Afstandsbediening
programmeren
Er kunnen meerdere afstandsbedieningen
worden gebruikt voor het
afstandsbedieningssysteem; neem
contact op met uw dealer. Er kunnen
maximaal drie afzonderlijke
afstandsbedieningen worden
toegevoegd. Extra toegevoegde
afstandsbedieningen dienen afzonderlijk
te worden geprogrammeerd.
N.B.:
De verwarming moet tijdens het
programmeren worden uitgeschakeld.
N.B.:
De programmeerprocedure kan zo
vaak als nodig is worden herhaald. De
oudste geprogrammeerde
afstandsbediening wordt iedere keer
gewist.
1. Breng de batterij aan in de nieuwe
afstandsbediening.
2. Schakel de voeding naar de ontvanger
uit door zekering F32 te verwijderen
uit de zekeringenkast in de
motorruimte. Zie
Specificatie-overzicht
zekeringen (bladzijde 202).
3. Wacht minimaal 5 seconden.
4. Sluit de voeding naar de ontvanger
aan door de zekering te plaatsen en
binnen vijf seconden op de OFF toets
van de nieuwe afstandsbediening te
drukken tot de LED dooft.
5. De nieuwe afstandsbediening is nu
geprogrammeerd.
121
Klimaatregeling