TV-FUNCTIES (MENU’S)
33
** AAVVLL ::
beperkt het volume tot een “normaal en aanvaardbaar”
niveau. Deze functie kan in of ingesteld worden :
Uit - Laag – Medium – Hoog
(Bij mono modellen kan alleen geschakeld worden tussen
aan en uit)
** LLoouuddnneessss ::
deze functie laat toe om de intensiteit van het
geluid al dan niet te verhogen en kan in of uitgeschakeld
worden.
Uit
Aan
Wanneer deze functie geopend wordt in stand-by, zal deze
zich steeds in “uit” bevinden.
** VVoooorriinnsstteelllliinngg ::
verschillende instellingen kunnen via deze
functie ingesteld worden. Deze zijn :
Muziek – Spraak – Film – Gebruiker.
((**))
Deze functies zijn niet beschikbaar bij mono modellen.
22..11 MMEENNUU HHOOOOFFDDTTEELLEEFFOOOONN
Als de “rode toets” tijdens het menu voor de geluidsinstelling
wordt ingedrukt, wordt het menu voor de hoofdtelefoon
geactiveerd. De regeling van de hoofdtelefoon is mogelijk
als de hoofdtelefoon optie geactiveerd is. In dit menu
kunnen vroeger ingestelde waarden gewijzigd worden. Na
het aanbrengen van de wijzigingen worden deze in het
geheugen opgeslagen.
Volume, balans, hoge en lage tonen kunnen ingesteld
worden zoals in het vorige menu voor geluidsinstellingen
beschreven werd.
Bij tweetalige uitzendingen kunt u de gewenste taal kiezen
met de Dual-I en Dual-II functies. Mono modellen hebben
deze functie niet.
Als uw TV een MONO model is worden de luidsprekers
uitgeschakeld wanneer de hoofdtelefoon aangesloten is. Als
uw TV een STEREO model is worden de luidsprekers niet
automatisch uitgeschakeld en moet u de MUTE toets
gebruiken om het geluid uit te schakelen.
OOPPMMEERRKKIINNGG ::
sommige modellen hebben geen
hoofdtelefoon aansluiting.
Als u op de MENU toets drukt gaat u terug naar het vorige
menu; als u op de TV toets drukt, verlaat u alle menu’s.
33.. MMEENNUU VVOOOORR AAUUTTOOMMAATTIISSCCHH ZZEENNDDEERRZZOOEEKKEENN
Dit menu kan bereikt worden door het te selecteren in het
hoofdmenu. In dit menu kan u door gebruik te maken van de
gekleurde toetsen (blauw, geel, groen, rood en wit) zenders
zoeken en opslaan, zenders annuleren, aan zenders een
naam geven en de volgorde van de zenders wijzigen.