•
telefoon: "MOBILE NAME", "DIAL
NUMBER", "DIAL NAME" en "REDIAL"
•
automatische klimaatregeling:
"TEMPERATURE", "AUTO MODE",
"DEFROSTING/DEMISTING ON" en
"DEFROSTING/DEMISTING OFF"
•
radio: "TUNE NAME"
•
extern apparaat (USB): "TRACK"
•
extern apparaat (iPod): "TRACK"
Communicatie met het systeem
starten
Voordat u kunt beginnen met het systeem
toe te spreken moet u voor iedere
handeling eerst op de VOICE toets
drukken en wachten tot het systeem met
een piep antwoordt. Zie Spraaksturing
(bladzijde 52).
Druk de toets opnieuw in om de
spraakbesturing uit te schakelen.
Spraaklabel
Het spraaklabel kan de telefoon, de
audio-installatie en het navigatiesysteem
ondersteunen door gebruik te maken van
de "STORE NAME" functie (naam
opslaan). U kunt spraaklabels toewijzen
aan items zoals favoriete radiozenders en
persoonlijke telefooncontacten. Zie
Commando’s audio-unit (bladzijde
274). Zie Commando’s telefoon
(bladzijde 282).
•
Sla maximaal 20 actieve spraaklabels
per functie op.
•
De gemiddelde opnametijd per
spraaklabel bedraagt ongeveer 2 tot
3 seconden.
COMMANDO’SAUDIO-UNIT
CD-speler
U kunt het afspelen direct met
spraakbesturing bedienen.
Overzicht
Het onderstaande overzicht toont de
beschikbare gesproken commando's. De
volgende lijsten bieden aanvullende
informatie over het complete
commandomenu aan de hand van
gekozen voorbeelden.
"CD PLAYER"
"HELP"
"PLAY"
"TRACK"
*
"SHUFFLE ALL"
"SHUFFLE FOLDER"
**
"SHUFFLE OFF"
274
Spraaksturing