16
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0330m
F0C0291m
CID (Customer Identification Device)
(alleen voor uitvoeringen met Easy Go)
De CID is de “elektronische sleutel” die u altijd bij u moet hebben om
door de auto automatisch geïdentificeerd te worden als rechthebbende
op het gebruik ervan. Met de CID worden de portieren automatisch
ontgrendeld als u de auto nadert.
De sleutel is bovendien uitgerust met drie knoppen:
❒ knop Ë voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de
achterklep en het tankklepje.
❒ knop
Á voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de
achterklep en het tankklepje.
❒ knop
R voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep.
De sleutel beschikt bovendien over een metalen baard (A) waarmee in
geval van nood het volgende bediend kan worden:
❒ de sloten van de portieren en de achterklep
❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje
❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten
(Skywindow) (indien aanwezig)
❒ het dead lock-systeem
❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig).
Druk op het ontgrendelknopje (B) en laat de baard rustig naar buiten
komen, zoals is aangegeven in de figuur.