Controlelamp oliedruk
LET OP
Hervat uw reis niet wanneer de
controlelamp oliedruk gaat branden
terwijl het oliepeil correct is. Laat het
systeem onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
Wanneer de lamp na het starten
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit op een
storing. Breng de auto tot stilstand zodra
dit veilig kan en zet de motor af. Controleer
het motoroliepeil. Zie Motorolie
controleren (bladzijde 8). Vul direct olie
bij wanneer het oliepeil laag is.
Controlelamp mistachterlicht
De controlelamp gaat branden
wanneer u de mistachterlichten
inschakelt.
Indicator van onderhoudsinterval
De controlelamp gaat branden
als onderhoud nodig is of er een
overmatige hoeveelheid
roetdeeltjes of drab in de olie aanwezig is.
Laat de motorolie zo spoedig mogelijk
verversen.
Uw dealer schakelt de controlelamp
onderhoudsbeurt uit nadat hij de
onderhoudsbeurt heeft uitgevoerd.
Herinneringssysteem
veiligheidsgordel
Controlelamp schakeling
De controlelamp brandt
gedurende een korte periode om
aan te geven dat schakelen naar
een hogere versnelling zuiniger is en zorgt
voor een lagere CO2-uitstoot. De
controlelamp brandt niet tijdens perioden
van hoge acceleraties, remmen of intrappen
van het koppelingspedaal.
Controlelamp stabiliteitsregeling
(ESP) en tractieregeling
N.B.: Wanneer het ESP systeem of het
tractieregelsysteem een storing vertoont,
schakelt het betreffende systeem
automatisch uit.
De controlelamp gaat branden
als een van de systemen is
geactiveerd. Wanneer de lamp
niet knippert of tijdens het rijden gaat
branden, duidt dit op een storing. Laat het
systeem onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
Wanneer u het ESP uitschakelt, gaat de
controlelamp branden. De lamp gaat uit
wanneer u het systeem weer inschakelt of
wanneer u het contact afzet.
Controlelamp water in brandstof
Uitvoeringen met een dieselmotor
De controlelamp gaat branden
ingeval van overmatige
hoeveelheden water in het
brandstoffilter. Laat het systeem
onmiddellijk door een geschoolde monteur
controleren.
HANDMATIGE
KLIMAATREGELING
Aanbevolen instellingen voor
koeling
Schakel de airconditioning in.
Open de luchtroosters in het midden en aan
de zijkant.
Richt de middelste luchtroosters naar
boven en de luchtroosters aan de zijkant
op de zijruiten.
6
TourneoConnect/TransitConnect (TC7) Vehicles Built From: 24-05-2011, Vehicles Built Up To: 31-12-2013