21
Omlaag: druk op de knop A en
verplaats tegelijkertijd de ring B naar
de gewenste stand.
Controleer vervolgens of de
vergrendeling heeft plaatsgevonden
door de ring B omlaag te duwen
zonder op de knop A te drukken.
fig. 22
F0X0023m
fig. 23
F0X0024m
Controleer na afstelling
altijd of de schuif
waaraan de ring bevestigd is, in
één van de vaste standen is
geblokkeerd.
WAARSCHUWING
ACHTERSTE
VEILIGHEIDSGORDELS
Afhankelijk van de versie, kan de
achterbank voorzien zijn van
driepuntsveiligheidsgordels met
rolautomaat.
De gordels moeten gedragen
worden overeenkomstig het schema
in fig. 23.
fig. 24
F0X0026m
Wanneer de gordels niet gebruikt
worden, moeten ze altijd in hun
behuizingen worden gebracht A-fig. 24.