Microfoon dempen
N.B.:
Het is mogelijk om tijdens een
gesprek de microfoon te dempen. Tijdens
het dempen verschijnt er een bevestiging
op het display.
Druk op functietoets 1. Druk nogmaals op
de toets om deze functie uit te schakelen.
Van actieve telefoon
veranderen
N.B.:
Voordat telefoons kunnen worden
geactiveerd moeten ze bij het systeem
worden aangemeld.
N.B.:
Nadat een telefoon aan het
systeem is gekoppeld, wordt deze de
actieve telefoon.
1.
Druk op de toets PHONE.
2. Druk op de toetsen omhoog/omlaag
tot SELECT PHONE wordt
weergegeven.
3.
Druk op de toets OK.
4. Blader met de toetsen
omhoog/omlaag door de
verschillende opgeslagen telefoons
om de gekoppelde telefoons weer te
geven.
5.
Druk op de toets OK om de telefoon
te selecteren die de actieve telefoon
moet worden.
Actieve telefoon afmelden
Een actieve telefoon kan op elk gewenst
moment uit het systeem worden gewist,
behalve wanneer met deze telefoon een
gesprek wordt gevoerd.
1.
Druk op de toets PHONE.
2. Druk op de toetsen omhoog/omlaag
tot SELECT PHONE wordt
weergegeven.
3.
Druk op de toets OK.
4. Druk op functietoets 1.
176
Telefoon