45
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
PORTIEREN
VERGRENDELEN/ONTGRENDEL
EN VAN BUITENAF afb. 40
Ontgrendelen
Draai de sleutel naar 1 en trek de
handgreep omhoog.
Bij uitvoeringen met centrale
vergrendeling (indien van toepassing)
worden tegelijkertijd alle portieren
ontgrendeld wanneer u de sleutel
draait.
Bij uitvoeringen met afstandsbediening
(indien van toepassing) drukt u op knop
Ë
om de portieren te ontgrendelen.
Let op dat u het portier
altijd op een veilige manier
opent.
Open de portieren alleen wanneer
de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
Vergrendelen
Sluit alle portieren volledig en draai de
sleutel naar 2.
Met centrale vergrendeling (indien van
toepassing) moeten alle portieren
volledig gesloten zijn.
Bij uitvoeringen met afstandsbediening
(indien van toepassing) drukt u op knop
Á
om de portieren te vergrendelen.
Als een van de portieren niet volledig
gesloten is, kunnen de portieren niet
tegelijkertijd worden vergrendeld.
BELANGRIJK Als een van de portieren
niet goed gesloten is of als er een
storing in het systeem aanwezig is, dan
werkt de centrale vergrendeling niet.
Na 10 of 11 opeenvolgende pogingen
schakelt het systeem 30 seconden uit.
afb. 40
KA00034m
VERGRENDELEN/ONTGRENDEL
EN VAN BINNENUIT afb. 41
Ontgrendelen
Trek aan bedieningshendeltje A.
Bij uitvoeringen met centrale
vergrendeling trekt u aan hendeltje A
aan bestuurderszijde om alle portieren te
ontgrendelen.
Bij uitvoeringen zonder centrale
vergendeling wordt elk portier
afzonderlijk vergrendeld.