NEDERLANDS - 2
Maaihoogte Instellen
Afstellen van de maaihoogte
• Gebruik nooit meer dan 2 vulringen.
• Vulringen kunnen alleen worden aangebracht
tussen het maaimes en de waaier. Nooit tussen
het maaimes en de mesbout. (P)
1. Zorg dat de Operator Presence Control is
ontspannen wanneer de motor tot stilstand is
gekomen - ontkoppel de bougiekabel!
2. Draai het brandstofkraantje (K) dicht. Draai uw
gazonmaaier op de zijkant.
3. Verwijder de mesbout (P1) en het mes (P2) zoals
beschreven in ‘Het mes en de ventilator
verwijderen’.
4. Om een lagere maaihoogte te verkrijgen brengt u
maximaal 2 vulringen (P3) aan.
5. Om een hogere maaihoogte te verkrijgen - vulringen
(P3) verwijderen.
6. Zet het mes weer op zijn plaats zoals beschreven in
‘Het mes en de ventilator monteren’.
Het maaien het gazon
1. Zet de duwboom in de maaistand (C3)
2. Maai tijdens het groeiseizoen het gazon tweemaal
per week. Uw gazonmaaier en gazon kan schade
oplopen als u meer dan 1/3 van de graslengte per
keer maait.
• Houd handen en voeten op veilige afstand van het
maaimes, dat niet kan worden waargenomen
wanneer het draait.
• Het maaien van taluds en hellingen kan
gevaarlijk zijn. Het maaien op sterk hellend
terrein dient te worden vermeden.
• Zorg dat u altijd op vlakke grond staat, met de
maaier lager dan uzelf op de helling en met de
bougie naar boven gericht; dit om te voorkomen
dat er smeerolie in de cilinder komt.
• Deze maaier niet gebruiken op hellingen die nat
of steiler dan 45 graden zijn.
• De maaier nooit heuvelopwaarts duwen.
Verwijderen en monteren van het maaimes en de waaier
LUCHTFILTER
ALLEEN
OP DEZE
ZIJDE
LEGGEN
Alvorens onderhoudswerkzaamheden
aan de onderkant van de machine uit te
voeren, altijd eerst het brandstofkraantje
sluiten, de motor laten uitdraaien, de
bougiekabel loskoppelen en DE
MACHINE OP HAAR KANT LEGGEN
MET HET LUCHTFILTER NAAR BOVEN
GERICHT.
BELANGRIJK
Hanteer het maaimes altijd met voorzichtigheid - de
scherpe randen kunnen lichamelijk letsel
veroorzaken. DRAAG HANDSCHOENEN
• De bougiekabel kan heet zijn - oplettendheid is
geboden.
Verwijderen van het maaimes en de waaier
• Vervang het metalen maaimes na 50 maaiuren of
2 jaar, welke hiervan het eerste plaatsvindt,
ongeacht de conditie.
• Als het maaimes een scheurtje vertoont of
anderszins is beschadigd dient het door een
nieuw maaimes te worden vervangen.
1. Zorg dat de Operator Presence Control is
ontspannen wanneer de motor stilstaat en het
maaimes niet meer draait - ontkoppel de
bougiekabel.
2. Draai het brandstofkraantje (K) goed dicht.
3. Zet de maaier op zijn kant met het luchtfilter naar
boven gericht (zie de bovenstaande afbeelding).
4. Om de mesbout (P1) te verwijderen, houdt u de
waaier (P4) stevig vast en draait u de mesbout met
de meegeleverd sleutel linksom los.
5. Verwijder de mesbout (P1), het maaimes (P2), de
afstandsringen (P3) en de waaier (P4).
6. De gazonmaaier op schade inspecteren en indien
nodig schoonmaken.
Monteren van het maaimes en de waaier
• Vóór gebruik altijd onderwerpen aan visuele
inspectie om te zien of het maaimes en mesbout
niet zijn versleten of beschadigd.
• Gebruik nooit meer dan 2 vulringen.
• Vulringen kunnen alleen worden aangebracht
tussen het maaimes en de waaier. Nooit tussen
het maaimes en de mesbout.
1. Zorg dat de waaier zich in de juiste positie bevindt.
2. Plaats de vulringen (P3) op de waaier waarbij u erop
moet toezien dat de nokken (P5) in de gaten (P6)
steken.
3. Plaats het maaimes (P2) op de vulringen (P3). Zorg
ervoor dat de nokken (P7) in de gaten (P8) van het
maaimes steken en dat het zich in de positie bevindt
als (Zie afb.P).
4. Steek de mesbout (P1) door het middelste gat (P9)
van het maaimes.
5. Handvast draaien met de wijzers van de klok mee.
6. Houd de waaier stevig in positie en draai de
mesbout met de meegeleverde sleutel goed vast.
Bougie
Een vette of met koolstof vervuilde bougie bemoeilijkt
het starten en doet afbreuk aan de efficiëntie van de
motor. U dient de bougie regelmatig te verwijderen en
deze zo nodig te reinigen en af te stellen.
Instelling voor speling is 0,028-0,031 inch.
De bougie nooit verwijderen als de motor heet is. De
bougie niet zandstralen om hem te reinigen.