NL - Gebruikershandleiding
Hoe veilig een kinderzitje ook is, hoe goed het ook is ontwikkeld, de veiligheid van uw kind
ligt altijd in uw handen. Controleer de punten op deze controlelijst voor iedere reis.
Controlelijst
BELANGRIJK! Verkeerd gebruik van het kinderzitje, vermindert de bescherming en veiligheid die
het uw kind biedt.
De bekleding van het zitje kan worden verwijderd en gewassen. Bij lichte vlekken kunt u een
vochtig doekje of sopje gebruiken. De bekleding kan geheel worden verwijderd en met de
hand worden gewassen op maximaal 30° C.
Onderhoudsadvies
Verwijder het scherm van de haken op het handvat (23). Verwijder de schouderkussentjes
van de schouderbanden van het tuigje (24).
Verwijder het kussentje voor pasgeborenen door de banden en gespen door de sleuven te
halen (25).
Haal voorzichtig het gespkussentje van de kruisriem en zorg dat de sleuven in de stof niet
beschadigd raken (26).
De bekleding en accessoires verwijderen
39
Controleer of u de gordels goed en op de juiste hoogte hebt ingesteld. (12)?
Zorg dat de gordels niet gedraaid zijn (C).
Controleer of de gordel op de juiste kleding is afgesteld en niet te los zit (14).
Controleer of het tuigje goed vastzit met de gesp en de schouderriembevestigingen die
samen zijn gekoppeld en controleer of het tuigje strak genoeg zit (14) (16).
Controleer of het zitje naar de achterkant van het voertuig is gericht zodat de voeten van
het kind naar de achterkant van het voertuig wijzigen (3).
Controleer of de gordel goed vastzit (4) (5) (6) (7) (8) (9) met de bevestigingspunten op de
voorkant van het zitje en het centrale bevestigingspunt aan de achterkant van het zitje (H) (N).
Controleer of de autogordel niet gedraaid is en strak om het zitje heen zit.
Controleer op het handvat rechtop is geplaatst in de draagpositie (17).
GIFTIGE SCHOONMAAKMIDDELEN
KUNNEN ZIEKTES VEROORZAKEN.
GEEN BLEEKMIDDEL GEBRUIKEN,
NIET STRIJKEN, NIET WASSEN IN DE
WASMACHINE, NIET DROGEN IN DE
DROGER. DIT KAN DE BEKLEDING
BESCHADIGEN WAARDOOR DEZE
VERVANGEN MOET WORDEN.
WAARSCHUWING!
NL - Gebruikershandleiding
NL - Gebruikershandleiding
BELANGRIJK! Controleer of de gesp van de gordel zich voor het bevestigingspunt van de
heupgordel op het autozitje bevindt, of zich in een positie bevindt die het bevestigingspunt
stoort, omdat het dan niet mogelijk is het zitje veilig vast te zetten (9).
Als dit het geval is, kunt u een andere positie of andere zitplaats in het voortuig proberen.
Als u twijfelt kunt u contact opnemen met de fabrikant.
Gebruik indien mogelijk een zitplaats achterin het voertuig.
Installeer het systeem in de zitposities die worden aangegeven als de categorie ‘Universeel’ in de
gebruikershandleiding van de fabrikant van uw voertuig, met het primaire pad van de autogordel.
Gebruik altijd de bevestigingspunten van de autogordels op het autozitje zoals wordt beschreven
in de instructies en die blauw zijn gemarkeerd op uw autozitje. Wanneer u uw autozitje uit het
voertuig haalt, kunt u dit het beste aan de kant van de stoep doen.
BELANGRIJK! Zorg dat het handvat van uw zitje in de rechtopstaande positie is vergrendeld
(A) voordat u het autozitje installeert en de gordel bevestigt (zie het gedeelte De functies en
het verstellen van het handvat (diagram 18).
Plaats het kinderzitje op de gewenste zitting, met de voorkant naar achteren gericht (3).
Trek de autogordel uit, leg de heupgordel lang de voorkant van het zitje en verbind de
bevestiging van de autogordel aan de gesp van de autogordel (4).
Bevestig de heupgordel door de gordel door de bevestigingspunten voor de autogordel aan
beide kanten van het zitje te halen. De bevestigingspunten worden aangegeven met blauwe
pijlen (5) (6).
Trek het diagonale deel van de autogordel verder uit en leg de gordel langs de achterkant van
het zitje. Haal de gordel door het centrale bevestigingspunt aan de achterkant van de basis
die is aangegeven met de blauwe markering (7) (8).
Zorg er hierbij voor dat de gordel niet is gedraaid en aan de kant van de gesp van de
autogordel van de zitting onder het draaipunt van de hendel langs gaat (9).
Wanneer de gordel vastzit, controleert u de autogordel nogmaals om te zorgen dat deze
goed vastzit bij de bevestigingspunten van het zitje.
Trek de gordel strakker door de heupgordel richting de gesp van de autogordel te trekken,
trek vervolgens aan de diagonale gordel terwijl u de bovenkant van het zitje stevig vasthoudt.
Zorg dat de autogordel zo strak mogelijk zit en dat het zitje veilig en stabiel aanvoelt.
38
Uw autozitje is ontworpen om te worden vastgezet met een driepuntsgordel en kan niet
worden bevestigd met alleen een tweepuntsgordel (1).
NL - Gebruikershandleiding