14
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0408m
F0C0138m
Achterklep op afstand ontgrendelen
Druk de knop
R in en houd de knop ingedrukt om op afstand de ach-
terklep te ontgrendelen (openen); dit kan ook bij ingeschakeld diefstal-
alarm (indien aanwezig).
Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee
keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwijzers één keer (alleen bij
ingeschakeld diefstalalarm).
Als bij auto’s met diefstalalarm de achterklep wordt geopend, dan wor-
den de volumetrische beveiliging en de achterklepsensor uitgeschakeld.
BELANGRIJK Als de afstandsbediening niet werkt, blijft het altijd moge-
lijk de bovenstaande handelingen uit te voeren met de metalen baard van
de sleutel.
Als de achterklep weer wordt vergrendeld, dan wordt de beveiliging her-
steld.
Lampje op bestuurdersportier
Als de portieren worden vergrendeld, gaat het lampje (A) ongeveer 3
seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
Als bij het vergrendelen van de portieren een of meer portieren en/of
de achterklep niet goed gesloten is/zijn, dan gaan het lampje en de rich-
tingaanwijzers snel knipperen.