Type 3
1.
Selecteer Settings met de op
en neer pijltjestoetsen en druk op
de rechter pijltjestoets.
2.
Selecteer Setup met de op en
neer pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
3.
Selecteer Display en druk op de
rechter pijltjestoets.
4.
Selecteer Configure en druk op
de rechter pijltjestoets.
5.
Om het Help screen en NAV
Info in of uit te schakelen, kiest u
de optie en drukt u op de OK
toets.
Navigatie-informatie
U kunt ook kiezen wanneer
navigatie-informatie moet worden
weergegeven. Er zijn drie
mogelijkheden:
•
Always off: Er verschijnt geen
navigatie-informatie op het
display.
•
On guidance: De
navigatie-informatie verschijnt
alleen wanneer het
navigatiesysteem een instructie
wil doorgeven. Deze functie is
alleen bij enkele
navigatiesystemen beschikbaar.
•
Always on: Navigatie-informatie
verschijnt op het display wanneer
het navigatiesysteem is
ingeschakeld.
Instelling wanneer
navigatie-informatie moet worden
weergegeven:
Type 1 en 2
1. Druk op de rechter pijltjestoets op
het stuurwiel om het hoofdmenu
binnen te gaan.
2.
Selecteer Setup met de op en
neer pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
3.
Selecteer Display en druk op de
rechter pijltjestoets.
4.
Selecteer Configure en druk op
de rechter pijltjestoets.
5.
Selecteer Nav Info en druk op
de rechter pijltjestoets.
6. Selecteer de gewenste instelling
en druk op de OK toets.
7. Druk op de linker pijltjestoets om
het menu te verlaten. Houd de
linker pijltjestoets ingedrukt om
direct terug te keren naar het
scherm van de boordcomputer.
Type 3
1.
Selecteer Settings met de op
en neer pijltjestoetsen en druk op
de rechter pijltjestoets.
2.
Selecteer Setup met de op en
neer pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
3.
Selecteer Display en druk op de
rechter pijltjestoets.
4.
Selecteer Configure en druk op
de rechter pijltjestoets.
5.
Selecteer Nav Info en druk op
de rechter pijltjestoets.
6. Selecteer de gewenste instelling
en druk op de OK toets.
106
Infodisplays