49
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
MOTORKAP
OPENEN afb. 46-47-48
Dit kan als volgt:
❒
trek hendel A in de richting van de
pijl;
❒
beweeg hendel B naar rechts zoals in
de afbeelding is aangegeven;
❒
til de motorkap omhoog en haal
tegelijkertijd de steunstang C uit de
klem D. Steek vervolgens het
uiteinde van de steunstang in de
houder E van de motorkap (groot
gat) en druk hem in de
veiligheidsstand (klein gat), zoals in de
afbeelding is weergegeven.
Rugleuning achterbank
terugklappen
Til de rugleuningen op en druk ze naar
achteren totdat deze vastklikken.
Plaats de gordelsloten rechtop.
BELANGRIJK Zorg er wanneer de
rugleuning naar de normale positie
wordt teruggeklapt voor dat deze goed
vastklikt.
Controleer of de rugleuning aan beide
kanten goed vastzit om te voorkomen
dat deze tijdens hard remmen naar
voren schiet, waardoor passagiers letsel
kunnen oplopen.
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
Verwijder de hoedenplank door deze los
te halen van de twee pennen aan de
zijkant en hem naar buiten te trekken.
afb. 46
KA00038m
Als de steunstang niet goed
wordt geplaatst, kan de
motorkap hard dichtvallen. Voer
deze handelingen alleen uit
wanneer de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
afb. 47