Schakelaar elektronische stabiliteitsregeling (ESP). Zie Gebruik maken van
stabiliteitsregeling (bladzijde 149).
I
Schakelaar parkeerhulp. Zie Gebruik maken van de parkeerhulp
(bladzijde 155).
J
Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie
Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 59).
K
Controlelamp airbag aan passagierszijde uitgeschakeld. Zie
Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 31).
L
Schakelaars voor- en achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en
spiegels (bladzijde 112).
M
Toetsen klimaatregeling. Zie Handmatige klimaatregeling (bladzijde 107).
Zie Automatische klimaatregeling (bladzijde 109).
N
Aansteker. Zie Aansteker (bladzijde 127).
O
Contactslot. Zie Contactslot (bladzijde 133).
P
Schakelaars snelheidsregeling (cruise control). Zie Gebruik maken van
snelheidsregeling (cruisecontrol) (bladzijde 157). Schakelaars adaptieve
snelheidsregeling. Zie Gebruik maken van ACC (bladzijde 160).
Q
Verstelhendel stuurkolom. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 49).
R
Claxon.S
Schakelaars snelheidsregeling (cruise control). Zie Gebruik maken van
snelheidsregeling (cruisecontrol) (bladzijde 157). Schakelaars adaptieve
snelheidsregeling. Zie Gebruik maken van ACC (bladzijde 160).
T
Knieairbag aan bestuurderszijde. Zie Werking (bladzijde 27).
U
Opbergvak. Zie Opbergruimtes (bladzijde 129).
V
Keyless entry
Voor het passief vergrendelen en
ontgrendelen van de portieren moet zich
binnen een van de drie externe
detectiezones een passive key bevinden.
12
Kort overzicht