6
WEGWIJS IN UW AUTO
schakelt het beveiligingssysteem de
startblokkering in.
Draai bij het starten van de motor de
start-/contactsleutel in MAR:
1) Als de code wordt herkend, gaat
het controlelampje ¢ op het instru-
mentenpaneel kort knipperen; het
beveiligingssysteem heeft de door de
sleutel gezonden code herkend en de
startblokkering wordt opgeheven.
Draai de sleutel in stand AVV om de
motor te starten.
2) Als het controlelampje ¢ blijft
branden, wordt de code niet herkend.
In dat geval raden wij u aan de sleutel
in stand STOP en vervolgens in MAR
te draaien; als de motor geblokkeerd
blijft, probeer het dan opnieuw met de
andere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, voer
dan zelf een noodstart uit (zie hoofd-
stuk
NOODGEVALLEN
) of raadpleeg de
Fiat-dealer.
Tijdens het rijden met de contact-
sleutel in MAR:
1) Als het controlelampje ¢ tijdens
het rijden gaat branden, betekent dit
dat het systeem zichzelf controleert
(bijv. bij een vermindering van de
spanning).
2) Als met de contactsleutel in MAR
het controlelampje ¢ blijft knipperen,
dan betekent dit dat de auto niet is
beveiligd door de startblokkering.
Neem contact op met de Fiat-dealer
om alle sleutels in het geheugen te
laten opslaan.
BELANGRIJK Bij krachtige stoten
kunnen de elektronische componen-
ten in de sleutel beschadigd worden.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft
een eigen code die verschillend is
van alle andere codes, en die moet
worden opgeslagen in de regeleenheid
van het systeem.
DIEFSTALALARM
Het diefstalalarm regelt de volgende
functies:
– het op afstand ver-/ontgrendelen
van de portieren;
– omtrekbeveiliging (openen van
portieren, motorkap en achterklep);
– volumetrische beveiliging (binnen-
dringing in het interieur);
– beveiliging tegen het loskoppelen
of doorsnijden van de voedingskabels.
DE AFSTANDSBEDIENING
fig. 3
De afstandsbediening is uitgerust met
een knop A en een lampje B voor in-
schakeling van het diefstalalarm of het
vergrendelen van de portieren; de
knop schakelt de afstandsbediening in
en het lampje knippert als de zender
een code stuurt naar de ontvanger.
De afstandsbediening werkt met
radiogolven en moet dicht bij de auto
worden bediend.
Bij verkoop van de auto
moet de nieuwe eigenaar
de sleutels van de auto
(inclusief alle duplicaatsleutels
waarmee de auto op dat
moment is uitgerust) en de
CODE-card ontvangen.