Wanneer het systeem in de airconditioning
modus achter zit, drukt u op de AUTO
toets om terug te gaan naar de auto
modus. In de auto modus wordt het
aanjagertoerental automatisch geregeld.
AUTO verschijnt op de display.
Automatisch
temperatuurregelsysteem achter in-
en uitschakelen
Wanneer het systeem in de airconditioning
modus achter zit, druk dan op toets A om
alleen het systeem achterin in of uit te
schakelen.
VERWARMDE RUITEN EN
SPIEGELS
Verwarmbare ruiten
Schakel de ruitverwarming in om de voor-
of achterruit te ontdooien of ontwasemen.
N.B.: De ruitverwarming werkt alleen bij een
draaiende motor.
Voorruitverwarming
Verwarmbare buitenspiegels
IN de elektrisch bedienbare buitenspiegels
is een verwarmingselement gemonteerd
dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt.
Wanneer u de achterruitverwarming
inschakelt, worden deze elementen
automatisch ingeschakeld.
EXTRA VERWARMING
Standverwarming
WAARSCHUWING
Schakel de standverwarming uit
tijdens het tanken, wanneer u zich in
een omgeving bevindt met
brandbare dampen of stoffen en in
gesloten ruimten.
De standverwarming werkt onafhankelijk
van de verwarming van de auto door het
koelvloeistofcircuit van de motor te
verwarmen. Hij wordt door de
brandstoftank van energie voorzien. U kunt
het systeem ook tijdens het rijden
gebruiken om het interieur sneller te laten
opwarmen.
Wanneer de standverwarming correct
wordt gebruikt, biedt deze de volgende
voordelen:
• Het interieur wordt voorverwarmd.
• De ruiten blijven bij vorst vrij van ijs en
condensatie wordt voorkomen.
• De koude start wordt vermeden
waardoor de motor eerder op
bedrijfstemperatuur is.
128
Klimaatregeling