De pijl naast het symbool van de pomp
duidt aan aan welke zijde zich de klep van
de brandstofvulopening bevindt.
Controlelamp grootlicht
De controlelamp gaat branden
wanneer u het grootlicht
inschakelt. De lamp knippert
wanneer u een lichtsignaal geeft.
Berichtenindicator
De controlelamp gaat branden
wanneer een nieuw bericht is
opgeslagen in de
informatiedisplay.
Controlelamp oliedruk
WAARSCHUWING
Hervat uw reis niet wanneer de
controlelamp oliedruk gaat branden
terwijl het oliepeil correct is. Laat het
systeem onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
Wanneer de lamp na het starten
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit op een
storing. Breng de auto tot stilstand zodra
dit veilig kan en zet de motor af. Controleer
het motoroliepeil. Zie Motorolie
controleren (bladzijde 11).
Controlelamp mistachterlicht
De controlelamp gaat branden
wanneer u de mistachterlichten
inschakelt.
Controlelamp onderhoudsbeurt
Auto's met dieselmotor
De controlelamp gaat branden
als onderhoud nodig is of er een
overmatige hoeveelheid
roetdeeltjes of drab in de olie aanwezig is.
Laat de motorolie zo spoedig mogelijk
verversen.
Uw dealer schakelt de controlelamp
onderhoudsbeurt uit nadat hij de
onderhoudsbeurt heeft uitgevoerd.
Controlelamp schakeling
De controlelamp brandt om aan
te geven dat schakelen naar een
hogere versnelling zuiniger is en
zorgt voor een lagere CO2-uitstoot. De
controlelamp brandt niet tijdens perioden
van hoge acceleraties, remmen of intrappen
van het koppelingspedaal.
Controlelamp stabiliteitsregeling
(ESP) en tractieregeling
N.B.: Wanneer het ESP systeem of het
tractieregelsysteem een storing vertoont,
schakelt het betreffende systeem
automatisch uit.
De controlelamp gaat branden
als een van de systemen is
geactiveerd. Wanneer de lamp
niet knippert of tijdens het rijden gaat
branden, duidt dit op een storing. Laat het
systeem onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
Wanneer u het ESP uitschakelt, gaat de
controlelamp branden. De lamp gaat uit
wanneer u het systeem weer inschakelt of
wanneer u het contact afzet.
Start/stop-indicatielamp
De lamp gaat branden wanneer
de motor automatisch is gestopt.
De lamp gaat knipperen om u te
laten weten wanneer de motor opnieuw
moet worden gestart. Zie Start/stop knop
gebruiken (bladzijde 9).
7
Transit (TT9) Vehicles Built From: 26-09-2011, Vehicles Built Up To: 31-12-2013