Voor uw eigen veiligheid:
1. Lees alle instructies voordat u de kachel gebruikt.
2. Sluit de kachel alleen aan op een enkelfasig stopcontact met netspanning zoals aangegeven
op het typeplaatje.
3. Verlaat uw huis niet lange tijd terwijl het apparaat in werking is: zorg ervoor dat de
schakelaar in de stand UIT (0) staat en de thermostaat in de minimumstand. Haal altijd de
stekker uit het stopcontact.
4. Houd brandbaar materiaal zoals meubels, kussens, beddengoed, papier, kleding, gordijnen
etc. op minimaal 100 cm afstand van de kachel.
5. Hand niets op of voor de kachel.
6. Gebruik de kachel altijd rechtopstaand.
7. Gebruik het apparaat niet in ruimtes met een oppervlakte kleiner dan 4m².
8. Haal altijd de stekker uit het stopcontact als u de kachel lange tijd niet gebruikt. Trek niet
aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen.
9. Houd de luchtinlaat en -uitlaat minimaal 1 meter voor en 50 cm achter de kachel vrij van
voorwerpen.
10. Installeer de kachel niet direct onder een stopcontact.
11. Laat dieren of kinderen de kachel niet aanraken of ermee spelen. Let erop dat de
luchtuitlaat tijdens het gebruik heet wordt.
12. VOEG HIER EEN WAARSCHUWINGSPICTOGRAM TOE! Niet bedekken. Indien afgedekt,
bestaat het risico op oververhitting.
13. Gebruik deze kachel niet in de buurt van douches, badkuipen, wastafels of een zwembad
etc.
14. Gebruik de kachel niet in ruimtes met explosieve gassen, ontvlambare oplosmiddelen, lak
of lijm.
15. Houd de kachel schoon. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de ventilatie- of
uitlaatopeningen komen, aangezien dit elektrische schokken, brand of schade aan de kachel
kan veroorzaken.
16. Als de kachel is gevallen of beschadigd is, mag deze niet worden gebruikt totdat deze is
nagekeken door een gekwalificeerd servicecentrum.
17. Nauw toezicht is noodzakelijk wanneer de kachel wordt gebruikt door of in de buurt van
kinderen, personen met een lichamelijke beperking of huisdieren.
18. Niet gebruiken om kleding of andere stoffen te drogen.
19. Gebruik de kachel niet om uw wasgoed te drogen. Blokkeer nooit de aanzuig- en
uitblaasroosters (gevaar voor oververhitting).
20. Verplaats het apparaat niet terwijl het in werking is, om oververhitting met extra
brandgevaar te voorkomen.
21. Als een onderdeel van de verwarming of het netsnoer beschadigd raakt, moet het worden
vervangen door een gekwalificeerde elektricien. Om gevaar te vermijden.