X STABILISATIE in het
instellingenmenu (pag. 94). In de B stand kunt u ook
onscherpte, veroorzaakt door beweging van het onder-
werp, verminderen (2x stabilisatie).
De gevoeligheid wordt verhoogd wanneer 2x stabilisa-
tie is ingeschakeld. Let wel, bewegingsonscherpte is niet
altijd te voorkomen. Wij raden u aan 2x stabilisatie uit te
schakelen bij het gebruik van een statief.
4
Druk de ontspanknop volledig in om
de opname te starten.
REC
12
s
z REC en de reste-
rende opnametijd
worden op het LCD-
scherm weergegeven
1 Opmerking
De belichting en de witbalans worden tijdens de opname
voortdurend aangepast. De kleuren en de helderheid van
het beeld kunnen enigszins afwijken van het beeld dat
werd getoond voordat de opname begon.
2 Tip
U hoeft de ontspanknop tijdens het  lmen niet ingedrukt
te houden.
5
Druk de ontspanknop half in om de
opname te beëindigen. De opname
wordt automatisch beëindigd wan-
neer de maximale  lmlengte wordt
bereikt of het geheugen vol is.
3 Attentie
De indicatorlamp licht tijdens het  lmen op. Het batterij-
encompartiment mag niet worden geopend terwijl u op-
namen maakt of als de indicatorlamp brandt. Doet u dit
wel, dan kan de  lm wellicht niet worden afgespeeld.
1 Opmerkingen
• In  lms met zeer heldere onderwerpen kunnen verticale
of horizontale strepen verschijnen. Dit is normaal en
duidt niet op een defect.
In de  lmstand heeft de optie E EVF/LCD van het
menu Instellingen een vaste waarde van 30 fps.
54
a Films afspelen
Bij het afspelen (pag. 46) wor-
den  lms op het LCD-scherm
getoond zoals nevenstaande
afbeelding laat zien. Tijdens het
afspelen van een  lm zijn de vol-
gende handelingen mogelijk:
100-006
100-006
AFSPELEN
12/31 /2050
12/31 /2050
10: 00
AM
10: 00
AM
Bediening
Bediening
Beschrijving
Beschrijving
Afspelen
starten/
pauzeren
Druk op de keuzeknop omlaag om het afspe-
len te starten. Druk nogmaals op dezelfde
knop om het afspelen te pauzeren.
Afspelen
stoppen/
 l m w i s s e n
Druk op de keuzeknop omhoog om het af-
spelen te beëindigen. Indien er geen
lm wordt afgespeeld, zal de huidige  lm
worden gewist wanneer de keuzeknop
omhoog wordt ingedrukt.
Vooruit-/
terugspoelen
Druk op de keuzeknop rechts om vooruit, of
op keuzeknop links om terug te spoelen.
Als het afspelen is gepauzeerd, wordt de
lm bij iedere druk op de betre ende
keuzeknop met één frame vooruit- of te-
ruggespoeld.
Volume
instellen
Druk op MENU/OK om het afspelen te pauze-
ren en een volumeregelaar weer te geven.
Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag
om het volume aan te passen; druk nog-
maals op MENU/OK om het volume in te
stellen.
De voortgang wordt tijdens het afspelen op het
LCD-scherm weergegeven.
STOP PAUZE
15
s
15
s
Voortgangsbalk
2 Tip: Films bekijken op een computer
Kopieer de  lms naar de computer voordat u ze op de
computer afspeelt.
3 Attentie
Zorg ervoor dat de luidspreker tijdens het afspelen niet
wordt bedekt.
55
Foto’s afspelen op een televisietoestel
1
Sluit de camera aan op een TV en stel de televisie af op het videokanaal om de foto’s aan een groep te
tonen. Sluit de meegeleverde USB-A/V-kabel aan zoals onderstaande afbeelding laat zien. Schakel de
camera uit voordat de kabel wordt aangesloten.
Sluit de gele stekker
aan op de video-
ingang
Sluit de witte stekker aan
op de audio-ingang
Aansluiten op de aansluiting
voor een USB-A/V-kabel
HDMI (alleen voor S2500HD/S2700HD serie)
Een HDMI-kabel (verkrijgbaar via de detailhandel; pag. 101, 115) kan voor het aansluiten van camera’s uit de
S2500HD/S2700HD-serie voor High De nition (HD) apparaten worden gebruikt (alleen afspelen). De USB-kabel
kan niet worden gebruikt wanneer er een HDMI-kabel is aangesloten.
Aansluiten op de
aansluiting voor HDMI
Aansluiten op de
aansluiting voor HDMI
Aansluitingen
56
Foto’s afdrukken via USB
2
Houd a gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen. Het LCD-scherm
van de camera wordt uitgeschakeld en foto’s en  lms worden op het televisiescherm afgespeeld. De vo-
lume-instelling van de camera heeft geen invloed op het met het televisietoestel weergegeven geluid,
gebruik de volumeregeling van het televisietoestel om het volume in te stellen.
1 Opmerkingen
De beeldkwaliteit neemt tijdens het afspelen van  lms wat af.
Een optioneel accessoire is vereist voor het bekijken van HD- lms die zijn opgenomen op een HD-apparaat met ca-
mera’s uit de S1600/S1700-serie en S1800/S1900-serie. Bezoek de volgende website voor meer informatie:
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/accessories/hdtv/
3 Attentie
Let er bij het aansluiten van de kabels op dat u de stekkers volledig in de aansluitingen steekt.
57
Aansluitingen
Fotos afdrukken via USB
Als de printer PictBridge ondersteunt, dan kan de camera rechtstreeks op de printer worden aan-
gesloten en kunnen foto’s worden afgedrukt zonder ze eerst naar een computer te hoeven kopi-
eren. Het kan voorkomen dat de printer niet alle hieronder beschreven functies ondersteunt.
De camera aansluiten
De camera aansluiten
1
Sluit de meegeleverde USB-A/V-kabel aan zoals
de afbeelding laat zien en schakel de printer in.
2
Houd de a-knop gedurende ongeveer een se-
conde ingedrukt om de camera in te schakelen.
Op het LCD-scherm verschijnt eerst t USB,
gevolgd door het rechtsonder afgebeelde Pict-
Bridge-scherm.
USB
00
OK
FOTO
TOTAAL:
00000
PRINTS
PICTBRIDGE
WIJZIG
Geselecteerde foto’s afdrukken
Geselecteerde foto’s afdrukken
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de foto af te spelen die u wilt af-
drukken.
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het aantal afdrukken te
selecteren (maximaal 99).
3
Herhaal de stappen 12 om meer fo-
to’s te selecteren. Druk op MENU/OK om
een bevestigingsscherm weer te ge-
ven als alle instellingen voltooid zijn.
JA AFBREKEN
PRINT DEZE FOTO'S
TOTAAL:
9
PRINTS
4
Druk op MENU/OK om het afdrukken te
starten.
58
Foto’s afdrukken via USB
2 Tip: De opnamedatum afdrukken
Wilt u de opnamedatum afdrukken, dan drukt u in de
stappen 1–2 op DISP/BACK om het menu PictBridge weer
te geven (zie “DPOF printopdrachten afdrukken”). Druk op
de keuzeknop omhoog of omlaag om MET DATUM s
te selecteren en druk op MENU/OK om terug te keren naar
het PictBridge scherm (om foto’s zonder opnamedatum af
te drukken, selecteert u PRINT ZONDER DATUM). Stel de
cameraklok in alvorens u foto’s neemt zodat u er zeker van
bent dat de datum correct is.
1 Opmerking
Als er geen foto’s zijn geselecteerd wanneer op de MENU/
OK-knop wordt gedrukt, dan wordt één afdruk van de hui-
dige foto gemaakt.
DPOF printopdrachten afdrukken
DPOF printopdrachten afdrukken
Om de printopdracht af te drukken die met K OP-
DRACHT (DPOF) in het menu F-standen van het
afspeelmenu (pag. 82) werd gemaakt:
1
Druk in het PictBridge-scherm op
DISP/BACK om het menu PictBridge te
openen.
PICTBRIDGE
PRINT DPOF
MET DATUM
PRINT ZONDER DATUM
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om u PRINT DPOF te selec-
teren.
3
Druk op MENU/OK om een bevesti-
gingsvenster weer te geven.
JA AFBREKEN
PRINT DPOF OK?
TOTAAL:
9
PRINTS
59
Aansluitingen
Foto’s afdrukken via USB
4
Druk op MENU/OK om het afdrukken te
starten.
Tijdens het afdrukken
Tijdens het afdrukken wordt ne-
venstaand scherm weergege-
ven. Druk op DISP/BACK om het
afdrukken te annuleren voordat
alle foto’s zijn afgedrukt (bij
sommige printers kan het af-
drukken al worden beëindigd voordat de huidige foto
is voltooid).
Als het afdrukken wordt onderbroken, druk dan op a
om de camera uit en weer aan te zetten.
BEZIG MET PRINTEN
AFBREKEN
De camera afkoppelen
Controleer of de aanduiding “BEZIG MET PRINTEN” niet
op het LCD-scherm wordt weergegeven en schakel de
camera uit. Koppel de USB-kabel af.
1 Opmerkingen
Druk foto’s af uit het interne geheugen of van geheu-
genkaarten die met deze camera zijn geformatteerd.
Als de printer geen ondersteuning voor het afdrukken
van de datum biedt, dan is de optie MET DATUM s in
het menu PictBridge niet beschikbaar en wordt op de
foto’s in de DPOF printopdracht geen datum afgedrukt.
Bij het afdrukken van foto’s via een rechtstreekse USB-
aansluiting wordt het papierformaat, de afdrukkwaliteit
en de randselecties met behulp van de printer samen-
gesteld.
60
Foto’s afdrukken via USB
Een DPOF printopdracht aanmaken
Een DPOF printopdracht aanmaken
De optie K OPDRACHT (DPOF) in het menu F-
standen van het Afspeelmenu kan worden gebruikt
om een digitale “printopdracht” aan te maken voor
PictBridge-compatibele printers (pag. 57) of andere
apparaten die ondersteuning bieden voor DPOF.
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een norm
waarmee foto’s kunnen worden afgedrukt op
basis van “printopdrachten” die in het interne
geheugen of op een geheugenkaart zijn op-
geslagen. De printopdracht bevat informatie over de te
printen foto’s, de afdrukdatum en het aantal kopieën dat
van iedere foto moet worden gemaakt.
MET DATUM
MET DATUM
s
s
/ ZONDER DATUM
/ ZONDER DATUM
Wilt u de DPOF printopdracht aanpassen, selecteer
dan K OPDRACHT (DPOF) in het menu F-stan-
den van het Afspeelmenu en druk op de keuzeknop
omhoog of omlaag om MET DATUM s of ZON-
DER DATUM te selecteren.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
ZONDER DATUM
ALLES RESETTEN
MET DATUM
MET DATUM s: Druk de opnameda-
tum af op de foto.
ZONDER DATUM: Druk de foto af
zonder opnamedatum.
Druk op MENU/OK en volg de onderstaande stappen.
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om een foto weer te geven die u aan
de printopdracht wilt toevoegen of
uit de printopdracht wilt verwijderen.
61
Aansluitingen
Foto’s afdrukken via USB
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het aantal afdrukken te
selecteren (maximaal 99). Wilt u een
foto uit een printopdracht verwijde-
ren, druk dan op de keuzeknop omlaag totdat
het aantal afdrukken 0 bedraagt.
PRINTS
DPOF:
00001
01
PRINTOPDRACHT
(
DPOF
)
GEREEDKIES FOTO
Totaal aantal afdrukken
Aantal kopieën
2 Tip: Intelligente gezichtsdetectie
Als de huidige foto is gecreëerd met Intelligente ge-
zichtsdetectie, wordt door op g te drukken het aan-
tal kopieën voor het aantal gedetecteerde gezichten
ingesteld.
1 Opmerking
Bij het afdrukken van foto’s via een rechtstreekse USB-
aansluiting wordt het papierformaat, de afdrukkwa-
liteit en de randselecties met behulp van de printer
samengesteld.
3
Herhaal de stappen 12 om de
printopdracht te voltooien. Druk op
MENU/OK om de printopdracht op te
slaan wanneer de instellingen zijn voltooid, of
druk op DISP/BACK om af te sluiten zonder de
printopdracht te veranderen.
4
Het totale aantal afdrukken wordt op
het LCD-scherm afgebeeld. Druk op
MENU/OK om af te sluiten.
De fotos in de huidige
printopdracht worden tijdens
het afspelen aangeduid met
een u.
62
Foto’s afdrukken via USB
1 Opmerkingen
Verwijder de geheugenkaart om een printopdracht aan
te maken of te wijzigen voor foto’s die in het interne ge-
heugen zijn opgeslagen.
Printopdrachten kunnen maximaal 999 foto’s bevatten.
Als een geheugenkaart wordt
geplaatst waarop een printop-
dracht staat die met een andere
camera is aangemaakt, dan
verschijnt nevenstaand ven-
ster. De printopdracht wordt
geannuleerd als op MENU/OK wordt gedrukt, er moet een
nieuwe printopdracht worden aangemaakt volgens bo-
venstaande aanwijzingen.
ALLES RESETTEN
ALLES RESETTEN
Wilt u de huidige printafdruk
annuleren, selecteer dan AL-
LES RESETTEN in het menu
K OPDRACHT (DPOF). Het
nevenstaande bevestigings-
venster verschijnt, druk op MENU/OK om alle foto’s uit
de printopdracht te verwijderen.
RESETTEN OK?
OK AFBREKEN
RESETTEN OK?
OK AFBREKEN
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
63
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
De meegeleverde FinePixViewer software kan worden gebruikt om uw fotos naar een computer te kopiëren zodat
u de foto’s kunt bewaren, bekijken, organiseren en afdrukken. Installeer FinePixViewer volgens de onderstaande
aanwijzingen voordat u verder gaat. Sluit de camera NIET aan op de computer voordat de installatie is voltooid.
FinePixViewer installere
FinePixViewer installere
FinePixViewer is beschikbaar voor Windows- en Macintosh-versies. De instructies voor installatie onder
Windows staan op pagina’s 63–64, die voor Macintosh op pagina’s 65–66.
FinePixViewer installeren: Windows
FinePixViewer installeren: Windows
1
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
Besturings-
Besturings-
systeem
systeem
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows Vista, Windows XP Home Edition (Service Pack 2), Windows XP
Professional (Service Pack 2) of Windows 2000 Professional (Service Pack 4)
Processor
Processor
Windows Vista: 800 MHz Pentium 4 of hoger (3 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows XP: 800 MHz Pentium 4 of hoger (2 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows 2000: 200 MHz Pentium of hoger
RAM
RAM
Windows Vista: 512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Windows XP: 512 MB of meer
Windows 2000: 128 MB of meer
Vereiste vrije
Vereiste vrije
ruimte op de
ruimte op de
harde schijf
harde schijf
Voor de installatie is minimaal 450 MB vereist plus 600 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer (15 GB of meer
wordt aanbevolen voor gebruik onder Windows Vista, 2 GB of meer voor gebruik onder Windows XP)
Beeldscherm
Beeldscherm
800 × 600 pixels of hoger met 16-bits kleuren of hoger (1024 × 768 pixels of hoger met 32-bits kleuren aan-
bevolen)
Overige
Overige
Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegarandeerd.
Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevolen) ver-
eist, voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist.
3 Attentie
Voor informatie over Windows 7, ga naar http://www.fujifilm.com/support/download/camera/software/. Andere ver-
sies van Windows worden niet ondersteund. Op zelfgebouwde computers en op computers waarop oudere versies
van Windows zijn geüpgrade, kan de werking niet worden gegarandeerd.
64
Foto’s bekijken op een computer
2
Start de computer op. Meld u op de computer aan als gebruiker met beheerdersrechten voordat u ver-
der gaat.
3
Sluit alle actieve toepassingen af en plaats de FinePix-CD in een CD-ROM-station.
Windows Vista
Als het dialoogvenster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op SETUP.exe. Vervolgens verschijnt een dialoog-
venster “Gebruikersaccountbeheer getoond”, klik op Toestaan.
Het installatieprogramma wordt automatisch opgestart, klik op Installing FinePixViewer en volg de
instructies op het scherm om FinePixViewer te installeren. Het is mogelijk dat tijdens installatie om de
Windows-cd wordt gevraagd.
Als het installatieprogramma niet automatisch opstart
Als het installatieprogramma niet automatisch opstart, selecteert u Computer of Deze computer in het menu
Start (Windows Vista/Windows XP) of dubbelklikt u op het pictogram Deze computer op het bureaublad
(Windows 2000), Vervolgens dubbelklikt u op het pictogram FINEPIX CD om het venster FINEPIX CD te openen
en dubbelklikt u op SETUP of SETUP.exe.
4
Wanneer wordt gevraagd om Windows Media Player of DirectX te installeren, volgt u de aanwijzingen
op het scherm om de installatie te voltooien.
5
Verwijder desgevraagd de FinePix-CD uit het CD-ROM-station en klik op Restart (Herstarten) om de
computer opnieuw op te starten. Bewaar de FinePix-CD op een droge plaats die niet blootstaat aan
direct zonlicht voor het geval dat u de software later opnieuw moet installeren. Het versienummer dat
bovenaan op het label van de cd wordt vermeld, heeft u wellicht nodig wanneer u contact opneemt
met de klantenondersteuning of bij het updaten van de software.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 67.
65
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
FinePixViewer installeren: Macintosh
FinePixViewer installeren: Macintosh
1
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
Processor
Processor PowerPC of Intel
Besturings-
Besturings-
systeem
systeem
Voorgeïnstalleerde versies van Mac OS X versie 10.3.910.5
(voor de meest recente informatie, raadpleegt u http://www.fujifilm.com/)
RAM
RAM 256 MB of meer
Vereiste vrije
Vereiste vrije
ruimte op de
ruimte op de
harde schijf
harde schijf
Voor de installatie is minimaal 200 MB vereist plus 400 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer
Beeldscherm
Beeldscherm 800 × 600 pixels of hoger met duizenden kleuren of hoger
Overige
Overige
• Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegaran-
deerd.
Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevolen)
vereist, voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist.
2
Nadat u de computer heeft opgestart en alle actieve toepassingen heeft afgesloten, plaatst u de FinePix-
CD in een CD-ROM-station. Dubbelklik op het pictogram FinePix CD op het bureaublad en dubbelklik
op Installer for Mac OS X.
3
Er verschijnt een dialoogvenster met diverse installatieopties, klik op Installing FinePixViewer om de
installatie te starten. Voer desgevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in,
klik op OK en volg de aanwijzingen op het scherm om FinePixViewer te installeren. Klik op Exit om het
installatieprogramma af te sluiten nadat de installatie is voltooid.
66
Foto’s bekijken op een computer
4
Neem de FinePix-CD uit het CD-ROM-station. Let wel, de cd kan mogelijk niet verwijderd worden wan-
neer Safari actief is; sluit Safari zo nodig af om de cd te verwijderen. Bewaar de FinePix-CD op een droge
plaats die niet blootstaat aan direct zonlicht voor het geval dat u de software later opnieuw moet instal-
leren. Het versienummer dat bovenaan op het label van de cd wordt vermeld, heeft u wellicht nodig
wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning of bij het updaten van de software.
5
Selecteer Programma’s in het menu Ga van de Macintosh Finder om de toepas-
singsmap te openen. Dubbelklik op het pictogram Fotolader en selecteer Voor-
keuren… uit het toepassingsmenu van Fotolader.
Het dialoogvenster Fotolader-voorkeuren verschijnt. Selecteer Andere… in het
menu Open bij aansluiting camera en selecteer FPVBridge in de mapToepas-
singen/FinePixViewer” en klik op Open.
Selecteer Stop Fotolader in het toepassingsmenu Fotolader.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 67.
67
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
1
Als de foto’s die u wilt kopiëren op een geheu-
genkaart zijn opgeslagen, plaats dan de geheu-
genkaart in de camera (pagina 11). Als er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst, dan
worden de foto’s gekopieerd die in het interne
geheugen zijn opgeslagen.
3 Attentie
Spanningsverlies tijdens het kopiëren kan gegevens-
verlies of beschadiging van het interne geheugen of
de geheugenkaart tot gevolg hebben. Laad de batte-
rijen op voordat u de camera aansluit.
2
Schakel de camera uit en sluit de meegeleverde
USB-A/V-kabel aan zoals de afbeelding laat zien, er
op lettend dat de stekkers volledig in de aansluitin-
gen worden gestoken. Sluit de camera rechtstreeks
aan op de computer, gebruik geen USB-hub noch
eventuele USB-aansluitingen in het toetsenbord.
3
Houd de a-knop gedurende ongeveer een se-
conde ingedrukt om de camera in te schakelen.
FinePixViewer wordt automatisch opgestart en de
“Save Image Wizard” (Wizard Foto’s opslaan) ver-
schijnt. Volg de aanwijzingen op het scherm om
de foto’s naar de computer te kopiëren. Klik op
Cancel om af te sluiten zonder foto’s te kopiëren.
3 Attentie
Als FinePixViewer niet automatisch opstart, dan is de
software mogelijk niet goed geïnstalleerd. Koppel de
camera af en installeer de software opnieuw.
Selecteer How to Use FinePixViewer in het menu
Help van FinePixViewer voor meer informatie over
het gebruik van FinePixViewer.
De camera aansluiten
De camera aansluiten
1 Opmerking
De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld terwijl hij op een computer is aangesloten.
68
Foto’s bekijken op een computer
3 Attentie
Gebruik uitsluitend geheugenkaarten die met de came-
ra zijn geformatteerd en waarop foto’s staan die met de
camera zijn genomen. Als er een geheugenkaart wordt
geplaatst waarop een groot aantal foto’s staat, dan kan
het enkele momenten duren voordat FinePixViewer op-
start en is FinePixViewer mogelijk niet in staat de foto’s
te importeren of op te slaan. Gebruik in dergelijke geval-
len een geheugenkaartlezer om de foto’s te kopiëren.
Controleer of de indicatorlamp uit is voordat u de ca-
mera uitschakelt of de USB-kabel afkoppelt. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan gege-
vensverlies of beschadiging van het interne geheugen
of de geheugenkaart tot gevolg hebben.
Koppel de camera af voordat u een geheugenkaart
plaatst of verwijdert.
• U kunt FinePixViewer gebruiken om voice memo’s te ko-
piëren.
Het kan in sommige gevallen voorkomen dat het niet
mogelijk is om met FinePixViewer foto’s die op een net-
werkserver zijn opgeslagen, op dezelfde wijze te ope-
nen als op een stand-alone computer.
Bij het gebruik van diensten waarvoor een internetver-
binding vereist is, is de gebruiker verantwoordelijk voor
alle door de telefoonmaatschappij en/of internetprovi-
der in rekening gebrachte kosten.
De camera afkoppelen
Controleer of de indicatorlamp uit is en volg de aanwij-
zingen die op het scherm verschijnen om de camera uit
te schakelen en de USB-kabel af te koppelen.
FinePixViewer updaten
De meest recente versie van de FinePixViewer kan wor-
den gedownload op http://www.fujifilm.com/.
De installatie van FinePixViewer ongedaan maken
Maak de installatie van FinePixViewer alleen ongedaan
wanneer u de software opnieuw wilt installeren of niet
langer gebruikt. Sluit FinePixViewer af, koppel de came-
ra af en sleep de map “FinePixViewer” uit “Programma’s”
naar de Prullenbak en selecteer Leeg prullenmand in
het menu Finder (Macintosh), of open het Con gura-
tiescherm en gebruik “Programma’s en onderdelen”
(Windows Vista) of “Software” (overige versies van
Windows) om de installatie van FinePixViewer, FinePix
Resource en FinePix Studio ongedaan te maken. Onder
Windows kunnen er diverse dialoogvensters verschij-
nen, lees de teksten van de dialoogvensters aandachtig
voordat u op OK klikt.
69
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De menu’s F-standen en Opnamestanden kunnen worden gebruikt om de instellingen aan te passen aan
diverse omstandigheden.
Het menu
Het menu
F
F
-standen gebruiken
-standen gebruiken
1
Druk op de F-knop om het menu F-
standen weer te geven.
STANDEN MENU
ISO
BEELDGROOTTE
KLEUR
BEELDKWALITEIT
STD
AUTO
N
4:3
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-item
te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
STANDEN MENU
ISO
BEELDGROOTTE
KLEUR
STD
AUTO
BEELDKWALITEIT
N
4:3
STANDAARD
CHROME/DIA
ZWART/WIT
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te se-
lecteren.
5
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
Menu’s
70
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De opties van het menu
De opties van het menu
F
F
-standen
-standen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
N
N
ISO
ISO
Om de ISO gevoeligheid in te stellen. Kies een hogere
waarde als het onderwerp slecht belicht is.
AUTO / AUTO (400) / AUTO (800) /
64 / 100 / 200 / 400 / 800 / 1600 /
3200 (Q) / 6400 (Q)
AUTO
O
O
BEELDGROOTTE
BEELDGROOTTE
Kies beeldformaat en beeldverhouding (pag. 71).
O 4 : 3 / O 3 : 2 / O 16 : 9 /
P 4 : 3 / P 3 : 2 / P 16 : 9 /
Q 4 : 3 / Q 3 : 2 / Q 16 : 9 /
O 4 : 3
T
T
BEELDKWALITEIT
BEELDKWALITEIT
Kies beeldkwaliteit (pag. 72). F / NN
P
P
G
G
KLEUR
KLEUR
Om foto’s te maken in standaard kleuren, verzadigde kleu-
ren of zwart-wit (pag. 72).
STD/a/b
STD
N
N
ISO
ISO
Bepaal de gevoeligheid van de camera ten opzichte van het licht. Om bewegingsonscherpte bij omstandig-
heden met weinig licht te voorkomen, kan een hogere waarde worden gebruikt; let er echter wel op dat er
spikkels voor kunnen komen op foto’s die met hoge gevoeligheid zijn gemaakt. Als de instelling AUTO,
AUTO (800) of AUTO (400) is geselecteerd, past de camera de gevoeligheid automatisch aan de opname-
omstandigheden aan. De maximumwaarden die door de camera kunnen worden geselecteerd bij de instel-
lingen AUTO (800) en AUTO (400) zijn respectievelijk 800 en 400.
Andere instellingen dan AUTO worden met een pictogram op het LCD-scherm weer-
gegeven.
1 Opmerking
De gevoeligheid verandert niet als de camera wordt uitgeschakeld of een andere opnamestand
wordt geselecteerd.
ISO AUTO
(
800
)
P
9
9
N
N
4:3
ISO AUTO
(
800
)
P
9
9
N
N
4:3
71
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer het formaat en de beeldverhouding van
de te maken foto’s. Grote foto’s kunnen zonder kwa-
liteitsverlies op groot formaat worden afgedrukt;
kleine foto’s vergen minder geheugen, waardoor er
meer foto’s opgeslagen kunnen worden.
Optie
Optie
Voor afdrukken tot
Voor afdrukken tot
O 4 : 3 (4000 × 3000)
34 × 25 cm
O 3 : 2 (4000 × 2664)
34 × 23 cm
O 16 : 9 (4000 × 2248)
34 × 19 cm
P 4 : 3 (2816 × 2112)
24 × 18 cm
P 3 : 2 (2816 × 1864)
24 × 16 cm
P 16 : 9 (2816 × 1584)
24 × 13 cm
Q 4 : 3 (2048 × 1536)
17 × 13 cm
Q 3 : 2 (2048 × 1360)
17 × 12 cm
Q 16 : 9 (1920 × 1080)
16 × 9 cm
Het aantal foto’s dat met de
geselecteerde instelling kan
worden gemaakt, wordt on-
deraan het LCD-scherm weer-
gegeven (pag. 116).
4000x3000
(
12M
)
83
FOTO'S
ISO
STD
AUTO
N
4:3
STANDEN MENU
BEELDGROOTTE
KLEUR
BEELDKWALITEIT
4:3
3:2
16:9
4:3
3:2
16:9
Beeldverhouding
Foto’s met een beeldverhouding van 4 : 3 hebben de-
zelfde verhoudingen als het LCD-scherm van de camera.
Foto’s met een beeldverhouding van 3 : 2 hebben de-
zelfde verhoudingen als een frame van een 35-mm  lm,
terwijl een beeldverhouding van 16 : 9 geschikt is voor
weergave via High De nition (HD) apparaten.
4 : 3
N
N
3:2
3:2
N
N
16:9
16:9
3 : 2 16 : 9
1 Opmerking
Het gekozen beeldformaat verandert niet als de camera
wordt uitgeschakeld of een andere opnamestand wordt
geselecteerd.
O
O
BEELDGROOTTE
BEELDGROOTTE
72
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
T
T
BEELDKWALITEIT
BEELDKWALITEIT
Selecteer hoeveel beeldbestanden zijn gecom-
primeerd. Selecteer FINE (lage compressie) voor
beelden met een hoge kwaliteit, NORMAL (hoge
compressie) om het aantal foto’s dat kan worden
opgeslagen te verhogen.
P
P
G
G
KLEUR
KLEUR
Voor het verhogen van het contrast en de kleurver-
zadiging of voor het maken van zwart-wit foto’s.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
F-STANDAARD
Standaard contrast en verzadiging.
Aanbevolen voor de meeste situaties.
a F-CHROME/
DIA
Meer contrast en kleur. Gebruik
deze instelling voor levendige foto’s
van bloemen of om de groene en
blauwe kleuren in landschappen te
benadrukken.
b F-ZWART/
WIT
Voor het maken van zwart-wit foto’s.
Andere instellingen dan F-STANDAARD worden
aangeduid met een pictogram op het LCD-scherm.
1 Opmerkingen
• De instelling van GKLEUR verandert niet als
de camera wordt uitgeschakeld of een andere opna-
mestand wordt geselecteerd.
• Het e ect van a F-CHROME/DIA kan per onder-
werpprogramma variëren en is bij sommige onderwer-
pen nauwelijks merkbaar. Bij sommige onderwerpen is
het e ect van a F-CHROME/DIA niet zichtbaar op
het LCD-scherm.
73
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Het menu Opnamestanden gebruiken
Het menu Opnamestanden gebruiken
1
Druk op MENU/OK om het menu Opna-
mestanden op het LCD-scherm weer
te geven.
AUTO
UIT
OPNAMESTANDEN
WITBALANS
LICHTMEETSYSTEEM
SCHERPSTELLING
SNELLER AF en AE
SCHERPSTELLING
UIT
ZELFONTSPANNER
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-item
te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
OPNAMESTANDEN
WITBALANS
LICHTMEETSYSTEEM
SCHERPSTELLING
SNELLER AF en AE
SCHERPSTELLING
UIT
AUTO
UIT
ZELFONTSPANNER
MULTI
SPOT
INTEGRAAL
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te se-
lecteren.
5
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
74
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
A
A
ONDERWERPPRO-
ONDERWERPPRO-
GRAMMA
GRAMMA
Selecteer een onderwerpprogramma voor de stand SP
(pag. 35).
D/C/B/K/L/M/N/O/
H/P/Q/R/S/U/V/W
D
B
B
ZELFONTSPANNER
ZELFONTSPANNER
Om foto’s te maken met de zelfontspanner (pag. 75). 10 SEC / 2 SEC / UIT UIT
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Om aan te geven hoe de camera de belichting meet
(pag. 76).
o/p/qo
D
D
WITBALANS
WITBALANS
Om de kleur aan te passen aan verschillende lichtbron-
nen (pag. 77).
AUTO/h/i/j /k/l/m/n
AUTO
E
E
SNELLER AF en AE
SNELLER AF en AE
Om sneller te kunnen fotograferen (pag. 78). AAN / UIT UIT
F
F
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Om aan te geven hoe de camera scherpstelt (pag. 78).
u/v
v
G
G
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Om aan te geven hoe de camera het scherpstelveld se-
lecteert (pag. 79).
r/s/t/xr
H
H
SCHERPTE
SCHERPTE
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten wor-
den verzacht (pag. 80).
HARD / STD / UIT STD
I
I
FLITSLICHT
FLITSLICHT
Om de lichtsterkte van de  itser in te stellen (pag. 80).
2
/
3 EV – +
2
/
3 EV in stappen van
1
/
3 EV
0
J
J
BELICHTINGSTRAP
BELICHTINGSTRAP
Om de grootte van de intervalwaarde voor de belich-
tingstrap van de stand continu fotograferen O aan te
geven (pag. 80).
±
1
/
3 EV / ±
2
/
3 EV / ±1 EV
±
1
/
3 EV
K
K
AANGEP. INSTELLEN
AANGEP. INSTELLEN
Om de instellingen voor de opnamestanden P, S, A en M
op te slaan (pag. 45).
M
M
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Om de basisinstellingen van de camera in te voeren, zo-
als de taal en de datum en tijd (pag. 93).
W/X/Y/Z
75
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer de wachttijd van de zelfontspanner. De
zelfontspanner is in iedere opnamestand beschik-
baar.
10 SEC: gebruik deze instelling voor zelfportretten
of groepsfoto’s waar u zelf ook op wilt staan.
2 SEC: gebruik deze instelling om bewegingson-
scherpte als gevolg van het indrukken van de ont-
spanknop te voorkomen.
UIT: de zelfontspanner is uitgeschakeld.
Wilt u de zelfontspanner gebruiken, selecteer dan
10 SEC of 2 SEC van het menu Zelfontspanner en
volg onderstaande aanwijzingen.
1
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de
camera scherp te stellen.
3 Attentie
Zorg er wel voor dat u zich achter de camera be-
vindt wanneer u de ontspanknop half indrukt. Als
u voor de lens staat, heeft dit invloed op de scherp-
stelling en de belichting.
2
Activeer de zelfontspanner.
Druk de ontspanknop rustig en vol-
ledig in om de zelfontspanner te ac-
tiveren. De aanduiding op het LCD-
scherm laat het aantal seconden
tot het openen van de sluiter zien. Wilt u de
zelfontspanner onderbreken voordat de foto is
genomen, druk dan op DISP/BACK.
9
Vlak voordat de foto
wordt genomen, begint
de zelfontspannerlamp
op de voorkant van de
camera te knipperen. Als
de vertraging van twee
seconden is geselec-
teerd, dan knippert de
zelfontspannerlamp gedurende deze tijd.
B
B
ZELFONTSPANNER
ZELFONTSPANNER
76
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Intelligente gezichtsdetectie
Het is raadzaam Intelligente gezichtsdetectie (pag. 22)
te gebruiken wanneer u de zelfontspanner gebruikt
voor groeps- of zelfportretten omdat u er dan zeker van
kunt zijn dat de camera scherpstelt op de gezichten.
Wilt u de zelfontspanner gebruiken in combinatie met
Intelligente gezichtsdetectie, selecteer dan 10 SEC of
2 SEC van het menu Zelfontspanner en druk vervolgens
de ontspanknop volledig in om de zelfontspanner te
activeren. De gezichtsdetectie zal tijdens de vertraging
worden uitgevoerd en vlak voordat de sluiter opent, zul-
len de scherpstelling en de belichting worden ingesteld.
Zorg ervoor dat het onderwerp niet beweegt tot nadat
de foto gemaakt is.
1 Opmerking
De zelfontspanner wordt automatisch uitgeschakeld
nadat de foto is gemaakt en wanneer een andere opna-
mestand of de afspeelstand wordt geselecteerd en wan-
neer de camera wordt uitgeschakeld.
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als intel-
ligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
o MULTI: Automatische scèneherkenning wordt
gebruikt om de belichting aan te passen aan di-
verse omstandigheden.
p SPOT: De camera meet de lichtomstandigheden
in het midden van het beeld. Aan te bevelen wan-
neer de achtergrond veel lichter of donkerder is
dan het belangrijkste onderwerp. Deze optie kan
worden gebruikt in combinatie met scherpstelver-
grendeling (pag. 24) om de belichting te meten
van onderwerpen die zich niet in het midden van
het beeld bevinden.
q INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op
basis van het gemiddelde van het gehele beeld.
Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto’s
met hetzelfde licht en is in het bijzonder e ectief
voor het fotograferen van landschappen en het
maken van portretten van onderwerpen met wit-
te of zwarte kleding.
77
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer een instelling die overeenkomt met de
lichtbron zodat uw foto’s natuurlijke kleuren krijgen
(zie de Verklarende woordenlijst op pagina 115 voor
uitleg over de betekenis van “witbalans”).
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
AUTO De witbalans wordt automatisch ingesteld.
h
Om een witbalanswaarde te meten.
i
Voor onderwerpen in direct zonlicht.
j
Voor onderwerpen in de schaduw.
k
Voor “daglicht” tl-buizen.
l
Voor “warmwitte” tl-buizen.
m
Voor “koelwitte” tl-buizen.
n
Voor gloeilampverlichting.
Indien AUTO niet het gewenste resultaat oplevert (bij
het maken van close-ups bijvoorbeeld), dan kunt u h
selecteren en een witbalanswaarde meten of een optie
selecteren die overeenkomt met het aanwezige licht.
1 Opmerkingen
Bij andere instellingen dan h, wordt de witbalans au-
tomatisch ingesteld wanneer de  itser wordt gebruikt.
Klap de  itser in (pag. 27) om met een andere instelling
foto’s te maken.
De resultaten variëren met de omstandigheden waaronder
wordt gefotografeerd. Speel de foto’s direct af om op het
LCD-scherm te controleren of de kleuren naar wens zijn.
h
h
: Aangepaste witbalans
: Aangepaste witbalans
Selecteer h om de witbalans
aan ongebruikelijke lichtom-
standigheden aan te passen.
De hiernaast afgebeelde op-
ties worden getoond. Richt
de camera op een wit voorwerp zodat het gehele
beeld gevuld is en druk de ontspanknop volledig in
om de witbalans te meten.
Als vervolgens de melding “VOLTOOID!” verschijnt,
drukt u op MENU/OK om de witbalans op de gemeten
waarde te zetten. Deze waarde kan weer worden
opgeroepen door de hierboven beschreven opties
voor de aangepaste witbalans op het LCD-scherm
weer te geven en op MENU/OK te drukken.
Als de melding “ONDER” verschijnt, verhoog dan de
belichtingscompensatie (pag. 33) en probeer het
opnieuw.
Als de melding “OVER” verschijnt, verlaag dan de be-
lichtingscompensatie en probeer het opnieuw.
2 Tip
Om met opzet een speciaal kleure ect aan uw foto’s te
geven, gebruikt u bij het meten van de persoonlijke wit-
balans een gekleurd in plaats van een wit voorwerp.
NIET WIJZIGEN STOP
NIEUWE WB
PERSOONLIJKE WB
ONTSPANNER
NIET WIJZIGEN STOP
NIEUWE WB
PERSOONLIJKE WB
ONTSPANNER
D
D
WITBALANS
WITBALANS
78
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
E
E
SNELLER AF en AE
SNELLER AF en AE
Wanneer deze optie op AAN wordt gezet, stelt de
camera de scherpstelling en de belichting sneller in
en kunt u sneller foto’s maken.
1 Opmerkingen
• De stand AAN verhoogt het energiegebruik. Selecteer
de stand UIT om energie te sparen.
• De optie E EVF/LCD in het instelmenu wordt automa-
tisch ingesteld op 60 fps wanneer sneller AF en AE is
ingeschakeld (pag. 94).
F
F
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Hiermee wordt bepaald hoe de camera scherpstelt.
u CONTINU AF:
De camera stelt voortdurend scherp
op het onderwerp om de focus aan te passen aan
eventuele veranderingen in de afstand tot het on-
derwerp, zelfs als de ontspanknop niet is ingedrukt
(let wel, hierdoor worden de batterijen extra belast).
Intelligente gezichtsdetectie wordt automatisch
uitgeschakeld en G SCHERPSTELLING wordt
automatisch ingesteld op r AF (CENTRUM). Ge-
bruik deze optie voor bewegende onderwerpen.
v ENKELVOUDIG AF: Wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt, wordt scherpgesteld waarna
deze scherpstelling wordt vastgehouden. Gebruik
deze optie voor stilstaande onderwerpen.
79
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
t AF-VELD KEUZE: Het scherp-
stelveld kan handmatig wor-
den geselecteerd met de
keuzeknop omhoog, om-
laag, links of rechts. Wanneer
het scherpstelframe zich in de gewenste positie
bevindt, drukt u op MENU/OK. Selecteer deze optie
om nauwkeurig te kunnen scherpstellen wanneer
de camera op een statief staat. Let wel, de belich-
ting wordt ingesteld op het onderwerp in het mid-
den van het scherpstelframe, gebruik AF/AE-ver-
grendeling om de belichting in te stellen voor een
ander onderwerp (pag. 24).
x VOLGEN: Positioneer het
onderwerp in het midden
van het scherpstelgebied en
druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen. Houd
de ontspanknop ingedrukt om het voorwerp te
volgen terwijl het door het kader beweegt. Ge-
bruik deze optie voor grillig bewegende onder-
werpen.
P
80
F
2. 8
PROGRAMMA SHIFT
P
80
F
2. 8
PROGRAMMA SHIFT
G SCHERPSTELLING
Deze optie bepaalt de manier van scherpstellen van
de camera wanneer Intelligente gezichtsdetectie is
uitgeschakeld (pag. 21). Wanneer de macromodus
(pag. 26) is ingeschakeld, stelt de camera scherp op
het onderwerp in het midden van het scherm, on-
geacht welke instelling is geselecteerd.
r AF (CENTRUM): De camera
stelt scherp op het onder-
werp dat zich in het midden
van het frame bevindt. Bij
deze instelling kan scherp-
stelvergrendeling worden gebruikt.
s AF (MULTI): Wanneer de ontspanknop half inge-
drukt wordt, meet de camera contrastrijke onder-
werpen nabij het midden van het frame en selec-
teert de camera het scherpstelveld automatisch
(wordt het scherpstelframe niet weergegeven, se-
lecteer dan r AF (CENTRUM) en gebruik scherp-
stelvergrendeling, pag. 24).
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
Scherpstelframe
Half
indrukken
OK AFBREKEN
KIES AF VELD
OK AFBREKEN
KIES AF VELD
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
80
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
H
H
SCHERPTE
SCHERPTE
Om aan te geven of contou-
ren al dan niet moeten wor-
den verzacht.
HARD: om foto’s van gebou-
wen of documenten harde
contouren te geven.
STANDAARD: standaard scherpte. Aanbevolen voor
de meeste situaties.
UIT:
om portretten e.d. zachte contouren te geven.
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
INSTELLINGEN
AANGEP. INSTELLEN
STANDAARD
UIT
HARD
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
INSTELLINGEN
AANGEP. INSTELLEN
STANDAARD
UIT
HARD
I
I
FLITSLICHT
FLITSLICHT
Om de lichtsterkte van de  it-
ser in te stellen. Kies uit waar-
den tussen +
2
/
3 EV en
2
/
3 EV.
De standaard instelling is ±0.
Hierbij moet worden opge-
merkt dat de resultaten in grote mate afhankelijk zijn
van de heersende omstandigheden en de afstand
tot het onderwerp.
J
J
BELICHTINGSTRAP
BELICHTINGSTRAP
Hiermee bepaalt u de inter-
valwaarde voor de belich-
tingstrap wanneer de stand
O (BELICHT. TRAP) als conti-
nustand is geselecteerd (pag.
29). U heeft keuze uit ±
1
/
3 EV, ±
2
/
3 EV en ±1 EV (zie de
Verklarende woordenlijst op pagina 115 voor uitleg
over de betekenis van “EV).
INSTELLINGEN
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
3
1
3
2
0
INSTELLINGEN
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
3
1
3
2
0
INSTELLINGEN
OPNAMESTANDEN
0
3
1
STD
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
1
EV
EV
EV
INSTELLINGEN
OPNAMESTANDEN
0
3
1
STD
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
1
EV
EV
EV
81
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
In de menu’s F-standen en Afspeelmenu kunt u de foto’s beheren die in het interne geheugen of op de
geheugenkaart zijn opgeslagen.
1
Druk op a om de afspeelstand in te
schakelen.
2
Druk op de F-knop om het menu F-
standen weer te geven.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-item
te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
ZONDER DATUM
ALLES RESETTEN
MET DATUM
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te se-
lecteren.
6
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
Het menu
Het menu
F
F
-standen gebruiken
-standen gebruiken
82
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
De opties van het menu
De opties van het menu
F
F
-standen
-standen
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
I
I
DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
Om foto’s in een diavoorstelling af te spelen (zie hieronder).
K
K
OPDRACHT (DPOF)
OPDRACHT (DPOF)
Om foto’s te selecteren voor afdruk met een DPOF- en PictBridge-compatibele printer (pag. 57).
I
I
DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
Met deze functie kunt u uw foto’s afspelen in een diavoorstelling. Selecteer het type diavoorstelling en druk
op MENU/OK om de diavoorstelling te starten. U kunt op ieder moment tijdens de voorstelling op DISP/BACK
drukken om een helpscherm weer te geven. Opgenomen  lms worden automatisch afgespeeld en de dia-
voorstelling gaat na a oop van de  lm automatisch verder. De diavoorstelling kan op elk gewenst moment
worden beëindigd door op MENU/OK te drukken.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
NORMAAL
Druk op de keuzeknop links of rechts om een foto voor- of achteruit te gaan. Selecteer FADE-IN om over-
gangen tussen foto’s weer te geven.
FADE-IN
NORMAAL g
Zie boven, maar de camera zoomt automatisch in op gezichten die met Intelligente gezichtsdetectie zijn
herkend.
FADE-IN g
MULTI BEELD Om meerdere foto’s tegelijk weer te geven.
1 Opmerking
De camera wordt tijdens diavoorstellingen niet automatisch uitgeschakeld.
83
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
1
Druk op a om de afspeelstand in te
schakelen.
2
Druk op MENU/OK om het Afspeelmenu
op het LCD-scherm weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-item
te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
ENKELE FOTO
ALLE FOTO'S
AFBREKEN
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te se-
lecteren.
6
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
Het Afspeelmenu gebruiken
Het Afspeelmenu gebruiken
84
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
De opties van het Afspeelmenu
De opties van het Afspeelmenu
De volgende opties zijn beschikbaar:
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
A
A
WISSEN
WISSEN
Om de geselecteerde foto’s of alle foto’s
te wissen (pag. 50).
B
B
VERWIJDER R.
VERWIJDER R.
OGEN
OGEN
Maak kopieën waarop rode-ogenverwij-
dering is toegepast (pag. 84).
C
C
FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
Om foto’s te draaien (pag. 85).
D
D
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
Om foto’s tegen wissen te beveiligen
(pag. 86).
E
E
KOPIËREN
KOPIËREN
Om foto’s te kopiëren van het interne ge-
heugen naar een geheugenkaart of vice
versa (pag. 87).
F
F
VOICE MEMO
VOICE MEMO
Om voice memo’s aan foto’s toe te voe-
gen (pag. 89).
G
G
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
Om een uitsnede van een foto te maken
(pag. 91).
O NIEUW FORMAAT
Van foto’s kleine kopieën maken (pag. 92).
M
M
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Om de basisinstellingen van de camera in
te voeren (pag. 93).
B
B
VERWIJDER R. OGEN
VERWIJDER R. OGEN
Indien de huidige foto is voorzien van een g-picto-
gram om aan te geven dat de foto met Intelligente
gezichtsdetectie is gemaakt, dan kan deze functie
worden gebruikt om rode ogen te verwijderen. De
foto wordt door de camera geanalyseerd, als er rode
ogen worden waargenomen, ondergaat de foto een
speciaal proces en wordt er een kopie aangemaakt
waarop rode-ogenverwijdering is toegepast.
OK AFBREKEN
VERWIJDEREN OK?
VERWIJDERING R. OGEN
1 Opmerkingen
Rode ogen worden niet verwijderd wanneer de camera
geen gezicht kan detecteren of wanneer het gezicht in
pro el werd gefotografeerd. De resultaten kunnen per
omgeving verschillen. Rode ogen kunnen niet worden
verwijderd van foto’s waarop rode-ogenverwijdering al
eerder is toegepast noch van foto’s die met andere ca-
mera’s zijn gemaakt.
De hoeveelheid tijd die nodig is om een foto te verwer-
ken, hangt af van het aantal gedetecteerde gezichten.
• Kopieën die werden gemaakt met B VERWIJDER R.
OGEN worden tijdens het afspelen voorzien van een
e-pictogram.
85
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
C
C
FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
Standaard worden foto’s die
als portret (staand) zijn ge-
maakt als landschap (liggend)
weergegeven. Gebruik deze
optie om de foto’s in de juiste
richting op het LCD-scherm af te spelen. Deze instel-
ling heeft geen enkele invloed op de manier waarop
ze op een computer of een ander apparaat worden
weergegeven.
1 Opmerkingen
Beveiligde foto’s kunnen niet worden gedraaid. Verwij-
der de beveiliging van foto’s die u gedraaid wilt afspelen
(pag. 86).
De camera is mogelijk niet in staat om fotos te draaien
die met andere camera’s zijn gemaakt.
Speel de te draaien foto af en selecteer C FOTO
DRAAIEN in het Afspeelmenu (pag. 83).
AFBREKENWIJZIG
FOTO DRAAIEN
AFBREKENWIJZIG
FOTO DRAAIEN
1
Druk op de keuzeknop omlaag om
de foto 90 ° rechtsom, of op de keuze-
knop omhoog om de foto 90 ° links-
om te draaien.
2
Druk op MENU/OK om de bewerking te
bevestigen (druk op DISP/BACK om af
te sluiten zonder de foto te draaien).
De foto wordt de volgende keer tijdens het afspelen
automatisch gedraaid.
86
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
D
D
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
U kunt foto’s beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. De volgende opties zijn be-
schikbaar.
FOTO
FOTO
Geselecteerde foto’s beveiligen.
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de gewenste foto af te spelen.
OK AFBREKEN
BEVEILIGEN OK?
OK AFBREKEN
WIS BEVEILIGING?
Onbeveiligde foto Beveiligde foto
2
Druk op MENU/OK om de foto te be-
veiligen. Als de foto al is beveiligd,
dan wordt de beveiliging ongedaan
gemaakt wanneer op MENU/OK wordt
gedrukt.
3
Herhaal de stappen 12 om meer fo-
tos te beveiligen. Druk op DISP/BACK
om af te sluiten.
BEVEILIG ALLES
Druk op MENU/OK om alle foto’s te
beveiligen, of op DISP/BACK om af
te sluiten zonder de beveiliging
van de foto’s te veranderen.
OK AFBREKEN
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
ALLES BEVEILIGEN?
ALLES RESETTEN
ALLES RESETTEN
Druk op MENU/OK om de bevei-
liging van alle foto’s ongedaan
te maken, of op DISP/BACK om af
te sluiten zonder de beveiliging
van de foto’s te veranderen.
OK AFBREKEN
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
ALLES RESETTEN?
Als het aantal foto’s waarop
de bewerking moet worden
uitgevoerd erg groot is, dan
wordt nevenstaande afbeel-
ding op het LCD-scherm
weergegeven. Druk op DISP/BACK om af te sluiten
voordat de bewerking is voltooid.
3 Attentie
Beveiligde foto’s worden wel gewist wanneer de geheugen-
kaart of het interne geheugen wordt geformatteerd (pag. 98).
AFBREKENAFBREKEN
87
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
1
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om a INTERN y b KAART
(foto’s kopiëren van intern geheugen
naar geheugenkaart) of b KAART y
a INTERN (foto’s kopiëren van geheugenkaart
naar intern geheugen) te selecteren.
2
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
OK AFBREKEN
KOPIËREN
KAART
KAART
INTERN
INTERN
ALLE FOTO'S
FOTO
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om FOTO of ALLE FOTO’S te
selecteren.
4
Druk op MENU/OK.
2 Tip: Fotos van een geheugenkaart kopiëren naar een an-
dere geheugenkaart
Om foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart te
kopiëren, plaatst u eerst de geheugenkaart met de foto’s
en kopieert u de foto’s naar het interne geheugen. Daarna
verwijdert u de kaart, plaatst u de andere geheugenkaart
en kopieert u de foto’s vanuit het interne geheugen naar
deze kaart.
E
E
KOPIËREN
KOPIËREN
U kunt foto’s kopiëren van het interne geheugen naar een geheugenkaart, of vice versa.
88
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
FOTO
FOTO
Geselecteerde foto’s kopiëren.
100-0001
100-0001
KOPIËREN OK?
OK AFBREKEN
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de gewenste foto af te spelen.
2
Druk op MENU/OK om de foto te kopië-
ren.
3
Herhaal de stappen 12 om meer fo-
to’s te kopiëren. Druk op DISP/BACK om
af te sluiten.
ALLE FOTO’S
ALLE FOTO’S
Druk op MENU/OK om alle foto’s
te kopiëren, of op DISP/BACK
om af te sluiten zonder de fo-
to’s te kopiëren.
OK AFBREKEN
100-0001
100-0001
DIT KAN ENIGE TIJD
DUREN
ALLES KOPIËREN?
3 Attentie
Het kopiëren wordt onderbroken wanneer de bestem-
ming onvoldoende capaciteit heeft.
Informatie voor DPOF printopdrachten wordt niet mee-
gekopieerd (pag. 58).
89
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
F
F
VOICE MEMO
VOICE MEMO
Gebruik de afspeelstand om
een foto af te spelen en se-
lecteer F VOICE MEMO om
een voice memo aan een foto
toe te voegen.
1 Opmerking
Aan  lms en beveiligde foto’s kunnen geen voice memo’s
worden toegevoegd. Verwijder de beveiliging voordat u
een voice memo aan een foto toevoegt (pag. 86).
1
Houd de camera vast op een afstand van onge-
veer 20 cm met de microfoon op de mond ge-
richt.
Microfoon
30
s
OPNAME STANDBY
START AFBREKEN
30
s
OPNAME STANDBY
START AFBREKEN
2
Druk op MENU/OK om de opname te
starten.
28
s
NEEMT OP
OPNAME HER-OPNAME
Resterende tijd
Knippert rood
3
Druk nogmaals op MENU/OK om de
opname te beëindigen. De opname
wordt na 30 seconden automatisch
beëindigd.
OPNAME HER-OPNAME
VOLTOOID
1 Opmerkingen
Als er voor de huidige foto al een voice memo is opgenomen, dan worden de rechts af-
gebeelde opties weergegeven. Selecteer HER-OPNAME om de bestaande voice memo te
vervangen.
Voice memo’s worden opgeslagen als WAV-bestanden in PCM-indeling (pag. 115).
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
HER-OPNAME
TERUG
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
HER-OPNAME
TERUG
90
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
Voice memos afspelen
Foto’s met voice memo’s worden tijdens het afspelen aangeduid met
het pictogram q. Druk op de keuzeknop omlaag om de voice memo
af te spelen. Druk nogmaals op de keuzeknop omlaag om het afspe-
len te pauzeren, druk op de keuzeknop omhoog om het afspelen te
beëindigen. Druk op de keuzeknop links om terug te spoelen, rechts
om snel vooruit te spoelen. De volumeregeling kan worden weerge-
geven door op de MENU/OK-knop te drukken; druk op de keuzeknop
omhoog of omlaag om het volume in te stellen en druk nogmaals op
MENU/OK om het afspelen te hervatten.
STOP PAUZE
15
s
15
s
Voortgangsbalk
De voortgang wordt
op het LCD-scherm
weergegeven.
1 Opmerking
Voice memo’s die met andere apparaten zijn opgenomen, kunnen mogelijk niet door de camera worden afge-
speeld.
3 Attentie
Zorg ervoor dat de luidspreker tijdens het afspelen niet wordt bedekt.
Luidspreker
91
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
G
G
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
Gebruik de afspeelstand om een foto af te spelen en selecteer G BEELDUITSNEDE in het Afspeelmenu
(pag. 83).
1
Gebruik de zoomregelaar om op de foto in of uit
te zoomen, en de keuzeknop om de foto te ver-
schuiven totdat het gewenste gedeelte wordt
weergegeven (druk op DISP/BACK) om terug te
keren naar de afspeelstand zonder een uitver-
groting te hebben gemaakt).
BEELDUITSNEDE
OK AFBREKEN
Het navigatievenster
toont het gedeelte
van de foto dat op het
LCD-scherm wordt
weergegeven
Zoomindicator
Wanneer de grootte van de uiteindelijke kopie
Q is, wordt OK weergegeven in het geel.
2 Tip: Intelligente gezichtsdetectie
Als de foto werd gemaakt met
Intelligente gezichtsdetectie
(pag. 21), dan verschijnt g
op het LCD-scherm. Druk op
de g-knop om in te zoomen
op het geselecteerde gezicht.
2
Druk op MENU/OK. Er verschijnt een be-
vestigingsscherm.
AFBREKENOK
OPSLAAN OK?
Het kopieerformaat wordt bovenaan het LCD-
scherm getoond. Grotere uitsneden produceren
grotere kopieën, alle kopieën hebben een beeld-
verhouding van 4 : 3.
3
Druk op MENU/OK om de uitsnede op
te slaan in een afzonderlijk bestand.
1 Opmerking
Van foto’s gemaakt met andere camera’s kan geen
beelduitsnede worden gemaakt.
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
AFBREKEN
OK
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
AFBREKEN
OK
92
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
O
O
NIEUW FORMAAT
NIEUW FORMAAT
Gebruik, om een kleine kopie van een foto te maken, de afspeelstand om een foto af te spelen en selecteer
O NIEUW FORMAAT in het afspeelmenu (pag. 83).
1
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om a STANDAARD of
b KLEIN te selecteren.
2
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te selecteren.
3
Druk op MENU/OK om de foto naar het
geselecteerde formaat te kopiëren.
93
Menu’s
Het menu Instellingen
Het menu Instellingen gebruiken
Het menu Instellingen gebruiken
1
Geef het menu Instellingen weer op het
LCD-scherm.
1.1 Druk op MENU/OK om het menu
voor de huidige stand weer ge-
ven.
1.2 Druk op keuzeknop omhoog of
omlaag om M INSTELLINGEN
te selecteren.
1.3 Druk op de keuzeknop rechts
om het menu Instellingen weer
te geven.
INSTELLINGEN
CONT.
1.5
S
30
fps
WEERGAVE
NUMMERING
2X STABILISATIE
AF-HULPLICHT
DIGIT. ZOOM
EVF/LCD
UIT
AAN
2
Selecteer een pagina.
2.1 Druk op de keuzeknop links of
rechts om een pagina te selecte-
ren.
2.2 Druk op de keuzeknop omlaag
om een menu te openen.
3
Pas de instellingen aan.
3.1 Druk op de keuzeknop omhoog
of omlaag om een menu-item te
selecteren.
3.2 Druk op de keuzeknop rechts om
de opties van het geselecteerde
item weer te geven.
INSTELLINGEN
NEDERLANDS
UITSCHAKELEN
TIJDVERSCHIL
SCHERMKLEUR
BATTERIJTYPE
FORMATTEREN
2
MIN
5
MIN
UIT
2
MIN
3.3 Druk op de keuzeknop omhoog
of omlaag om een optie te selec-
teren.
3.4 Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
94
Het menu Instellingen
De opties van het menu Instellingen
De opties van het menu Instellingen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
W
A
A
WEERGAVE
WEERGAVE
Om aan te geven hoe lang foto’s moeten worden afgespeeld na-
dat ze zijn gemaakt (pag. 95).
CONT. / 3 S / 1.5 S /
ZOOM / UIT
1.5 S
B
B
NUMMERING
NUMMERING
Om de naamgeving van bestanden te bepalen (pag. 96). CONT. / RESET CONTINU
L
L
2X STABILISATIE
2X STABILISATIE
Schakel beeldstabilisatie tijdens opname (l CONTINU) in of alleen
wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt (m ALLEEN OPNAME).
OFF schakelt beeldstabilisatie uit (pag. 17).
l /m/ OFF l
C
C
AF-HULPLICHT
AF-HULPLICHT
Om het AF-hulplicht aan of uit te zetten (pag. 25). AAN / UIT AAN
D
D
DIGIT. ZOOM
DIGIT. ZOOM
Om digitale zoom te activeren of te deactiveren (pag. 97). AAN / UIT UIT
E
E
EVF/LCD
EVF/LCD
Kies 30 fps om de levensduur van de batterij te verlengen, 60 fps
voor een betere weergavekwaliteit.
30 fps / 60 fps 30 fps
X
F
F
DATUM/TIJD
DATUM/TIJD
Om de klok van de camera in te stellen (pag. 14).
G
G
BEDIENING VOL.
BEDIENING VOL.
Om het volume van het geluid van de bedieningsorganen in te
stellen.
b (hoog) /
c (middelmatig) /
d (laag) / eUIT (gedempt)
c
H
H
SLUITER VOLUME
SLUITER VOLUME
Om het volume van het sluitergeluid in te stellen.
I
I
AFSPEEL VOLUME
AFSPEEL VOLUME
Pas het volume aan voor de weergave van  lms en voice memo’s
(pag. 97).
7
m
m
AUTO ROT. WEERG.
AUTO ROT. WEERG.
Selecteer AAN om “staande” (portret) foto’s tijdens het afspelen
automatisch te draaien.
AAN / UIT AAN
J
J
LCD HELDERHEID
LCD HELDERHEID
Om de helderheid van het LCD-scherm in te stellen (pag. 97). –5+5 0
Y
K
K
FORMATTEREN
FORMATTEREN
Om het interne geheugen of een geheugenkaart te formatteren
(pag. 98).
——
L
L
a
a
Om een taal te selecteren (pag. 14). Zie pagina 120 ENGLISH
M
M
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Om de tijd voor het uitschakelen in te stellen (pag. 98). 2 MIN / 5 MIN / UIT 2 MIN
N
N
TIJDVERSCHIL
TIJDVERSCHIL
Om de klok op de plaatselijke tijd in te stellen (pag. 99).
h/gh
O
O
SCHERMKLEUR
SCHERMKLEUR
Om een kleurschema te selecteren.
T
T
BATTERIJTYPE
BATTERIJTYPE
Om aan te geven door welk batterijtype de camera wordt gevoed
(pag. 9).
x/y/zx
95
Menu’s
Het menu Instellingen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
Z
P
P
ONTLADEN
ONTLADEN
Om de oplaadbare Ni-MH batterijen te ontladen (pag. 100).
Q
Q
VIDEO SYST.
VIDEO SYST.
Om een videostand voor aansluiting op een televisietoestel te
selecteren (pag. 55).
NTSC / PAL
R
R
RESET
RESET
Om de standaardwaarden te herstellen van alle instellingen, behal-
ve F DATUM/TIJD N TIJDVERSCHIL, O SCHERMKLEUR, T BATTERIJTY-
PE en Q VIDEO SYST.. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op
keuzeknop links of rechts om OK te selecteren en druk op MENU/OK.
——
S
S
AANGEP.
AANGEP.
RESETTEN
RESETTEN
Om alle instellingen voor opnamestand C te resetten. Er verschijnt
een bevestigingsscherm. Druk op keuzeknop links of rechts om
OK te selecteren en druk op MENU/OK.
——
A
A
WEERGAVE
WEERGAVE
Wilt u uw foto’s direct na het fotograferen terugzien op het LCD-scherm, selecteer dan een andere instelling
dan UIT. De foto’s kunnen gedurende 1,5 seconde (1.5 SEC), 3 seconden (3 SEC) of totdat op MENU/OK wordt
gedrukt (CONTINU en ZOOM (CONTINU) wordt getoond). Als CONTINU is geselecteerd, kan de d-knop
worden gebruikt om de belichting te controleren (pag. 48). Als ZOOM (CONTINU) is geselecteerd, is het
mogelijk om in te zoomen op foto's, zodat u de scherpstelling en andere details kunt controleren (zie pagina
47). Let wel, ZOOM (CONTINU) is niet beschikbaar in de stand continu fotograferen (pag. 29). Bovendien
kunnen de kleuren bij de instellingen 1.5 SEC en 3 SEC enigszins afwijken van de uiteindelijke foto.
1 Opmerking
Foto’s die in andere standen voor continu fotograferen zijn genomen dan de stand I, O en L worden altijd weer-
gegeven na opname. Foto’s die zijn genomen in de andere standen voor continu fotograferen worden opgenomen
zonder te worden weergegeven.
Knipoogdetectie (pag. 23)
Bij andere instellingen dan UIT wordt een waarschuwing weergegeven als de camera onderwerpen detecteert die
mogelijk met de ogen hebben geknipperd tijdens het maken van de foto. Als ZOOM (CONTINU) is geselecteerd, kunt
u deze onderwerpen met behulp van zoom bekijken.
96
Het menu Instellingen
B
B
NUMMERING
NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in bestanden waarvan de bestandsnamen begin-
nen met een viercijferig bestandsnummer dat telkens met één wordt verhoogd. Tij-
dens het afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven, zoals de afbeelding
rechts laat zien. Met B NUMMERING kan het bestandsnummer worden teruggezet
op 0001, bijvoorbeeld omdat er een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of omdat de
geheugenkaart of het interne geheugen opnieuw is geformatteerd.
CONTINU: De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of
het eerst beschikbare bestandsnummer, welke dan ook het hoogst is. Selecteer deze opties om minder
bestanden met dezelfde bestandsnaam te krijgen.
RESET: De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheu-
gen is geformatteerd.
1 Opmerkingen
Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, dan wordt de ontspanknop geblokkeerd (pag. 113).
• Met R RESET (pag. 95) wordt B NUMMERING ingesteld op CONTINU, maar de framenummering wordt niet te-
ruggesteld.
De framenummers van foto’s die met andere camera’s zijn genomen, zijn meestal niet dezelfde.
100-0001
100-0001
Framenummer
Bestands-
nummer
Map-
nummer
100-0001
100-0001
Framenummer
Bestands-
nummer
Map-
nummer
97
Menu’s
Het menu Instellingen
D
D
DIGIT. ZOOM
DIGIT. ZOOM
Als deze instelling op AAN wordt gezet en T wordt
geselecteerd wanneer het maximale bereik van
optische zoom is bereikt, dan wordt digitale zoom
gebruikt waardoor het beeld nog verder wordt uit-
vergroot. Om digitale zoom te annuleren, zoomt u
uit tot het minimumbereik van digitale zoom en se-
lecteert u W.
Zoomindicator
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM aan
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM uit
WWTT
Digit. zoom
Optische zoomOptische zoom
3 Attentie
Digitale zoom levert een lagere beeldkwaliteit op dan op-
tische zoom.
I
I
AFSPEEL VOLUME
AFSPEEL VOLUME
Druk de keuzeknop omhoog
of omlaag om het volume te
kiezen voor de weergave van
lms en voice memo’s en druk
op MENU/OK om te selecteren.
7
OK AFBREKEN
VOLUME
J
J
LCD HELDERHEID
LCD HELDERHEID
Druk op keuzeknop omhoog
of omlaag om de helderheid
van het LCD-scherm in te stel-
len en druk op MENU/OK om de
instelling te activeren.
OK AFBREKEN
0
LCD HELDERHEID
98
Het menu Instellingen
K
K
FORMATTEREN
FORMATTEREN
Met deze functie kan het
interne geheugen of een
geheugenkaart worden ge-
formatteerd. Wanneer er een
geheugenkaart in de camera
is geplaatst, dan verschijnt b in het dialoogvenster
dat hier rechts wordt afgebeeld en wordt de geheu-
genkaart geformatteerd. Wanneer er geen geheu-
genkaart is geplaatst, dan verschijnt a en wordt
het interne geheugen geformatteerd. Druk op keu-
zeknop links om OK te selecteren, en op MENU/OK
om te beginnen met formatteren.
3 Attentie
• Alle gegevens—inclusief beveiligde foto’s—worden ge-
wist. Kopieer belangrijke foto’s eerst naar een computer
of ander opslagapparaat.
Tijdens het formatteren, mag de afdekkap van het bat-
terijencompartiment niet worden geopend.
M
M
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer
de camera niet wordt bediend. De batterij gaat lan-
ger mee als voor een kortere tijd wordt gekozen; bij
instelling op UIT moet de camera handmatig wor-
den uitgeschakeld. De camera wordt niet automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de camera is aangeslo-
ten op een printer (pag. 57) of computer (pag. 67) en
tijdens diavoorstellingen (pag. 82).
2 Tip: De camera inschakelen
Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automa-
tisch werd uitgeschakeld, gebruikt u de G-schake-
laar of druk u op de a-knop gedurende ongeveer een
seconde (pag. 13).
OK STOPPEN
OK
FORMATTEREN OK?
ALLE DATA WORDT GEWIST!
FORMATTEREN
OK STOPPEN
OK
FORMATTEREN OK?
ALLE DATA WORDT GEWIST!
FORMATTEREN
99
Menu’s
Het menu Instellingen
N
N
TIJDVERSCHIL
TIJDVERSCHIL
Gebruik deze functie tijdens het reizen om de klok van de camera op een eenvoudige manier in te stellen
op de plaatselijke tijd van uw bestemming zonder de tijd van thuis te verliezen.
1
Voer het verschil tussen de plaatselijke tijd
en de tijd van uw eigen tijdzone in.
1.1 Druk op keuzeknop omhoog of
omlaag om g LOKAAL te se-
lecteren.
1.2 Druk op de keuzeknop rechts om
het tijdverschil weer te geven.
00
:
00
12 / 31 / 2050
12 / 31 / 2050
10:00
AM
10:00
AM
OK AFBREKEN
TIJDSVERSCHIL
1.3
Druk op de keuzeknop links of
rechts om +, , uren of minuten
te selecteren; druk op omhoog of
omlaag om de instelling te wijzi-
gen. De minimale instelling is 15 minuten.
1.4 Druk op MENU/OK als de instelling
is voltooid.
2
Schakel over tussen de plaatselijke tijd en de
tijd van uw eigen tijdzone.
Selecteer g LOKAAL en druk op MENU/OK om
de klok van de camera in te stellen op de lo-
kale tijd. Selecteer h THUIS om de klok van
de camera in te stellen op de tijd van uw ei-
gen tijdzone. Als g LOKAAL is geselecteerd,
dan verschijnt gedurende drie seconden het
g-pictogram op het LCD-scherm wanneer de
opnamestand wordt ingeschakeld en wordt
de datum in het geel weergegeven.
12/31 /2050
12/31 /2050
10: 00
AM
10: 00
AM
Controleer of de datum en tijd correct zijn na-
dat u de tijdzone heeft veranderd.
100
Het menu Instellingen
2
Druk op de keuzeknop links of rechts
om OK te selecteren.
3
Druk op MENU/OK om te beginnen met
het ontladen van de batterijen. Wan-
neer de batterijen volledig zijn ontla-
den, begint de indicator voor het batterijniveau
rood te knipperen en gaat de camera uit. Druk
op DISP/BACK om het ontladen te annuleren voor-
dat de batterijen volledig ontladen zijn.
P
P
ONTLADEN
ONTLADEN
(alleen Ni-MH batterijen)
(alleen Ni-MH batterijen)
De capaciteit van oplaadbare
Ni-MH batterijen kan tijdelijk
verminderen wanneer ze ge-
durende langere tijd niet wor-
den gebruikt of als ze worden
opgeladen voordat ze volledig ontladen zijn. De ca-
paciteit kan worden verhoogd door de batterijen
enkele malen te ontladen met behulp van de optie
P ONTLADEN en ze met behulp van een batterij-
lader (los verkrijgbaar) weer op te laden. Gebruik
P ONTLADEN niet met niet-oplaadbare batterijen.
Bovendien moet worden opgemerkt dat de batte-
rijen niet worden ontladen wanneer de camera
wordt gevoed door de los verkrijgbare netstroom-
adapter met DC-koppelstuk.
1
Wanneer u P ONTLADEN selec-
teert, verschijnt bovenstaand scherm.
Druk op MENU/OK.
ONTLADEN OK?
HET ONTLADEN KAN
ENIGE TIJD DUREN
OK STOPPEN
OK
ONTLADEN
OK AFBREKEN
ONTLAAD UITSLUITEND
OPLAADBARE
NI-MH BATTERIJEN!
ONTLADEN
OK AFBREKEN
ONTLAAD UITSLUITEND
OPLAADBARE
NI-MH BATTERIJEN!
ONTLADEN
101
Optionele accessoires
De camera ondersteunt een grote verscheidenheid aan accessoires van FUJIFILM en andere merken.
FINEPIX
S2500HD/S2700HD
Serie
S1800/S1900
Serie
S1600/S1700
Serie
Computer-gerelateerd
Computer-gerelateerd
Audio/video
Audio/video
Printen
Printen
Standaard TV (verkrijgbaar via
de detailhandel)
PictBridge-compatibele printer
(verkrijgbaar via de detailhandel)
USB-A/V-kabel
USB-A/V-kabel
USB-A/V-kabel
SD-kaartsleuf of kaartlezer
Computer (verkrijgbaar via
de detailhandel)
SD/SDHC-
geheugenkaarten
Printer (verkrijgbaar via
de detailhandel)
HDTV (verkrijgbaar via
de detailhandel)
HDMI-kabel (alleen voor
S2500HD/S2700HD serie)
Technische informatie
102
Optionele accessoires
Accessoires van FUJIFILM
Accessoires van FUJIFILM
De volgende optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij FUJIFILM. Informeer bij uw lokale FUJIFILM verte-
genwoordiger naar de allernieuwste accessoires die in uw regio leverbaar zijn of ga naar http://www.fujifilm.
com/products/digital_cameras/index.html.
Netstroomadapter
Netstroomadapter AC-5VX (vereist
DC-koppelstuk CP-04)
Te gebruiken bij langdurig afspelen en bij het naar een
computer kopiëren van foto’s (de vorm van de adapter
en de stekker kunnen per land variëren).
DC-koppelstuk
DC-koppelstuk CP-04 Sluit de netstroomadapter AC-5VX op de camera aan.
103
Technische informatie
Onderhoud van de camera
Om langdurig van uw camera te kunnen genieten, moeten onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
worden genomen.
Opslag en gebruik
Opslag en gebruik
Neem de batterij en de geheugenkaart uit de camera
wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal
worden gebruikt. Bewaar en gebruik de camera niet
op plaatsen waar de camera wordt blootgesteld aan,
of in contact kan komen met:
• regen, stoom of rook
• vocht en vuil
direct zonlicht of zeer hoge temperaturen, zoals in
een auto op een zonnige dag
• extreme kou
• sterke trillingen
sterke magnetische velden, zoals een zendmast,
hoogspanningskabel, radarstation, motor, transfor-
mator of magneet
• vluchtige chemicaliën, zoals pesticiden
• rubber of vinyl
Water en zand
Water en zand
Water en zand kunnen ook de camera en de interne
circuits en mechanismen beschadigen. Bescherm de
camera tegen zand en water wanneer u de camera
meeneemt naar het strand e.d. Leg de camera niet
neer op een natte of vochtige ondergrond.
Condensatie
Condensatie
Door plotselinge temperatuursstijgingen, zoals wanneer
u op een koude dag een verwarmd gebouw binnen-
komt, kan er in de camera condensatie optreden. Als dit
gebeurt, schakelt u de camera uit en wacht u minimaal
een uur voordat u de camera weer inschakelt. Als zich
condensatie op de geheugenkaart voordoet, verwijdert
u de kaart en wacht u totdat alle condens is verdampt.
Reiniging
Reiniging
Gebruik een blaaskwast om stof van de lens en het LCD-
scherm te verwijderen en neem ze vervolgens met een
zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd
door de lens of het LCD-scherm voorzichtig te reinigen
met een FUJIFILM lensreinigingsdoekje waarop een kleine
hoeveelheid lensreinigingsvloeistof is aangebracht. Wees
voorzichtig om geen krassen op de lens of het LCD-
scherm te maken. Het camerahuis kan worden schoonge-
maakt met een zachte, droge doek. Gebruik nooit alcohol,
verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën.
Op reis
Op reis
Houd de camera bij u in uw handbagage. Bagage die
moet worden ingecheckt, kan aan hevige schokken
worden blootgesteld waardoor de camera zou kunnen
worden beschadigd.
104
Probleemoplossing
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Voeding
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De batterijen zijn niet in de juiste richting in het
batterijcompartiment geplaatst.
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat-
terijcompartiment.
8
De afdekkap van het batterijcompartiment is
niet vergrendeld.
Vergrendel de afdekkap van het batterijcomparti-
ment.
9
De netstroomadapter en het koppelstuk zijn
niet goed aangesloten.
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed
aan.
Er hebben gedurende langere tijd geen batte-
rijen in de camera gezeten en de camera werd
ook niet gevoed door de netstroomadapter
met DC-koppelstuk.
Plaats batterijen of sluit de netstroomadapter met
DC-koppelstuk aan, wacht enkele ogenblikken en
schakel de camera in.
De batterij raakt
snel leeg.
De batterijen zijn koud.
Warm de batterijen op in een van uw zakken of op
een andere plaats en stop de batterijen pas vlak
voordat u gaat fotograferen in de camera.
iv
Er zit vuil op de polen van de batterij.
Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
De M-stand van de camera is geactiveerd.
Selecteer een andere opnamestand. 35
De batterijen zijn nieuw, zijn gedurende lange
tijd niet gebruikt of zijn weer opgeladen zonder
dat ze eerst volledig zijn ontladen (alleen van
toepassing op oplaadbare Ni-MH batterijen).
Ontlaad de Ni-MH batterijen met behulp van de op-
tie P ONTLADEN en laad ze op in een batterijla-
der (los verkrijgbaar). Batterijen die hun lading zelfs
nadat ze enkele malen zijn ontladen en opgeladen
niet kunnen vasthouden, hebben het einde van hun
levensduur bereikt en moeten worden vervangen.
100
De opnamestand E SNELLER AF en AE is in-
geschakeld.
Schakel de opnamestand E SNELLER AF en AE uit
om de stroomafname van de batterij te verlagen.
78
F SCHERPSTELLING staat ingesteld op
u CONTINU AF.
Selecteer een andere instelling voor de scherpstel-
ling.
78
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld.
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De netstroomadapter of het koppelstuk is af-
gekoppeld.
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed
aan.
Probleemoplossing
105
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Menu’s en schermen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
De menu’s en de schermen zijn
niet in het Nederlands.
De optie L a van het menu Instel-
lingen is niet ingesteld op Nederlands.
Selecteer NEDERLANDS.14, 94
Opname
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Fotograferen
Er wordt geen foto
gemaakt wanneer
de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Het geheugen is vol.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of maak
ruimte door foto’s te wissen.
11, 50
Het geheugen is niet geformatteerd.
Formatteer het interne geheugen of de geheu-
genkaart.
98
Er zit vuil op de contacten van de geheugen-
kaart.
Maak de contacten schoon met een zachte,
droge doek.
De geheugenkaart is beschadigd. Plaats een nieuwe geheugenkaart. 11
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera is automatisch uitgeschakeld. Schakel de camera in. 13
Na het maken van
een foto wordt
het LCD-scherm
donker.
De  itser heeft ge itst.
Het LCD-scherm kan donker worden terwijl de
itser weer wordt opgeladen. Wacht totdat de
itser is opgeladen.
27
Scherpstelling
De camera stelt
niet scherp.
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de
camera.
Gebruik de macrostand.
26
Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera.
Schakel de macrostand uit.
Het onderwerp is niet geschikt voor automa-
tische scherpstelling.
Gebruik scherpstelvergrendeling. 24
106
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Intelligente
gezichts-
detectie
Gezichtsdetectie is
niet beschikbaar.
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschik-
baar in de huidige opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 35
Gezichten worden
niet herkend.
Het gezicht van het onderwerp wordt verbor-
gen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.
Verwijder het voorwerp wat het gezicht ver-
bergt.
21
Het gezicht van het onderwerp beslaat
slechts een minuscuul deel van het beeld.
Pas de compositie zo aan dat het gezicht van
het onderwerp een groter deel van het beeld
beslaat.
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of
zelfs horizontaal.
Vraag het onderwerp het hoofd rechtop te
houden.
De camera wordt schuin gehouden. Houd de camera recht. 16
Het gezicht van het onderwerp is onderbe-
licht.
Zorg voor meer licht.
Er is een verkeerd
onderwerp ge-
kozen.
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter
bij het midden van het scherpstelframe dan
het belangrijkste onderwerp.
Pas de compositie aan of schakel gezichtsde-
tectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling.
21, 24
Close-ups
De macrostand is
niet beschikbaar.
De macrostand is niet beschikbaar in de hui-
dige opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 26, 35
Flitser
De  itser  itst niet.
De  itser is ingeklapt. Klap de  itser uit. 27
De  itser is bezig met opladen. Wacht totdat de  itser is opgeladen. 27
De  itser is niet beschikbaar in de huidige
opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 35
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera bevindt zich in de stand super
macro of de continustand.
Schakel de stand super macro en de continu-
stand uit.
26, 29
De continustand is
niet beschikbaar.
De  itser is niet beschikbaar in de huidige
opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 35
Het onderwerp
wordt niet volledig
door de  itser
verlicht.
Het onderwerp bevindt zich buiten het be-
reik van de  itser.
Breng het onderwerp dichterbij. 120
Het venster van de itser is bedekt. Houd de camera op de juiste wijze vast. 16
Korte sluitertijd geselecteerd. Kies een langere sluitertijd. 40, 42
107
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Beeldproble-
men
De foto’s zijn
bewogen.
De lens is vuil. Maak de lens schoon. 103
De lens is bedekt.
Houd geen voorwerpen of vingers voor de
lens.
16
s verschijnt tijdens het fotograferen en het
scherpstelframe wordt rood.
Controleer de scherpstelling voordat u de foto
maakt.
111
k verschijnt tijdens het fotograferen.
Gebruik de  itser of een statief. 2728
De foto’s hebben
spikkels.
De omgevingstemperatuur is hoog en het
onderwerp is onderbelicht.
Dit is normaal en duidt niet op een defect. 70
Verticale lijnen
verschijnen op
foto’s.
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge
temperaturen.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afge-
koeld.
Verticale lichtspie-
geling (smear) op
de foto.
De zon of een fel voorwerp verschijnt in het
beeld.
Er kunnen witte of paarse lijnen verschij-
nen wanneer er een zeer fel voorwerp in het
scherm wordt scherpgesteld. Dit is normaal
en duidt niet op een defect. Vervaging wordt
niet op foto’s vastgelegd maar kan wel in lms
verschijnen. Probeer, indien mogelijk, het op-
nemen van  lms met felle voorwerpen in of
dichtbij het beeld te vermijden.
115
Opslaan
De foto’s worden
niet opgeslagen.
De voeding werd tijdens het fotograferen
onderbroken.
Schakel de camera uit voordat u de netstroom-
adapter/het koppelstuk aansluit. De bestan-
den, de geheugenkaart en het interne geheu-
gen kunnen beschadigd worden als de camera
ingeschakeld blijft.
Opnamestand
continu
fotograferen
Er wordt maar één
foto gemaakt.
De zelfontspanner is ingeschakeld en de
opties L en N werden geselecteerd in de
stand continu fotograferen.
Schakel de zelfontspanner uit. 75
108
Probleemoplossing
Afspelen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Foto’s
De foto’s zijn korrelig.
De foto’s zijn gemaakt met een camera van
een ander merk of model.
——
Afspeelzoom is niet
beschikbaar.
De foto is aangepast of uitgesneden naar a
of de camera is van een ander merk of model.
—47
Audio
Geen geluid bij het
afspelen van voice
memo’s en  lms.
De stille stand van de camera is geactiveerd. Deactiveer de stille stand. 18
Het volume is te laag ingesteld. Stel het volume in. 97
De microfoon was bedekt.
Houd de camera tijdens het lmen op de
juiste wijze vast.
52, 89
De luidspreker is bedekt.
Houd de camera tijdens het afspelen op de
juiste wijze vast.
54, 90
Wissen
De geselecteerde
foto’s worden niet
gewist.
Sommige van de te wissen foto’s zijn bevei-
ligd.
Maak de beveiliging ongedaan met het appa-
raat waarmee de beveiliging is aangebracht.
86
Nummering
De bestandsnumme-
ring wordt onver-
wacht teruggezet.
De afdekkap van het batterijcompartiment
werd geopend terwijl de camera was inge-
schakeld.
Schakel de camera uit voordat u de afdekkap
van het batterijcompartiment opent.
8
109
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Aansluitingen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
TV
LCD-scherm is uit.
De camera is op een televisietoestel aange-
sloten.
Foto’s bekijken op een televisietoestel. 56
Geen beeld of
geluid.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 55
Een A/V-kabel werd aangesloten tijdens het
weergeven van een  lm.
Sluit de camera pas aan nadat het afspelen is
beëindigd.
54, 55
Het kanaal van het televisietoestel is ingesteld
op “TV.
Stel het kanaal in op “VIDEO”.
De camera is niet ingesteld op het juiste vi-
deosysteem.
Stel de camera via Q VIDEO SYST. in op het-
zelfde systeem als het televisietoestel.
95
Het volume van het televisietoestel is te laag. Stel het volume in.
Geen kleur.
De camera is niet ingesteld op het juiste vi-
deosysteem.
Stel de camera via Q VIDEO SYST. in op het-
zelfde systeem als het televisietoestel.
95
Computer
De computer herkent
de camera niet.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 67
PictBridge
Foto’s kunnen niet
worden afgedrukt.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 57
De printer is niet ingeschakeld. Schakel de printer in.
Er wordt maar een
exemplaar afgedrukt.
De printer is niet compatibel met PictBridge.
De datum wordt niet
afgedrukt.
110
Probleemoplossing
Diversen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Er gebeurt niets wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Tijdelijke storing van de camera.
Verwijder de batterijen en plaats ze terug of
koppel de netstroomadapter en het DC-kop-
pelstuk af en weer aan.
8
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera functioneert niet
naar behoren.
Tijdelijke storing van de camera.
Verwijder de batterijen en plaats ze terug of
koppel de netstroomadapter en het DC-kop-
pelstuk af en weer aan. Neem contact op met
uw FUJIFILM-dealer wanneer het probleem
zich blijft voordoen.
8
Ik wil in het buitenland een
netstroomadapter en DC-kop-
pelstuk gebruiken.
Controleer het etiket op de netstroomadapter.
De netstroomadapter is geschikt voor span-
ningen van 100240 V. Raadpleeg uw reis-
agent voor informatie over verloopstekkers.
111
Probleemoplossing
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Op het LCD-scherm kunnen de volgende waarschuwingen worden weergegeven:
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
B (rood)
De batterijen zijn bijna leeg.
Plaats nieuwe of opgeladen batterijen.
A (knippert rood)
De batterijen zijn leeg.
k
Lange sluitertijd. De foto kan bewegingson-
scherpte gaan vertonen.
Gebruik de itser of plaats de camera op een statief.
s
(rood weergegeven
met een rood scherp-
stelframe)
De camera is niet in staat scherp te stellen.
Gebruik scherpstelvergrendeling om eerst scherp te stellen
op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt
en bepaal pas daarna de compositie van de foto (pag. 24).
Probeer een onderbelicht onderwerp scherp te stellen op
een afstand van ongeveer 2 m.
Gebruik bij het maken van close-ups de macrostand om
scherp te stellen.
De diafragma-opening
of de sluitertijd wordt
rood weergegeven
Het onderwerp is te helder of te donker. De foto
wordt over- of onderbelicht.
Gebruik de  itser als het onderwerp te donker is.
KNIPOOG DETECTEREN
Een onderwerp heeft of onderwerpen hebben
mogelijk met de ogen geknipperd.
Maak indien gewenst een nieuwe foto.
SCHERPSTELFOUT
Storing van de camera.
Schakel de camera uit en weer aan zonder de lens aan te
raken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer
het probleem zich blijft voordoen.
SCHAKEL DE CAMERA UIT EN
SCHAKEL DIE WEER IN
LENSAANSTURING DEFECT
GEEN KAART
Geen geheugenkaart geplaatst wanneer E KO-
PIËREN in het Afspeelmenu wordt geselecteerd.
Plaats een geheugenkaart.
KAART NIET
GEFORMATTEERD!
De geheugenkaart of het interne geheugen is niet
geformatteerd of de geheugenkaart is geformat-
teerd met een computer of ander apparaat.
Formatteer de geheugenkaart of het interne geheugen met
behulp van de menu-optie K FORMATTEREN van het
menu Instellingen van de camera (pag. 98).
De contacten van de geheugenkaart moeten
worden schoongemaakt.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Format-
teer de geheugenkaart (pag. 98). Wanneer de melding voortdu-
rend terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
112
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
BEVEILIGDE KAART De geheugenkaart is schrijfbeveiligd.
Verwijder de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart (pag.
10).
BEZIG MET OPSLAAN De geheugenkaart is verkeerd geformatteerd. Formatteer de geheugenkaart met de camera (pag. 98).
KAARTFOUT
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in deze camera.
Formatteer de geheugenkaart (pag. 98).
De contacten van de geheugenkaart moeten
worden schoongemaakt of de geheugenkaart
is beschadigd.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. For-
matteer de geheugenkaart (pag. 98). Wanneer de melding
voortdurend terugkomt, moet de geheugenkaart worden
vervangen.
Incompatibele geheugenkaart. Gebruik een compatibele geheugenkaart.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
b GEHEUGEN VOL
De geheugenkaart of het interne geheugen is
vol, er kunnen geen foto’s worden opgeslagen
of gekopieerd.
Wis foto’s of plaats een geheugenkaart waarop ruimte be-
schikbaar is.
a GEHEUGEN VOL
INTERN GEHEUGEN IS VOL
GEBRUIK GEHEUGENKAART
SCHRIJFFOUT NAAR KAART
Geheugenkaartfout of verbindingsfout.
Plaats de geheugenkaart nog een keer of schakel de camera
uit en weer aan. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer
wanneer het probleem zich blijft voordoen.
Onvoldoende geheugen om extra foto’s op te
slaan.
Wis foto’s of plaats een geheugenkaart waarop ruimte be-
schikbaar is.
De geheugenkaart of het interne geheugen is
niet geformatteerd.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart
(pag. 98).
KAART LEESFOUT
Het bestand is beschadigd of niet met deze ca-
mera aangemaakt.
Het bestand kan niet worden afgespeeld.
De contacten van de geheugenkaart moeten
worden schoongemaakt.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. For-
matteer de geheugenkaart (pag. 98). Wanneer de melding
voortdurend terugkomt, moet de geheugenkaart worden
vervangen.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
113
Probleemoplossing
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
MAX. NUM. BEREIKT
De camera heeft het hoogste framenummer
(999-9999) bereikt.
Formatteer de geheugenkaart en selecteer de instelling RE-
SET van de optie B NUMMERING van het menu M IN-
STELLINGEN. Maak een foto om het framenummer in te
stellen op 100-0001, ga terug naar het menu B NUMME-
RING en selecteer de optie CONTINU.
TE VEEL FOTO’S
Er is voor sorteren op datum een datum gekozen
waarop er meer dan 4999 foto’s zijn gemaakt.
Kies een andere datum.
DEZE FOTO IS BEVEILIGD
U hebt geprobeerd een voice memo toe te voe-
gen of een beveiligde foto te wissen.
Maak de beveiliging ongedaan voordat u voice memo’s toe-
voegt of foto’s wist.
u FOUT
Het bestand waarin de voice memo is opgesla-
gen, is beschadigd.
De voice memo kan niet worden afgespeeld.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
b KAART IS LEEG
De bron die is geselecteerd in de optie E KOPI-
ËREN van het Afspeelmenu bevat geen foto’s.
Selecteer een andere bron.
a KAART IS LEEG
a UITSNEDE NIET
MOGELIJK
U heeft geprobeerd een uitsnede te maken van
een foto van het formaat a.
Dat is met deze foto’s niet mogelijk.
UITSNEDE NIET MOGELIJK
Het bestand van de voor de uitsnede te gebrui-
ken foto is beschadigd of niet met deze camera
gemaakt.
a NIET MOGELIJK
U heeft geprobeerd een nieuw formaat van foto
a te maken.
Van a en b beelden kan geen nieuw formaat worden
gemaakt.
b NIET MOGELIJK
U heeft geprobeerd een nieuw formaat van foto
b te maken.
DPOF LEESFOUT
De DPOF printopdracht op de huidige geheu-
genkaart bevat meer dan 999 foto’s.
Kopieer de foto’s naar het interne geheugen en maak daar
een nieuwe printopdracht aan.
INSTELLEN DPOF De foto kan niet met DPOF worden afgedrukt.
F INSTELLEN DPOF
Films kunnen niet met DPOF worden afgedrukt.
DRAAIEN NIET MOGELIJK
De foto is beveiligd. Verwijder de beveiliging voordat u de foto’s draait.
F DRAAIEN NIET MOGELIJK
Films kunnen niet worden gedraaid.
114
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
HOUDT DE DISP-KNOP
INGEDRUKT OM DE
STILLE STAND UIT TE ZETTEN
U heeft geprobeerd het volume in te stellen
terwijl de stille stand van de camera is geacti-
veerd.
Deactiveer de stille stand alvorens het volume in te stellen.
COMMUNICATIE PROBLEEM
Er is tijdens het afdrukken of het kopiëren van
een foto een communicatiefout opgetreden.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of de USB-ka-
bel goed is aangesloten.
PRINTER PROBLEEM
Het papier of de inkt van de printer is op of er
heeft zich een ander printerprobleem voorge-
daan.
Controleer de printer (zie de gebruiksaanwijzing van de prin-
ter voor details). Schakel de printer uit en weer aan om het
afdrukken te hervatten.
PRINTER PROBLEEM
DOORGAAN?
Controleer de printer (zie de gebruiksaanwijzing van de
printer voor details). Druk op MENU/OK als het afdrukken niet
automatisch wordt hervat.
PRINTEN NIET MOGELIJK
U heeft geprobeerd een  lm, een foto die niet
met deze camera is gemaakt of een foto in een
indeling die niet door de printer wordt onder-
steund af te drukken.
Films en sommige foto’s die met andere apparaten zijn ge-
maakt, kunnen niet worden afgedrukt. Als de foto wel met
deze camera is gemaakt, controleer dan of de printer de be-
standsindeling JFIF-JPEG of Exif-JPEG ondersteunt. Is dat niet
het geval, dan kunnen de foto’s niet worden afgedrukt.
115
Verklarende woordenlijst
Digit. Zoom: In tegenstelling tot optische zoom vergroot digitale zoom niet de zichtbare hoeveelheid detail. De details
die in optische zoom zichtbaar zijn, worden slechts uitvergroot waardoor er een “korrelig” beeld ontstaat.
DPOF (Digital Print Order Format): Een norm waarmee foto’s afgedrukt kunnen worden met “printopdrachten
die in het interne geheugen of op een geheugenkaart zijn opgeslagen. De printopdracht bevat informatie
over welke foto’s en in welke aantallen de foto’s moeten worden afgedrukt.
EV (Exposure Value): De belichtingswaarde EV wordt bepaald door de gevoeligheid van de beeldsensor en
de hoeveelheid licht die in de camera valt en waaraan de beeldsensor wordt blootgesteld. Bij iedere verdubbeling van
de hoeveelheid licht, wordt de waarde van EV verhoogd met 1, bij iedere halvering van de hoeveelheid licht, wordt de
waarde van EV verlaagd met 1. De hoeveelheid licht die in de camera valt, kan worden bepaald met behulp van het
diafragma en de sluitertijd.
Exif Print: Een norm voor het bewaren van foto-informatie voor optimale kleurweergave tijdens het afdrukken.
HDMI (High-De nition Multimedia Interface): Een interfacenorm voor het overbrengen van beeld en geluid dat audio-
input aan de DVI-interface toevoegt. Deze wordt gebruikt om computers op schermen aan te sluiten.
JPEG (Joint Photographic Experts Group): Een gecomprimeerde bestandsindeling voor kleurenafbeeldingen. Hoe hoger
de compressieverhouding, hoe groter het verlies van informatie en hoger de afname van de beeldkwaliteit tijdens het
weergeven van de foto.
Motion JPEG:
Een AVI-formaat (Audio Video Interleave) dat geluid en JPEG-beelden opslaat in één enkel bestand. Motion JPEG-
bestanden kunnen worden afgespeeld in Windows Media Player (DirectX 8.0 of hoger vereist) of QuickTime 3.0 of hoger.
Smear of verticale lichtspiegeling: Een voor CCD’s kenmerkend fenomeen waarbij er witte strepen verschijnen wanneer er
een zeer fel licht, zoals zonlicht of zelfs weerkaatst zonlicht, in beeld verschijnt.
WAV (Waveform Audio Format): Een standaard Windows indeling voor geluidsbestanden. WAV-bestanden hebben de
extensie “*.WAV” en kunnen zowel gecomprimeerd als ongecomprimeerd zijn. De camera gebruikt ongecomprimeerd
WAV. WAV-bestanden kunnen worden afgespeeld met de Windows Media Player of met QuickTime 3.0 of hoger.
Witbalans: Het menselijk brein past zich automatisch aan aan veranderingen in de kleur van het licht, waardoor voor-
werpen die onder een bepaalde lichtbron wit lijken, dat nog steeds doen wanneer de kleur van de lichtbron verandert.
Digitale camera’s kunnen deze aanpassing nabootsen door bij het verwerken van de foto’s rekening te houden met de
kleur van de lichtbron. Dit proces staat bekend als “witbalans”.
Appendix
116
Capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart
Onderstaande tabel toont de maximale opnametijd of het maximale aantal foto’s dat met de verschillende
beeldkwaliteiten beschikbaar is. Alle genoemde aantallen zijn bij benadering, de bestandsgroottes zijn af-
hankelijk van het opgenomen onderwerp, waardoor er grote verschillen kunnen zijn in het aantal bestanden
dat kan worden opgeslagen. Het kan ook voorkomen dat het resterende aantal opnamen en de resterende
opnametijd niet gelijkmatig afnemen.
O
O
BEELDGROOTTE (Stilbeeld)
BEELDGROOTTE (Stilbeeld)
O
O
P
P
4 : 3
4 : 3
3 : 2
3 : 2
16 : 9
16 : 9
4 : 3
4 : 3
3 : 2
3 : 2
16 : 9
16 : 9
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
Formaat
Formaat 12 M 11 M 9 M 6 M 5 M 4 M
Bestandsgrootte
Bestandsgrootte 6,0 MB 3,1 MB 5,3 MB 2,7 MB 4,5 MB 2,3 MB 3,0 MB 1,6 MB 2,7 MB 1,4 MB 2,3 MB 1,2 MB
Intern geheugen
Intern geheugen
(ca. 23 MB)
(ca. 23 MB)
3 7 4 8 5 10 8 15 9 18 10 21
SD-kaart
SD-kaart
512 MB
512 MB
80 160 90 180 100 210 160 310 180 350 210 400
1 GB
1 GB 150 310 170 340 200 400 310 600 350 670 400 770
2 GB
2 GB
320 630 360 710 420 840 640 1240 720 1400 840 1620
SDHC-kaart
SDHC-kaart
4 GB
4 GB
640 1270 720 1430 860 1680 1280 2490 1450 2800 1690 3250
8 GB
8 GB 1300 2560 1460 2870 1720 3380 2580 5000 2910 5620 3400 6530
16 GB
16 GB
2680 5270 3010 5920 3560 6970 5320 10310 6000 11590 7020 13470
117
Appendix
Capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart
O
O
BEELDGROOTTE (Stilbeeld)
BEELDGROOTTE (Stilbeeld)
O
O
KWALITEIT (Films)
KWALITEIT (Films)
Q
Q
c
c
*
*
a
a
*
*
b
b
*
*
4 : 3
4 : 3
3 : 2
3 : 2
16 : 9
16 : 9
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
FINE
FINE
NORMAL
NORMAL
Formaat
Formaat 3 M 2 M 720p VGA QVGA
Bestandsgrootte
Bestandsgrootte 1,7 MB 0,9 MB 1,5 MB 0,8 MB 1,1 MB 0,6 MB
Intern geheugen
Intern geheugen
(ca. 23 MB)
(ca. 23 MB)
15 29 17 32 22 41 5 sec. 19 sec. 41 sec.
SD-kaart
SD-kaart
512 MB
512 MB
300 560 330 620 430 800 1 min. 6 min. 14 min.
1 GB
1 GB 570 1070 640 1180 830 1530 3 min. 12 min. 26 min.
2 GB
2 GB
1180 2230 1320 2480 1730 3200 7 min. 26 min. 56 min.
SDHC-kaart
SDHC-kaart
4 GB
4 GB
2360 4460 2650 4970 3480 6400 15 min. 53 min. 112 min.
8 GB
8 GB 4740 8960 5320 9970 6980 12850 31 min. 107 min. 226 min.
16 GB
16 GB
9780 18470 10960 20560 14400 26490 64 min. 221 min. 908 min.
* De bepaalde tijd voor  lms is de totale lengte van alle  lmbestanden. Afzonderlijke  lms mogen niet groter dan 2 GB of lan-
ger dan 15 minuten zijn, ongeacht de capaciteit van de geheugenkaart.
118
Technische gegevens
Systeem
Model Digitale Camera FinePix S2500HD/S2700HD serie, S1800/S1900 serie, S1600/S1700 serie
E ectieve pixels 12,2 miljoen
CCD
1
/
2,3 -in., Bayer CCD met vierkante pixel en primair kleuren lter
Opslagmedia Intern geheugen (ca. 23 MB) SD/SDHC-geheugenkaarten (zie pagina 10)
Bestandssysteem In overeenstemming met Design Rule for Camera File System (DCF), Exif 2.2, en Digital Print Order
Format (DPOF)
Bestandsindeling Stilbeeld: Exif 2.2 JPEG (gecomprimeerd) Films: AVI-format Motion JPEG
Audio: monauraal WAV
Formaat (pixels)
O 4 : 3: 4000 × 3000 (12 M)• O 3 : 2: 4000 × 2664 (11 M)• O 16 : 9: 4000 × 2248 (9 M)
P 4 : 3: 2816 × 2112 (6 M)• P 3 : 2: 2816 × 1864 (5 M)• P 16 : 9: 2816 × 1584 (4 M)
Q 4 : 3: 2048 × 1536 (3 M)• Q 3 : 2: 2048 × 1360 (3 M)• Q 16 : 9: 1920 × 1080 (2 M)
Bestandsgrootte Zie p agina 116 117
Lens ( S2500HD/S2700HD serie en
S1800/S1900 serie)
Fujinon lens met 18 × optische zoom, F/3,1 (groothoek)–5,6 (tele)
Brandpuntsafstand f=5 mm–90 mm (gelijkwaardig aan standaard 35mm lens: 28 mm–504 mm)
Lens ( S1600/S1700 serie)
Fujinon lens met 15 × optische zoom, F/3,1 (groothoek) – 5,6 (tele)
Brandpuntsafstand f=5 mm–75 mm (gelijkwaardig aan standaard 35mm lens: 28 mm–420 mm)
Digit. zoom Stilbeeld: Ca. 6,3 × (S2500HD/S2700HD serie en S1800/S1900 serie: tot 113,4 × met optische zoom;
S1600/S1700 serie: tot 94,5 × met optische zoom)
Films: 3 × (c); 2 × (a/b)
Diafragma F3,1 en F6,4 (groothoek), F5,6 en F11,0 (tele) met ND- lter
Scherpstelbereik (vanaf de
voorkant van de lens)
Ca. 40 cmoneindig (groothoek), 2,5 m–oneindig (tele)
Macro: Ca. 5 cm–3 m (groothoek); 1,8 m3 m (tele)
Super macro: Ca. 2 cm–100 cm (groothoek)
Sneller AF en AE: Ca. 1,5 m–oneindig (groothoek), 3 m– oneindig (tele)
Gevoeligheid Standaard uitgangsgevoeligheid gelijkwaardig aan ISO 64, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400 (3200
en 6400 zijn alleen beschikbaar voor beeldformaten van Q); AUTO, AUTO (400), AUTO (800)
119
Appendix
Technische gegevens
Systeem
Belichtingsmeting TTL-belichtingsmeting (through-the-lens) met 256 segmenten MULTI, SPOT, INTEGRAAL
Belichtingsregeling Geprogrammeerd AE, sluiter AE, diafragma AE en handmatige belichting
Belichtingscompensatie 2 EV – +2 EV in stappen van
1
/
3 EV (standen P, S en A)
Scènemodi
D (NATURAL LIGHT), C (NATURAL & N), B (ZOOM BEL.TRAP), K (GLIMLACH),
L (PORTRET), M (LANDSCHAP), N (SPORT), O (NACHT), H (NACHT(STAT.)), P (VUURWERK),
Q (ZONSOPKOMST), R (SNEEUW), S (STRAND), U (FEESTEN), V (BLOEMEN),
W (DOCUMENTEN)
Scèneherkenning
Beschikbaar (camera selecteert automatisch b, c, d, e, f of g)
Stabilisatie Optische stabilisatie, CCD-verschuiving
Intelligente gezichtsdetectie Beschikbaar
Knipoogdetectie Beschikbaar
Sluitertijd (mechanische
en elektronische sluiter
gecombineerd)
P, S, A, M: 8 s –
1
/
2000 s
O:
1
/
8 s –
1
/
2000 s• H: 3 s
1
/
2000 s
P: 8 s –
1
/
2 s
Andere standen:
1
/
4 s –
1
/
2000 s
Continu
I: Tot 1,3 fps; max. 3 foto’s O: Tot 1,3 fps; max. 3 foto’s
N: Tot 1,3 fps; het maximale aantal foto’s hangt af van de beeldgrootte en het beschikbare ge-
heugen
L: Tot 1,3 fps; laatste 3 genomen foto’s K:
Tot en met 3,3 fps; max. 10 foto’s; formaat P
J: Tot en met 8 fps; max. 20 foto’s; formaat Q
Belichtingstrap ±
1
/
3 EV, ±
2
/
3 EV, ±1 EV
Scherpstelling Stand: Enkelvoudig AF, continu AF
Selectie van het scherpstelveld: AF (CENTRUM), AF (MULTI), AF-VELD KEUZE, VOLGEN
Automatisch scherpstelsysteem: Contrast-detect TTL AF
Witbalans Automatische scènedetectie, zes handmatige voorgeprogrammeerde programma’s voor direct
zonlicht, schaduw, daglicht tl-verlichting, warmwit tl-verlichting, koelwit tl-verlichting en gloei-
lampverlichting, aangepaste witbalans
Zelfontspanner Uit, 2 sec, 10 sec
120
Technische gegevens
Systeem
Flitser Handmatige pop-up  itser met CCD-gemeten automatische  itsbesturing (gebruikmakend van LCD-
scherm voor itsers); e ectief bereik met gevoeligheid ingesteld op AUTO is ca. 40 cm–8 m (groothoek) of
2,5 m4,4 m (tele), 30 cm3 m (groothoek) of 1,8 m–3 m (tele)
Flitsstand Automatisch, invul its, uit, langzame synchro (rode-ogenverwijdering uit), automatisch met rode-
ogenverwijdering, invul its met rode-ogenverwijdering, uit, langzame synchro met rode-ogen-
verwijdering (rode-ogenverwijdering aan)
Elektronische zoeker (EVF) 0,2-in., 200k-dot LCD-kleurenzoeker
Framebereik Ca. 99 % (opname), 100 % (weergave)
LCD-scherm 3,0-in., 230k-dot LCD-kleurenmonitor
Framebereik Ca. 97 % (opname), 100 % (weergave)
Films
c (1280 × 720/720p)/a (640 × 480/VGA)/b (320 × 240/QVGA); monauraal geluid; beeldsnelheid 30 fps
Opnamefuncties Instant zoom, intelligente gezichtsdetectie met rode-ogen verwijdering, snel opnemen, composi-
tiehulplijn, framenummergeheugen en weergave van histogrammen
Afspeelfuncties Intelligente gezichtsdetectie, rode-ogen verwijdering, micro miniaturen, multi-frame afspelen, sor-
teren op datum, beelduitsnede, nieuw formaat, diavoorstelling, foto draaien, voice memo, weer-
gave van histogrammen en belichtingswaarschuwing
Overige opties PictBridge, Exif Print, FinePix COLOR, taalkeuze (Arabisch, Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd
Chinees, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Japans, Koreaans, Litouws,
Nederlands, Noors, Perzisch, Pools, Portugees, Russisch, Slowaaks, Spaans, Thais, Tsjechisch, Turks,
Oekraïens en Zweeds), tijdverschil, batterijontlading, automatisch beeldrotatie voor afspelen
121
Appendix
Technische gegevens
In-/uitgangsaansluitingen
A/V OUT (audio/video-uitgang) NTSC- of PAL-uitgang met monauraal geluid
HDMI-uitgang (alleen voor
S2500HD/S2700HD serie)
HDMI Mini-aansluiting
Digitale in-/uitgang USB 2.0 High Speed, gedeelde A/V OUT-aansluiting
Voeding/overige
Voedingsbronnen AA alkaline batterijen (×4)
AA lithium batterijen (×4, verkrijgbaar via de detailhandel)
AA oplaadbare nikkel-metaal hydride (Ni-MH) batterijen (×4, verkrijgbaar via de detailhandel)
AC-5VX netstroomadapter en CP-04 DC-koppelstuk (apart verkrijgbaar)
Levensduur van de batterijen
(ongeveer het aantal opna-
men dat met nieuwe of vol-
ledig opgeladen batterijen
kan worden gemaakt)
Batterijtype
Batterijtype
Geschat aantal opnamen
Geschat aantal opnamen
Alkaline (type inbegrepen bij camera) 300
Lithium 700
Ni-MH 500
CIPA-norm, gemeten in B (auto) stand met behulp van de bij de camera meegeleverde batterijen
(alleen alkalinebatterijen) en SD-geheugenkaart.
Opmerking: Het aantal foto’s dat met een batterij kan worden gemaakt varieert per batterij en laad-
niveau en neemt af bij lage temperaturen.
Afmetingen van de camera 110,2 mm × 73,4 mm × 81,4 mm (B × H × D), exclusief projecties
Gewicht van de camera Ca. 337 g, exclusief batterijen, accessoires en geheugenkaarten
Gebruiksgewicht Ca. 432 g, inclusief batterijen en geheugenkaarten
Gebruiksomstandigheden Temperatuur: 0 °C – +40 °C
Vochtigheid: 80 % of minder (geen condensvorming)
122
Technische gegevens
Kleurentelevisiesystemen
NTSC (National Television System Committee) is een kleurensysteem dat vooral in de Verenigde Staten, Canada en
Japan wordt gebruikt. PAL (Phase Alternation by Line) is een kleurensysteem dat vooral in Europa en China wordt
gebruikt.
Mededelingen
Veranderingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden. FUJIFILM is niet aansprakelijk voor schade als
gevolg van fouten in deze gebruiksaanwijzing.
Hoewel het LCD-scherm met geavanceerde precisietechnologie is vervaardigd, kunnen er heldere punten en kleuraf-
wijkingen (vooral rondom tekst) verschijnen. Dit is normaal voor LCD-schermen van dit type en duidt niet op een
defect; de met de camera genomen foto’s hebben hier geen last van.
• De werking van digitale camera’s kan bij blootstelling aan krachtige radio-interferentie (zoals elektrische velden, stati-
sche elektriciteit, lijnruis) worden verstoord.
Als gevolg van het gebruikte type lens kan er bij de beeldranden enige vervorming optreden. Dit is normaal.
123
Memo
124
Memo
125
Memo
7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU, TOKYO 107-0052, JAPAN
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Fujifilm Finepix S1700 serie at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Fujifilm Finepix S1700 serie in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,52 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Fujifilm Finepix S1700 serie

Fujifilm Finepix S1700 serie User Manual - English - 140 pages

Fujifilm Finepix S1700 serie User Manual - German - 140 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info